Financiële toelichtingen
Het jaarverslag is beschikbaar in een PDF versie in het Nederlands, Engels en Frans. De drie versies zijn geauditeerd en officieel. Wij hebben het herziene tijdschema voor de invoering van ESEF-rapportering (European Single Electronic Format) gevolgd, maar hebben onofficiële XHTML-versies in het Nederlands, Engels en Frans ter beschikking. De Commissaris heeft deze XHTML-versies niet gecontroleerd. Wij hebben alle redelijke inspanningen geleverd om discrepanties tussen de verschillende taal- en formaatversies te vermijden. Mochten er toch verschillen zijn, dan hebben de PDF-versies voorrang.
(EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
Omzet | F9 | 17.485.080 | 20.710.116 |
Andere bedrijfsopbrengsten | F9 | 121.078 | 80.602 |
Bedrijfsopbrengsten | 17.606.158 | 20.790.718 | |
Verbruikte handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | F9 | (15.639.139) | (18.819.323) |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | F10 | (775.919) | (798.481) |
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | F9 | (307.567) | (362.497) |
Andere bedrijfskosten | F9 | (413.795) | (506.587) |
Bedrijfskosten | (17.136.420) | (20.486.887) | |
Opbrengsten / verliezen van andere financiële activa | F12 | 706 | 761 |
Bedrijfsresultaat | 470.444 | 304.592 | |
Financiële baten | F11 | 4.808 | 4.044 |
Andere financiële lasten | F11 | (56.427) | (77.801) |
Wisselkoersverliezen en -winsten | F11 | (31.618) | (30.445) |
Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F17 | 8.705 | (5.332) |
Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting | 395.912 | 195.058 | |
Belastingen op het resultaat | F13 | (96.692) | (59.131) |
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 299.220 | 135.927 | |
Resultaat van de periode | 299.220 | 135.927 | |
waarvan minderheidsbelangen | 11.429 | 5.397 | |
waarvan aandeel van de Groep | 287.791 | 130.530 |
(EUR) | |||
---|---|---|---|
Winst per aandeel uit bedrijfsactiviteiten, basisberekening | F39 | 1,20 | 0,54 |
Winst per aandeel na verwatering uit bedrijfsactiviteiten | F39 | 1,19 | 0,54 |
Betaald dividend per aandeel | 0,75 | 0,25 |
Op de aandeelhoudersvergadering van 30 april 2020 werd het voorstel om het dividend van 2019 te verlagen tot € 0,375 per aandeel goedgekeurd. Dit bedrag is gelijk aan het interimdividend van 2019, reeds uitbetaald in de tweede helft van 2019. Hierdoor was er geen dividend uitbetaling in de eerste helft van 2020. De raad van toezicht zal op de algemene aandeelhoudersvergadering van 29 april 2021 een bruto jaarlijks dividend voor het boekjaar 2020 voorstellen van € 0,75 per aandeel. Ter vergelijking werd voor het boekjaar 2019 een bruto jaarlijks dividend uitgekeerd van € 0,375 per aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van € 0,25 per aandeel dat op 25 augustus 2020 werd uitbetaald en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 5 mei 2021 een brutobedrag van € 0,50 per aandeel worden uitbetaald.
De begeleidende toelichtingen op de pagina’s Voorstellingsbasis tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
(EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 299.220 | 135.927 | |
Elementen die niet naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden | |||
Bewegingen in personeelsvoordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters | (71.921) | (25.198) | |
Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten | 19.869 | 7.258 | |
Elementen die naderhand naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden | |||
Bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten | (9) | (4.193) | |
Bewegingen in kasstroomafdekkingsreserves | (27.958) | 17.321 | |
Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten | 8.897 | (3.456) | |
Bewegingen in herwerkingen van omrekeningsverschillen | 9.444 | (122.258) | |
Niet-gerealiseerde resultaten uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | F23 | (61.678) | (130.525) |
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode | 237.541 | 5.402 | |
waarvan aandeel van de Groep | 225.312 | 2.952 | |
waarvan minderheidsbelangen | 12.230 | 2.450 |
De impact van de latente belastingen op het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten heeft te maken met de indekkings-reserves met betrekking tot de kasstromen voor een bedrag van € 3,5 miljoen en met de personeelsvoordelenreserves ten bedrage van € 7,3 miljoen.
De begeleidende toelichtingen op de pagina’s F1 tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
(EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
---|---|---|---|
Vaste activa | 2.810.228 | 2.895.694 | |
Immateriële vaste activa | F14, F15 | 370.859 | 346.888 |
Materiële vaste activa | F16 | 2.094.672 | 2.163.661 |
Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F17 | 150.642 | 139.839 |
Bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten | F18 | 10.897 | 8.352 |
Leningen | F18 | 2.192 | 3.252 |
Handels- en overige vorderingen | F20 | 12.038 | 11.765 |
Uitgestelde belastingactiva | F21 | 168.927 | 221.938 |
Vlottende activa | 4.213.162 | 5.445.199 | |
Leningen | F18 | 2 | 80 |
Voorraden | F19 | 2.462.330 | 2.718.092 |
Handels- en overige vorderingen | F20 | 1.433.659 | 1.677.167 |
Terug te vorderen belastingen | F21 | 45.447 | 39.553 |
Kas en kasequivalenten | F22 | 271.724 | 1.010.307 |
Totaal der activa | 7.023.390 | 8.340.893 | |
Eigen vermogen | 2.660.464 | 2.621.856 | |
Eigen vermogen van de groep | 2.593.474 | 2.557.189 | |
Kapitaal en uitgifttepremies | 1.384.273 | 1.384.273 | |
Overgedragen resultaten en reserves | 1.678.355 | 1.749.662 | |
Omrekeningsverschillen en overige reserves | F23 | (284.453) | (367.825) |
Eigen aandelen | (184.701) | (208.921) | |
Minderheidsbelangen | 66.998 | 64.674 | |
Schulden op meer dan één jaar | 1.686.801 | 2.359.901 | |
Voorzieningen voor personeelsvoordelen | F27 | 392.651 | 426.356 |
Financiële schulden | F24 | 1.151.083 | 1.705.154 |
Handels- en overige schulden | F25 | 24.120 | 23.505 |
Latente belastingpassiva | F21 | 11.461 | 22.846 |
Voorzieningen | F29, F30 | 107.487 | 182.040 |
Schulden op ten hoogste één jaar | 2.676.124 | 3.359.136 | |
Financiële schulden | F24 | 564.063 | 719.177 |
Handels- en overige schulden | F25 | 1.916.348 | 2.418.929 |
Te betalen belastingen | F21 | 131.483 | 160.734 |
Voorzieningen | F29, F30 | 64.230 | 60.296 |
Totaal der passiva | 7.023.390 | 8.340.893 |
De begeleidende toelichtingen op de pagina’s Voorstellingsbasis tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
(EUR duizend) | Kapitaal & uitgifte-premies | Reserves | Omrekeningsverschillen & overige reserves | Eigen aandelen | Minderheidsbelangen | Totaal voortgezette bedrijfs-activiteiten |
---|---|---|---|---|---|---|
Balans bij het begin van 2019 | 1.384.273 | 1.610.882 | (227.644) | (158.103) | 49.927 | 2.659.336 |
Wijzigingen in boekhoudkundige regels | - | (34.110) | - | - | 544 | (33.566) |
Aangepaste balans bij het begin van 2019 | 1.384.273 | 1.576.772 | (227.644) | (158.103) | 50.471 | 2.625.770 |
Resultaat van de periode | - | 287.791 | - | - | 11.428 | 299.220 |
Componenten van niet-gerealiseerde resultaten | - | - | (62.480) | - | 802 | (61.678) |
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode | - | 287.791 | (62.480) | - | 12.231 | 237.543 |
Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen | - | - | 8.211 | - | - | 8.211 |
Kapitaalverhoging | - | - | - | - | 15.541 | 15.541 |
Dividenden | - | (186.394) | - | - | (11.246) | (197.640) |
Overboekingen | - | 179 | (2.540) | 2.361 | - | - |
Wijzigingen eigen aandelen | - | - | - | (28.959) | - | (28.959) |
Balans op het einde van 2019 | 1.384.273 | 1.678.348 | (284.453) | (184.701) | 66.997 | 2.660.464 |
Resultaat van de periode | - | 130.530 | - | - | 5.397 | 135.927 |
Componenten van niet-gerealiseerde resultaten | - | - | (127.578) | - | (2.947) | (130.525) |
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode | - | 130.530 | (127.578) | - | 2.450 | 5.402 |
Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen | - | - | 10.108 | - | - | 10.108 |
Converteerbare obligatie - conversierechten* | - | - | 37.743 | - | - | 37.743 |
Kapitaalverhoging | - | - | - | - | 27 | 27 |
Dividenden | - | (60.141) | - | - | (4.800) | (64.941) |
Overboekingen | - | 917 | (3.645) | 2.727 | - | - |
Wijzigingen eigen aandelen | - | - | - | (26.947) | - | (26.947) |
Balans op het einde van 2020 | 1.384.273 | 1.749.655 | (367.825) | (208.921) | 64.674 | 2.621.856 |
De wettelijke reserve van € 55,0 miljoen, die inbegrepen is in de overgedragen winst, is niet beschikbaar voor uitkering. Het aandelenkapitaal van de Groep bestond op 31 december 2020 uit 246.400.000 aandelen zonder nominale waarde.
* De conversierechten, verbonden aan de in juni uitgegeven obligatie van EUR 500 miljoen, werden gewaardeerd aan EUR 37,7 miljoen rekening houdend met transactiekosten en uitgestelde belastingen. Deze waarde zal, conform IFRS regelgeving, niet worden geherwaardeerd doorheen de looptijd, noch bij de uitoefening ervan noch op vervaldag.
De begeleidende toelichtingen op de pagina’s Voorstellingsbasis tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
(EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 299.220 | 135.927 | |
Aanpassing voor resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | (8.705) | 5.332 | |
Aanpassing voor niet-kastransacties | F34 | 207.302 | 449.023 |
Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of financieringskasstromen | F34 | 129.568 | 116.051 |
Wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal | F34 | (78.441) | (103.756) |
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten | 548.946 | 602.576 | |
Ontvangen dividenden | 11.454 | 2.026 | |
Belastingen betaald in de loop van het boekjaar | (86.661) | (78.955) | |
Ontvangen subsidies | 5.444 | 2.673 | |
Netto operationele kasstromen | F34 | 479.182 | 528.320 |
Verwerving van materiële vaste activa | F16 | (529.487) | (391.475) |
Verwerving van immateriële vaste activa | F14 | (58.362) | (44.060) |
Verwerving van nieuwe dochterondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen | F8 | (188.138) | (156) |
Verwerving van financiële vaste activa | F18 | (2.375) | (1.633) |
Nieuwe toegekende leningen | F18 | (126) | (752) |
Subtotaal van de verwervingen | (778.489) | (438.076) | |
Afstand van materiële vaste activa | 11.777 | 1.475 | |
Afstand van immateriële vaste activa | 9.329 | 6.619 | |
Afstand van dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen | 910 | 518 | |
Aflossing van leningen | F18 | 6.442 | 0 |
Subtotaal van de overdrachten | 28.457 | 8.613 | |
Toename / Afname van de investeringsthesaurie | F34 | (750.032) | (429.463) |
Kapitaalwijziging minderheden | 15.541 | 27 | |
Verkoop (aankoop) van eigen aandelen | (28.959) | (26.947) | |
Wijziging in leaseverplichting | F24 | (16.536) | (19.801) |
Ontvangen interesten | 4.608 | 3.392 | |
Betaalde interesten | (44.158) | (59.689) | |
Nieuwe leningen en aflossingen | F24 | 517.106 | 806.036 |
Dividenden uitgekeerd aan Umicore-aandeelhouders | (186.387) | (60.141) | |
Dividenden uitgekeerd aan de minderheidsaandeelhouders | (11.246) | (4.800) | |
Toename / Afname van de financieringsthesaurie | F34 | 249.969 | 638.076 |
Invloed van de wisselkoers | 2.997 | 25.465 | |
Toename / Afname van de kas- en kasequivalenten | (17.884) | 762.399 | |
Nettokas en kas equivalenten bij het begin van het boekjaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | F22 | 257.114 | 239.230 |
Netto kas en kasequivalenten op het einde van het boekjaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | F22 | 239.230 | 1.001.630 |
waarvan kas en kasequivalenten | 271.724 | 1.010.307 | |
waarvan krediet op bankrekeningen | (32.493) | (8.678) |
De begeleidende toelichtingen op de pagina’s Voorstellingsbasis tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.
De geconsolideerde jaarrekening voor de periode eindigend op 31 december 2020 en het jaarverslag, opgesteld in overeenstemming met artikel 3:33 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en opgenomenop de pagina’s Over ons tot Verklaring over verantwoordelijkheid van het management, werd voor publicatie goedgekeurd door de raad van toezicht van 12 maart 2021. De jaarrekening werd voorbereid overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen voor het opmaken van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat de rekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belangen in ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.
De Groep presenteert de geconsolideerde jaarrekening volgens alle Internationale Financiële Rapporteringstandaarden (IFRS) zoals voorgeschreven door de Europese Unie (EU).
De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond op het dichtste duizendtal, en werd opgemaakt op basis van het principe van de historische kost, met uitzondering van de onderdelen gewaardeerd aan reële waarde.
Dochtermaatschappijen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover de Groep controle heeft. De Groep controleert een entiteit wanneer deze blootgesteld is aan, of de rechten heeft op, het variabel rendement ten gevolge van zijn betrokkenheid in de entiteit, alsook de mogelijkheid heeft om dit rendement te beïnvloeden met zijn macht over de entiteit. Dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle overgedragen wordt aan de Groep en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop deze controle ophoudt te bestaan.
Toelichting F5 geeft een overzicht van de betekenisvolle dochterondernemingen van de Groep op balansdatum.
De Groep past de overnamemethode toe voor het boeken van bedrijfsacquisities. De overgedragen vergoeding voor de overname van een dochteronderneming is de reële waarde van de overgedragen activa, de verplichtingen opgelopen door de vroegere eigenaars van het overgenomen bedrijf en de aandelenbelangen uitgegeven door de Groep. De overgedragen vergoeding bestaat uit de reële waarde van elk actief of passief op grond van een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfsacquisitie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. De Groep erkent enig minderheidsbelang in de overgenomen partij op een overname per overname basis, ofwel tegen reële waarde ofwel tegen proportioneel aandeel in de minderheidsbelangen van de erkende bedragen van de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De aan de overname gerelateerde kosten worden ten laste genomen wanneer ze opgelopen worden.
Indien de bedrijfsacquisitie in fasen plaatsvindt, wordt de boekwaarde op overnamedatum van het voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemende partij in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit dergelijke nieuwe meting worden in de resultatenrekening opgenomen.
Elke voorwaardelijke vergoeding die door de Groep wordt overgedragen, dient opgenomen te worden tegen de reële waarde op de overnamedatum. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als actief of passief wordt geacht, wordt opgenomen als een wijziging in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Een voorwaardelijke vergoeding die wordt geclassificeerd als eigen vermogen wordt niet geherwaardeerd, en de daaropvolgende afwikkeling wordt geboekt in het eigen vermogen.
Alle verrichtingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten op verrichtingen tussen entiteiten binnen de groep worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Indien noodzakelijk werden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de samenhang te garanderen met de principes aangenomen door de Groep. De lijnen “andere bedrijfsopbrengsten” en “overige financiële inkomsten” van de resultatenrekening bevatten, afhankelijk van de aard van de onderliggende transacties, wisselkoersverschillen door het omrekenen van verrichtingen tussen entiteiten binnen de groep naar een functionele munteenheid. Deze munteenheid kan verschillen van de euro naar gelang de entiteit en regio.
IFRS 5 (vaste activa aangehouden voor verkoop en stopgezette bedrijfsactiviteiten) specifieert de behandeling van de transacties binnen de groep voor de eliminatie van de onderlinge balansen tussen voortgezette en stopgezette activiteiten niet. Umicore heeft voor de keuze geopteerd waarbij de transacties tussen entiteiten binnen de groep niet geëlimineerd worden in de resultatenrekening tussen de voorgezette en stopgezette activiteiten. Voor de presentatie van de balans is dit anders, IFRS 10 (geconsolideerde jaarrekening) overtreft IFRS 5 en vereist dat alle balansen tussen entiteiten binnen de groep geëlimineerd worden inclusief deze tussen voorgezette en stopgezette bedrijfsactiviteiten.
Transacties met minderheidsbelangen die niet leiden tot verlies van controle, worden geboekt als transacties binnen het eigen vermogen - dat wil zeggen, zoals transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. Het verschil tussen de reële waarde van de betaalde vergoeding en het verkregen aandeel van de boekwaarde van de netto-activa van de dochteronderneming wordt opgenomen in het eigen vermogen. Winsten of verliezen op verkopen aan minderheidsbelangen worden ook opgenomen in het eigen vermogen.
Wanneer de Groep niet langer de controle heeft, wordt een eventueel resterend belang in de entiteit geherwaardeerd aan de reële waarde op de datum waarop de controle verloren is, met de verandering in de boekwaarde opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde is de initiële boekwaarde met het oog op een toekomstige opname van het behouden belang als een geassocieerde deelneming, joint venture of financieel actief. Daarnaast worden alle eerder opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten uit hoofde van die entiteit geboekt alsof de Groep direct de betrokken activa of passiva had verkocht. Dit kan betekenen dat de bedragen die voorheen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen waren, worden overgeboekt naar de resultatenrekening.
In een geassocieerde onderneming heeft de Groep een betekenisvolle invloed, maar geen controle en in het algemeen gaat dit samen met het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden in de consolidatie opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, en de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel in het resultaat van de geassocieerde onderneming na de datum van de overname te erkennen. De investering van de Groep in geassocieerde ondernemingen bevat de goodwill vastgesteld bij aankoop. Als het belang in een geassocieerde deelneming wordt verminderd, maar een betekenisvolle invloed wordt behouden, wordt slechts een evenredig deel van de voorheen opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten overgeboekt naar de resultatenrekening, waar toepasbaar. Het aandeel van de Groep in de post-acquisitie resultaten wordt opgenomen in de resultatenrekening, en haar aandeel in de post-acquisitie bewegingen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen met een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van de investering. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een deelneming gelijk is aan haar belang in de deelneming of deze overschrijdt, inbegrepen ongedekte vorderingen, moet de Groep geen verdere verliezen opnemen, tenzij deze wettelijke of feitelijke verplichtingen aangegaan heeft of betaald heeft namens de geassocieerde deelneming. De groep bepaalt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn dat de investering in de geassocieerde onderneming een bijzondere waardevermindering ondergaat. Als dit het geval is, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde deelneming en de boekwaarde ervan en erkent het bedrag als “aandeel in de winst / (verlies) van geassocieerde deelnemingen” in de resultatenrekening.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream en downstream transacties tussen de Groep en haar geassocieerde onderneming worden opgenomen in de jaarrekening van de Groep voor enkel het gedeelte van de belangen van niet-verwante investeerders in de geassocieerde onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij de transactie wijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van geassocieerde deelnemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren. Verwateringswinsten en -verliezen die voortvloeien uit investeringen in geassocieerde ondernemingen worden opgenomen in de resultatenrekening.
De groep past IFRS 11 toe voor alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden investeringen in gezamenlijke overeenkomsten geclassificeerd als gezamenlijke operaties of joint ventures, afhankelijk van de contractuele rechten en plichten van elke belegger. De Groep heeft het karakter van zijn gezamenlijke overeenkomsten beoordeeld en bepaalt dat het joint ventures zijn. Joint ventures worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Onder de vermogensmutatiemethode, zijn belangen in joint ventures initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de post-acquisitie winsten of verliezen en mutaties in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten te erkennen.
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture gelijk is aan haar belangen in de joint venture of deze overschrijdt (dit houdt lange termijn belangen in die in wezen deel uit maken van de netto-investering van de Groep in de joint ventures), erkent de Groep geen verdere verliezen, tenzij zij verplichtingen is aangegaan of betaald heeft namens de joint ventures.
Niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en haar joint ventures worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie wijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van joint ventures zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren.
Toelichting F7 toont de segmentinformatie van de Groep, in lijn met IFRS 8. Umicore is georganiseerd in business units. Onder IFRS 8 zijn de operationele segmenten van Umicore ingedeeld naar hun groeidomeinen op gebied van Catalysis, Energy & Surface Technologies en Recycling.
Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. Het segment biedt ook katalysatoren voor industriële emissiecontrole aan en produceert verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in de farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie. Het Energy & Surface Technologies segment focust op producten die aanwezig zijn in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energie en in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden de klanten een gesloten kringloop. Het Recycling segment verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. De installaties kunnen 20 van deze metalen terugwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica.
Corporate omvat corporate activiteiten, gedeelde operationele functies en onderzoek, ontwikkeling en innovatie van de Groep. Het minderheidsbelang van Umicore in Element Six Abrasives en Ieqsa wordt ook opgenomen in Corporate. De wijze waarop de operationele segmenten worden gerapporteerd is consistent met de interne rapportering aan de raad van toezicht en aan de directieraad.
De resultaten van het segment, de activa en passiva bevatten elementen die direct aan het segment kunnen toegewezen worden, of er op een redelijke wijze aan toegewezen kunnen worden.
De prijszetting van verkopen tussen de segmenten is gebaseerd op marktconforme transferprijzen. Indien onvoldoende marktreferenties beschikbaar zijn, wordt een ‘kost-plus’ mechanisme toegepast.
De verbonden ondernemingen worden toegevoegd aan die segmenten waarmee hun activiteit het beste overeenstemt.
Op balansdatum was er binnen de Umicore Groep één dochteronderneming in Argentinië die haar financiële verslaggeving opstelde in de valuta van een economie met hyperinflatie. Echter, in het licht van de materialiteit binnen de groep, werd het niet aanzien als significant om IAS 29 toe te passen.
Functionele munt: de posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt. De geconsolideerde jaarrekening worden opgesteld in EUR, de functionele munt van de moederonderneming. Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:
• activa en passiva aan de koers op het einde van de periode, zoals die gepubliceerd wordt door de Europese Centrale Bank;
• de resultatenrekening aan de gemiddelde wisselkoers van de periode;
• het eigen vermogen aan de historische wisselkoers.
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van de periode, worden geboekt als deel van het eigen vermogen onder ‘Omrekeningsverschillen’.
Wanneer een buitenlandse activiteit gedeeltelijk buiten gebruik wordt gesteld of verkocht, worden wisselkoersverschillen die geboekt werden in het eigen vermogen, erkend in de resultatenrekening.
Goodwill en alle aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen aan de reële waarde, die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit, worden verwerkt als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden bijgevolg omgerekend op basis van de slotkoers.
Transacties in vreemde valuta worden geboekt in de functionele munt van elke entiteit tegen de wisselkoersen die van kracht zijn op de datum van de afsluiting van de transacties. De datum van de afsluiting van de transactie is de datum waarop de transactie voor erkenning in aanmerking komt. Voor praktische redenen kan een wisselkoers worden gebruikt die kort aansluit bij de koers op de datum van de afsluiting van de transacties, bijvoorbeeld de gemiddelde koers van de week of de maand waarin de transacties voorkomen.
Vervolgens worden bij de jaarafsluiting alle monetaire activa en passiva gebaseerd op deze transacties in vreemde valuta, omgerekend tegen de slotkoers op het einde van de periode.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en passiva in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen als een financieel resultaat.
Om zich tegen bepaalde valutarisico’s in te dekken heeft de onderneming een aantal termijncontracten afgesloten (zie verder punt 2.21, Financiële instrumenten).
Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kost verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en het toewijsbare gedeelte van de indirecte kosten die nodig waren om de activa bedrijfsklaar te maken.
Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan investeringen worden geactiveerd samen met de kost van de activa, in overeenstemming met IAS 23. Financieringskosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een investering worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze ontstaan.
De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast over de geschatte economische levensduur van de activa. De economische levensduur is de periode tijdens dewelke men verwacht de activa te gebruiken in de onderneming.
Herstellings- en onderhoudskosten worden ten laste genomen in de periode waarin ze werden uitgevoerd, indien ze niet bijdragen tot een verhoging van het toekomstige economische rendement van de activa. Zoniet worden ze beschouwd als een afzonderlijke component van de materiële vaste activa.
Componenten van de materiële vaste activa zijn elementen die op regelmatige basis worden vervangen. Zij worden beschouwd als afzonderlijke activa, omdat hun economische levensduur verschilt van de materiële vaste activa waartoe zij behoren. De materiële vaste activa van Umicore, vaak complexe en gespecialiseerde industriële activa, hebben over het algemeen geen individuele restwaarde buiten de specifieke omgeving van de operaties. Daarom wordt geen restwaarde in beschouwing genomen bij het bepalen van de afschrijfbare waarde.
Als standaardleidraad is de geschatte economische levensduur van de respectievelijke materiële activa als volgt gedefinieerd.
Voor belangrijke nieuw aangekochte of gebouwde investeringen wordt de economische levensduur expliciet ingeschat op het moment van de investeringsaanvraag waarbij deze kan afwijken van bovenstaande standaarden.
Het management bepaalt de geschatte levensduur en gerelateerde afschrijvingen voor de materiële vaste activa. Ze gebruikt hiervoor standaardschattingen gebaseerd op een combinatie van fysieke duurzaamheid en ingeschatte industriële of productlevenscycli. De geschatte levensduur kan in grote mate wijzigen ten gevolge van technische vernieuwingen, marktontwikkelingen en/of handelingen gesteld door de concurrentie. Het management zal ofwel de afschrijvingslast verhogen wanneer de levensduur korter is dan voordien werd ingeschat, ofwel zal zij technisch onbruikbare of niet-strategische activa, die verwijderd of verkocht zijn, volledig of gedeeltelijk afschrijven.
Gebruiksrechten van terreinen maken deel uit van de materiële vaste activa en worden standaard afgeschreven over de contractuele periode.
jaar | |
---|---|
Terreinen | Niet afschrijfbaar |
Gebouwen | |
- Industriële gebouwen | 20 |
- Aanpassingen aan gebouwen | 10 |
- Andere gebouwen, zoals kantoren en laboratoria | 40 |
- Onroerend goed | 40 |
Installaties, machines en uitrustingen: | 10 |
- Ovens | 7 |
- Kleinere uitrustingen | 5 |
Meubilair en materieel: | |
- Rollend materieel | 5 |
- Mobiel materieel voor intern transport | 7 |
- Informaticamaterieel | 3 - 5 |
- Meubilair en kantoormaterieel | 5 - 10 |
Uitgaven voor oprichting en kapitaalverhoging worden afgetrokken van het kapitaal.
Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op de datum van de overname. Goodwill wordt geboekt aan kost verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen.
Goodwill van geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder ‘Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode’, samen met de investering zelf.
Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Als de boekwaarde van de goodwill niet volledig recupereerbaar is, wordt de nodige bijzondere waardevermindering opgenomen in de resultatenrekening. Deze bijzondere waardeverminderingen worden nooit teruggenomen.
Het overschot van het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs, wordt onmiddellijk in het resultaat opgenomen.
Onderzoekskosten met betrekking tot het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten, worden ten laste van het resultaat genomen in de periode waarin ze werden gemaakt.
Ontwikkelingskosten worden gedefinieerd als kosten voor het ontwerpen van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen voorafgaand aan de commerciële productie of het gebruik. Ze worden geactiveerd als, onder andere, aan de volgende voorwaarden voldaan is:
• de immateriële activa zullen aanleiding geven tot toekomstige economische voordelen, of met andere woorden, het marktpotentieel duidelijk is aangetoond;
• de kosten met betrekking tot het proces of product kunnen duidelijk geïdentificeerd en betrouwbaar gewaardeerd worden.
Indien het moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken tussen onderzoeks- of ontwikkelingskosten, worden de kosten beschouwd als onderzoekskosten. Als ontwikkelingskosten geactiveerd worden, worden ze lineair afgeschreven over de periode van het verwachte voordeel, standaard op vijf jaar.
In het kader van het Kyoto-protocol werd er een derde emissieperiode geopend, voor de periode 2013-2020. De Vlaamse overheid heeft in dat kader emissierechten toegekend aan de Vlaamse sites van een aantal bedrijven, waaronder Umicore. Ieder jaar, op het einde van februari, wordt één vijfde van deze emissierechten overgedragen aan een officieel register. De overdracht van de emissierechten aan dit register leidt tot de activering in de immateriële activa, conform de richtlijnen van de Belgische Commissie voor boekhoudkundige normen. Winsten die voortvloeien uit het erkennen van emissierechten aan reële waarde worden uitgesteld tot de certificaten gebruikt worden. Emissierechten in eigendom zijn onderhevig aan een test op bijzondere waardeverminderingen maar worden niet afgeschreven. Als op een bepaalde afsluitingsdatum de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt. Op elke afsluitingsdatum maakt de Groep een schatting van het reële gebruik van de emissierechten voor de periode en erkent een voorziening voor de rechten die moet gestort worden aan de overheid. De last verbonden aan de bijzondere waardevermindering of de erkenning van deze provisies wordt volledig gecompenseerd in de resultatenrekening door het vrijmaken van de uitgestelde ontvangsten. Umicore beschikt over de noodzakelijke emissierechten om een normale werking van haar installaties toe te laten.
Alle volgende categorieën worden geboekt tegen historische kost, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen:
• Concessies, octrooien en licenties worden afgeschreven over de periode van hun juridische bescherming; met een minimum van 5% (standaard op vijf jaar basis).
• Klanten portfolio’s worden standaard afgeschreven over een periode van vijf jaar.
• ERP systemen worden standaard afgeschreven over een periode van tien jaar;
• Kleinere software pakketten worden standaard afgeschreven over een periode van vijf jaar.
Ingeval van een earn out component, wordt een nieuwe berekening voorzien, wat leidt tot een aanpassing in de waarde van het actief en wordt de depreciatie ook aangepast.
Umicore heeft momenteel geen immateriële activa met een onbeperkte gebruiksperiode.
IFRS 16 legt de principes vast voor de erkenning, waardering, voorstelling en toelichting van leases en vereist dat de leasenemer alle leaseovereenkomsten verwerkt volgens één enkel balansmodel, vergelijkbaar met de verwerking van financiële leaseovereenkomsten volgens IAS 17. Op de ingangsdatum van een leaseovereenkomst dienen leasenemers een leaseschuld (d.w.z. een verplichting tot leasebetalingen) en een gebruiksrecht te erkennen (d.w.z. het recht om het onderliggende actief gedurende de leaseperiode te mogen gebruiken). De leaseschulden worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende toekomstige leasebetalingen (zie toelichting F24). Het gebruiksrecht wordt afgeschreven over de leaseperiode (zie toelichting F16). Rentelasten worden erkend op de leaseverplichting (zie toelichting F11). De leaseverplichting wordt geherwaardeerd bij het optreden van bepaalde gebeurtenissen (bijvoorbeeld een wijziging in de leaseperiode of een wijziging in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een index wijziging). Dergelijke herwaarderingen van de leaseverplichting worden doorgaans gezien als een aanpassing van het gebruiksrecht.
De Groep past de vrijstellingen van lease erkenning toe voor kortlopende leaseovereenkomsten en leaseovereenkomsten waarvan het onderliggend actief een lage waarde heeft. De Groep opteert, per klasse van onderliggend actief, om de niet-lease onderdelen niet te splitsen van de lease onderdelen van het contract en waardeert bijgevolg alle lease en niet-lease onderdelen als één enkel leasecontract.
De Groep gaat over tot de leasing van metalen van en aan derden voor een specifieke termijn waarvoor de Groep vergoedingen ontvangt of betaalt. Metaal leasecontracten worden voornamelijk afgesloten voor periodes van minder dan één jaar. De leasing van metalen van en aan derden wordt nog steeds gerapporteerd onder ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’ aangezien deze niet binnen het toepassingsgebied van IFRS 16 vallen.
Alle bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet-gerealiseerde resultaten, leningen en langetermijnvorderingen worden geboekt op de verhandelingsdatum.
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet-gerealiseerde resultaten worden gewaardeerd aan reële waarde. Ongerealiseerde winsten en verliezen uit veranderingen in de reële waarde van dergelijke activa worden opgenomen in het eigen vermogen als reserves van financiële vaste activa aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten. Wanneer de activa verkocht worden of wanneer er een bijzondere waardevermindering op deze activa dient opgenomen te worden, worden de in het eigen vermogen gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten.
Financiële activa worden afgeboekt wanneer de rechten op kasstromen van investeringen tot een einde gekomen zijn of wanneer ze getransfereerd zijn en de Groep vrijwel alle voordelen en risico’s verbonden aan de eigendom hiervan getransfereerd heeft. Leningen en vorderingen worden opgenomen aan afgeschreven kostprijs na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
Alle bijzondere waardeverminderingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gecompenseerd met de bruto waarde van het ogenblik er geen enkele kans meer bestaat om de activa te recupereren.
Eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal.
Voorraden worden opgesplitst in:
1. Basisproducten (brutowaarde)
• Permanente metaalvoorraden (niet ingedekt)
• Commercieel beschikbare metaalvoorraden (ingedekt)
• Overige basisproducten (niet-ingedekt)
2.Verbruiksgoederen (brutowaarde)
3. Waardeverminderingen & bijzondere waardeverminderingen
4. Betaalde voorschotten
5. Bestellingen in uitvoering
Voorraden worden gewaardeerd aan kostprijs. Deze kostprijs bevat de directe aankoopprijs of de productiekost en de bijhorende toegewezen vaste kosten.
Basisproducten (brutowaarde) zijn meestal metaalhoudende producten waarbij Umicore blootgesteld is aan metaalprijsschommelingen. De meeste van deze voorraden volgen de metaalboekhoudregels van Umicore en worden ingedeeld in twee voorraadcategorieën die hun specifieke aard en zakelijk gebruik weerspiegelen: de permanente metaalvoorraden en de commercieel beschikbare metaalvoorraden. De laatstgenoemde voorraden worden onderworpen aan een actief en systematisch indekkingsproces om de gevolgen van de marktprijs schommelingen op de financiële prestaties van de groep tot een minimum te beperken. De permanente metaalvoorraden daarentegen worden doorgaans niet ingedekt. Naast deze categorieën bestaan nog voorraden van andere basisproducten. Deze worden gebruikt in het fabricageproces om de verhandelbare basisproducten te verkrijgen. Ook deze voorraden worden gewoonlijk niet ingedekt. Meer details over de indekkingsmechanismen zijn te vinden in toelichting F3.
Een individuele of gewogen gemiddelde waardering wordt toegepast op de initiële kostprijs waardering per voorraadcategorie, aangevuld met de volgende principes inzake reële waarde:
Permanente vaste metaalvoorraden: Gezien het permanente karakter van de voorraden heeft Umicore ervoor gekozen om zowel de beginselen voor waardering en erkenning van Materiële Vaste Activa (IAS 16) en Bijzondere Waardevermindering van Activa (IAS 36) toe te passen op het geheel van permanente metaalvoorraden. De waardering is gebaseerd op het beginsel van de “historische aanschafwaarde verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen”. Aangezien wordt aangenomen dat de voorraden een onbeperkte gebruiksduur hebben, worden er geen afschrijvingen toegepast. In plaats daarvan zijn ze onderhevig aan de jaarlijkse toetsing naar noodzaak van bijzondere waardevermindering voor de kasstroom genererende eenheden die deze voorraden op hun balans hebben. Eventuele geboekte bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.
Commercieel beschikbare metaalvoorraden: Aangezien deze voorraden ingedekt zijn, zie toelichting F3, past Umicore de waarderingsprincipes voor aanpassing naar reële marktwaarde toe. De classificatie van deze aanpassingen naar reële marktwaarde hangt af van het feit of Umicore IFRS 9 reële waarde indekkingsboekhouding heeft bekomen, zie toelichting F2.21.1 transactionele risico’s - reële waarde indekking.
Overige basisproducten: Op de overige basisproducten worden de LOCOM-principes (laagste van kostprijs of netto realiseerbare waarde, d.w.z. de geschatte verkoopprijs verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren) en de “traag roterende”-voorraadprincipes toegepast. Eventuele geboekte bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.
Verbruiksgoederen (brutowaarde) zijn producten die niet rechtstreeks in het fabricageproces worden gebruikt (bijvoorbeeld: verpakkingsmateriaal). Zij worden gewaardeerd volgens de methode van gewogen gemiddelde kostprijs en zijn onderworpen aan LOCOM. Eventuele geboekte afschrijvingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.
Afschrijvingen & bijzondere waardeverminderingen zijn alle bijzondere waardeverminderingen of afschrijvingen van basisproducten en verbruiksgoederen.
Betaalde voorschotten zijn voorafbetalingen op contracten met leveranciers, waarbij de fysieke levering van het onderliggende goed nog niet heeft plaatsgevonden. Zij worden geboekt tegen nominale waarde.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd volgens de methode van de ‘winstname volgende vordering van de werken’.
Handels- en overige vorderingen worden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs, d.i. aan de netto huidige waarde van de handelsvordering. Tenzij de impact van actualisatie materieel is, worden vorderingen aan nominale waarde geboekt en afgeschreven indien oninbaar. Alle waardeverminderingen worden op aparte rekeningen gevolgd, en deze worden pas met de boekwaarde gecompenseerd als er geen kans meer is op recuperatie van de vordering.
Handelsvorderingen voor dewelke de risico’s en de opbrengsten grotendeels getransfereerd werden, worden van de balans afgeboekt. Reële waardewinsten uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige vorderingen.
Handels- en overige vorderingen zijn onderworpen aan een nieuwe methode van bijzondere waardeverminderingen, genoemd ‘verwachte kredietverlies’ model (ECL), dat het verwachte kredietverlies op uitstaande vorderingen meet gebaseerd op gezamenlijke kredietrisico karakteristieken. Umicore heeft een matrix ontwikkeld rekening houdend met scores van klanten en sectoren, ouderdomsbalansen, macro-economische en regionale factoren en patronen van historische verliezen.
De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal te verkopen of aan te kopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt die de groep gaat verkopen of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug te kopen, wordt respectievelijk opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de belangrijkste kasstromen met betrekking tot verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten, zolang de financiering van korte duur is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente worden consequent weergegeven als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen opbrengsten opgenomen met betrekking tot het verkoopgedeelte of kosten opgenomen met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.
Kasmiddelen omvatten de beschikbare geldmiddelen in contanten en uitstaande bedragen bij banken. Kasequivalenten zijn uiterst liquide kortetermijnbeleggingen die op elk ogenblik kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is, een looptijd hebben van maximum drie maanden en niet onderhevig zijn aan een materieel risico op waardeschommelingen.
Deze elementen worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde of afgeschreven kostprijs. Kredieten op bankrekeningen bij de banken worden in de balans opgenomen als financiële schulden op korte termijn.
Materiële vaste activa en andere vaste activa, met inbegrip van immateriële activa en financiële activa die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden geëvalueerd op de noodzaak tot boeking van bijzondere waardeverminderingen indien bepaalde gebeurtenissen of veranderde omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijkerwijs niet kan gerecupereerd worden. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, moet de recupereerbare waarde van de activa geschat worden.
De recupereerbare waarde is de netto verkoopprijs van de activa of, wanneer deze hoger is, de gebruikswaarde van de activa. Om de recupereerbare waarde van individuele activa te kunnen schatten, bepaalt de onderneming vaak de recupereerbare waarde van de kasstroom genererende eenheid waartoe de activa behoren. Als de boekwaarde van de activa de recupereerbare waarde overschrijdt, dan wordt onmiddellijk een bijzondere waardevermindering als kost geboekt.
Bijzondere waardeverminderingen worden teruggenomen indien de reden voor de bijzondere waardeverminderingen geboekt voor activa of voor een kasstroom genererende eenheid, niet langer bestaat of verminderd is. Een bijzondere waardevermindering wordt maximaal teruggenomen voor zover de boekwaarde van de activa niet groter wordt dan de theoretische netto boekwaarde na afschrijving, bepaald alsof er in de voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering zou zijn opgenomen.
A. Inkoop van eigen aandelen: Wanneer de onderneming een deel van haar eigen aandelen inkoopt, wordt de betaalde prijs, inclusief de toewijsbare netto transactiekosten na belasting, afgetrokken van het eigen vermogen en opgenomen als ‘Eigen aandelen’. Er wordt geen winst of verlies geboekt in de resultatenrekening bij aankoop, verkoop, uitgifte of vernietiging. Indien deze aandelen vervolgens verkocht of heruitgegeven worden, wordt elk ontvangen bedrag als eigen vermogen opgenomen.
B. Bijkomende kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen en in mindering gebracht van het ontvangen bedrag, na aftrek van belastingen.
C. Dividenden van de moederonderneming uitkeerbaar aan de gewone uitstaande aandelen worden opgenomen als verplichting nadat ze goedgekeurd zijn door de aandeelhouders.
Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identificeerbare activa en passiva die geboekt worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstige deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes.
In de resultatenrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart van het geconsolideerd resultaat van de Groep getoond.
Voorzieningen worden aangelegd in de balans indien:
• er een bestaande (wettelijke of feitelijke) verplichting bestaat ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden;
• het waarschijnlijk is dat er kasuitgaven vereist zijn om de verplichting af te wikkelen;
• er een betrouwbare schatting van het bedrag van deze uitgave kan gemaakt worden.
Een feitelijke verplichting is een verplichting die ontstaat uit de handelingen van een onderneming, waarbij deze door een consistent gedrag of door bepaalde gepubliceerde beleidsregels te kennen geeft dat zij bepaalde verantwoordelijkheden aanvaardt, en de onderneming als gevolg daarvan een terecht verwachtingspatroon gecreëerd heeft dat zij die verantwoordelijkheden daadwerkelijk zal opnemen.
Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting op het einde van de rapporteringsperiode van de uitgaven die vereist zijn om aan de bestaande verplichting te voldoen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Indien de tijdswaarde van het geld belangrijk is, wordt als voorziening de huidige waarde genomen van de verwachte toekomstige vereiste uitgaven om aan de verplichting te voldoen. Het resultaat van de jaarlijkse verdiscontering van de voorzieningen, als ze verricht wordt, wordt opgenomen in de financiële resultaten.
De belangrijkste types van voorzieningen zijn de volgende:
1. Voorzieningen voor personeelsvoordelen (zie 2.16, personeelsvoordelen)
2. Voorzieningen voor milieuverplichtingen
Milieuvoorzieningen zijn gebaseerd op wettelijke en feitelijke verplichtingen ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, in overeenstemming met het milieubeleid van de onderneming en de geldende wettelijke verplichtingen. Het volledige bedrag van de geschatte verplichting wordt onmiddellijk opgenomen op het ogenblik dat de verplichting plaatsvindt. Wanneer de verplichting productie gerelateerd is, wordt de verplichting stapsgewijs opgenomen volgens het normaal gebruik/productieniveau.
3. Overige voorzieningen
Deze omvatten voorzieningen voor geschillen, verlieslatende contracten, garanties, risico’s op financiële deelnemingen en herstructureringen. Een voorziening voor herstructurering wordt opgenomen als de onderneming een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de herstructurering al gestart of publiek aangekondigd is voor het einde van de rapporteringsperiode. Elke herstructureringsvoorziening omvat enkel de directe uitgaven die voortvloeien uit de herstructurering, welke duidelijk afgebakend zijn en die geen verband houden met de lopende activiteiten van de onderneming.
Ze omvatten lonen, salarissen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld, doorbetaling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in natura. Deze worden als kost geboekt in de betreffende periode. Alle kaderleden van de onderneming komen in aanmerking voor bonussen op basis van individuele prestaties en financiële doelstellingen. Het bedrag van de bonus wordt ten laste genomen, op basis van een raming op het einde van de rapporteringsperiode.
De onderneming heeft verschillende pensioenprogramma’s en programma’s voor medische zorgverlening in overeenstemming met de voorwaarden en de praktijken in de landen waar ze actief is. De programma’s worden in principe via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of apart beheerde fondsen gefinancierd.
2.16.2.1 ‘TE BEREIKEN DOEL’-PLANNEN
De onderneming neemt alle wettelijke en feitelijke verplichtingen in de boeken op, zowel op basis van de formele bepalingen van de ‘te bereiken doel’-plannen als van de eerder informele gewoonten van de onderneming.
Het bedrag dat opgenomen wordt in de balans is gebaseerd op actuariële berekeningen (op basis van de ‘projected unit credit method’) en vertegenwoordigt het netto saldo van de huidige waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingenen en de reële waarde van de eventuele activa van het pensioenplan.
De pensioenkosten van verleden diensttijd worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening volgens IAS 19 (herzien).
De herberekeningen als gevolg van wijzigingen in de geschatte actuariële parameters worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin ze zich voordoen en worden vermeld in het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als reserves voor personeelsvoordelen na uitdiensttreding.
In België moeten, in overeenstemming met de Belgische wetgeving rond pensioenplannen (de zogenaamde “Wet Vandenbroucke”), alle Belgische plannen met ‘vaste bijdrage’ waarvoor het wettelijk gegarandeerd minimumrendement van toepassing is worden gezien onder IFRS als 'te bereiken doel’ plannen. De verplichtingen en kosten van deze regelingen worden berekend volgens de ‘projected unit credit method’.
In Duitsland bestaan er twee pensioenplannen met vaste bijdragen die extern gefinancierd worden via de “Pensionskasse Degussa” (PKD) of het steunfonds “Unterstützungskasse Degussa (RUK). De PKD- en RUK-plannen verzekeren de inflatie en de gegarandeerde renteaanpassingen van de uitkeringen. In de afgelopen jaren is er, als gevolg van de lage rente, een tekortkomingsrisico in de zelffinanciering bij de PKD en RUK om deze aanpassingen te verzekeren. In geval van dergelijke tekorten zouden de PKD en het RUK een beroep kunnen doen op Umicore om de vereiste extra financiering bij te dragen. Om die reden worden de PKD- en RUK-plannen onder IFRS erkend als plannen met toegezegde pensioenverplichtingen. Het management heeft een vereenvoudigde ‘beste inschatting’ methode toegepast om het risico op tekorten te berekenen en heeft dit als een bijkomende verplichting erkend.
2.16.2.2 PLANNEN MET ‘VASTE BIJDRAGE’
De onderneming betaalt vaste bijdragen aan openbare of privéverzekeringsplannen. De betalingen worden ten laste genomen op het moment dat ze verschuldigd zijn en zijn als dusdanig opgenomen in de personeelskosten.
Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de ‘te bereiken doel’-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herberekeningen als gevolg van een wijziging in de actuariële assumpties worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Deze vergoedingen zijn verschuldigd als gevolg van de beslissing van de onderneming om het dienstverband van een werknemer te beëindigen vóór de normale pensioendatum of van de beslissing van een werknemer om in ruil voor deze vergoeding vrijwillig ontslag te nemen. Als ze redelijkerwijs voorspelbaar zijn, overeenkomstig de voorwaarden en praktijken in de landen waar de onderneming actief is, worden ook potentieel toekomstige verplichtingen opgenomen.
Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de ‘te bereiken doel’-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herberekeningen als gevolg van een wijziging in de actuariële assumpties worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.
Dankzij verschillende aandelenoptie- of aandelenprogramma’s kunnen zowel de werknemers als het senior management van de onderneming aandelen van Umicore aankopen of verwerven. De optie- of aandelenuitoefenprijs is gelijk aan de marktprijs van de (onderliggende) aandelen op de datum van de toekenning. Als de opties uitgeoefend worden, worden aandelen komende van de bestaande voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld van de begunstigden. In beide gevallen wordt het kapitaal verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. Voor de aandelenprogramma’s, worden aandelen uit de voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden.
De opties en de aandelen worden standaard verworven op de datum van de toekenning en hun reële waarde wordt opgenomen als een uitgave voor personeelsvoordelen met als tegenpost het eigen vermogen onder de vorm van reserves van de op aandelen gebaseerde vergoedingen. Voor de opties wordt de kost die moet geboekt worden, berekend door een actuaris die daarvoor een waarderingsmodel gebruikt dat rekening houdt met de karakteristieken van de aandelenopties, de volatiliteit van het onderliggende aandeel en het veronderstelde uitoefenpatroon.
Zolang de verleende opties niet zijn uitgeoefend wordt hun waarde gerapporteerd onder de geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen van de Groep als ‘reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen’. De waarde van de uitgeoefende opties gedurende de periode wordt getransfereerd naar ‘overgedragen resultaten’.
De personeelsvoordelen worden geboekt als bedrijfsresultaat in de resultatenrekening, met uitzondering van interest en verdisconteringsresultaten die opgenomen worden in de financiële resultaten.
Alle bewegingen in financiële schulden worden geboekt op de verhandelingsdatum.
Voor leningen worden de initieel ontvangen bedragen geboekt, verminderd met transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen nettowaarde na afschrijving, op basis van de effectieve interestmethode. De nettowaarde na afschrijving wordt berekend rekening houdend met alle uitgiftekosten en elke korting of premie op het moment van uitgifte. Alle verschillen tussen het geleende bedrag en de terugbetalingswaarde worden opgenomen in de resultatenrekening bij terugbetaling.
Vanaf 2019 bevat de financiële schuld ook de leaseschulden volgens IFRS 16 (zie toelichting F2.23.1).
De converteerbare obligatie wordt beschouwd als een samengesteld instrument. Het bevat een vreemd vermogens- en een eigen vermogenscomponent. Dit instrument is converteerbaar in aandelen naar gelang de optie van de houder. Elke component wordt derhalve afzonderlijk geboekt. De vreemd vermogenscomponent wordt bepaald door de reële waarde te bepalen van de kasstromen zonder de eigen vermogenscomponent. De rest wordt aan het eigen vermogen toegerekend. De eigen vermogenscomponent wordt niet geherwaardeerd, noch bij conversie, noch op de vervaldag. Tot slot is de converteerbare obligatie een nulcouponinstrument.
Handelsschulden worden geboekt aan kost na afschrijving, met andere woorden aan de netto actuele waarde van het te betalen bedrag. Tenzij de impact van verdiscontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen.
De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal aan te kopen of te verkopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt dat de Groep heeft toegezegd te verkopen of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug aan te kopen, wordt respectievelijk opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de belangrijkste kasstromen met betrekking tot verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten, zolang de financiering van korte duur is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente worden consequent weergegeven als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen opbrengsten opgenomen met betrekking tot het verkoopgedeelte of kosten opgenomen met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.
Reële waardeverliezen uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige schulden.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar betreffen de effectieve belastingen alsook de latente belastingen. Deze belastingen worden berekend in overeenstemming met de belastingwetgeving die van toepassing is in elk land waar de onderneming actief is.
De effectieve belastingen omvatten deze die verschuldigd zijn op het belastbaar inkomen van het jaar, op basis van de belastingpercentages die gelden op het einde van de rapporteringsperiode, evenals elke herziening van de belastingen die verschuldigd (of terugbetaalbaar) zijn voor voorgaande jaren.
De verschuldigde belastingen worden bepaald op basis van de belastingwetten en –reglementeringen in elk van de vele jurisdicties in dewelke de Groep opereert. De genomen winstbelastingstandpunten worden door de Groep beschouwd als verdedigbaar en hebben de bedoeling eventuele betwistingen van belastingautoriteiten te doorstaan. Desalniettemin is het aanvaard dat sommige van de standpunten onzeker kunnen zijn, terwijl ze ook het gevolg zijn van interpretaties van complexe belastingwetten.
Belastingvoorzieningen worden aangelegd wanneer de precieze impact van de belastingwetgeving en regelgeving rond verschuldigde belastingen met betrekking tot de winst die in die jurisdictie ontstaat onduidelijk is. Dit zou kunnen leiden tot een belastingaanpassing in de vorm van een toekomstige geldstroom naar een belastingautoriteit of een daaruit voortvloeiende aanpassing van een uitgestelde belastingvordering. Onzekere belastingposities worden periodiek beoordeeld door de interpretatie van IFRIC 23 te volgen en de onzekerheden afzonderlijk of gezamenlijk te bekijken, op basis van de benadering die de beste vooruitzichten biedt voor de oplossing van de onzekerheden met de belastingautoriteiten. Er wordt aangenomen dat de belastingautoriteit de positie zal onderzoeken (indien gerechtigd) en volledig op de hoogte is van alle relevante informatie en dat de belastingautoriteit een ‘Uncertain Taks Position’ of ‘UTP’ zal opnemen aan de hand van ofwel het meest waarschijnlijke bedrag ofwel de verwachte waarde, afhankelijk van de beste voorspelling voor elke ‘UTP’. Tevens houdt de beste voorspelling rekening met de waarschijnlijkheid dat een aanpassing gerealiseerd wordt bij het onderzoek. De inschattingen en beoordelingen met betrekking tot onzekere belastingposities worden herbeoordeeld indien de feiten en omstandigheden gewijzigd zijn waarop deze inschattingen en beoordelingen zijn gebaseerd, of als gevolg van nieuwe informatie die een impact hebben op de oorspronkelijke beoordelingen. Bij de waardering van de onzekere belastingposities houdt de Groep rekening met de verjaringstermijnen die in elk rechtsgebied van toepassing zijn en bovendien worden interesten en boetes opgenomen in de beoordeling.
Latente belastingen worden berekend volgens de ‘liability method’, op tijdelijke verschillen die bestaan tussen enerzijds de fiscale waarde van de activa en passiva en anderzijds hun boekwaarde in de jaarrekening. Deze belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingpercentages die van kracht zijn op het einde van de rapporteringsperiode of toekomstige belastingpercentages indien formeel aangekondigd door de autoriteiten in het land waar de onderneming actief is.
Latente belastingactiva worden enkel geboekt als het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.
Latente belastingactiva en -passiva worden gecompenseerd en netto voorgesteld enkel en alleen als ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastinginstantie op dezelfde belastbare entiteit.
Ondanks de complexiteit van de verschillende processen binnen elke business unit, zijn de performantieverplichtingen vrij eenduidig, namelijk:
Catalysis: de levering van goederen in overeenstemming met contractspecificaties. Die specificaties werden gevalideerd en gedefinieerd door monsters. Die monsters worden niet aanzien als belangrijke stroom voor verdere analyse onder IFRS 15.
Recycling: de terugkeer van de geraffineerde metalen naar de klant, afhankelijk van de gecontracteerde overeenkomst, in hun pure metaalinhoud of als deel van (semi) afgewerkt product en de verkoop van metaal (inclusief metaalwinsten) aan klanten
Energy and Surface Technologies: de levering van producten in overeenstemming met de specificaties van het verkoopsorder.
Umicore heeft nauwgezet de performantieverplichtingen geanalyseerd en heeft besloten dat voor Catalysis de opbrengst wordt erkend op het moment dat de controle overgaat op de klant. Ondanks de op maat gemaakte producten beheerst de klant niet het productieproces noch heeft de groep recht op een vervroegde betaling voor de werkelijke levering van de goederen. De controle wordt dan ook pas overgedragen in lijn met de gebruikelijke leveringsafspraken (Incoterms) en de aanvaarding van de goederen door de klant bij levering.
Voor verkoop binnen Recycling, zal de opbrengst erkend worden op dat moment wanneer de controle over de geraffineerde producten of metaal terug in de handen van de klant is (raffinage) of terug bij de klanten is (verkoop van metaal, inclusief metaalwinsten) bij de levering.
Voor verkoop binnen Energy and Surface Technologies, wordt de opbrengst erkend op het moment dat de controle overgaat op de klant in lijn met de levering volgens de geldende leverafspraken (Incoterms).
Sommige contracten bevatten commerciële kortingen maar de frequentie hiervan is laag en de ordegrootte niet materieel. Indien van toepassing, worden deze erkend in dezelfde periode van de verkoop. Er werden geen bijkomende waarborgovereenkomsten verkocht aan klanten boven de wettelijke verplichtingen en deze worden bijgevolg dan ook niet erkend als afzonderlijke performantieverplichting.
De transactieprijs die geïdentificeerd wordt in het contract wordt aldus volledig toegekend aan de performantieverplichting. Er zijn geen significante contracten waarin de groep een performantieverplichting heeft gerealiseerd waarvoor nog geen aanrekening plaatsvond of waarbij anderzijds een som ontvangen werd waarvoor nog geen performantieverplichting werd vervuld. De opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten wordt verder beschreven in toelichtingen F7 en F9.
De analyse in het kader van verliezen door bijzondere waardeverminderingen wordt voorgesteld in het verwachte kredietverlies model, zoals gedetailleerd toegelicht in F20.
Er worden geen opbrengsten geboekt met betrekking tot het verkoopgedeelte of grondstofkosten met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn gecontracteerd.
Overheidssubsidies worden aanvankelijk geboekt in de balans als over te dragen opbrengsten indien er een redelijke garantie is dat de subsidies ontvangen zullen worden en dat de onderneming zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Subsidies worden vervolgens in de resultatenrekening opgenomen in dezelfde periode als, en proportioneel aan, de te compenseren kosten.
De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen om de blootstelling aan negatieve schommelingen van wisselkoersen, metaalprijzen, rentevoeten en andere marktrisico’s te beperken. De onderneming gebruikt voornamelijk spot- en termijncontracten voor de indekking van het metaal- en valutarisico en swapcontracten om het renterisico in te dekken. De transacties uitgevoerd op de termijnmarkt zijn niet van speculatieve aard.
Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gebruikt om de reële waarde van de onderliggende ingedekte elementen (activa, passiva en vaste overeenkomsten) te beschermen. Deze worden oorspronkelijk aan reële waarde geboekt op de verhandelingsdatum. De ingedekte items (fysieke verplichtingen en commerciële voorraad voornamelijk) worden volgens de economische indekkingspolitiek van Umicore initieel gewaardeerd aan reële waarde.
Waar mogelijk documenteert Umicore de boekhoudkundige verwerking van indekkingsinstrumenten volgens de criteria van IFRS 9. De onderste laag of netto positie benadering voor de reële waarde indekking van groepen van gesloten portefeuilles van deviezenrisico en metaalrisico worden toegepast. Onder de onderste laag benadering worden de onderste lagen gedefinieerd die een nominale waarde aan blootstelling weergeven die historisch aanwezig was op constante en continue basis. Deze laag is verder opgesplitst in kleinere rekeneenheden, sublagen, die zijn aangewezen als afgedekte items. De sublagen zijn vervolgens afgedekt door indekkingsinstrumenten die aangewezen zijn als afdekkingsmultiples van dergelijke sublagen.
Onder de netto positie benadering wordt afdekking toegepast op basis van een groep items met compenserende risicoposities waarbij de netto positie wordt afgedekt door een indekkingsinstrument.
In beide benaderingen betreft het gesloten afgedekte portefeuilles waarin items niet kunnen toegevoegd, verwijderd of vervangen worden zonder elke wijziging te beschouwen als een overgang naar een nieuwe portefeuille. In beide benaderingen bestrijken de blootstellingen een groep van balans en buitenbalans deviezen en metaalposities, die zich manifesteren als handelsvorderingen, voorraden en aankoopverplichtingen of handelsschulden en handelsverplichtingen die blootgesteld zijn aan de variabiliteit van buitenlandse deviezen en metaalprijzen.
In de afwezigheid van het behalen van de IFRS 9 gebaseerde onderste laag criteria of de netto positie criteria voor gesloten portefeuilles of in de afwezigheid van marktderivaten en dus het verkrijgen van reële waarde indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd onder IFRS 9, worden de ingedekte items gehouden aan kostprijs en worden ze onderworpen aan IAS 37 principes. In de praktijk betekent dit dat Umicore alle oorspronkelijk geboekte materiële positieve aanpassingen naar reële marktwaarde compenseert met voorzieningen voor verlieslatende contracten en de negatieve aanpassingen naar reële marktwaarde herclassificeert onder de voorzieningen voor verlieslatende contracten.
Wanneer er een consistente praktijk bestaat bij een dochteronderneming of een kasstroomgenererende eenheid van de Groep om het onderliggende item geleverd te krijgen om het terug te verkopen op korte termijn met als doel een winst te realiseren op basis van de kortetermijnschommelingen in de prijs of de handelsmarges, dan worden in die gevallen de voorraden gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening en worden de verbonden fysieke en/of handelsgoederen engagementen geklasseerd als afgeleide financiële instrumenten eveneens met een waardering aan reële waarde via de resultatenrekening.
Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen die gebruikt worden voor de indekking van toekomstige kasstromen, worden toegewezen als indekkingen te behandelen onder indekkingsinstrumenten voor kasstromen. Wijzigingen in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten die voldoen als effectieve kasstroomindekkingen, worden opgenomen in het eigen vermogen van de Groep. Dit gebeurt onder de vorm van kasstroom-indekkingsreserves totdat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (d.i. een invloed hebben op de resultatenrekening). Op dat moment worden de opgenomen winsten en verliezen van de indekkingsinstrumenten getransfereerd van eigen vermogen naar de resultatenrekening.
Als de ingedekte transacties niet meer waarschijnlijk zijn of wanneer de dekkingsoperaties geen voorwerp meer hebben, dan worden de hieraan verbonden indekkingsinstrumenten onmiddellijk stopgezet en worden alle winsten of verliezen, initieel opgenomen in het eigen vermogen, onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
In afwezigheid van het verkrijgen van indekkingsboekhouding bij de creatie in overeenstemming met de IFRS 9-criteria, worden de wijzigingen in reële waarde van de indekkingselementen in de resultatenrekening opgenomen in plaats van in het eigen vermogen en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen.
Uitvoerende contracten (‘basiscontract’) bevatten soms besloten derivaten. Besloten derivaten hebben als gevolg dat sommige of alle kasstromen die anders kunnen verwacht worden van het basiscontract, worden gewijzigd in functie van een specifieke rentevoet, de prijs van een financieel instrument, de prijs van een handelsgoed, een wisselkoersprijs of andere variabelen. Als het vaststaat dat dergelijk besloten derivaat niet dicht verbonden is met het basiscontract, dan wordt het afgezonderd van het basiscontract onder de regels van IFRS 9 (reële waarde via resultatenrekening). Het basiscontract wordt geboekt volgens de regels van de uitvoerende contracten, wat wil zeggen dat dergelijk contract niet wordt erkend in de balans of de resultatenrekening voor de contractuele levering plaatsvindt.
Aanpassingen aan het resultaat hebben betrekking tot herstructureringsmaatregelen, bijzondere waardeverminderingen van activa gerelateerd aan herstructureringsmaatregelen en andere kosten of opbrengsten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming, zoals de beëindiging van activiteiten en milieuvoorzieningen die verband houden met historische vervuiling of niet-actieve vestigingen.
Alle activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan verschillende risico’s die al dan niet financieel van aard zijn maar die de financiële prestaties van de Groep kunnen beïnvloeden. Financiële risico’s omvatten veranderingen van metaalprijzen, wisselkoersen, bepaalde markt-gedefinieerde commerciële voorwaarden, rentevoeten alsook krediet- en liquiditeitsrisico’s. Het globale risicobeheer van de Groep tracht de negatieve invloed op de financiële resultaten van de Groep tot een minimum te beperken, door deze risico’s in te dekken met financiële indekkings- en verzekeringsinstrumenten.
Het wisselkoersrisico waaraan Umicore blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele, transactionele en omrekeningsrisico’s.
De inkomsten van Umicore zijn gedeeltelijk in USD uitgedrukt, alhoewel vele activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (voornamelijk in Europa en Azië). Elke wijziging in de USD-wisselkoers versus EUR of andere deviezen die niet aan de USD gekoppeld zijn, heeft daardoor een invloed op de resultaten van de onderneming.
Een groot deel van deze blootstelling aan de wisselkoers vloeit voort uit de in USD uitgedrukte metaalprijzen, gelinkt aan de recyclage en raffinage activiteiten.
Een toenemend aandeel van dit structurele risico vloeit voort uit niet-metaal gerelateerde inkomsten uitgedrukt in USD, zoals aangerekende raffinage- en verwerkingskosten en productpremies. Deze toename is vooral te wijten aan de versnelde groei van de batterijmaterialen activiteiten in Azië.
Naast de blootstelling aan de USD ten opzichte van de EUR is er ook een structurele en stijgende gevoeligheid van zowel de EUR als de USD tegenover enkele andere deviezen zoals de Koreaanse Won (KRW), Chinese Yuan (CNY), Canadese Dollar (CAD), Zuid-Afrikaanse Rand (ZAR) en Braziliaanse Real (BRL).
Structurele wisselkoersindekking
Het indekkingsbeleid van Umicore laat toe om zich tegen structurele wisselkoersblootstelling op termijn in te dekken, zij het in combinatie met de indekking tegen de structurele metaalprijsblootstelling of geïsoleerd, doorgaans wanneer een wisselkoers of een in EUR uitgedrukte metaalprijs boven het historische gemiddelde ligt en zich op een niveau bevindt waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden.
In verband met het structurele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep past een voorzichtige aanpak toe voor structurele indekking, nooit tot 100 %, en vermijdt hierbij niet-effectiviteit ten gevolge van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling.
Op het einde van 2020, was Umicore in het bezit van enkele structurele wisselkoersindekkingen die gerelateerd zijn aan niet-metaalprijsgerelateerde wisselkoerssensitivieit voor o.a. de volgende contracten: EUR/USD, USD/KRW, USD/CNY, EUR/CNY, EUR/ZAR en USD/CAD.
Het bedrijf is ook onderhevig aan transactionele risico’s met betrekking tot deviezen, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs met de klant of leverancier wordt bepaald en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Umicore dekt zich systematisch in tegen dergelijke transactionele risico’s, voornamelijk via termijncontracten.
In verband met het transactionele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (balans elementen en engagementen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep dekt het transactionele risico voor zover mogelijk maximaal in, tot 100 %. Elke niet-effectiviteit kan het gevolg zijn van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling, maar deze ineffectiviteit wordt naar verwachting nooit materieel.
Umicore is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in EUR rapporteren. Wanneer dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, is het omgerekende bedrag blootgesteld aan waardeschommelingen van zulke lokale valuta’s ten opzichte van de EUR. Het betreft voornamelijk USD, BRL, KRW, CNY en ZAR. Hoewel Umicore zich niet systematisch indekt tegen dit soort risico, kunnen indekkingen op ad hoc basis wel afgesloten worden.
Het metaalprijsrisico van Umicore kan opgedeeld worden in 3 categorieën: structureel risico, transactioneel risico en risico op metaalvoorraden.
Om de indekkingseffectiviteit te bepalen van het structureel en transactioneel risico, hanteert Umicore een vergelijking van de kritische termen tussen het ingedekte element en het indekkingsinstrument op basis van onder meer de hoeveelheid en de vervaldag. De indekkingsratio bedraagt 100% waarbij de oorzaken van niet-effectiviteit kunnen voortkomen uit een verschil in vervaldag tussen het ingedekte element en het indekkingsinstrument of een wijziging in de risicopositie.
Umicore is blootgesteld aan structurele metaalprijsrisico’s. Die risico’s vloeien voornamelijk voort uit de metaalprijzen die inwerken op de metaalbonussen die gehaald worden op de voor verwerking geleverde materialen of andere inkomstenelementen die afhangen van de metaalprijzen. Het beleid van Umicore laat toe om dergelijke blootstelling aan metaalprijzen op termijn in te dekken doorgaans wanneer de forward-metaalprijzen uitgedrukt in de functionele wisselkoers van de desbetreffende activiteit boven hun historisch gemiddelde liggen en zich op een niveau bevinden waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. In welke mate het metaalprijsrisico op termijn ingedekt kan worden hangt af van de liquiditeit van de desbetreffende markten en de beschikbaarheid van de nodige indekkingsinstrumenten.
In het segment Recycling, recycleert de Groep voornamelijk platina, palladium, rhodium, goud en zilver en andere basis- en speciale metalen. In dit segment is de gevoeligheid op de korte termijn van inkomsten en operationele resultaten tegenover metaalkoersen in het bijzonder belangrijk. Gezien de variabiliteit in het soort aangevoerde materialen in de loop der jaren, blijft het moeilijk om een specifieke sensitiviteit uit te drukken voor één welbepaald metaal. In het algemeen geldt dat hogere prijzen in een stijging van de inkomsten in het Recycling segment resulteren (en omgekeerd geldt hetzelfde). Umicore bezit ook een metaalprijssensitiviteit in de andere segmenten Catalysis, Energy & Surface Technologies die vooral gelinkt is aan de metaal gerelateerde inkomsten en afhankelijk van de gebruikte metalen in de desbetreffende segmenten. Over het algemeen draagt een hogere metaalprijs bij tot voordelen op korte termijn voor de winstgevendheid van elke activiteit (en omgekeerd geldt hetzelfde). Echter, andere commerciële voorwaarden die grotendeels onafhankelijk zijn van de metaalprijs, zoals productpremies, zijn evenzeer significant en onafhankelijk bepalend voor de opbrengsten en de resultaten. Tot slot kunnen aanhoudend hoge metaalprijzen in sommige gevallen andere risico’s vergroten, zoals het risico op substitutie of het risico op verstoringen van de bevoorradingsketen.
Structurele metaalprijsindekking
Umicore dekt een deel van haar toekomstige blootstelling aan forward metaalkoersen in, en dit voor sommige metalen die genoteerd zijn op termijnmarkten en voor zover toekomstige op de metaalprijs gebaseerde inkomsten uit gekende en gedocumenteerde commerciële overeenkomsten kunnen aangetoond worden. In de loop van 2020 en begin 2021 sloot Umicore bijkomende termijncontracten af, waardoor een aanzienlijk deel van haar structurele toekomstige prijsblootstelling voor bepaalde edele metalen werd ingedekt en de zichtbaarheid op de inkomsten toeneemt. Voor 2021 en 2022 is ongeveer twee derde van de verwachte blootstelling aan goud en palladium en iets minder dan de helft voor zilver reeds ingedekt. Bovendien is bijna een derde van de verwachte blootstelling aan platina voor 2021 ingedekt. Ondanks de afwezigheid van een liquide termijnmarkt heeft Umicore de voorbije maanden termijncontracten afgesloten om een minderheid van de verwachte blootstelling aan rhodium voor 2022 en 2023 in te dekken. Tot slot heeft Umicore ook het grootste deel van de verwachte blootstelling aan lood voor 2021 en 2022 ingedekt.
In verband met het structurele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep past een voorzichtige aanpak toe voor structurele indekking, nooit tot 100 %, en vermijdt hierbij niet-effectiviteit ten gevolge van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling.
De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico’s op aangekochte en verkochte metalen.De meerderheid van de transacties in metalen gebruiken marktreferenties van derden zoals deze van de London Metal Exchange. Als de onderliggende metaalprijs constant zou blijven, dan zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de grondstoffen terug aan de klant worden doorgerekend als een deel van de verkoopprijs. Gezien de tijd die nodig is voor de conversie van aangekochte grondstoffen tot eindproducten en de verkoop ervan, zal de volatiliteit in de metaalkoers die als referentie dient, verschillen doen ontstaan tussen de aankoopprijs van de metalen en de verkoopprijs. Er is dus een transactioneel risico ingevolge elke prijswijziging tussen het moment waarop grondstoffen worden aangekocht (meer specifiek, wanneer de aankoopprijs wordt gefixeerd) en het moment waarop producten worden verkocht (meer bepaald, wanneer de verkoopprijs wordt gefixeerd).
Het beleid van de Groep bestaat erin om dit transactioneel risico zo veel mogelijk in te dekken, voornamelijk met termijnoperaties.
In verband met het transactionele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (balans elementen en engagementen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep dekt het transactionele risico voor zover mogelijk maximaal in, tot 100 %. Elke niet-effectiviteit van dergelijke indekkingen kan het gevolg zijn van verschillen in vervaldag tussen ingedekte element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling, maar deze ineffectiviteit wordt naar verwachting nooit materieel .
De versnelde groei van de batterij materiaal activiteiten heeft de afgelopen jaren substantieel gezorgd voor een toenemende blootstelling aan de specifieke betrokken metalen, zoals kobalt en nikkel. Toegenomen volumes, kwetsbaarheid aan de bijhorende prijsschommelingen en in geval van sommige metalen zoals kobalt, het gebrek aan een liquide papier forward markt, leiden tot toegenomen metaal risico’s. Voor kobalt streeft het Umicore transactioneel indekkingsbeleid ernaar zoveel mogelijk de fixatie van de aankoopprijs en de verkoopprijs op elkaar af te stemmen. Deze fysieke ‘back-to-back’ laat toe om de transactionele risico’s voor kobalt in een volatiele markt te beperken.
Het economische beleid van de Groep inzake transactionele metaalindekking schrijft voor dat waarderingsprincipes voor aanpassingen naar reële marktwaarde initieel worden toegepast op alle elementen van de transactionele indekkingspositie, zowel de indekkingsinstrumenten als de ingedekte elementen. Waar mogelijk gebeurt dit volgens de IFRS 9 indekkingsboekhoudregels. Wanneer IFRS 9 niet toegepast of verkregen kan worden dan compenseert Umicore alle materiële positieve aanpassingen naar reële marktwaarde met voorzieningen voor verlieslatende contracten en herclassificeert de negatieve aanpassingen naar reële marktwaarde onder deze voorzieningen voor verlieslatende contracten.
De Groep is blootgesteld aan metaalkoersrisico’s op de permanente metaalvoorraden. Het risico heeft te maken met de kans dat metaalkoersen dalen tot onder de boekwaarde van deze voorraden. Umicore dekt zich niet in tegen dit risico.
Renterisico’s vloeien voort uit veranderingen in de heersende marktrente, die kunnen leiden tot enerzijds veranderingen in de reële waarde van schuldinstrumenten met een vaste rentevoet en anderzijds in de rentebetalingen van schuldinstrumenten met een variabele rentevoet. Dit risico wordt beheerd door het schuldprofiel van de Groep op regelmatige basis te evalueren en door renteswaps af te sluiten. Eind december 2020 bedroeg de bruto financiële schuld van de Groep € 2.424 miljoen, waarvan € 1.609 miljoen met een vaste rentevoet. Op het einde van de periode zijn er uitstaande rentevoetswaps voor een totaal van € 40 miljoen, met vervaldag eind 2023.
Kredietrisico en concentratie van kredietrisico
Kredietrisico is het risico op wanbetalingen door eender welke tegenpartij, met betrekking tot de verkoop van goederen of metaalleasingoperaties. Om de kredietblootstelling te beheren, heeft Umicore een kredietbeleid opgesteld met aanvragen voor kredietlimieten, goedkeuringsprocedures, ononderbroken toezicht van de kredietblootstelling en aanmaningsprocedures in het geval van uitstel. Het kredietrisico ten gevolge van verkopen is tot een bepaalde grens ingedekt via kredietverzekeringen, accreditieven of andere gelijkaardige betalingswijzen. Umicore is een aantal kredietverzekeringscontracten aangegaan met verschillende verzekeraars. Eén daarvan is wereldwijd van toepassing en beschermt de verzekerde activiteiten tegen insolventie, politieke en commerciële risico’s met een individualiseerbare vrijstelling van 5% per factuur en voorziet een maximale schadeloosstelling per regio of land. Umicore heeft bepaald dat in een bepaald aantal gevallen waar de kosten van een kredietverzekering niet in verhouding staan tot het te verzekeren risico, geen beroep zal worden gedaan op een dergelijke globale kredietverzekeringsdekking. Voor die ondernemingen die gekenmerkt worden door een aanzienlijke klantenconcentratie of door een specifieke en nauwe relatie met de klanten, kunnen specifieke verzekeringscontracten voor een bepaalde periode worden opgezet. Er dient te worden opgemerkt dat sommige omvangrijke transacties, zoals de verkoop van edele metalen door het segment Recycling, een beperkt kredietrisico hebben aangezien het een gangbare praktijk is om te betalen voor de levering. Umicore kan bepaalde kredietrisico's verder beperken door verdiscontering van schuldvorderingen zonder verhaal of, vooral in China, door verdiscontering van bankwissels zonder verhaal. Met betrekking tot het risico tegenover financiële instellingen zoals banken en brokers, past Umicore ook interne kredietlijnen toe. Er worden specifieke limieten gesteld, per financieel instrument, die de diverse risico’s moeten indekken die verbonden zijn aan het handelen met deze tegenpartijen. In overeenstemming met IFRS 9 worden bijzondere waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen op vorderingen berekend en erkend, hierbij wordt een vereenvoudigde aanpak toegepast.
Liquiditeitsrisico heeft betrekking op het vermogen om schulden af te lossen en te herfinancieren (met inbegrip van uitgegeven obligaties) en om activiteiten te financieren. De Groep beheert het liquiditeitsrisico door voldoende financieringsbronnen aan te houden, door te zorgen voor voldoende diversificatie van die financieringsbronnen, door de looptijdprofielen van financiële activa en passiva zo nauw mogelijk op elkaar af te stemmen en door de looptijden van financieringsbronnen te spreiden. Financieringsbronnen omvatten o.a. operationele kasstromen, vastgelegde en niet-vastgelegde bankfaciliteiten met inbegrip van Chinese banklijnen, metaal leaselijnen, uitgifte van handelspapier en onderhandse schuldplaatsingen op lange termijn.
De belastinglast opgenomen in de financiële rapportering is gebaseerd op de door de Groep naar best vermogen berekende belastingschuld. De definitieve belastingschuld komt evenwel slechts vast te staan nadat er belastingcontroles hebben plaatsgevonden. Tot op dat moment hangt er een zekere graad van onzekerheid over de uiteindelijke belastingschuld van deze periode. Het Groepsbeleid is er op gericht om belastingaangiftes binnen de wettelijke termijnen in te dienen en om belastingadministraties tegemoet te komen door te verzekeren dat de belastingposities van de Groep getrouw en actueel zijn en dat alle verschillen in interpretatie van de belastingwetgeving en -regelgeving zo snel mogelijk besproken en opgelost worden. Rekening houdend met de omvang en het internationale karakter van de Groepsactiviteiten en zoals het geval is voor andere internationale bedrijven, vormen BTW, andere omzetbelastingen en intra-groepverrekenprijzen een inherent belastingrisico voor de Groep. Wijzigingen in de belastingwetgeving of in de toepassing ervan inzake verrekenprijzen, BTW, buitenlandse dividenden, O&O-belastingkredieten en belastingverminderingen kunnen mogelijkerwijze de werkelijke belastingvoet verhogen en de netto resultaten van de Groep ongunstig beïnvloeden. Op basis van de bovenstaande belastingrisico’s heeft het management een gedetailleerde analyse uitgevoerd van onzekere belastingposities wat heeft geleid tot het erkennen van provisies in lijn met IFRIC 23.
In het beheer van haar middelen zal de Groep de continuïteit van de bedrijfsvoering bewaren, de rentabiliteit voor de aandeelhouders en de belangen van de andere belanghebbenden onderhouden en een optimale kapitaalstructuur hanteren om zo de kapitaalkost te verminderen.
Om de kapitaalstructuur te handhaven of aan te passen, kan de Groep bijvoorbeeld de dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders aanpassen, kapitaal uitkeren aan de aandeelhouders, eigen aandelen inkopen of nieuwe aandelen uitgeven.
De Groep controleert haar kapitaalstructuur door onder meer de ‘hefboomratio’ en de ratio van de netto financiële schuld ten opzichte van de aangepaste bedrijfskasstroom te hanteren. De hefboomratio wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door de som van de netto financiële schuld en het totaal eigen vermogen van de Groep. De netto financiële schuld wordt berekend als de som van de financiële schulden op lange termijn en de financiële schulden op korte termijn, verminderd met de kas en kasequivalenten en leningen toegekend in een niet-operationele context. De cijfers voor de gepresenteerde periodes worden gedetailleerd in de toelichting F24 Financiële schulden.
In normale bedrijfsomstandigheden zal de Groep streven naar een kapitaalstructuur die overeenstemt met een voor investeringen aantrekkelijke kredietwaardigheidsscore (‘investment grade’). De Groep kan overwegen om de hiermee overeenstemmende schuldgraad tijdelijk te overschrijden in het kader van een bijzonder gebeurtenis, zoals een belangrijke acquisitie.
Umicore is blootgesteld aan diverse strategische en operationele risico’s, die niet noodzakelijk een financieel karakter hebben, maar die niettemin de financiële prestatie van de Groep kunnen schaden. Het betreft o.a. technologische risico’s, bevoorradingsrisico’s, risico van productsubstitutie bij klanten, risico’s met betrekking tot de bevoorradingszekerheid (zoals voor bepaalde kritische metalen), operationele risico’s verbonden aan kritieke productie-installaties, risico’s verbonden aan de beschikbaarheid van informatiesystemen en cyberveiligheid, risico’s verbonden aan juridische geschillen en procedures, risico’s verbonden aan de bijzondere waardevermindering van activa als gevolg van een wijziging in de onderliggende zakelijke context & vooruitzichten van de activa, etc. In sommige gevallen bestaat er een rechtstreeks verband tussen de financiële en operationele risico’s. Zo kan een potentieel continuïteitsrisico voor bepaalde kritieke grondstoffen of metalen ten gevolge van plotse of extreme fysieke bevoorradingsschaarste de financiële risico’s, en in het bijzonder de metaalprijsrisico’s, aanzienlijk vergroten. In het verleden vertoonden bepaalde metalen, zoals bijvoorbeeld rhodium of kobalt, een hoge prijsvolatiliteit door krapte op de bevoorradingsmarkt. We verwijzen naar de pagina’s Risicobeheer en interne controle over risicobeheer in het hoofdstuk over Corporate Governance voor een beschrijving van deze risico’s en een overzicht van de wijze waarop Umicore deze risico’s benadert.
Umicore verwacht geen materiële directe financiële impact van de Brexit.
De uitbraak van COVID-19 in 2020 resulteerde in hogere financiële risico's voor Umicore. Als reactie op de dalende volumes in bepaalde bedrijfssegmenten, werd de realiseerbare waarde van sommige individuele vaste activa (materiële vaste activa, intellectuele eigendom en geactiveerde ontwikkelingskosten) binnen deze segmenten geëvalueerd en werden bijzondere waardeverminderingen op deze individuele activa geboekt. Bovendien heeft Umicore haar productiecapaciteit geëvalueerd, wat geleid heeft tot een aantal herstructureringsmaatregelen. We verwijzen naar het deel Aanpassingen in toelichting F9 voor meer details. COVID-19 bracht ook potentieel hogere liquiditeits- en kredietrisico's met zich mee die de Groep in 2020 doeltreffend heeft beheerd. De financieringsbronnen van Umicore werden uitgebreid en verder gediversifieerd, we verwijzen naar toelichting F24 Financiële schuld voor meer details. Kredietrisico's werden van nabij opgevolgd en de Groep werd in 2020 niet geconfronteerd met belangrijke kredietverliezen, we verwijzen naar toelichting F20 Handels- en overige vorderingen voor meer details. Aangezien de COVID-19 pandemie tot in 2021 voortduurt, blijven de daaraan verbonden risico's relevant.
De gebruikte schattingen en beoordelingen bij de opstelling en de toepassing van de financiële verslagen van de geconsolideerde Groep worden voortdurend geëvalueerd en zijn gebaseerd op ervaringshistorieken en andere elementen. Toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de entiteit en voor zover die onder de gegeven omstandigheden aannemelijk lijken zijn hierin inbegrepen. De geschatte resultaten die hieruit voortvloeien zijn per definitie dan ook maar zelden identiek aan de actuele resultaten.
Hypotheses en inschattingen worden onder andere gemaakt bij:
de beoordeling van de noodzaak tot bijzondere waardeverminderingen op vaste activa en een raming hiervan;
de waardering van voorzieningen voor personeelsvoordelen;
het boeken en berekenen van voorzieningen voor belastings-, milieu-, garantie- en geschilrisico’s alsook voor teruggezonden producten, verlieslatende contracten en herstructureringen;
het bepalen van bijzondere waardeverminderingen op voorraden;
het beoordelen in welke mate uitgestelde belastingactiva gebruikt zullen worden;
de economische levensduur van materiële vaste activa; en immateriële vaste activa met uitsluiting van de goodwill.
Hieronder worden de inschattingen en beoordelingen vermeld die een betekenisvolle kans hebben om tijdens het volgende boekjaar een materiele aanpassing in de waarde van de activa en passiva te veroorzaken.
De Groep toetst de boekwaarde van haar kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardeverminderingen telkens wanneer bepaalde externe of interne gebeurtenissen een mogelijk risico op bijzondere waardeverminderingen voor een dergelijke eenheid suggereren. De Groep toetst jaarlijks de goodwill van zijn kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardeverminderingen. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde op een structurele manier de realiseerbare waarde overschrijdt. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus verkoopkosten en de bedrijfswaarde, overeenkomstig de waarderingsregel. Deze bedrijfswaarde wordt berekend door verdiscontering van gerelateerde toekomstige vrije kasstromen (DCF-model) om hun contante waarde te berekenen. Deze berekeningen vereisen het gebruik van ramingen en veronderstellingen, zoals discontovoeten, wisselkoersen, grondstofprijzen, toekomstige kapitaalbehoeften en toekomstige bedrijfsresultaten. Interne ramingen van de toekomstige bedrijfsresultaten zijn gebaseerd op een analyse waarbij een combinatie van factoren wordt gemaakt, waaronder: prognoses van de marktgroei, ramingen van het marktaandeel, het concurrentielandschap, de prijszetting en de kostenevolutie. Dergelijke analyse combineert zowel intern gegenereerde ramingen als gegevens uit externe bronnen.
Op 31 december 2020 beliep de waarde van de goodwill voor de geconsolideerde groep € 156,0 miljoen (€ 156,7 miljoen in 2019). Zie toelichting F15 Goodwill voor meer details over de jaarlijkse toetsing bijzondere waardevermindering van goodwill.
Provisies worden aangelegd voor de verwachte kost van de toekomstige sanering van de industriële sites en hun omgeving, voor zover een wettelijke of feitelijke verplichting bestaat in overeenstemming met paragraaf 2.15 van de waarderingsregels. Deze provisies bevatten een schatting van de toekomstige kost verbonden aan herwinning, sluiting van vestigingen, de sluiting van stortplaatsen, bewaking, afbraakkosten, decontaminatie, waterzuivering en permanente opslag van historische residuen. De schattingen van deze toekomstige kosten werden verdisconteerd naar hun huidige waarde. De berekening van deze geschatte provisies vereist dat veronderstellingen worden gemaakt over de toepassing van de milieuwetgeving, van de datum waarop vestigingen worden gesloten, van de beschikbare technologie,de studiekosten en specifiek met betrekking tot de Hoboken Green Zone, de aankoopkosten van huizen. Een wijziging in een van de gebruikte veronderstellingen kan een materiële impact hebben op de effectieve waarde van de provisies voor sanering. Op 31 december 2020 was de waarde van de provisies voor sanering € 108,2 miljoen (€ 58,0 miljoen in 2019. We verwijzen naar toelichting F29 Voorzieningen leefmilieu voor meer details.
Activa of passiva, in verband met pensioenplannen met een ‘te bereiken doel’, worden in de balans opgenomen in overeenstemming met paragraaf 2.16 van de waarderingsregels. De huidige waarde van een verplichting in functie van een plan met een ‘te bereiken doel’ is afhankelijk van een aantal factoren die bepaald worden op een actuariële basis. De geconsolideerde groep bepaalt de toepasselijke verdisconteringsvoet die op het einde van ieder jaar moet gebruikt worden. De verplichtingen van de geconsolideerde groep in verband met vergoedingen aan het personeel worden meer uitvoerig behandeld in toelichting F27. Op 31 december 2020 was een provisie als gevolg van verplichtingen aan het personeel opgenomen van € 426,4 miljoen (€ 392,6 miljoen in 2019).
Uitgestelde belastingactiva voor tijdelijke verschillen, ongebruikte fiscale verliezen en reële waardereserves worden maar opgenomen indien er toekomstige belastbare winsten (gebaseerd op het operationeel plan van de Groep) beschikbaar zullen zijn om deze tijdelijke verschillen en verliezen te recupereren. Het effectieve belastingresultaat in toekomstige periodes kan verschillen van de veronderstelling gemaakt op het ogenblik van de opname van de uitgestelde belastingen.
Andere veronderstellingen en schattingen worden besproken in de respectievelijke toelichtingsnota’s waar deze veronderstellingen en schattingen werden gebruikt voor de waardering van de respectievelijke elementen.
Zoals vermeld onder toelichting 2.21.1 en 3.2.2, is het beleid van Umicore om maximaal het transactionele metaal risico in te dekken, met toepassing van IFRS 9 gebaseerde reële waarde indekkingsboekhouding voor zover er een markt voor afgeleide producten beschikbaar is. Bij afwezigheid van deze markt voor afgeleide producten of bij afwezigheid van het bekomen van reële waarde indekkingsboekhouding worden de ingedekte items aan kost behouden en zijn deze onderworpen aan IAS 37 principes, in het bijzonder de verlieslatende contracten beoordeling.
De beslissingen over de voorziening voor verlieslatende contracten met het oog op een maximale replicatie van de reële waardering volgens IFRS 9 op de transactionele metaalposities van Umicore zijn enerzijds gebaseerd op een inschatting van de mate waarin een derde partij zich ertoe verbindt zijn contractuele verplichtingen tegenover Umicore na te komen (in het geval de metaalprijs bij afsluiting aanzienlijk hoger (lager) zou zijn dan de contractueel vastgelegde metaalprijs in het geval van aankopen (verkopen) door Umicore) en anderzijds op de verbintenis van Umicore om aan de contractuele transactionele metaalverplichtingen te voldoen.
Zowel in 2019 als in 2020 heeft de marktvolatiliteit in de kobaltprijs en in 2020 ook in de nikkelprijs tot dergelijke risicobeoordelingen geleid.
Het bedrag van dergelijke verlieslatende contractuele voorzieningen bedroeg € 20,0 miljoen eind 2020 (€ 24,1 miljoen eind 2019).
In het kader van de snelle groei van Umicore batterij materialen voor transport toepassingen, groeit de blootstelling van de Groep aan de automobiel industrie. Deze industrie heeft een traditie van waarborg- en terugroepakkoorden, verbonden aan mogelijke kwaliteitsredenen van het product (ongeacht of een wettelijke verplichting bestaat). In het kader hiervan zet Umicore in 2020 het gebruik van een in 2018 geïntroduceerd voorzieningsmodel verder.
Op 31 December 2020 bedroeg het nominaal bedrag van de voorzieningen voor overige risico’s en kosten € 80,1 miljoen (€80 ,7 miljoen in 2019).
Zoals vermeld in toelichting F2.19, maakt Umicore een gedetailleerde inschatting van alle belastingonzekerheden binnen de Groep volgens IFRIC 23. Bij de waardering van de onzekere belastingposities heeft de Groep rekening gehouden met de verjaringstermijn, rekening houdend met de belastingwetgeving en -reglementering die van toepassing is in het overeenstemmende land, wat resulteert in een marge van drie tot zeven jaar. De afwikkeling van de door de Groep ingenomen belastingposities kan veel tijd in beslag nemen en in sommige gevallen is de uitkomst moeilijk te voorspellen. De gemaakte inschattingen weerspiegelen de gevallen waarin de Groep betrokken is bij routine belastingcontroles, potentiële belastingrisico's heeft geïdentificeerd in verband met verrekenprijzen of betrokken is bij besprekingen met de belastingautoriteiten. De raming van de belastingschuld en de belastinglasten omvat de overeenkomstige boetes en verwijlintresten. De meeste onzekere belastingposities worden gewaardeerd op basis van de verwachte waarde, die bestaat uit de som van gewogen uitkomsten van een reeks mogelijke waarschijnlijke uitkomsten, maar voor een beperkt aantal onzekere belastingposities wordt ook het meest waarschijnlijke bedrag gehanteerd. De voorziening van de groep voor onzekere fiscale behandelingen was per december 2020 € 114,9 miljoen (2019: € 91,4 miljoen), wat resulteert in een toename van die verplichtingen met € 23,5 miljoen. Deze voorziening werd in de geconsolideerde balans geboekt onder Te betalen inkomstenbelasting. De beweging doorheen het jaar komt overeen met de herwaardering en doorrekening van bestaande onzekere belastingposities, de terugname van onzekere belastingposities op basis van ondernomen matigende acties en het verstrijken van de verjaringstermijn en de opname van nieuwe onzekere belastingposities.
Hierna volgt een lijst van de belangrijkste operationele ondernemingen die in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen zijn:
% deelneming in | % deelneming in | ||
---|---|---|---|
2019 | 2020 | ||
Voortgezette activiteiten | |||
Argentinië | Umicore Argentina S.A. | 100,00 | 100,00 |
Australië | Umicore Marketing Services Australia Pty Ltd. | 100,00 | 100,00 |
Oostenrijk | Oegussa GmbH | 91,29 | 91,29 |
België | Todini (BE 0834.075.185) | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Financial Services (BE 0428.179.081) | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Marketing Services Belgium (BE 0402.964.625) | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Specialty Materials Brugge (BE 0405.150.984) | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Holding Belgium (BE 0731.571.921) | 100,00 | 100,00 |
Brazilië | Coimpa Industrial Ltda | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Brasil Ltda | 100,00 | 100,00 |
- | Clarex | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai Brasil Industrial Ltda | 60,00 | 60,00 |
- | Umicore Catalisadores Ltda. | 100,00 | 100,00 |
Canada | Umicore Canada Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat Canada Corp. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Precious Metals Canada Inc. | 100,00 | 100,00 |
China | Umicore Marketing Services (Shanghai) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Marketing Services (Hong Kong) Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat (China) Co. Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Changxin Surface Technology (Jiangmen) Co., Ltd. | 80,00 | 80,00 |
- | Jiangmen Umicore Changxin New Materials Co., Ltd. | 90,00 | 90,00 |
- | Umicore Shokubai (China) Co Ltd | 60,00 | 60,00 |
- | Umicore Platinum Engineered Materials (Suzhou) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Catalyst (China) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
Denemarken | Umicore Denmark ApS | 100,00 | 100,00 |
Finland | Umicore Finland OY | 100,00 | 100,00 |
Frankrijk | Umicore France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore IR Glass S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Specialty Powders France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Marketing Services France | 100,00 | 100,00 |
- | Todini France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
Duitsland | Umicore AG & Co. KG (*) | 100,00 | 100,00 |
- | Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG | 91,21 | 91,21 |
- | Umicore Galvanotechnik GmbH | 91,21 | 91,21 |
- | Todini Deutschland GmbH | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai Germany GmbH | 60,00 | 60,00 |
Italië | Todini and CO. S.P.A. | 100,00 | 100,00 |
Indië | Umicore Autocat India Pvt LTD | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore India Private Limited | 100,00 | 100,00 |
- | Todini Metals and Chemicals India Private Limited | 70,00 | 70,00 |
Japan | Umicore Japan KK | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai Japan Co Ltd | 60,00 | 60,00 |
Zuid-Korea | Umicore Korea Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Marketing Services Korea Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Ordeg Co.,Ltd. | 100,00 | 100,00 |
Liechtenstein | Umicore Thin Film Products AG | 100,00 | 100,00 |
Luxemburg | Umicore International | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat Luxembourg | 100,00 | 100,00 |
Mexico | Todini Atlántica S.A. de C.V. | 70,00 | 70,00 |
Nederland | Schöne Edelmetaal BV | 91,21 | 91,21 |
Filippijnen | Umicore Specialty Chemicals Subic Inc. | 78,20 | 78,20 |
Polen | Umicore Autocat Poland sp. z o.o. | 100,00 | 100,00 |
- | Todini Europe sp. z o.o. | 70,00 | 70,00 |
- | Umicore Poland Sp. z o.o. | 100,00 | 100,00 |
Portugal | Umicore Marketing Services Lusitana Metais Lda | 100,00 | 100,00 |
Zuid-Afrika | Umicore Marketing Services Africa (Pty) Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Catalyst South Africa (Pty) Ltd. | 65,00 | 65,00 |
Spanje | Todini Quimica Ibérica, S.L. | 100,00 | 100,00 |
Zweden | Umicore Autocat Sweden AB | 100,00 | 100,00 |
Zwitserland | Allgemeine Suisse SA | 91,21 | 91,21 |
Taiwan | Umicore Thin Film Products Taiwan Co Ltd | 100,00 | 100,00 |
Thailand | Umicore Precious Metals Thailand Ltd. | 91,21 | 91,21 |
- | Umicore Autocat (Thailand) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai (Thailand) Co., Ltd. | 60,00 | 60,00 |
Verenigd Koninkrijk | Umicore Coating Services Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Marketing Services UK Ltd | 100,00 | 100,00 |
VS | Umicore USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Precious Metals NJ LLC | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Precious Metal Chemistry USA LLC | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Precious Metals USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Optical Materials USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai USA Inc | 60,00 | 60,00 |
- | Palm Commodities International | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Electrical Materials USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Specialty Materials Recycling, LLC. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Catalyst USA, LLC | 100,00 | 100,00 |
(*) Umicore AG & Co. KG, geregistreerd in Hanau, Duitsland, is vrijgesteld van de verplichting om een jaarlijkse geconsolideerde jaarrekening en een management- en groepsmanagementrapport voor te bereiden, auditen en publiceren in overeenstemming met sectie 264b en 291 van de Duitse handelswet.
Met betrekking tot de belangrijkste gangbare deviezen gebruikt door de geconsolideerde entiteiten en participaties van de Groep zijn de gebruikte koersen voor de omzetting naar de munt waarin de Groep haar financieel verslag opstelt (€) de hiernavolgende. Alle dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures hebben als functionele waarderingsmunt de munt van het land waarin zij actief zijn, uitgezonderd voor Element Six Abrasives (Verenigd Koninkrijk) die de Amerikaanse dollar gebruikt.
Slotkoers | Gemiddelde koers | ||||
---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2019 | 2020 | ||
Amerikaanse dollar | USD | 1,123 | 1,227 | 1,119 | 1,142 |
Britse pond | GBP | 0,851 | 0,899 | 0,878 | 0,890 |
Canadese dollar | CAD | 1,460 | 1,563 | 1,485 | 1,530 |
Zwitserse frank | CHF | 1,085 | 1,080 | 1,112 | 1,071 |
Japanse yen | JPY | 121,940 | 126,490 | 122,006 | 121,846 |
Braziliaanse real | BRL | 4,528 | 6,377 | 4,416 | 5,889 |
Zuid-Afrikaanse rand | ZAR | 15,777 | 18,022 | 16,176 | 18,765 |
Chinese yuan | CNY | 7,821 | 8,023 | 7,735 | 7,875 |
Thailandese Baht | THB | 33,415 | 36,727 | 34,757 | 35,708 |
Zuid-Koreaanse won (100) | KRW | 12,963 | 13,360 | 13,053 | 13,456 |
Informatie per BUSINESS GROUP 2019
(EUR duizend) | Toelichting | Catalysis | Energy & Surface Technologies | Recycling | Corporate & Niet toegewezen | Eliminaties | Totaal voortgezette activiteiten |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totale omzet | 4.539.213 | 2.938.485 | 11.319.935 | 58.778 | (1.371.330) | 17.485.081 | |
Externe omzet | 4.444.620 | 2.877.280 | 10.104.403 | 58.778 | - | 17.485.081 | |
Omzet tussen segmenten | 94.593 | 61.205 | 1.215.532 | - | (1.371.330) | - | |
Totale inkomsten (zonder metaal) | 1.459.902 | 1.225.408 | 680.981 | - | (5.667) | 3.360.624 | |
Externe inkomsten | 1.458.227 | 1.225.242 | 677.155 | - | - | 3.360.624 | |
Inkomsten tussen segmenten | 1.675 | 166 | 3.826 | - | (5.667) | - | |
Bedrijfsresultaat | F9 | 184.884 | 149.065 | 190.086 | (53.588) | - | 470.447 |
Aangepaste | 185.270 | 177.164 | 188.069 | (52.371) | - | 498.131 | |
Aanpassingen | (386) | (28.099) | 2.017 | (1.217) | - | (27.684) | |
Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F9 | - | 5.382 | - | 3.323 | - | 8.705 |
Aangepaste | - | 5.382 | - | 5.407 | - | 10.789 | |
Aanpassingen | - | - | - | (2.084) | - | (2.084) | |
EBIT | F9 | 184.884 | 154.447 | 190.086 | (50.265) | - | 479.152 |
Aangepaste | 185.270 | 182.546 | 188.069 | (46.964) | - | 508.920 | |
Aanpassingen | (386) | (28.099) | 2.017 | (3.301) | - | (29.768) | |
Afschrijvingen | F9 | 78.507 | 88.300 | 62.313 | 14.918 | - | 244.038 |
Aangepaste | 78.507 | 88.300 | 62.313 | 14.918 | - | 244.038 | |
EBITDA | F9 | 263.390 | 242.747 | 252.399 | (35.346) | - | 723.190 |
Aangepaste | 263.776 | 270.846 | 250.382 | (32.045) | - | 752.959 | |
Geconsolideerd totaal der activa | 2.747.773 | 3.781.786 | 1.345.517 | 808.926 | (1.660.612) | 7.023.390 | |
Segmentactiva | 2.747.773 | 3.747.271 | 1.345.517 | 692.799 | (1.660.612) | 6.872.748 | |
Investeringen in geassocieerde ondernemingen | - | 34.515 | - | 116.127 | - | 150.642 | |
Geconsolideerd totaal der passiva | 1.254.284 | 1.435.241 | 947.340 | 2.386.672 | (1.660.612) | 4.362.925 | |
Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar | F31 | 1.264.885 | 1.769.135 | 546.396 | 221.997 | - | 3.802.413 |
Aangewend kapitaal op 30/06 | F31 | 1.314.779 | 1.982.482 | 481.776 | 195.514 | - | 3.974.551 |
Aangewend kapitaal op 31/12 | F31 | 1.536.950 | 2.323.770 | 405.422 | 175.849 | - | 4.441.991 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester | F31 | 1.289.832 | 1.875.809 | 514.086 | 208.756 | - | 3.888.482 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester | F31 | 1.425.864 | 2.153.126 | 443.599 | 185.682 | - | 4.208.271 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar | F31 | 1.357.848 | 2.014.467 | 478.842 | 197.219 | - | 4.048.377 |
ROCE | F31 | 13,64% | 9,06% | 39,28% | -23,81% | 0,00% | 12,57% |
Investeringen | F34 | 103.960 | 348.217 | 82.023 | 18.990 | - | 553.189 |
Totaal O&O | F9 | 146.624 | 45.619 | 8.313 | 9.989 | - | 210.546 |
O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 132.011 | 30.687 | 8.313 | 4.875 | - | 175.885 |
O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa | F34 | 14.614 | 14.933 | - | 5.114 | - | 34.660 |
Informatie per BUSINESS GROUP 2020
(EUR duizend) | Toelichting | Catalysis | Energy & Surface Technologies | Recycling | Corporate & Niet toegewezen | Eliminaties | Totaal voortgezette activiteiten |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totale omzet | 5.916.870 | 2.811.050 | 13.903.640 | 25.676 | (1.947.120) | 20.710.116 | |
Externe omzet | 5.783.840 | 2.750.410 | 12.150.190 | 25.676 | - | 20.710.116 | |
Omzet tussen segmenten | 133.030 | 60.640 | 1.753.450 | - | (1.947.120) | - | |
Totale inkomsten (zonder metaal) | 1.364.210 | 1.045.040 | 836.000 | - | (6.530) | 3.238.720 | |
Externe inkomsten | 1.362.640 | 1.044.940 | 831.140 | - | - | 3.238.720 | |
Inkomsten tussen segmenten | 1.570 | 100 | 4.860 | - | (6.530) | - | |
Bedrijfsresultaat | F9 | 96.338 | (41.118) | 310.900 | (61.528) | - | 304.592 |
Aangepaste | 153.688 | 70.422 | 361.815 | (57.894) | - | 528.030 | |
Aanpassingen | (57.350) | (111.539) | (50.915) | (3.634) | - | (223.438) | |
Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F9 | - | 4.874 | - | (10.206) | - | (5.332) |
Aangepaste | - | 4.874 | - | 3.457 | - | 8.331 | |
Aanpassingen | - | - | - | (13.663) | - | (13.663) | |
EBIT | F9 | 96.338 | (36.244) | 310.900 | (71.734) | - | 299.260 |
Aangepaste | 153.688 | 75.295 | 361.815 | (54.437) | - | 536.361 | |
Aanpassingen | (57.350) | (111.539) | (50.915) | (17.297) | - | (237.101) | |
Afschrijvingen | F9 | 80.496 | 110.457 | 62.949 | 14.040 | - | 267.941 |
Aangepaste | 80.496 | 110.457 | 62.949 | 14.040 | - | 267.941 | |
EBITDA | F9 | 176.834 | 74.213 | 373.849 | (57.694) | - | 567.201 |
Aangepaste | 234.184 | 185.752 | 424.764 | (40.397) | - | 804.302 | |
Geconsolideerd totaal der activa | 3.447.098 | 3.376.191 | 1.643.894 | 1.568.336 | (1.694.627) | 8.340.892 | |
Segmentactiva | 3.447.098 | 3.337.762 | 1.643.894 | 1.466.927 | (1.694.627) | 8.201.054 | |
Investeringen in geassocieerde ondernemingen | - | 38.429 | - | 101.410 | - | 139.839 | |
Geconsolideerd totaal der passiva | 1.814.687 | 1.260.177 | 1.215.316 | 3.123.485 | (1.694.627) | 5.719.038 | |
Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar | F31 | 1.536.950 | 2.323.770 | 405.422 | 175.849 | - | 4.441.991 |
Aangewend kapitaal op 30/06 | F31 | 1.560.188 | 2.189.523 | 578.205 | 124.696 | - | 4.452.611 |
Aangewend kapitaal op 31/12 | F31 | 1.727.443 | 2.133.138 | 446.861 | 149.138 | - | 4.456.580 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester | F31 | 1.548.569 | 2.256.646 | 491.813 | 150.273 | - | 4.447.301 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester | F31 | 1.643.815 | 2.161.330 | 512.533 | 136.917 | - | 4.454.596 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar | F31 | 1.596.192 | 2.208.988 | 502.173 | 143.595 | - | 4.450.948 |
ROCE | F31 | 9,63% | 3,41% | 72,05% | -37,91% | 0,00% | 12,05% |
Investeringen | F34 | 63.798 | 251.688 | 71.577 | 16.105 | - | 403.169 |
Totaal O&O | F9 | 138.742 | 58.269 | 10.186 | 15.766 | - | 222.964 |
O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 125.275 | 43.636 | 10.186 | 11.499 | - | 190.596 |
O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa | F34 | 13.468 | 14.633 | - | 4.267 | - | 32.368 |
Informatie per geografisch gebied 2019
(EUR duizend) | Toelichting | Europa | waarvan België | Azië-Oceanië | Noord-Amerika | Zuid-Amerika | Afrika | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totale omzet | 8.061.295 | 149.183 | 4.850.973 | 3.862.500 | 528.751 | 181.563 | 17.485.081 | |
Vaste activa | 1.311.600 | 576.778 | 1.115.273 | 144.541 | 48.186 | 7.438 | 2.627.038 | |
Investeringen | F34 | 206.051 | 156.049 | 316.729 | 18.012 | 12.395 | 2 | 553.189 |
Informatie per geografisch gebied 2020
(EUR duizend) | Toelichting | Europa | waarvan België | Azië-Oceanië | Noord-Amerika | Zuid-Amerika | Afrika | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totale omzet | 11.115.296 | 156.181 | 5.016.465 | 3.881.278 | 561.411 | 135.667 | 20.710.116 | |
Vaste activa | 1.389.895 | 564.209 | 1.109.045 | 112.075 | 45.590 | 4.726 | 2.661.333 | |
Investeringen | F34 | 274.403 | 100.914 | 104.880 | 8.829 | 14.750 | 306 | 403.169 |
Inkomsten (metaal niet inbegrepen) per business group
%
Aangepaste EBITDA per Business Group
%
Aangepaste EBIT per Business group
%
Aangewend kapitaal, gemiddelde per business group
%
Investeringen per business group
%
Onderzoek- & ontwikkelingskosten per business group
%
Omzet per regio
%
vlottende activa per regio
%
Investeringen per regio
%
Bezoldigingen & personeelsvoordelen per regio
%
Belastingen op het resultaat per regio
%
De segmentinformatie wordt voorgesteld volgens de industriële activiteiten waarin de Groep actief is zoals hieronder beschreven.
De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten elementen die direct toewijsbaar zijn alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegewezen.
De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op een transferprijs volgens het ‘arm’s length’-principe. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties worden ‘cost plus’- mechanismen gebruikt. Transacties tussen entiteiten binnen de groep worden mee opgenomen in omzet en opbrengsten (zonder metaalwaarde) van elk segment. Deze hebben vooral te maken met recyclagediensten en -verkopen van geraffineerd metaal aan andere groepssegmenten en zijn van belang om de prestaties van de betrokken segmenten correct in te schatten. Omdat deze transacties niet als externe verrichtingen kunnen beschouwd worden, worden ze op Groepsniveau geëlimineerd, om zodoende een netto cijfer weer te geven.
Geen van de segmenten van de Groep heeft een externe klant die meer dan 10% van de opbrengsten van de groep vertegenwoordigt.
Umicore heeft bepaald dat segmenten het accurate niveau van detail zijn om de productverkopen op te splitsen aangezien de onderliggende handel, competenties en technologieën maar ook de karakteristieken van toepassingen en producten en de klantenportfolio’s binnen ieder individueel segment zeer gelijkaardig zijn. Bovendien zou het verkrijgen van informatie op een meer opgesplitst niveau leiden tot buitensporige kosten en inspanningen vergeleken met de toevoegde waarde voor de externe lezer van de geconsolideerde jaarrekening.
Segmenten
De Groep is georganiseerd in de volgende segmenten voor rapportering:
Catalysis
In 2020 bestaat het segment uit de business units Automotive Catalysts en Precious Metals Chemistry. Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. Het segment biedt ook katalysatoren voor industriële emissiecontrole en produceert verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in de toepassingen van brandstofcellen, farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie.
Energy & surface technologies
Het segment bestaat uit de business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials, Electroplating en Rechargeable Battery Materials. Het Energy & Surface Technologies segment focust op producten die aanwezig zijn in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energie en in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden onze klanten een gesloten kringloopservice. Dit segment omvat eveneens de geassocieerde ondernemingen Ganzhou Yi Hao Umicore Industries en Jiangmen Chancsun Umicore Industry.
Recycling
Het segment bestaat uit de business units Precious Metals Refining, Jewelry & Industrial Metals en Precious Metals Management. Het Recycling segment verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. De Recycling activiteiten zijn in staat om ongeveer 20 van deze metalen te herwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica.
Corporate
Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de gecentraliseerde activiteiten in onderzoek en ontwikkeling en in de innovatie activiteiten. Het belang van de Groep in Element Six Abrasives en Ieqsa is hier ook inbegrepen.
In de geografische segmentinformatie worden voor de vaste activa de langetermijninvesteringen, de langetermijnleningen, uitgestelde belastingactiva en de activa voor personeelsvoordelen niet opgenomen, conform IFRS 8. De prestaties van de segmenten wordt geëvalueerd door het hoogste operationele beslissingsorgaan waarbij de evaluatie voornamelijk gebeurt op basis van de aangepaste EBIT/operationeel resultaat. Zoals geïllustreerd in bovenstaande tabel, wordt het verschil tussen het aangepaste operationeel resultaat en het totale operationeel resultaat in de resultatenrekening verklaard door de aanpassingen waarvoor de definities worden weergegeven in het glossarium.
Geassocieerde ondernemingen zijn toegewezen aan de segmenten waarbij zij vanuit een marktperspectief het nauwst aansluiten.
Aan het einde van November 2019, kon Umicore de overname van de kobalt raffinage en kathode precursoren activiteiten van Freeport Cobalt in Kokkola, Finland afronden. Vanaf 1 december 2019 werd een voorlopige openingsbalans opgesteld, die echter nog onderhevig was aan aanpassingen in de daaropvolgende 11 maanden. Volgend op de finale openingsbalans van eind november 2019, weerspiegelt de netto waarde van de aangekochte activa een totaal van € 226,6 miljoen (€ 227,3 miljoen in 2019). Dit resulteert in een goodwill van € 16,0 miljoen (€ 14,5 miljoen in 2019). De belangrijkste zaken van de balans die werden aangepast sinds 2019 zijn Materiële vaste activa (zie toelichting F16), ‘Voorraden’, “Kas”, ‘Voorzieningen leefmilieu” (zie toelichting F29) en “Handelsschulden”. Deze worden weerspiegeld onder de lijnen ‘Bedrijfsacquisitie’ van de betreffende toelichtingen.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Verkopen | 17.336.517 | 20.565.648 |
Diensten | 148.564 | 144.468 |
Omzet | 17.485.081 | 20.710.116 |
Doorfactureren van kosten aan derden | 39.283 | 42.654 |
Operationele subsidies | 10.262 | 19.865 |
Royalty en licentie-inkomsten | 9.003 | 6.168 |
Inkomsten uit emissierechten | 5.468 | 5.207 |
Uitkeringen van verzekeringen | 27.025 | 21.580 |
Diverse interesten en boetes voor laattijdige betalingen | 1.209 | 1.167 |
Winst op vervreemding van activa | 9.744 | 2.647 |
Omrekeningsverschillen op interco eliminaties | 9.578 | (25.567) |
Fiscale stimuleringsmaatregelen | 1.645 | 4.247 |
Overige | 7.862 | 2.633 |
Overige bedrijfsopbrengsten | 121.078 | 80.602 |
Bedrijfsopbrengsten uit voortgezette activiteiten | 17.606.159 | 20.790.718 |
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen | (15.639.139) | (18.819.323) |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (775.919) | (798.481) |
Afschrijvingen op vaste activa | (244.038) | (267.941) |
Waardeverinderingen op vaste activa | (23.602) | (87.543) |
Voorraden en voorziening voor dubieuze debiteuren | (39.926) | (7.013) |
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (307.567) | (362.497) |
Diensten en uitbestede raffinage en productiekosten | (404.292) | (370.526) |
Royalties, licenties, consultancy en commissies | (41.347) | (41.606) |
Belastingen andere dan winstbelastingen | (20.769) | (19.332) |
Voorzieningen (toename/bestedingen en terugnemingen) | 54.871 | (74.128) |
Minwaarden bij de realisatie van activa | (2.258) | (996) |
Andere bedrijfskosten | (413.795) | (506.588) |
Bedrijfskosten uit voortgezette activiteiten | (17.136.420) | (20.486.888) |
Omzet verwijst naar omzet uit contracten aangegaan met klanten zoals in IFRS 15. De verdere opsplitsing wordt uitgewerkt in toelichting F7. Zoals beschreven in de boekhoudprincipes 2.20, zullen de opbrengsten uit contracten met klanten worden erkend op een bepaald moment. De toename van de omzet in 2020 is voornamelijk te wijten aan de stijging van de metaalprijzen.
Diensten omvatten voornamelijk inkomsten uit maaklooncontracten. Er werden enkele herindelingen gedaan tussen diensten en verkoop van 2019 om in overeenstemming te zijn met de herindelingen die in 2020 werden uitgevoerd.
De lijn ‘Andere bedrijfsopbrengsten’ van de resultatenrekening bevat de valuta omrekeningsverschillen ten gevolge van transacties tussen entiteiten binnen de groep die omgerekend moeten worden van de transactionele munteenheid naar de functionele munteenheid die verschillend kan zijn van euro voor enkele entiteiten en regio’s. De effecten van deze valuta omrekeningsverschillen op eliminaties tussen entiteiten binnen de groep schommelden substantieel dit jaar, voornamelijk als gevolg van de variatie van de USD ten opzichte van de EUR.
De toename van gebruikte grondstoffen en vebruiksgoederen is tevens hoofdzakelijk te wijten aan de stijging van de metaalprijzen.
Gebruikte grond- en hulpstoffen omvatten water, gas en elektriciteit voor € 99,7 miljoen in 2020 (€ 100,2 miljoen in 2019) wat betreft de voortgezette activiteiten.
De bijzondere waardeverminderingen op vaste activa zijn toegenomen in vergelijking met 2019. Deze bijzondere waardeverminderingen zijn voornamelijk gerelateerd aan de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials en aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren binnen Catalysis. Bij Catalysis omvatten ze tevens enkele bijzondere waardeverminderingen op specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten.
De lijn met voorzieningen bevat de wijzigingen in voorzieningen voor het leefmilieu en in voorzieningen voor andere schulden en kosten waarvan de details worden gegeven in toelichtingen F29 en F30.
O&O-UITGAVEN
(EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
O&O opgenomen in 'andere bedrijfskosten' | 175.885 | 190.596 | |
O&O gekapitaliseerd in immateriële vase activa | F14 | 34.660 | 32.368 |
Totale O&O-uitgaven uit voortgezette activiteiten | 210.546 | 222.964 |
De totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling van de voortgezette activiteiten bedroegen in 2020 € 223,0 miljoen in de volledig geconsolideerde filialen (€ 210,6 miljoen in 2019). Het deel van de O&O-uitgaven die rechtstreeks in de operationele kosten werden opgenomen beloopt € 190,6 miljoen in 2020 (€ 175,9 miljoen in 2019).
AANPASSINGEN OP HET RESULTAAT
2019 | 2020 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | Toelichting | Totaal | Aangepast | Aanpassingen | Total | Aangepast | Aanpassingen |
Omzet | 17.485.080 | 17.485.080 | - | 20.710.116 | 20.710.116 | - | |
Andere bedrijfsopbrengsten | 121.078 | 118.217 | 2.861 | 80.602 | 79.494 | 1.108 | |
Bedrijfsopbrengsten | 17.606.158 | 17.603.297 | 2.861 | 20.790.718 | 20.789.611 | 1.108 | |
Gebruikte grond- en hulpstoffen | (15.639.139) | (15.639.139) | - | (18.819.323) | (18.781.872) | (37.451) | |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (775.919) | (775.701) | (218) | (798.481) | (798.131) | (350) | |
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (307.567) | (283.690) | (23.877) | (362.496) | (274.435) | (88.062) | |
waarvan afschrijvingen | (244.038) | (244.038) | - | (267.941) | (267.941) | - | |
Andere bedrijfskosten | (413.795) | (407.708) | (6.087) | (506.587) | (407.485) | (99.102) | |
Bedrijfskosten | (17.136.420) | (17.106.238) | (30.182) | (20.486.887) | (20.261.923) | (224.964) | |
Opbrengsten van andere financiële activa | 706 | 1.069 | (363) | 761 | 342 | 419 | |
Bedrijfsresultaat | 470.444 | 498.129 | (27.684) | 304.592 | 528.030 | (223.438) | |
Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | 8.705 | 10.789 | (2.084) | (5.332) | 8.331 | (13.663) | |
EBIT | 479.152 | 508.920 | (29.768) | 299.260 | 536.361 | (237.101) | |
EBITDA | 723.190 | 752.959 | (29.768) | 567.201 | 804.302 | (237.101) | |
Financiële kost | F11 | (83.238) | (83.238) | - | (104.202) | (104.202) | - |
Belastingen op het resultaat | F13 | (96.692) | (102.538) | 5.846 | (59.131) | (102.729) | 43.598 |
Nettoresultaat | 299.219 | 323.142 | (23.923) | 135.927 | 329.430 | (193.503) | |
waarvan minderheidsbelangen | 11.428 | 11.428 | - | 5.397 | 7.023 | (1.626) | |
waarvan aandeel van de Groep | 287.791 | 311.714 | (23.923) | 130.530 | 322.407 | (191.877) |
AANPASSINGEN PER SEGMENT EN TYPE IN HET RESULTAAT
2019 | 2020 | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | Totaal | Catalysis | Energy & Surface Technologies | Recycling | Corporate & niet toegewezen | Totaal | Catalysis | Energy & Surface Technologies | Recycling | Corporate & niet toegewezen |
Andere bedrijfsopbrengsten | 2.861 | - | - | 48 | 2.813 | 1.108 | - | 1.108 | - | - |
Bedrijfsopbrengsten | 2.861 | - | - | 48 | 2.813 | 1.108 | - | 1.108 | - | - |
Gebruikte grond- en hulpstoffen | - | - | - | - | - | (37.451) | - | (37.451) | - | - |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (218) | - | - | (218) | - | (350) | - | (350) | - | - |
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (23.877) | (386) | (24.217) | 726 | - | (88.062) | (36.565) | (51.161) | 27 | (362) |
Andere bedrijfskosten | (6.087) | - | (3.882) | 1.461 | (3.666) | (99.102) | (20.785) | (23.781) | (50.942) | (3.594) |
Bedrijfskosten | (30.182) | (386) | (28.099) | 1.969 | (3.666) | (224.964) | (57.350) | (112.743) | (50.915) | (3.957) |
Opbrengsten van andere financiële activa | (363) | - | - | - | (363) | 419 | - | 96 | - | 322 |
Bedrijfsresultaat | (27.684) | (386) | (28.099) | 2.017 | (1.217) | (223.438) | (57.350) | (111.539) | (50.915) | (3.634) |
Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | (2.084) | - | - | - | (2.084) | (13.663) | - | - | - | (13.663) |
EBIT | (29.768) | (386) | (28.099) | 2.017 | (3.301) | (237.101) | (57.350) | (111.539) | (50.915) | (17.297) |
Gerelateerd aan herstructureringen | (26.414) | (386) | (28.099) | 2.017 | 54 | (128.190) | (22.702) | (99.960) | - | (5.528) |
Gerelateerd aan leefmilieu | (907) | - | - | - | (907) | (55.788) | - | - | (50.915) | (4.873) |
Gerelateerd aan waardeverminderingen van activa | - | - | - | - | - | (45.303) | (28.628) | (8.219) | - | (8.456) |
Overige | (2.447) | - | - | - | (2.447) | (7.820) | (6.020) | (3.360) | - | 1.560 |
Aanpassingen hadden een negatieve impact van € 237 miljoen op de EBIT in 2020 waarvan € 72 miljoen werd erkend in de eerste jaarhelft. € 112 miljoen was gerelateerd aan Energy & Surface Technologies. Deze laatste omvat € 56 miljoen aan kosten gerelateerd aan de herstructureringsinitiatieven in Cobalt & Specialty Materials, een bijzondere waardevermindering van € 34 miljoen gerelateerd aan de aanpassing van de permante kobalt voorraden in deze business unit en een bijzondere waardevermindering van € 15 miljoen in Rechargeable Battery Materials vanwege een herconfiguratie in Korea. Catalysis was verantwoordelijk voor € 57 miljoen van de kosten waarvan € 55 miljoen reeds werd erkend in de eerste jaarhelft, voornamelijk gerelateerd aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren en enkele bijzondere waardeverminderingen waaronder specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten. In Recycling werd een kost van € 51 miljoen in rekening gebracht, waarvan een voorziening van € 50 miljoen om de kosten te dekken gerelateerd aan de intentie om huizen te kopen die het dichtst bij de fabriek in Hoboken staan en voor de aanleg van een groene zone. Deze kosten bestaan uit de geschatte aankoopwaarde van de huizen (gebaseerd op de raming van een derde partij) die gesloopt zullen worden alsmede een schatting van de kosten voor het slopen van de huizen en herinrichten van het landschap. Overleg met het stadsbestuur en de inwoners is lopende en zou kunnen leiden tot aanpassingen van deze kostenraming. Tot slot omvatten de aanpassingen van de EBIT ook € 14 miljoen aan kosten die gerelateerd zijn aan herstructureringen en bijzondere waardeverminderingen van materiële vaste activa en goodwill van Element Six Abrasives, een joint venture waarin Umicore een aandeel van 40% heeft. Van de totale aanpassingen heeft € 147 miljoen geen impact op de kasstromen. Herstructureringsgerelateerde kosten vertegenwoordigen € 128 miljoen van het totaal, zaken die verband houden met leefmilieu € 56 miljoen en specifieke bijzondere waardeverminderingen van activa € 45 miljoen. Na belastingen bedragen de aanpassingen aan de netto groepsinkomsten - € 192 miljoen.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen | (576.097) | (589.707) |
Overige personeelskosten | (40.318) | (50.594) |
Tijdelijk personeel | (10.781) | (7.607) |
Op aandelen gebaseerde vergoedingen | (8.211) | (10.108) |
Bezoldigingen | (635.407) | (658.016) |
Werknemersbijdragen | (102.364) | (97.698) |
Bijdragen aan 'te bereiken doel' -plannen | (36.692) | (21.438) |
Bijdragen tot pensioenplannen met een vaste bijdrage | (11.805) | (10.299) |
Vrijwillige bijdragen van de werkgever - andere | (4.120) | (4.381) |
Pensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan begunstigden | (3.974) | (3.486) |
Voorzieningen voor personeelsvoordelen (- toevoegingen / + bestedingen en terugnemingen) | 18.444 | (3.164) |
Pensioenen en andere personeelsvorrdelen | (38.147) | (42.768) |
Bezoldigingen en aanverwante voordelen, uit voortgezette activiteiten | (775.919) | (798.481) |
GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND IN DE INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE DOCHTERONDERNEMINGEN
2019 | 2020 | |
---|---|---|
Kaderleden | 1.934 | 2.009 |
Niet-kaderleden | 8.852 | 8.997 |
Totaal van voortgezette activiteiten | 10.786 | 11.006 |
OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN
(EUR duizend) | Notes | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
Vergunings datum | 11-02-2019 | 10-02-2020 | |
Aandeel prijs op vergunings datum (Belgie & Andere) | F28 | 34,08 | 42,05 |
Aandeel prijs op vergunings datum (Frankrijk) | F28 | 36,78 | NA |
Aantal toegekende aandelenopties | F28 | 1.221.000 | 1.168.375 |
Waarderingsmodel | Present Economic Value | ||
Veronderstelde volatiliteit (% pa) | 25,00 | 25,00 | |
Risicovrije interestvoet (% pa) | (0,370) | (0,620) | |
Verhoging dividend (% pa) | 10,00 | 10,00 | |
Vertrekkans voor het verwerven van recht op uitoefening (%pa) | NA | NA | |
Vertrekkans na het verwerven van recht op uitoefening (% pa) | 7,50 | 7,50 | |
Minimale winstdrempel (% pa) | 15,00 | 15,00 | |
Populatiedeel dat uitoefent bij het overschrijden van de minimale winstdrempel | 100,00 | 100,00 | |
Reële waarde per toegekend instrument op toekenningsdatum (EUR) | 5,09 | 6,46 | |
Totale reële waarde van de toegekende opties | 6.211 | 7.548 | |
52.000 aandelen aan 42,05 EUR | - | 2.187 | |
10.000 aandelen aan 37,33 EUR | - | 373 | |
43.700 aandelen aan 34,08 EUR | 1.489 | - | |
7.400 aandelen aan 33,30 EUR | 246 | - | |
10.000 aandelen aan 26,43 EUR | 264 | - | |
Totaal reële waarde van de toegekende aandelen | 2.000 | 2.560 | |
Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 8.211 | 10.108 |
De Groep heeft gedurende het lopende jaar een kost van € 10,1 miljoen op aandelen gebaseerde vergoedingen erkend voor de voortgezette activiteiten.
Het deel van deze onkosten met betrekking tot aandelenoptieplannen is berekend door een externe actuaris, die gebruik maakt van het ‘Present Economic Value’-model dat rekening houdt met alle kenmerkende elementen van het aandelenoptieplan en de volatiliteit van het onderliggende aandeel. De volatiliteit is berekend op basis van de historische volatiliteit van de aandeelhoudersvergoeding gespreid over verschillende gemiddelde periodes en verschillende voorwaarden. Voor de berekening van de waarde van de optie gebaseerd op het “Lattice” model werden wekelijkse stappen geïntroduceerd zodat de nadruk ligt op volatiliteit op weekbasis. De waargenomen volatiliteit berekend over een periode van 5 jaar resulteerde ongeveer in 25% ondanks een recente stijging. Bijgevolg werd de assumptie omtrent volatitliteit op 25% behouden. Er zijn geen andere marktomstandigheden meegenomen in de basis voor de berekening van de reële marktwaarde.
Het deel vrije aandelen in de kost wordt gewaardeerd aan de marktprijs van de aandelen op de dag van de toekenning. In 2020 werden aandelen aan het topmanagement toegekend, wat resulteerde in een kost van € 2,6 miljoen voor de voortgezette activiteiten.
De plannen met vaste bijdrage van de Groep worden in sommige landen zoals de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland rechtstreeks erkend in de resultatenrekening op de lijn “Bijdragen aan plannen met vaste bijdrage”.
De kortingen die de autoriteiten aan Umicore België toekennen op de bijdragen voor sociale zekerheid, die betrekking hebben op premies voor ploegwerk, overuren en O&O, worden opgenomen in de globale kost van sociale zekerheidsbijdragen onder deze toelichting.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Interestbaten | 4.585 | 3.749 |
Interestlasten | (45.627) | (61.659) |
Actualisatie van voorzieningen | (5.942) | (3.146) |
Wisselkoersverliezen en -winsten | (31.618) | (30.445) |
Andere financiële baten | 222 | 295 |
Andere financiële lasten | (4.858) | (12.996) |
Totaal uit voortgezette activiteiten | (83.238) | (104.202) |
De netto-interestlasten in 2020 bedroegen € 57,9 miljoen, in lijn met de toename van de gemiddelde financiële schuld en vergoedingen en kosten gerelateerd aan de uitgave van nieuwe schuldinstumenten. De netto-interestlast bevat € 0,8 miljoen interest dat gerelateerd is aan de leases onder IFRS 16 en € 5,2 miljoen als fictieve interestcomponent van de converteerbare obligatie. Deze hogere netto-interestlasten werden gedeeltelijk gecompenseerd door lagere wisselskoerskosten en lagere kosten voor actualisatie.
De actualisatie van voorzieningen op meer dan één jaar heeft voornamelijk betrekking op personeelsvoordelen en in beperktere mate op de milieuvoorzieningen. De omvang van dit bedrag wordt beïnvloed door de huidige waarde van de verplichtingen. De verdisconteringsvoet, de uitbetaling en de toevoeging van nieuwe verplichtingen op meer dan één jaar beïnvloeden op hun beurt deze huidige waarde. Het merendeel van die actualisatieresultaten in 2020 werden geboekt in Duitsland en in mindere mate in België.
Wisselkoersresultaten omvatten de gerealiseerde wisselkoersresultaten en de niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op monetaire activa en passiva ten opzichte van de slotkoers van het boekjaar. In 2020 valt het wisselkoersresultaat voornamelijk te verklaren door de kost van forward punten in indekkingsinstrumenten en door de impact van de metaalprijsfixaties. Andere financiële baten omvatten de reële waardewinsten en -verliezen van overige financiële instrumenten (zie toelichting F33). Andere financiële kosten betreffen toegestane betalingskortingen, bankkosten en andere financiële bijdragen.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Meerwaarden en minwaarden op de verkoop van financiële participaties | 547 | 517 |
Ontvangen dividenden | 133 | 230 |
Interesten van financiële activa | 26 | 14 |
Totaal uit voortgezette activiteiten | 706 | 761 |
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Inkomstenbelasting | ||
Opgenomen in de resultatenrekening | ||
Belastingen op het resultaat | (113.229) | (115.672) |
Uitgestelde belastingkost (opbrengst) | 16.537 | 56.542 |
Totale belastingen uit voortgezette activiteiten | (96.692) | (59.131) |
Verband tussen de belastingskost (opbrengst) en het boekhoudkundig resultaat | ||
Bedrijfsresultaat | 470.444 | 304.592 |
Netto financiële kosten | (83.238) | (104.202) |
Resultaat voor belasting van volledige geconsolideerde participaties | 387.206 | 200.390 |
Gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet (%) | 24,81 | 25,48 |
Belastingen berekend aan de gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet uit voortgezette activiteiten | (96.076) | (51.055) |
Aanpassingen : | ||
Verworpen uitgaven | (4.276) | (4.383) |
Vrijgestelde inkomsten | 4.797 | 3.457 |
Dividenden van geconsolideerde en geassocieerde ondernemingen | (1.596) | (267) |
Winsten en verliezen belast tegen verlaagd tarief | - | 37 |
Fiscale stimuleringsmaatregelen en belastingvrijstellingen | 15.758 | 14.563 |
Belastingen berekend op andere basis | (1.377) | (1.657) |
Aanwending van voordien niet geboekte fiscale verliezen | 1.443 | 4.349 |
Waardevermindering van fiscale uitgestelde activa | (3.817) | 6.050 |
Verandering in toepasbare aanslagvoet | 3.720 | (31) |
Andere belastingkredieten (met uitzondering van de kredieten m.b.t. onderzoek & ontwikkeling) | 585 | 958 |
Niet imputeerbare buitenlandse voorheffingen | (11.552) | (12.003) |
Correcties met betrekking tot voorgaand boekjaar | (114) | 988 |
Overige (inclusief IFRIC 23) | (4.187) | (20.135) |
Belastingskost voor het jaar aan het werkelijke belastingstarief | (96.692) | (59.129) |
De theoretische gewogen gemiddelde aanslagvoet van de Groep is geëvolueerd van 24,8% in 2019 naar 25,5% in 2020 voor de voortgezette activiteiten. De invloed van de aanpassingen buiten beschouwing gelaten, bedroeg het effectieve aangepaste belastingtarief voor 2020 24,2%. Dit is een daling vergeleken met de 24,7% in 2019.
(EUR duizend) | Geactiveerde ontwikkelingskosten | Concessies, octrooien, licenties, enz. | Software | CO2-emissierechten | Andere immateriële vaste activa | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|
Begin van het vorige boekjaar | ||||||
Brutowaarde | 131.273 | 107.319 | 140.054 | 11.106 | 60.584 | 450.336 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (83.920) | (37.639) | (114.124) | - | (19.839) | (255.522) |
Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar | 47.353 | 69.680 | 25.930 | 11.106 | 40.745 | 194.814 |
. Aankoop door bedrijfsacquisities | - | - | - | - | 8.223 | 8.223 |
. Toevoegingen | 34.660 | 1.495 | 1.115 | 4.925 | 16.167 | 58.362 |
. Verkopen | - | (6.483) | - | - | - | (6.483) |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (11.129) | (9.878) | (9.464) | - | (5.742) | (36.214) |
. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (2.771) | - | (497) | - | - | (3.268) |
. Emissierechten | - | - | - | 3.184 | - | 3.184 |
. Omrekeningsverschillen | 282 | 5 | 82 | (2) | 251 | 619 |
. Andere wijzigingen | (14.627) | (90) | 9.783 | (0) | (150) | (5.085) |
Per einde van het vorige boekjaar | 53.768 | 54.730 | 26.949 | 19.213 | 59.494 | 214.154 |
Brutowaarde | 151.880 | 101.229 | 149.792 | 19.213 | 85.216 | 507.329 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (98.113) | (46.499) | (122.842) | - | (25.721) | (293.176) |
Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar | 53.768 | 54.730 | 26.949 | 19.213 | 59.494 | 214.154 |
. Aankoop door bedrijfsacquisities | - | 82 | 40 | - | (23) | 98 |
. Toevoegingen | 13.784 | 50 | 5.404 | - | 24.821 | 44.060 |
. Verkopen | - | (2.336) | (3) | (4.009) | (217) | (6.564) |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (12.708) | (9.334) | (8.267) | - | (4.901) | (35.209) |
. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (17.299) | (8.529) | (1.485) | - | - | (27.313) |
. Emissierechten | - | - | - | 697 | - | 697 |
. Omrekeningsverschillen | (450) | (6) | (346) | (3) | (908) | (1.712) |
. Andere wijzigingen | 1.422 | 50 | 4.401 | (0) | (3.186) | 2.687 |
Per einde van het boekjaar | 38.517 | 34.707 | 26.694 | 15.898 | 75.081 | 190.897 |
Brutowaarde | 157.704 | 98.840 | 150.989 | 15.898 | 103.637 | 527.068 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (119.187) | (64.134) | (124.295) | - | (28.556) | (336.172) |
Nettoboekwaarde uit voortgezette activiteiten | 38.517 | 34.707 | 26.694 | 15.898 | 75.081 | 190.897 |
De lijn ‘Toevoegingen’ met € 44,1 miljoen bevat voor het grootste deel geactiveerde interne ontwikkelingskosten ten belope van € 32,4 miljoen (zie toelichting F9), waarvan € 18,6 miljoen wordt getoond onder de categorie ‘Andere immateriële vaste activa’ als ‘Immateriële activa onder constructie’. De ‘Toevoegingen’ omvatten tevens de geactiveerde kosten voor de ontwikkeling van nieuwe informaticasystemen voor ongeveer € 10,3 miljoen. De bedrijfsacquisities zijn gelinkt aan de aanpassingen aan de openingsbalans in Finland (zie toelichting F8). Bijzondere waardeverminderingen werden voornamelijk geboekt bij Catalysis en zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten. De lijn ‘Andere wijzigingen’ bevat vooral de overboekingen tussen immateriële activa in aanbouw (geboekt onder overige immateriële activa) en de andere categorieën van immateriële activa en in mindere mate de overboeking van materiële activa. De ‘andere immateriële vaste activa’ bevatten de immateriële activa in uitvoering ten belope van € 53,9 miljoen (voornamelijk geactiveerde ontwikkelingskosten en in mindere mate informaticasystemen) maar ook de ondernemingsportefeuille en het klantenbestand verkregen door bedrijfsacquisities ter waarde van € 20,6 miljoen.
Er zijn geen hypotheken of beperkingen op de eigendom van de immateriële vaste activa dan deze vermeld in toelichting F35.
(EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
---|---|---|
Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar | ||
Brutowaarde | 158.457 | 169.915 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (15.966) | (13.210) |
Nettoboekwaarde begin van het boekjaar | 142.491 | 156.705 |
. Aankoop door bedrijfsacquisities | 14.549 | 1.499 |
. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (1.422) | - |
. Omrekeningsverschillen | 1.087 | (2.214) |
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar | 156.705 | 155.990 |
Brutowaarde | 169.915 | 165.627 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (13.210) | (9.637) |
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezetten activiteiten | 156.705 | 155.990 |
Deze tabel bevat enkel de goodwill gerelateerd aan integraal geconsolideerde ondernemingen. De goodwill met betrekking tot ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt besproken in toelichting F17.
De wijziging van de periode houdt voornamelijk verband met de laatste aanpassing van de goodwill in Finland volgend op de finalisering van de evaluatie van de openingsbalans (toelichting F8).
De goodwill in ieder van de segmenten is als volgt:
(EUR duizend) | Catalysis | Energy & Surface Technologies | Recycling | Totaal |
---|---|---|---|---|
31/12/2019 | 50.037 | 88.357 | 18.311 | 156.705 |
31/12/2020 | 49.999 | 87.737 | 18.254 | 155.990 |
Jaarlijks evalueert het management of de goodwill aan enige bijzondere waardevermindering is blootgesteld, in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting F2. Dergelijke testen worden uitgevoerd op het niveau van kasstroomgenererende eenheden, hetgeen kan variëren van een hele business unit tot een individuele fabriek maar nooit een heel segment. De recupereerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill werd toegekend, werd bepaald met een berekening van de waarde-in-gebruik gebaseerd op een ‘discounted cash-flow’-model en vertrekkende van de operationele plannen van de Groep die vijf jaar vooruit kijken, gevolgd door een projectie op langetermijn. Voor macro-economische en externe parameters zoals deviezen- en metaalkoersen worden in deze test de marktvoorwaarden gehanteerd die gelden op het moment van het uitvoeren van de test. De prijzen die gebruikt worden zijn normaal gezien de gemiddelden van op internationale beurzen gedurende het laatste kwartaal van het jaar tenzij een normalisatie gepast wordt geacht. De testen voor bijzondere waardeverminderingen van goodwill in 2020 wijzen op voldoende marge in de respectievelijke kasstroomgenererende eenheden en bijgevolg werden er geen bijzondere waardeverminderingen van goodwill geboekt. De testen voor bijzondere waardeverminderingen in 2020 hanteren een gemiddelde aanslagvoet van 25,0% (onveranderd tegenover 2019) voor de inkomstenbelasting en een gemiddelde gewogen kapitaalkost na belastingen van 7% die neerwaarts werd herzien tegenover de 8,5% die werd gebruikt in 2019 en de voorgaande jaren om de lagere gewogen financieringskost van de Groep te reflecteren, onder andere gedreven door de daling van de marktinterest in de afgelopen jaren. De terminale waarde in het discounted cash-flow model is gebaseerd op een perpetuele groei van gemiddeld 2% (zoals in 2019). Inflatiecijfers werden gebaseerd op aanwijzingen van nationale en internationale instituten zoals de NBB of ECB.
(EUR duizend) | Terreinen en gebouwen | Installaties, machines en uitrusting | Meubilair en rollend materieel | Overige materiële vaste activa | Vaste activa in aanbouw en voorafbetalingen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|
Begin van het vorige boekjaar zonder leasing | ||||||
Brutowaarde | 973.873 | 2.090.262 | 226.496 | 14.678 | 388.791 | 3.694.100 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (491.424) | (1.431.137) | (158.858) | (13.715) | - | (2.095.133) |
Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar zonder leasing | 482.450 | 659.125 | 67.638 | 964 | 388.791 | 1.598.967 |
. Aankoop door bedrijfsacquisities | 31.638 | 75.142 | 517 | - | 20.426 | 127.724 |
. Toevoegingen | 16.393 | 36.164 | 9.535 | 69 | 467.326 | 529.487 |
. Verkopen | (1.509) | (2.772) | (419) | (10) | (2.369) | (7.079) |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (37.030) | (135.690) | (18.086) | (228) | - | (191.035) |
. Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (2.454) | (16.169) | (289) | - | - | (18.911) |
. Omrekeningsverschillen | 1.642 | 944 | 71 | 12 | (1.844) | 825 |
. Andere wijzigingen | 168.212 | 231.710 | 16.534 | 314 | (410.962) | 5.809 |
Per einde van het vorige boekjaar zonder leasing | 659.342 | 848.457 | 75.500 | 1.120 | 461.368 | 2.045.788 |
Begin van het boekjaar zonder leasing | ||||||
Brutowaarde | 1.189.490 | 2.402.378 | 242.362 | 15.070 | 461.369 | 4.310.669 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (530.148) | (1.553.922) | (166.862) | (13.950) | - | (2.264.881) |
Nettoboekwaarde begin van het boekjaar zonder leasing | 659.343 | 848.457 | 75.500 | 1.120 | 461.369 | 2.045.788 |
. Aankoop door bedrijfsacquisities | 3.510 | (798) | 548 | - | 876 | 4.136 |
. Toevoegingen | 20.663 | 32.588 | 7.852 | 364 | 330.009 | 391.475 |
. Verkopen | (10) | (938) | (176) | (20) | (134) | (1.278) |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (43.501) | (148.434) | (19.154) | (194) | - | (211.282) |
. Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (15.053) | (44.416) | (654) | (312) | - | (60.435) |
. Omrekeningsverschillen | (18.017) | (20.505) | (2.321) | (54) | (16.266) | (57.164) |
. Andere wijzigingen | 88.832 | 154.714 | 20.807 | - | (267.820) | (3.466) |
Per einde van het boekjaar zonder leasing | 695.767 | 820.668 | 82.403 | 903 | 508.033 | 2.107.775 |
Brutowaarde | 1.242.294 | 2.478.662 | 260.590 | 23.522 | 508.033 | 4.513.101 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (546.526) | (1.657.994) | (178.187) | (22.619) | - | (2.405.326) |
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten zonder leasing | 695.767 | 820.668 | 82.403 | 903 | 508.033 | 2.107.775 |
Brutowaarde | 3.300 | 43 | 31 | - | - | 3.374 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (399) | (20) | (31) | - | - | (450) |
Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar voor leasing | 2.901 | 23 | - | - | - | 2.924 |
. Wijzigingen in boekhoudkundige regels | 25.788 | 77 | 11.396 | - | - | 37.262 |
. Aankoop door bedrijfsacquisities | 2.681 | - | - | 500 | - | 3.181 |
. Toevoegingen | 15.466 | 21 | 6.780 | - | - | 22.266 |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (11.063) | (44) | (5.722) | - | - | (16.829) |
. Omrekeningsverschillen | 72 | 0 | 8 | - | - | 80 |
Per einde van het vorige boekjaar voor leasing | 35.845 | 77 | 12.462 | 500 | - | 48.884 |
Leasing aan het begin van het boekjaar | ||||||
Brutowaarde | 47.341 | 135 | 18.175 | 500 | - | 66.152 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (11.496) | (58) | (5.713) | - | - | (17.268) |
Nettoboekwaarde begin van het boekjaar voor leasing | 35.845 | 77 | 12.462 | 500 | - | 48.884 |
. Toevoegingen | 17.901 | 1.034 | 8.578 | 144 | - | 27.657 |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (12.726) | (724) | (6.765) | (142) | - | (20.357) |
. Omrekeningsverschillen | (1.133) | (10) | (99) | (0) | - | (1.242) |
. Overboekingen | 979 | (35) | - | - | - | 944 |
Per einde van het boekjaar voor leasing | 40.866 | 342 | 14.176 | 502 | - | 55.886 |
Brutowaarde | 67.193 | 1.055 | 24.865 | 637 | - | 93.750 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (26.327) | (713) | (10.689) | (135) | - | (37.864) |
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar voor leasing | 40.865 | 342 | 14.176 | 502 | - | 55.886 |
Materiële vaste activa inclusief leasing | ||||||
Brutowaarde | 1.309.486 | 2.479.718 | 285.456 | 24.159 | 508.033 | 4.606.851 |
Gecumuleerde afschrijvingen | (572.854) | (1.658.707) | (188.876) | (22.754) | - | (2.443.190) |
Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voorgezette activiteiten inclusief leasing | 736.633 | 821.010 | 96.580 | 1.405 | 508.033 | 2.163.661 |
De afname in investeringsuitgaven (lijn ‘Toevoegingen’) vergeleken met 2019 reflecteert de beslissing die kort na de start van de COVID-19 uitbraak werd genomen om enkele investeringsprojecten uit te stellen met uitzondering van investeringen voor veiligheid en exploitatievergunningen, in afwachting van duidelijkere vooruitzichten van de markt. Rekening houdend met de voortgezette investeringen in de greenfield site van Rechargeable Battery Materials in Polen, was het segment Energy & Surface Technologies goed voor bijna twee derde van investeringsuitgaven van de Groep. Uitgaven voor dit strategische project zullen doorlopen in 2021. De bedrijfsacquisities zijn gelinkt aan de opeenvolgende wijzigingen in de openingsbalans van de verworven kobalt raffinage en kathode precursoren activiteiten in Kokkola aan het einde van december 2019 (Finland) (zie toelichting F8). De wijzigingen in boekhoudprincipes in 2019 zijn gerelateerd aan de introductie van IFRS 16. Bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa zijn voornamelijk gerelateerd aan de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials en bij Catalysis aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren. De lijn ‘Andere wijzigingen’ bevat voornamelijk de overboekingen van materiële vaste activa in aanbouw naar de andere categorieën van materiële vaste activa en in mindere mate de overboeking naar immateriële activa.
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendomsrechten op de materiële vaste activa, uitgezonderd diegene vermeld in toelichting F35.
De deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode bestaan uit de volgende dochterondernemingen of joint ventures:
Land | Functionele waarderings-munt | Deelnemings-percentage | Deelnemings-percentage | |
---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | |||
Voortgezette activiteiten | ||||
Geassocieerde ondernemingen | ||||
IEQSA | Peru | PEN | 40,00 | 40,00 |
Ganzhou Yi Hao Umicore Industries | China | CNY | 40,00 | 40,00 |
Element Six Abrasives | Verenigd Koninkrijk | USD | 40,22 | 40,22 |
Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co.,LTD | China | CNY | 40,00 | 40,00 |
De elementen in de niet-gerealiseerde resultaten voor investeringen via de eigen vermogen methode hebben hoofdzakelijk betrekking tot de reserves voor werknemersvoordelen en voor omrekeningsverschillen.
Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden weergegeven gebruik makend van de vermogensmutatiemethode en vertegenwoordigen ongeveer 1,7% van het geconsolideerde balanstotaal. Umicore heeft geen individuele materiële investeringen in geassocieerde ondernemingen. Rekening houdend met de doelstellingen van de vereisten uit IFRS 12, is Element Six Abrasives de belangrijkste geassocieerde onderneming in dewelke Umicore 40,22% van de aandelen heeft. Element Six is een synthetische diamant materialengroep, die onderdeel uitmaakt van de ‘De Beers’ groep. De groep werkt wereldwijd met productiefaciliteiten in Ierland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Zuid-Afrika. Element Six Abrasives is op basis van hun aangepaste resultaten een winstgevende groep die positieve kasstromen genereert. De functionele munt van de groep is de USD. Umicore is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur en in het Auditcomité van Element Six Abrasives. Buiten haar aandeel in het kapitaal heeft Umicore geen verdere verplichtingen, garanties of engagementen die voortkomen uit het aandeelhouderschap in deze geassocieerde onderneming. Aanpassingen en materiële voorwaardelijke vorderingen met betrekking tot Element Six Abrasives, voor zover die bestaan, staan apart vermeld in de relevante hoofdstukken van het jaarverslag van Umicore (zie toelichting F36 voor een geval dat nog lopende is en geklasseerd kan worden als een voorwaardelijke verplichting bij Element Six Abrasives en toelichting F9 voor aanpassingen).
(EUR duizend) | Nettoboekwaarde | Goodwill | Totaal |
---|---|---|---|
Begin van het boekjaar | 104.653 | 45.989 | 150.642 |
. Resultaat van het boekjaar | (5.332) | - | (5.332) |
. Dividenden | (1.796) | - | (1.796) |
. Bewegingen in overige reserves | 1.536 | - | 1.536 |
. Omrekeningsverschillen | (4.379) | (833) | (5.210) |
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 94.683 | 45.156 | 139.839 |
Het deel van Umicore in de totale balans en resultatenrekening van de geassocieerde ondernemingen en joint-ventures zou het volgende geweest zijn:
(EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
---|---|---|
Activa | 231.747 | 214.719 |
Schulden | 108.620 | 101.894 |
Omzet | 251.313 | 195.889 |
Nettoresultaat | 8.705 | (5.332) |
In de bovenstaande tabel zijn er geen activa of passiva meer gelinkt aan joint-ventures.
(EUR duizend) | Financiële activa aan reële waarde via NGR | Leningen toegekend op lange termijn | |
---|---|---|---|
Financiële vaste activa | |||
Begin van het vorige bookjaar | 8.028 | 2.627 | |
. Toename | 2.375 | 126 | |
. Afname | - | (114) | |
. Omrekeningsverschillen | 3 | 72 | |
. Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen | (9) | - | |
. Andere wijzigingen | 500 | (520) | |
Per einde van het vorige boekjaar | 10.897 | 2.192 | |
. Toename | 1.633 | 753 | |
. Terugneming van bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere financiële activa') | 2 | - | |
. Omrekeningsverschillen | (45) | (79) | |
. Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen | (4.193) | - | |
. Andere wijzigingen | 59 | 386 | |
Per einde van het boekjaar | 8.352 | 3.252 | |
Financiële vlottende activa | |||
. Toename | - | 92 | |
. Afname | - | (1) | |
. Omrekeningsverschillen | - | (12) | |
Per einde van het boekjaar | - | 80 |
De toename en reële waarde erkend in eigen vermogen van de financiële activa in reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten zijn gerelateerd aan bewegingen in niet-geconsolideerde entiteiten. De nieuw toegekende leningen zijn gerelateerd aan de converteerbare leningen aan niet-geconsolideerde entiteiten.
(EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 | |
---|---|---|---|
Analyse van de voorraden | |||
Basisproducten, brutowaarde | 2.469.632 | 2.706.918 | |
Permanent metaal voorraden (niet gedekt) | 862.215 | 775.213 | |
Metaal voorraden beschikbaar voor verkoop (gedekt) | 1.176.095 | 1.477.096 | |
Andere basis produkten voorraden (niet gedekt) | 431.322 | 454.609 | |
Verbruiksgoederen, brutowaarde | 87.030 | 102.163 | |
Waardeverminderingen | (101.960) | (105.715) | |
Betaalde voorschotten | 6.173 | 7.222 | |
Bestellingen in uitvoering | 1.454 | 7.503 | |
Totaal voorraden | 2.462.330 | 2.718.092 | |
* in uitvoering van dekkings instrumenten - zie nota F2.21.1 en F3.2.2 |
De waarde van de voorraden is toegenomen met € 255,8 miljoen vergeleken met december 2019. Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door hogere metaalprijzen die de waarde van de commercieel beschikbare voorraden beïnvloeden. De daling in permanente metaalvoorraden is voornamelijk gerelateerd aan de rationalisering van de permanente kobaltvoorraden in het kader van de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials. De rationalisering resulteerde in een bijzondere waardevermindering van € 34 miljoen die ondergebracht werd bij de aanpassingen.
De totale bruto boekwaarde van Umicore’s permante metaalvoorraden op 31 december 2020 zou € 3.008 miljoen bedragen gerekend aan marktprijzen van 31 december (€ 2.135 miljoen eind december 2019).
In lijn met de boekhoudprincipes die betrekking hebben op de permanente metaalvoorraden (zie toelichting F2.9), werden de permanente metaalvoorraden geacht een onbeperkte levensduur te hebben (dit betekent dat er geen afschrijvingen worden genomen) en zijn ze onderhevig aan Umicore’s jaarlijkse toetsing van eventuele bijzondere waardevermindering van de kasstroomgenererende eenheden die deze voorraden op de balans hebben. Toepassing van de LOCOM-principes op de permanente metaalvoorraden op 31 december 2020 zou aanleiding hebben gegeven tot een non-cash bijzondere waardevermindering van € 110,5 miljoen voor de Groep.
De wijziging in voorraden die in de resultatenrekening is opgenomen onder Grondstoffen en Verbruiksgoederen is een positief bedrag van € 378 miljoen (hetgeen de kasbewegingen op de voorraadbalansen weergeeft).
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendom van de voorraden.
(EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
---|---|---|---|
Op meer dan één jaar | |||
Garanties en deposito's | 8.893 | 8.370 | |
Overige vorderingen op meer dan 1 jaar | 1.972 | 2.574 | |
Personeelsvoordelen | 1.173 | 820 | |
Totaal uit voortgezette activiteiten | 12.038 | 11.764 | |
Op ten hoogste één jaar | |||
Handelsvorderingen (bruto) | 1.171.835 | 1.366.686 | |
Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (22.983) | (22.319) | |
Overige vorderingen (bruto) | 180.336 | 177.008 | |
Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (207) | (207) | |
Te ontvangen interesten | 156 | 495 | |
Reële waarde van te vorderen financiële instrumenten voor kasstroomafdekking | F33 | 19.699 | 45.091 |
Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking | F33 | 47.495 | 23.442 |
Overlopende rekeningen | 37.327 | 86.973 | |
Totaal uit voortgezette activiteiten | 1.433.658 | 1.677.167 |
Vergeleken met 31 december 2020 zijn de handelsvorderingen substantieel toegenomen, gedreven door een aanzienlijke toename bij Catalysis ten gevolge van hogere metaalprijzen.
Totaal | Niet vervallen | Vervallen tussen | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | 0-30 dagen | 30-60 dagen | 60-90 dagen | > 90 dagen | ||
Uitstaande balans van beginboekjaar | ||||||
Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto | 1.131.666 | 928.369 | 160.856 | 22.261 | 5.549 | 14.632 |
Overige vorderingen (bruto) | 180.336 | 179.925 | 595 | (340) | - | 157 |
Verwachte verliezen | 12.794 | 5.431 | 901 | 17 | 1.497 | 4.948 |
Verwachte Verliespercentage | 0,98% | 0,49% | 0,56% | 0,08% | 26,98% | 33,46% |
Uitstaande balans van het boekjaar | ||||||
Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto | 1.328.476 | 1.161.303 | 137.088 | 21.569 | 4.384 | 4.131 |
Overige vorderingen (bruto) | 177.007 | 176.020 | (0) | - | 223 | 765 |
Verwachte verliezen | 14.888 | 9.412 | 1.291 | 334 | 240 | 3.611 |
Verwachte Verliespercentage | 0,99% | 0,70% | 0,94% | 1,55% | 5,21% | 73,75% |
KREDIETRISICO - HANDELSVORDERINGEN
(EUR duizend) | Handelsvorderingen (bruto) | Overige vorderingen (bruto) | Totaal |
---|---|---|---|
Begin van het vorige boekjaar | (22.577) | (247) | (22.824) |
. Waardeverminderingen erkend in resultaat | (9.373) | - | (9.373) |
. Terugneming waardevermindering | 9.705 | 39 | 9.744 |
. Afboeken waardevermindering met de brutowaarde | 83 | - | 83 |
. Andere wijzigingen | (850) | (0) | (850) |
. Omrekeningsverschillen | 30 | 1 | 31 |
Per einde van het vorige boekjaar | (22.983) | (207) | (23.190) |
Begin van het boekjaar | (22.983) | (207) | (23.190) |
. Waardeverminderingen erkend in resultaat | (3.943) | 342 | (3.602) |
. Terugneming waardevermindering | 4.328 | - | 4.328 |
. Afboeken waardevermindering met de brutowaarde | 48 | - | 48 |
. Andere wijzigingen | (408) | (346) | (755) |
. Omrekeningsverschillen | 639 | 5 | 644 |
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | (22.320) | (207) | (22.526) |
De groep past de IFRS 9 vereenvoudigde standaard toe om de verwachte kredietverliezen te meten via een methode die gebruik maakt van een verwacht opgelopen verlies tijdens de levensduur van alle handelsvorderingen. Om de verwachte kredietverliezen te meten, worden de handelsvorderingen gegroepeerd gebaseerd op hun gedeeld kredietrisico en het aantal verlopen dagen. De verwachte verliesratio’s zijn gebaseerd op historische betalingsprofielen en het overeenkomstige kredietverlies. De historische kredietverliezen worden aangepast om huidige en voorspelde informatie over macro-economische factoren mee te nemen die een effect kunnen hebben op de betaalmogelijkheden van de klanten. De groep heeft macro-economische factoren, waarschijnlijkheid van faillissement en het verlies ingeval van faillissement gedefinieerd als meest relevante factoren en past bijgevolg de historische verliesratio’s aan gebaseerd op de verwachte wijzigingen in deze factoren.
In principe gebruikt Umicore kredietverzekering om het kredietrisico betreffende de handelsvorderingen te beperken. In 2020 waren er twee kredietverzekeringspolissen met twee verschillende verzekeraars. Eind 2020 waren op groepsniveau € 355 miljoen uitstaande facturen gedekt door een polis waarbij de schadeloosstelling in geval van niet-betaling opliep tot 95% met een maximale limiet per regio of land. De andere polis dekte € 272 miljoen handelsfacturen met een wereldwijde jaarlijkse aftrek van € 5 miljoen en een jaarlijkse maximale limiet van € 70 miljoen in geval van niet-betaling ten belope van 90%. De groep heeft haar kredietrisico tevens beheerd door facturen ‘non-recourse’ te verkopen (en bijgevolg ook af te boeken) aan financiële instanties (€ 301 miljoen eind 2020 vergeleken met € 213 miljoen eind 2019), gedeeltelijk gedekt door de hierboven vermelde kredietverzekeringspolissen.
Specifiek in China verlaagt Umicore het kredietrisico door het verdisconteren (en bijgevolg ook afboeken) van bankwissels dat het ‘non-recourse’ ontvangt van zijn klanten (€ 245 miljoen eind 2020 egenover € 185 miljoen eind 2019).
Ten slotte functioneren sommige van onze entiteiten zonder kredietverzekering, maar worden in plaats daarvan interne kredietlimieten ingesteld gebaseerd op financiële informatie en kennis van de activiteiten. Deze kredietlimieten worden onderzocht en goedgekeurd door het management.
(EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
---|---|---|
Belastingactiva en -passiva | ||
Belastingvorderingen van het jaar | 45.447 | 39.553 |
Uitgestelde belastingactiva | 168.927 | 221.938 |
Belastingschulden van het jaar | (131.483) | (160.734) |
Uitgestelde belastingpassiva | (11.461) | (22.846) |
Activa | Schulden | Netto | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 |
Per einde van het vorige boekjaar | 132.855 | 168.927 | (6.225) | (11.461) | 126.630 | 157.466 |
Wijzigingen in boekhoudkundige regels | (39) | - | - | - | (39) | - |
Uitgestelde belastingen geboekt in de resultatenrekening | 15.207 | 59.688 | 1.330 | (3.146) | 16.537 | 56.542 |
Uitgestelde belastingen geboekt in het eigen vermogen | 21.502 | (12.208) | 7.276 | 3.632 | 28.778 | (8.576) |
Aankoop door bedrijfsacquisities | - | - | (14.972) | (359) | (14.972) | (359) |
Omrekeningsverschillen | 142 | (6.199) | (152) | 218 | (10) | (5.981) |
Overboekingen | (1.201) | 11.722 | 1.201 | (11.722) | - | - |
Andere wijzigingen | 461 | 8 | 81 | (8) | 542 | - |
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 168.927 | 221.938 | (11.461) | (22.846) | 157.466 | 199.092 |
Activa | Schulden | Netto | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 | 2019 | 2020 |
Uitgestelde belastingen voor elk type van tijdelijke verschillen | ||||||
Immateriële vaste activa | 16.412 | 22.144 | (17.894) | (11.043) | (1.482) | 11.101 |
Goodwill van volledige geconsolideerde participaties | - | - | (561) | (514) | (561) | (514) |
Materiële vaste activa | 11.554 | 11.506 | (33.516) | (29.644) | (21.962) | (18.138) |
Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar | 1.087 | 1.371 | (31) | (181) | 1.056 | 1.190 |
Voorraden | 72.552 | 41.534 | (37.403) | (33.159) | 35.149 | 8.375 |
Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 8.424 | 8.212 | (11.930) | (25.600) | (3.506) | (17.388) |
Eigen vermogen | - | - | (4.032) | (6.148) | (4.032) | (6.148) |
Financiële schulden op lange termijn en overige schulden | 9.109 | 11.688 | (5.172) | (18.023) | 3.937 | (6.335) |
Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn | 81.392 | 89.764 | (8.245) | (8.267) | 73.147 | 81.497 |
Voorzieningen voor leefmilieu op lange termijn | 12.697 | 26.150 | (384) | (378) | 12.313 | 25.772 |
Voorzieningen voor overige risico’s en kosten op lange termijn | 9.480 | 12.968 | (463) | (583) | 9.017 | 12.385 |
Financiële schulden op korte termijn | 539 | 40 | (344) | (1.080) | 195 | (1.040) |
Voorzieningen voor leefmilieu op korte termijn | 2.323 | 1.969 | - | - | 2.323 | 1.969 |
Voorzieningen voor overige risico’s en kosten op korte termijn | 9.079 | 9.952 | (8) | (8) | 9.071 | 9.944 |
Handels- en overige schulden | 36.431 | 67.076 | (5.262) | (1.309) | 31.169 | 65.767 |
Totale uitgestelde belastingen voor tijdelijke verschillen | 271.079 | 304.374 | (125.245) | (135.937) | 145.834 | 168.437 |
Over te dragen verliezen | 56.598 | 70.257 | - | - | 56.598 | 70.257 |
Investeringsaftrek | 1.156 | 867 | - | - | 1.156 | 867 |
Overige | 5.002 | 3.389 | - | - | 5.002 | 3.389 |
Niet-geboekte uitgestelde belastingen | (51.124) | (43.858) | - | - | (51.124) | (43.858) |
Totaal belastingactiva/-passiva | 282.711 | 335.029 | (125.245) | (135.937) | 157.466 | 199.092 |
Compensatie van activa en passiva binnen dezelfde juridische entiteit | (113.784) | (113.091) | 113.784 | 113.091 | - | |
Nettobedrag | 168.927 | 221.938 | (11.461) | (22.846) | 157.466 | 199.092 |
2019 | 2020 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | Basis | Basis | Belasting | Belasting |
Bedrag aan aftrekbare tijdelijke verschillen, fiscale verliezen en belastingkredieten waarvoor geen belastingsactiva werden geboekt | ||||
Vervaldatum zonder tijdslimiet | 187.883 | 158.635 | 51.124 | 43.858 |
De bewegingen van de tijdelijke verschillen zijn geboekt in de resultatenrekening uitgezonderd deze komende van bewegingen die direct geboekt zijn in ‘componenten van niet-gerealiseerde resultaten’.
De grote bewegingen in uitgestelde belastingen direct geboekt in ‘componenten van niet-gerealiseerde resultaten’ zijn uitgestelde belastingen die het gevolg zijn van tijdelijke verschillen in de lijnen ‘Handels - en overige vorderingen’ (negatieve impact van € 6,1 miljoen), ‘Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn’ (positieve impact van € 8,0 miljoen), langetermijn financiële schuld (negatieve impact van € 12,6 miljoen) en ‘Handels- en overige schulden’ (positieve impact van € 2,8 miljoen).
Uitgestelde belastingactiva worden enkel geboekt in de mate dat het gebruik ervan waarschijnlijk is, m.a.w. indien belastbare inkomsten verwacht worden in toekomstige perioden. De Groep gaat uit van een gebruik van uitgestelde belastingactiva over een periode van 5 tot 10 jaar. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de gemaakte schattingen op het moment dat de uitgestelde belastingen werden geboekt.
Niet-geboekte uitgestelde belastingen op de activa voor een bedrag van € 43,9 miljoen komen voornamelijk voort uit fiscale verliezen (€ 39,6 miljoen).
In overeenstemming met IAS 12, werden geen uitgestelde belastingpassiva op belastingvrije reserves van de Belgische vennootschappen geboekt, die potentieel € 37,5 miljoen zouden kunnen bedragen, gezien het management verwacht dat deze belastingpassiva niet zullen worden gerealiseerd in de nabije toekomst.
Eind december 2020 bevatte de kortetermijnschuld voor inkomstenbelastingen van € 160,7 miljoen (2019: € 131,5 miljoen) onzekere belasting posities ten belope van € 114,9 miljoen (€ 91,4 miljoen in 2019).
(EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
---|---|---|
Kas en kasequivalenten | ||
Beleggingen op korte termijn bij banken | 25.524 | 373.904 |
Beleggingen op korte termijn (andere) | 7 | 5 |
Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten | 246.192 | 636.397 |
Totaal kas en kasequivalenten | 271.724 | 1.010.307 |
Krediet op bankrekeningen | 32.493 | 8.678 |
Netto kas en kasequivalenten zoals in de kasstromentabel uit voortgezette activiteiten | 239.231 | 1.001.629 |
Alle kas en kasequivalenten zijn volledig beschikbaar voor de Groep.
Management van het liquiditeitsrisico veronderstelt het aanhouden van voldoende liquide middelen en verhandelbare effecten, het beschikbaar zijn van financiering door een gepast bedrag aan contractueel vastgelegde en niet-vastgelegde kredietlijnen en de mogelijkheid om marktposities te sluiten.
Door het dynamische karakter van de onderliggende transacties, probeert de Groep de flexibiliteit van de financiering door het beschikbaar houden van vastgelegde kredietlijnen te behouden.Een overschot aan liquiditeiten wordt belegd voor zeer korte termijn en dit gespreid over een beperkt aantal kredietwaardige bankrelaties.
De toename van de deposito’s is voornamelijk het gevolg van de ontvangen contanten in het kader van de uitgave van de converteerbare obligatie (€ 500 miljoen nominaal).
Hieronder volgt de detail van het aandeel van de Groep in de valuta omrekeningsverschillen en andere reserves:
(EUR duizend) | Conversierechten opgenomen in het eigen vermogen | Financiële activa aan reële waarde via NGR reserves | Kasstroom-indekkings-reserves - Grondstoffen | Kasstroom-indekkings-reserves - Valuta's | Kasstroom-indekkings-reserves - rentevoeten instrumenten | Latente belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen | Personeels-voordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters | Reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen | Omrekenings-verschillen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begin van het vorige boekjaar | - | 1.150 | (3.925) | 3.411 | (586) | 58.663 | (226.884) | 31.600 | (91.073) | (227.644) |
Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen | - | (129) | (28.728) | 1.937 | (101) | 28.587 | (70.605) | 8.211 | - | (60.828) |
Winst/verlies rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen | - | - | (1.212) | 174 | - | (145) | - | - | - | (1.183) |
Transfer van/naar overgedragen resultaten | - | - | - | - | - | - | - | (2.540) | - | (2.540) |
Andere wijzigingen | - | 120 | - | - | - | - | - | - | - | 120 |
Omrekeningsverschillen | - | - | - | (29) | - | (11) | (539) | - | 8.200 | 7.621 |
Per einde van het vorige boekjaar | - | 1.141 | (33.865) | 5.493 | (687) | 87.094 | (298.028) | 37.271 | (82.873) | (284.454) |
Begin van het vorige boekjaar | - | 1.141 | (33.865) | 5.493 | (687) | 87.094 | (298.028) | 37.271 | (82.873) | (284.454) |
Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen | 50.324 | (4.198) | (20.951) | 7.972 | (84) | (513) | (27.632) | 10.108 | - | 15.026 |
Winst/verlies rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen | - | - | 27.054 | 2.707 | - | (8.057) | - | - | - | 21.704 |
Transfer van/naar overgedragen resultaten | - | - | - | - | - | - | - | (2.737) | - | (2.737) |
Andere wijzigingen | - | - | - | - | - | 868 | (1.775) | - | - | (908) |
Omrekeningsverschillen | - | 5 | 74 | 549 | - | (204) | 2.403 | - | (119.284) | (116.457) |
Per einde van het boekjaar | 50.324 | (3.052) | (27.688) | 16.721 | (771) | 79.187 | (325.033) | 44.642 | (202.157) | (367.826) |
De nettoverliezen opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten betreffende kasstroomindekkingen (€ 13,1 miljoen) zijn de veranderingen in reële waarde van nieuwe of bij de opening bestaande kasstroomindekkingsinstrumenten, maar die nog niet vervallen zijn op jaareinde. De nettoverliezen afgeboekt uit de niet-gerealiseerde resultaten (€ 29,8 miljoen) zijn de reële waarde van de kasstroomindekkingsinstrumenten die bestonden bij de opening en die zijn vervallen tijdens het jaar. De totale impact die geleden werd bij het vervallen van kasstroomindekkingscontracten tijdens het jaar bedraagt een verlies van € 54,8 miljoen dat opgenomen werd in de resultatenrekening. Dit bedrag bevat de vermelde nettoverliezen die werden afgeboekt uit de niet-gerealiseerde resultaten (€ 29,8 miljoen) en de veranderingen in reële waarde tijdens het jaar op vervallen bestaande kasstroomindekkingscontracten en op nieuw gecontracteerde instrumenten tijdens het jaar (€ 25,0 miljoen).
Nieuwe netto herberekeningen op basis van gewijzigde actuariële assumpties op de ‘te bereiken doel’-plannen na uitdiensttreding werden weergegeven in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten voor € -27,6 miljoen. De toekenning van het optieplan van 2020 heeft geleid tot een toename van de reserve voor op aandelen gebaseerde vergoedingen van € 10,1 miljoen (zie toelichting F10, Bezoldigingen en aanverwante voordelen). € 2,7 miljoen werd getransfereerd naar het overgedragen resultaat als gevolg van de uitoefening van aandelenopties en plannen voor gratis aandelen.
De conversierechten die deel uitmaken van de converteerbare obligatie van € 500 miljoen die werd uitgegeven op 23 juni 2020, werden gewaardeerd op € 50,3 miljoen netto van transactiekosten en werden opgenomen in het eigen vermogen (zie toelichting F2.17).
(EUR duizend) | Bankleningen op lange termijn | Lease-leningen | Overige langetermijn-leningen | Totaal |
---|---|---|---|---|
Op meer dan één jaar | ||||
Begin van het vorige boekjaar | 705.004 | 3.843 | 708.846 | |
. Wijzigingen in boekhoudkundige regels | - | 37.262 | - | 37.262 |
. Aankoop door bedrijfsacquisities | - | 3.181 | - | 3.181 |
. Toename | 400.579 | 22.266 | 6 | 422.851 |
. Afname | - | (16.536) | (291) | (16.827) |
. Omrekeningsverschillen | 37 | 89 | - | 126 |
. Overboekingen | (4.354) | 1 | (4.353) | |
Per einde van het vorige boekjaar | 1.101.266 | 46.262 | 3.555 | 1.151.083 |
. Toename | 125.000 | 27.657 | 494.360 | 647.017 |
. Afname | - | (19.801) | (304) | (20.105) |
. Omrekeningsverschillen | (146) | (1.251) | 5 | (1.392) |
. Overboekingen | (21.120) | - | (4) | (21.124) |
.Conversierechten opgenomen in het eigen vermogen | - | - | (50.324) | (50.324) |
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 1.205.000 | 52.865 | 447.289 | 1.705.154 |
Op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | ||||
Per einde van het vorige boekjaar | 3.545 | - | 154 | 3.700 |
. Toename/afname | (12.151) | - | 0 | (12.151) |
. Omrekeningsverschillen | (526) | - | (0) | (526) |
. Overboekingen | 30.922 | - | 4 | 30.926 |
Per einde van het boekjaar | 21.790 | - | 158 | 21.948 |
(EUR duizend) | Bankleningen op korte termijn | Krediet op bank-rekeningen | Kortetermijn-lening: commercial paper | Overige leningen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Op ten hoogste een jaar | |||||
Per einde van het vorige boekjaar | 244.933 | 32.493 | 282.936 | - | 560.363 |
. Toename/afname | 346.873 | (22.392) | (148.654) | 914 | 176.742 |
. Overboekingen | (9.802) | - | - | - | (9.802) |
. Omrekeningsverschillen | (27.738) | (1.424) | - | (910) | (30.072) |
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 554.266 | 8.678 | 134.282 | 4 | 697.230 |
De netto financiële schuld op 31 december 2020 bedroeg € 1.414,0 miljoen, een lichte daling ten opzichte van € 1.443,4 miljoen bij de start van het jaar.
Op 15 juni 2020 hebben Umicore en de Europese Investeringsbank (EIB) een akkoord gesloten over een lening van € 125 miljoen (reële waarde van € 126 miljoen). De opbrengsten van de lening, die een looptijd heeft van 8 jaar, zullen een deel van Umicore’s investering in de kathodematerialenfabriek in Nysa, Polen financieren. Wanneer deze klaar is, zal de greenfield fabriek toeleveren aan de Europese activiteiten van Umicore’s wereldwijde klanten in batterijcellen en de automobielsector.
Op 16 juni 2020 heeft Umicore bevoorrechte niet-verzekerde converteerbare obligaties (‘de obligaties’) uitgegeven met een looptijd van 5 jaar voor een nominaal bedrag van € 500 miljoen. De netto opbrengsten zullen gebruikt worden voor algemene bedrijfsaangelegenheden en om Umicore’s strategische ontwikkelingen omtrent schone mobiliteit en recyclage te financieren. Tenzij ze eerder worden geconverteerd, afgelost of teruggekocht en geannuleerd, zal 100% van het nominale bedrag van de obligaties worden terugbetaald op 23 juni 2025. Bij aanvang heeft Umicore bepaald dat de obligaties voldoen aan de IFRS definitie van samengestelde financiële instrumenten. Het eigen vermogen gedeelte van de converteerbare obligatie, dat de optie vertegenwoordigt om het instrument om te zetten in gewone aandelen, bedraagt op het moment van uitgifte € 50,3 miljoen (netto van de transactiekosten).
De transactiekosten gerelateerd aan de uitgifte van de obligaties werden ondergebracht bij de schulden en componenten van het eigen vermogen van het instrument in verhouding met de toewijzing van de inkomsten.
De reële waarde van de financiële schuldencomponent van de converteerbare obligatie bedroeg € 444,1 miljoen op 31 december 2020.
Op 2 oktober 2020 ontving Umicore bevestiging van Banque de France, zoals voorzien door art. D.213-2 van de “Code monétaire et financier” van de Franse wet, dat de voorwaarden zoals beschreven in de financiële documentatie van haar NEU handelspapier (niet langer dan 1 jaar looptijd) en NEU schuldpapier op middellange termijn (maximale looptijd van 3 jaar), ieder voor een maximaal bedrag van € 600 miljoen, voldoen aan de vereisten van de wet.
Op 31 december 2020 was er een uitstaand bedrag van € 45 miljoen op het NEU CP programma en er was geen uitstaand bedrag op het NEU MTN programma.
Er was een uitstaand bedrag van € 89,75 miljoen op het programma voor Belgisch handelspapier (van de € 600 miljoen die beschikbaar is in het programma).
De financiële schuld omvat de VS private schuldplaatsing die werd uitgegeven in 2019 (€ 390 miljoen; reële waarde van € 431,8 miljoen) en in 2017 (€ 360 miljoen; reële waarde € 394,0 miljoen) en tevens de Schuldschein die werd uitgegeven in 2017 (€ 330 miljoen; reële waarde € 342,2 miljoen).
Op 31 december 2020 waren er geen uitstaande voorschotten onder de € 300 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken met vervaldag in oktober 2022 en geen uitstaande voorschotten onder de € 495 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken vervallend in april 2025.
De voorgemelde kredietfaciliteiten met een Syndicaat van Banken en de langetermijn schuldplaatsingen verplichten de Groep om te voldoen aan standaard financiële verdragen. Umicore heeft geen verdrag overtreden, niet in 2020 noch in vorige jaren.
De langetermijnleningen bevatten vooral schuldinstrumenten in EUR. De gemiddelde interestvoet op de gemiddelde brutoschuld bedroeg 1,91% voor het volledige jaar 2020 (2,11% voor het volledige jaar 2019).
De lijn ‘nieuwe leningen en aflossingen’ in de geconsolideerde kasstroomtabel bevat geen bewegingen op bank overdrafts en valuta omrekeningsverschillen.
De netto ‘hefboomratio’ op het einde van 2020 van 35,0% (35,2% in 2019) en de verhouding netto financiële schuld/EBITDA van 1,76x (vergeleken met 1,92x eind 2019) positioneren de Groep goed binnen haar vooropgestelde limieten van de kapitaalstructuur.
(EUR duizend) | Interest type | < 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Bruto Financiële schulden vorige jaar | |||||
Leasing schuld | - | 38.087 | 8.174 | 46.262 | |
Kredietinstellingen | Vast/Vlottende | 281.126 | 24.820 | - | 305.946 |
Commercial Papers | Vlottende | 282.936 | - | - | 282.936 |
Schuldschein | Vast/Vlottende | - | 287.000 | 43.000 | 330.000 |
US Private Placement | Vast | - | - | 750.000 | 750.000 |
Totaal | 564.062 | 349.907 | 801.174 | 1.715.144 |
(EUR duizend) | Interest type | < 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Bruto Financiële schulden jaar | |||||
Leasing schuld | - | 40.478 | 12.387 | 52.865 | |
Kredietinstellingen | Vast/Vlottende | 584.895 | 3.190 | - | 588.085 |
Commercial Papers | Vlottende | 134.282 | - | - | 134.282 |
Schuldschein | Vast/Vlottende | - | 287.000 | 43.000 | 330.000 |
US Private Placement | Vast | - | - | 750.000 | 750.000 |
EIB lening | Vast | - | - | 125.000 | 125.000 |
Convertibel lening | Vast | - | 444.100 | - | 444.100 |
Totaal | 719.177 | 774.768 | 930.387 | 2.424.332 |
(EUR duizend) | EUR | Overige munten | Totaal |
---|---|---|---|
Uitsplitsing van de schulden per munteenheid (inclusief die die vervallen binnen het jaar) | |||
Bankleningen | 1.205.000 | 21.790 | 1.226.790 |
Overige leningen | 447.445 | 2 | 447.447 |
Financiële schulden op lange termijn (inclusief die die vervallen binnen het jaar) | 1.652.445 | 21.792 | 1.674.237 |
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Financiële schulden op meer dan één jaar | 1.151.083 | 1.705.154 |
Financiële schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 3.700 | 21.948 |
Financiële schulden op ten hoogste één jaar | 560.363 | 697.230 |
Kas en kasequivalenten | (271.724) | (1.010.307) |
Netto financiële schulden | 1.443.422 | 1.414.024 |
Bruto uitstaande schuld | |
---|---|
Bankleningen op korte termijn | 23,8% |
Bankleningen op lange termijn | 49,7% |
Commercial paper | 5,5% |
Krediet op bankrekeningen | 0,4% |
Lease-leningen | 2,2% |
Converteerbare obligatie | 18,3% |
Andere bankfaciliteiten | 0,1% |
(EUR miljoen) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Netto financiële schuld | 1.443,4 | 1.414,0 |
Eigen Vermogen | 2.660,5 | 2.621,9 |
Totaal | 4.103,9 | 4.035,9 |
Hefboomratio (%) | 35,2 | 35,0 |
(EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
---|---|---|---|
Op meer dan één jaar | |||
Handelsschulden | 2.579 | - | |
Overige schulden | 5.520 | 5.682 | |
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van kapitaalsubsidies | 16.021 | 17.823 | |
Totaal uit voortgezette activiteiten | 24.120 | 23.505 | |
Op ten hoogste één jaar | |||
Handelsschulden | 1.466.140 | 1.896.099 | |
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 15.448 | 32.180 | |
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 26.190 | 38.317 | |
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 125.252 | 135.835 | |
Overige schulden | 56.399 | 39.733 | |
Verschuldigde dividenden | 11.657 | 11.618 | |
Te betalen interesten | 7.856 | 9.109 | |
Reële waarde van verschuldigde financiële instrumenten voor kasstroomindekking | F33 | 48.829 | 57.957 |
Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking | F33 | 18.670 | 38.296 |
Overlopende rekeningen | 139.907 | 159.784 | |
Totaal uit voortgezette activiteiten | 1.916.348 | 2.418.928 |
Vergeleken met 31 december 2019 zijn de handelsschulden toegenomen, voornamelijk gedreven door een substantiële toename bij Catalysis, als gevolg van hogere metaalprijzen. Handelsschulden omvatten bankwissels die door Umicore werden uitgegeven in China. Bankwissels zijn een gebruikelijk betaalmiddel in China en genieten vaak de voorkeur van leveranciers vanwege hun overdraagbaarheid, hun gebruik als financieringswaarborg of hun mogelijkheid om geactualiseerd te worden. Eind 2020 had Umicore € 280 miljoen aan bankwissels uitgegeven in China (vergeleken met € 196 miljoen eind 2019). Eind 2020 omvatten de handelsschulden gecontracteerde metalen die teruggekocht moesten worden voor een bedrag van € 230 miljoen (vergeleken met € 206 miljoen eind 2019).
De belastingschulden (andere dan inkomstbelastingen) betreffen vooral BTW schulden.
Van het vorige boekjaar
Contractuele vervaldag | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | < 1 maand | 1 - 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
Financiële schulden | 153.186 | 192.344 | 218.525 | 349.908 | 801.174 | 1.715.137 |
Op ten hoogste één jaar | 153.186 | 192.344 | 218.525 | - | - | 564.055 |
Bankleningen op korte termijn | 130.764 | 56.370 | 57.799 | - | - | 244.933 |
Krediet op bankrekeningen | 21.188 | - | 11.305 | - | - | 32.493 |
Kortetermijnlening: commercial paper | - | 134.155 | 148.781 | - | - | 282.936 |
Overige leningen | (7) | - | 0 | - | - | (7) |
Bankleningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 1.229 | 1.793 | 523 | - | - | 3.545 |
Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 13 | 26 | 116 | - | - | 154 |
Op meer dan één jaar | - | - | - | 349.908 | 801.174 | 1.151.082 |
Bankleningen op meer dan één jaar | - | - | - | 308.267 | 793.000 | 1.101.267 |
Leasing schuld | - | - | - | 38.087 | 8.174 | 46.261 |
Overige leningen op meer dan één jaar | - | - | - | 3.554 | - | 3.555 |
Handels- en overige schulden | 1.343.059 | 323.292 | 231.717 | 29.510 | 12.891 | 1.940.469 |
Op ten hoogste één jaar | 1.343.059 | 323.292 | 231.717 | 18.281 | - | 1.916.349 |
Handelsschulden | 1.113.438 | 216.335 | 136.367 | - | - | 1.466.140 |
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 5.092 | 8.720 | 1.636 | - | - | 15.448 |
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 22.491 | 3.700 | (0) | - | - | 26.190 |
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 43.063 | 26.409 | 55.780 | - | - | 125.252 |
Overige schulden | 25.106 | 16.656 | 14.638 | - | - | 56.400 |
Verschuldigde dividenden | 11.657 | - | - | - | - | 11.657 |
Te betalen interesten | 6.165 | 1.390 | 300 | - | - | 7.856 |
Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomafdekking | 399 | 9.372 | 20.778 | 18.281 | - | 48.829 |
Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking | 8.198 | 8.252 | 2.219 | - | - | 18.670 |
Overlopende rekeningen | 107.450 | 32.457 | 0 | - | - | 139.907 |
Op meer dan één jaar | - | - | - | 11.229 | 12.891 | 24.120 |
Handelsschulden | - | - | - | - | 2.579 | 2.579 |
Overige schulden | - | - | - | 1.192 | 4.328 | 5.520 |
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | - | - | - | 10.037 | 5.984 | 16.021 |
Van het boekjaar
Contractuele vervaldag | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
(EUR thousand) | < 1 maand | 1 - 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 - 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
Financiële schulden | 274.765 | 90.870 | 353.542 | 774.766 | 930.387 | 2.424.330 |
Op ten hoogste één jaar | 274.765 | 90.870 | 353.542 | - | - | 719.177 |
Bankleningen op korte termijn | 231.384 | 55.590 | 267.293 | - | - | 554.266 |
Krediet op bankrekeningen | 8.678 | - | - | - | - | 8.678 |
Kortetermijnlening: commercial paper | 25.000 | 35.250 | 74.032 | - | - | 134.282 |
Overige leningen | - | 4 | - | - | - | 4 |
Bankleningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 9.691 | - | 12.099 | - | - | 21.790 |
Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen | 13 | 26 | 119 | - | - | 158 |
Op meer dan één jaar | - | - | - | 774.766 | 930.387 | 1.705.153 |
Bankleningen op meer dan één jaar | - | - | - | 287.000 | 918.000 | 1.205.000 |
Leasing schuld | - | - | - | 40.478 | 12.387 | 52.865 |
Overige leningen op meer dan één jaar | - | - | - | 447.288 | 0 | 447.288 |
Handels- en overige schulden | 1.377.057 | 362.626 | 659.330 | 32.008 | 11.409 | 2.442.430 |
Op ten hoogste één jaar | 1.377.057 | 362.626 | 659.330 | 19.912 | - | 2.418.925 |
Handelsschulden | 1.105.279 | 246.622 | 544.198 | - | - | 1.896.099 |
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 13.586 | 18.199 | 395 | - | - | 32.180 |
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 35.188 | 2.591 | 539 | - | - | 38.317 |
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 38.663 | 41.765 | 55.407 | - | - | 135.835 |
Overige schulden | 28.760 | 4.627 | 6.346 | - | - | 39.733 |
Verschuldigde dividenden | 11.618 | - | - | - | - | 11.618 |
Te betalen interesten | 6.960 | 1.653 | 496 | - | - | 9.109 |
Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomafdekking | 471 | 9.324 | 28.631 | 19.527 | - | 57.953 |
Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking | 16.119 | 17.902 | 3.890 | 385 | - | 38.296 |
Overlopende rekeningen | 120.413 | 19.943 | 19.428 | - | - | 159.784 |
Op meer dan één jaar | - | - | - | 12.096 | 11.409 | 23.505 |
Overige schulden | - | - | - | 1.182 | 4.500 | 5.682 |
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | - | - | - | 10.914 | 6.909 | 17.823 |
De Groep heeft diverse wettelijke en feitelijke verplichtingen aangaande plannen met een ‘te bereiken doel’, voornamelijk met betrekking tot de Belgische en Duitse activiteiten.
(EUR duizend) | Vergoedingen na uitdiensttreding - pensioenen en aanverwante | Vergoedingen na uitdienst-treding - overige | Vergoedingen loopbaan-beëindiging - brugpensioenen en aanverwante | Andere langetermijn-personeels-vergoedingen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Per einde van het vorige boekjaar | 347.160 | 3.806 | 26.546 | 15.137 | 392.650 |
. Toename (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | 27.668 | (106) | 6.157 | 1.335 | 35.054 |
. Terugnemingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | (63) | - | - | (7) | (70) |
. Bestedingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | (25.943) | (170) | (4.985) | (723) | (31.820) |
. Impact interestvoet en actualisering (inbegrepen in 'Financiële kosten') | 3.175 | 9 | 23 | 110 | 3.317 |
. Omrekeningsverschillen | (72) | (282) | (444) | (24) | (822) |
. Overboekingen | 747 | (467) | (210) | (26) | 44 |
. Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | 28.162 | (159) | (0) | 0 | 28.004 |
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 380.834 | 2.633 | 27.087 | 15.802 | 426.356 |
(EUR duizend) | 31/12/2019 | Bewegingen 2020 | 31/12/2020 |
---|---|---|---|
België | 67.478 | 28.095 | 95.573 |
Duitsland | 297.653 | 3.090 | 300.743 |
Subtotaal | 365.131 | 31.185 | 396.316 |
Overige entiteiten | 27.519 | 2.522 | 30.040 |
Totaal uit voortgezette activiteiten | 392.650 | 33.707 | 426.356 |
Bovenstaande tabel geeft de waarden van en de bewegingen op de voorzieningen voor personeelsvoordelen van de dochterondernemingen, die onder de integrale consolidatiemethode opgenomen zijn, weer.
De vergoedingen loopbaanbeëindiging bevatten hoofdzakelijk Belgische plannen voor vervroegd pensioen en enkele ontslagvergoedingen in Korea. Andere langetermijnvoordelen omvatten voornamelijk jubileumpremies in België en Duitsland.
De lijnen ‘Toename’, ‘Terugnemingen’ en ‘Bestedingen’ van de voorzieningen voor personeelsvoordelen kunnen in verband worden gebracht met de lijn ‘Voorzieningen voor personeelsvoordelen’ van toelichting F10. Het bedrag opgenomen in het niet-gerealiseerde resultaat vloeit voornamelijk voort uit een daling van de verdisconteringsvoeten van de pensioenplannen. De samenhang tussen toelichting F23 en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten is voorzien in onderstaande tabel.
De plannen met ‘vaste bijdrage’ van de Groep in sommige landen als de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland zijn niet omvat in deze toelichting gezien deze bedragen direct worden opgenomen in de resultatenrekening onder de lijn ‘Bijdragen tot pensioenplannen met vaste bijdrage’ (zie toelichting F10).
De hierna volgende toelichtingen onder IAS 19 werden overgenomen uit de verslagen opgemaakt door externe actuarissen.
Umicore’s ‘te bereiken doel’-pensioenplannen voor de 2 belangrijkste landen zijn als volgt:
BELGIË | Karakteristieken van de ‘te bereiken doel’-plannen De netto voorzieningen voor pensioenen van € 95,5 miljoen kunnen onderverdeeld worden in ‘te bereiken doel’-plannen voor na de uitdiensttreding (€ 67,2 miljoen waarvan € 172,9 miljoen de verplichtingen en € 105,7 miljoen is gerelateerd aan de activa van de plannen), plannen voor vergoedingen bij loopbaanbeëindiging (€ 6,3 miljoen van de verplichting is niet gefinancierd), jubileumpremies (€ 3,5 miljoen, niet-gefinancierd) en plannen met vaste bijdrage voor na de uitdiensttreding en bonus spaarplannen met gegarandeerd rendement en bijgevolg behandeld als ‘te bereiken doel’-plannen (€ 18,6 miljoen waarvan € 131,3 miljoen de verplichting is en € 112,7 miljoen gerelateerd is aan de activa van de plannen). Financiering Reële waarde van planactiva |
DUITSLAND | Karakteristieken van de ‘te bereiken doel’-plannen De netto provisies voor pensioenen van € 300,7 miljoen bevatten voornamelijk de ‘te bereiken doel’-pensioenplannen van Degussa, waaronder het bijdrage plan waar de aanpassingen van de doelen aan inflatie en interestvoet gegarandeerd zijn (€ 224,1 miljoen), de gesloten en open compensatieplannen (€ 62,0 miljoen), een plan voor de jubileumpremies (€ 7,0 miljoen) en andere vergoedingen voor bij loopbaanbeëindiging (€ 7,8 miljoen). Financiering Reële waarde van planactiva |
De belangrijkste risico’s met betrekking tot de ‘te bereiken doel’-plannen zijn:
• De volatiliteit van de activa: de plankosten worden aan de hand van een verdisconteringsvoet berekend, die refereert naar rendementen van bedrijfsobligaties. Indien de planactiva onder dit rendement presteren, zal dit een tekort creëren.
• Wijzigingen in het rendement van obligaties: een vermindering in het rendement van bedrijfsobligaties zal de planverplichtingen doen stijgen, hoewel dit gedeeltelijk gecompenseerd zal worden door een stijging van de waarde van de obligaties van het plan.
• Salarisrisico: het merendeel van de verplichtingen aangaande de ‘te bereiken doel’-plannen worden berekend met referentie aan de toekomstige salarissen van de planleden. Hoger dan verwachte salarisverhogingen van planleden zullen dus leiden tot hogere verplichtingen.
• Risico van levensduur: alle pensioenplannen, met uitzondering van het uitgestelde compensatieplan vanaf 2014, voorzien lijfrenten die het risico van de levensduur met zich meebrengen, d.w.z. het risico van een verlenging van de betalingsperiode door de verlenging van de levensverwachting. Het bedrijf hanteert cijfers van de levensverwachtingen die afhangen van het geboortejaar om dit risico in de pensioenverplichtingen te omvatten.
• Risico van uitgaande kasstroom: bij overlijden voor pensionering en door de te verschaffen voordelen bij werkonbekwaamheid is er een risico van uitgaande kasstroom voorafgaand aan de pensionering.
• Wetgevingsrisico: indien de wet inzake de pensioenvoordelen wijzigt, kan dit leiden tot een wijziging in de verplichtingen.
Er zijn bijkomende risico’s in Duitsland:
• In Duitsland bestaan er twee pensioenplannen met vaste bijdrage die gefinancierd worden door ‘Pensionskasse Degussa’ (PKD) of het ondersteuningsfonds ‘Unterstützungskasse Degussa’ (RUK). Met betrekking tot de vereiste aanpassingen van de pensioenen betaald door deze plannen, bestaat er een risico dat deze aanpassingen niet volledig gedragen zullen kunnen worden door de PKD of RUK en bijgevolg kunnen resulteren in bijkomende niet-gefinancierde pensioenverplichtingen. Dit deel van de PKD en RUK plannen wordt bijgevolg beschouwd als ‘te bereiken doel’-plan en het risico van de bijkomende verplichting, waarvan verwacht wordt dat het er zal zijn tot eind 2023, werd opgenomen in de verplichtingen voor ‘te bereiken doel’-plannen en wordt jaarlijks herzien (bijkomende verplichting van € 5,1 miljoen voor PKD en € 0,9 miljoen voor RUK aan het einde van 2020).
• Het afgesloten uitgesteld compensatieplan voorziet een gegarandeerde interestvoet van 6,0% p.a. Dit doet het risico voor pensioenkosten stijgen bovenop het herleide salaris. Het plan werd op 31 december 2013 afgesloten en door een nieuw plan vervangen zonder aanzienlijk risico in dat opzicht.
Enkele risico’s hebben louter betrekking op België:
• Onder de Belgische wetgeving die van toepassing is op de 2e pijler van de pensioenplannen (de zogenaamde ‘Wet Vandenbroucke’), moeten alle Belgische plannen met ‘vaste bijdrage’ onder IFRS beschouwd worden als ‘te bereiken doel’-plannen. De wet Vandenbroucke verklaart dat in het kader van plannen met ‘vaste bijdrage’, de werkgever een minimumrendement van 3,75% moet garanderen op de werknemersbijdragen en 3,25% op de werkgeversbijdragen. Echter, kort voor het einde van 2015 werd een Belgische wetswijziging van kracht die een daling van het gegarandeerde minimum van 3,25% voorziet. Het nieuwe minimum hangt af van de Belgische 10 jaars-OLO obligaties, maar wel binnen een bereik van 1,75%-3,25%. Momenteel bedraagt het 1,75% en is het van toepassing voor de jaren na 2015 voor toekomstige bijdragen en ook op de gecumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015 als de financieringsorganisatie geen garanties geeft over het resultaat op de bijdragen tot de pensioenleeftijd. Als de financieringsorganisatie die wel garandeert, zijn de tarieven van 3,25%/3,75% nog steeds van toepassing.
Vanwege dit minimumrendement is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Verdere bijdragen kunnen nodig zijn mochten de activa ontoereikend blijken om de minimale voordelen uit te betalen. De groep heeft plannen die gefinancierd worden door verzekeringscontracten en een plan dat gefinancierd wordt door IORP. De ‘te bereiken doel’ verplichtingen hierboven zijn samengevoegd met de andere ‘te bereiken doel’ plannen. De ‘Project Unit Credit’ (PUC) methodologie is gebruikt.
De totale ‘te bereiken doel’ verplichtingen met betrekking tot deze plannen liepen op tot € 131,3 miljoen op het einde van december 2020 en activa ten belope van € 112,7 miljoen.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Wijziging in de verplichtingen voor personeelsvoordelen | ||
Verplichting bij het begin van het boekjaar | 549.052 | 651.685 |
Kosten van diensten geleverd in het jaar | 32.958 | 34.591 |
Interestkosten | 9.908 | 6.246 |
Bijdragen van de planparticipanten | 946 | 905 |
Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de demografische veronderstellingen | 1.133 | 1.556 |
Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de financiële veronderstellingen | 81.769 | 29.185 |
Actuariële verliezen en winsten – ervaringsaanpassingen | 3.032 | 2.942 |
Uitbetaalde voordelen | (24.272) | (26.873) |
Betaalde onkosten | (3.773) | (1.819) |
Combinaties | 74 | 157 |
Omrekeningsverschillen | 858 | (1.353) |
Verplichting per einde van het boekjaar | 651.685 | 697.222 |
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Veranderingen in de planactiva | ||
Reële waarde van de planactiva bij begin van het boekjaar | 216.101 | 259.952 |
Verwacht rendement op de planactiva | 3.740 | 2.349 |
Actuariële verliezen en winsten | 17.138 | 5.398 |
Bijdragen van de werkgever | 49.291 | 32.473 |
Bijdragen van de planparticipanten | 946 | 905 |
Uitkeringen van het plan/bedrijf | (24.272) | (26.873) |
Betaalde onkosten | (3.823) | (1.870) |
Nettotransfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) | 87 | (76) |
Omrekeningsverschillen | 744 | (568) |
Reële waarde van de planactiva per einde van het boekjaar | 259.952 | 271.690 |
De pensioenplannen in België, Korea, Liechtenstein en Japan zijn geheel of gedeeltelijk gefinancierd met planactiva die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van toegezegde pensioenrechten. Alle andere plannen zijn gedeeltelijk en niet-gefinancierde
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Bedragen opgenomen in de balans | ||
Verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten | 651.685 | 697.222 |
Reële waarde van de planactiva van de fondsen | 259.952 | 271.690 |
Tekort/overschot van gefinancierde plannen | 391.733 | 425.532 |
Netto passiva/activa | 391.733 | 425.532 |
Componenten van de pensioenkost | ||
Bedragen geboekt in de resultatenrekening van de periode | ||
Kosten van diensttijd van het jaar | 32.958 | 34.591 |
Interestkost | 9.908 | 6.246 |
Interestbaten van planactiva | (3.740) | (2.349) |
Herwaarderingen van Andere langetermijnvoordelen | (1.890) | 277 |
Administratieve kosten en belastingen | 51 | 51 |
Totale pensioenkost opgenomen in de winst/verlies rekening | 37.287 | 38.816 |
Bedragen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | ||
Gecumuleerde actuariële verliezen en winsten bij het begin van het boekjaar | 199.949 | 270.082 |
Actuariële verliezen en winsten van het boekjaar | 70.882 | 28.004 |
Minderheidsbelangen | (772) | 37 |
Andere wijzigingen | - | 1.775 |
Omrekeningsverschillen | 23 | (69) |
Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten door geconsolideerde ondernemingen | 270.082 | 299.829 |
Actuariële verliezen en winsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 27.944 | 25.202 |
Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten | 298.026 | 325.030 |
Herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen) | (70.605) | (27.632) |
Omrekeningsverschillen zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen) | (539) | 2.403 |
Herwaarderingen gerelateerd aan minderheidsbelangen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat (inclusief omrekeningsverschillen) | (776) | 32 |
Totaal aan herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat | (71.921) | (25.198) |
Omrekeningsverschillen zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen) | 539 | (2.403) |
Omrekeningsverschillen gerelateerd aan minderheidsbelangen | 4 | 5 |
Herwaarderingen gerelateerd aan geassocieerde ondernemingen. | 496 | (409) |
Totaal aan herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat zoals in toelichting F27 | (70.882) | (28.004) |
Herwaarderingen (geboekt in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten) | ||
Effect van wijzigingen in de demografische veronderstellingen | 1.070 | 1.433 |
Effect van wijzigingen in de financiële veronderstellingen | 80.772 | 29.124 |
Effect van ervaringsaanpassingen | 5.859 | 2.677 |
Rendement op de planactiva (exclusief interestbaten) | (17.015) | (5.230) |
Totaal herwaarderingen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten | 70.686 | 28.004 |
De interestkost, het rendement op de planactiva en de impact door verdiscontering op plannen andere dan voordeelplannen voor na uitdiensttreding worden geboekt onder de financiële kosten in de resultatenrekening (zie toelichting F11). Alle andere elementen van de jaarlijkse kost worden geboekt onder het bedrijfsresultaat onder de rubriek ‘bezoldigingen en personeelsvoordelen’.
Herberekeningen van het jaar opgenomen in het eigen vermogen hebben hun oorsprong in een verandering van de verdisconteringsvoet op de pensioenplannen en verschillen tussen het verwachte en actuele rendement op de planactiva.
2019 | 2020 | |
---|---|---|
VOORNAAMSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN | ||
Gewogen gemiddelde veronderstellingen ter bepaling van de verplichtingen per einde van het jaar | ||
Actualisatievoet (%) | 0,95 | 0,78 |
Percentage van salarisverhogingen (%) | 2,60 | 2,55 |
Percentage van de inflatie (%) | 1,78 | 1,75 |
Percentage van pensioenverhogingen (%) | 1,30 | 1,30 |
Gewogen gemiddele veronderstellingen ter bepaling van de nettokost | ||
Actualisatievoet (%) | 1,85 | 0,95 |
Verwachte toename van salarissen (%) | 2,85 | 2,60 |
Percentage van de inflatie (%) | 1,78 | 1,78 |
Percentage van pensioenverhogingen (%) | 1,36 | 1,30 |
2020 | ||
---|---|---|
Reële waarde van alle planactiva | Reële waarde van planactiva met beurskoers | |
Planactiva | ||
Kas en kasequivalenten | 25.629 | 25.624 |
aandeleninstrumenten | 37.215 | 37.204 |
Schuldinstrumenten | 104.902 | 104.786 |
Onroerend goed | 6.083 | 6.078 |
Activa aangehouden door verzekeringsmaatschappijen | 92.047 | 79.106 |
Overige | 5.814 | 4.542 |
Totaal planactiva | 271.690 | 257.340 |
De veronderstellingen worden aanbevolen door de lokale actuarissen in lijn met IAS 19 herzien. De standaardreferentie voor de Eurozone is de iBOXX AA Index opbrengst en gelijkaardige indexen worden gebruikt voor de andere regio’s. De tabellen voor de levensverwachting zijn specifiek voor elk land.
Andere planactiva zijn grotendeels geïnvesteerd in verzekeringscontracten en banktermijndeposito’s. De veronderstelling inzake de verwachte langetermijnrendementsvoet op de activa is gedocumenteerd voor elk individueel plan zoals aanbevolen door de lokale actuarissen.
2020 | ||
---|---|---|
Sensitiviteit +0,25% | Sensitiviteit -0,25% | |
Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op actualisatievoet | ||
Huidige waarde van de verplichting | 658.818 | 709.792 |
Gewogen gemiddelde periode van toegezegde pensioenrechten | 14,18 | 15,63 |
Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op inflatiepercentage | ||
Huidige waarde van de verplichting | 672.805 | 642.411 |
Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op verhogingspercentage | ||
Huidige waarde van de verplichting | 691.403 | 670.934 |
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
AANSLUITING BALANS | ||
Balans verplichtingen (activa) bij het begin van het boekjaar | 332.951 | 391.734 |
Opgenomen pensioenkosten in W&V van het boekjaar | 37.287 | 38.816 |
Bedragen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen van het boekjaar | 70.686 | 28.004 |
Werkgeversbijdragen via fondsen gestort in het boekjaar | (37.964) | (20.633) |
Werkgeversbijdragen onmiddellijk gestort in het boekjaar | (11.327) | (11.840) |
Bedragen geboekt voor combinaties | (13) | 233 |
Omrekeningsverschillen | 114 | (785) |
Balans verplichtingen/activa op het jaareinde | 391.734 | 425.529 |
Voorziening voor personeelsvoordelen op lange termijn passiva | 392.651 | 426.356 |
Personeelsvoordelen oplange termijn activa (nota F20) | (744) | (820) |
Diverse | (173) | (7) |
Netto personeelsverplichtingen op balans | 391.734 | 425.529 |
Op 31 december | |||||
---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Huidige waarde van de verplichting | 521.153 | 552.021 | 549.052 | 651.685 | 697.222 |
Reële waarde planactiva | 183.246 | 209.774 | 216.101 | 259.952 | 271.690 |
Tekort/overschot van plannen | 337.907 | 342.247 | 332.951 | 391.733 | 425.532 |
Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen | (16.036) | (5.286) | 4.410 | (17.138) | (5.398) |
Ervaringsaanpassingen op de verplichtingen | 14.861 | 4.611 | 5.967 | 3.032 | 2.942 |
(EUR duizend) | 2020 |
---|---|
VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGENDE JAREN | |
Verwachte bijdragen van de werkgever | 34.132 |
Verwachte totaal pensioenrechtenbetalingen | |
Jaar 1 | 31.359 |
Jaar 2 | 25.960 |
Jaar 3 | 25.600 |
Jaar 4 | 20.150 |
Jaar 5 | 29.209 |
De volgende 5 jaren | 160.840 |
Plan | Vervaldatum | UITOEFENING | Uitoefenprijs (EUR) (de uitoefensprijs kan hoger zijn in bepaalde landen) | Aantal opties dat nog uitgeoefend moet worden |
---|---|---|---|---|
ISOP 2014 | 10/02/2021 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 16,14 | 101.750 |
15,80 | 3.000 | |||
16,49 | 7.875 | |||
112.625 | ||||
ISOP 2015 | 09/02/2022 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 17,29 | 344.315 |
18,90 | 10.000 | |||
19,50 | 24.750 | |||
379.065 | ||||
ISOP 2016 | 04/02/2023 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 16,63 | 720.750 |
720.750 | ||||
ISOP 2017 | 13/02/2024 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 25,50 | 977.000 |
27,04 | 23.750 | |||
1.000.750 | ||||
ISOP 2018 | 08/02/2025 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 40,90 | 1.182.625 |
1.182.625 | ||||
ISOP 2019 | 10/02/2026 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 34,08 | 1.216.000 |
36,78 | 5.000 | |||
1.221.000 | ||||
ISOP 2020 | 09/02/2027 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 42,05 | 1.168.375 |
1.168.375 | ||||
Total | 5.785.190 |
ISOP verwijst naar ‘Incentive Stock Option Plan’ (wereldwijd plan voor kaderleden).
Aandelenopties, waarvan typisch de rechten werden verworven op de datum van toekenning, worden verwacht om vereffend te worden met bestaande aandelen. Opties die niet uitgeoefend werden voor de vervaldatum, vervallen automatisch.
2019 | 2020 | |||
---|---|---|---|---|
Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefensprijs | Aantal opties | Gewogen gemiddelde uitoefensprijs | |
UITSTAANDE AANDELENOPTIES GEDURENDE HET JAAR | ||||
Uitstaande begin van het boekjaar | 5.356.854 | 24,14 | 5.641.250 | 27,42 |
Toegekend tijdens boekjaar | 1.221.000 | 34,09 | 1.168.375 | 42,05 |
Uitgeoefend tijdens het boekjaar | 936.604 | 17,37 | 1.024.435 | 18,25 |
Uitstaande einde boekjaar | 5.641.250 | 27,42 | 5.785.190 | 32,00 |
Uitoefenbaar einde boekjaar | 5.641.250 | 27,42 | 5.785.190 | 32,00 |
De nog niet vervallen opties op het einde van het boekjaar, hebben een gemiddelde gewogen looptijd tot januari 2025.
De details betreffende de berekening van de netto boekwaarde van de toegekende opties zijn voorzien onder toelichting F10 betreffende bezoldigingen en aanverwante voordelen.
(EUR duizend) | Voorzieningen voor bodemsanering en landschapsherstel | Overige voorzieningen voor leefmilieu | Totaal |
---|---|---|---|
Per einde van het vorige boekjaar | 57.992 | 10.089 | 68.081 |
. Aankoop door bedrijfsacquisities | - | 2.079 | 2.079 |
. Toename (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | 54.479 | 7.703 | 62.182 |
. Terugnemingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | (353) | (197) | (550) |
. Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | (1.777) | (6.501) | (8.278) |
. Actualisering (begrepen in 'Netto financiële kosten') | 53 | - | 53 |
. Omrekeningsverschillen | (2.156) | - | (2.156) |
. Andere wijzigingen | (0) | (38) | (38) |
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 108.238 | 13.136 | 121.374 |
waarvan : - op meer dan één jaar | 105.093 | 7.165 | 112.258 |
waarvan : - op ten hoogste één jaar | 3.145 | 5.971 | 9.116 |
Voorzieningen voor wettelijke en feitelijke verplichtingen met betrekking tot leefmilieu zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen evenals historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden gekend op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
De voorzieningen stegen met € 53,3 miljoen, waarbij bijkomende voorzieningen hoger zijn dan de gebruiken en terugnemingen van bestaande voorzieningen.
De bedrijfsacquisities zijn gerelateerd aan de opeenvolgende correcties van de openingsbalans in Finland in de loop van 2020 (toelichting F8).
De nieuwe provisies voor bodem en grondwater remediëring zijn voornamelijk gelinkt aan nieuwe provisies die werden genomen in België voor de sites in Hoboken en Olen. Bij Recycling werd een kost van € 50,9 miljoen in rekening gebracht, bestaande uit € 50,0 miljoen voorziening om de kosten te dekken gerelateerd aan de intentie om de huizen te kopen die het dichtst bij de fabriek in Hoboken staan en om een groene zone aan te leggen. Deze kosten bestaan uit de geschatte aankoopwaarde van de huizen (gebaseerd op de raming van een derde partij) die gesloopt zullen worden alsmede een schatting van de kosten voor het slopen van de huizen en herinrichten van het landschap. Overleg met het stadsbestuur en de inwoners is lopende en zou kunnen leiden tot aanpassingen van deze kostenraming.
Het merendeel van de provisies voor bodem en grondwater remediëring in 2020 hebben betrekking op de realisatie van site remediëringsprogramma’s in Frankrijk, in de VS en in België.
Begin 2020 heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) richtlijnen opgesteld voor de permanente sanering en opslag van historisch radioactief materiaal gerelateerd aan Umicore’s site in Olen, België. Er werden gezamenlijke werkgroepen opgericht, inclusief overheidsagentschappen zoals NIRAS/ONDRAF, OVAM, FANC en Umicore om een plan uit te werken waarin de verschillende stappen worden beschreven die nodig zijn om tot een oplossing voor permanente oplsag te komen. Deze oefening zal een bijstelling omvatten van de toekomstig geschatte sanerings- en opslagkosten en specifieke bestaande milieuvoorzieningen, van zodra de technische aspecten zijn bepaald. Momenteel wordt verwacht dat het ontwikkelen en implementeren van dit gedetailleerde plan meerdere jaren in beslag zal nemen. In de tussentijd zal Umicore de situatie blijven monitoren om te garanderen dat uit deze overblijfselen geen risico’s voortvloeien, noch voor de werknemers op de site, noch voor de omwonende bevolking.
De beweging in de overige voorzieningen leefmilieu hebben vooral betrekking op aanpassing van CO2 emissierechten in België.
Het management verwacht dat de belangrijkste kasuitgaven met betrekking tot deze projecten voor niet-recurrente elementen zullen gebeuren binnen de tien jaar.
(EUR duizend) | Voorzieningen voor herstructurering en reorganisatie | Voorzieningen voor geschillen | Voorzieningen voor verlieslatende contracten met betrekking tot IFRS 9 | Overige voorzieningen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Per einde van het vorige boekjaar | 22.945 | 3.288 | 24.105 | 53.293 | 103.631 |
. Toename (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | 39.590 | - | - | 24.819 | 64.409 |
. Terugnemingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | (3.111) | - | (2.650) | (16.552) | (22.313) |
. Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten') | (9.888) | (569) | (528) | (9.190) | (20.175) |
. Omrekeningsverschillen | (2.100) | (32) | (964) | (1.489) | (4.585) |
. Overboekingen | (6.581) | - | - | 6.572 | (9) |
Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten | 40.856 | 2.686 | 19.963 | 57.454 | 120.958 |
waarvan : - op meer dan één jaar | 29.154 | 945 | - | 39.683 | 69.782 |
waarvan : - op ten hoogste één jaar | 11.703 | 1.741 | 19.963 | 17.773 | 51.180 |
Voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen en andere risico’s en kosten zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen, alsook historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden die gekend zijn op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
Voorzieningen zijn in het totaal met € 17,3 miljoen gestegen.
De bijkomende voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen werden aangelegd voor de herstructureringsinitiatieven in België, in de VS, en in Frankrijk voor € 9,4 miljoen. Tevens werd € 14,7 miljoen geboekt bij Rechargeable Battery Materials in verband met de herconfiguratie van een site in Korea en € 13,9 miljoen in Catalysis gerelateerd aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren.
De aanwending van de reorganisatie- en herstructureringsvoorzieningen hebben betrekking op de uitvoering van reeds aangekondigde herstructureringen in de VS en in Duitsland.
De voorzieningen voor geschillen zijn exclusief de belastingsvoorzieningen gerelateerd aan IFRIC 23 aangezien deze geboekt worden onder de lijn ‘Schulden voor winstbelasting’.
De voorzieningen voor verlieslatende contracten gerelateerd aan IFRS 9 houden verband met de introductie van IFRS 9 voor reële waarde indekking. Het beleid van de Groep omtrent transactionele metaalindekking bepaalt dat waarderingsprincipes voor aanpassingen naar reële marktwaarde aanvankelijk worden toegepast op alle elementen van de transactionele indekkingspositie, indekkingsinstrumenten en ingedekte zaken. Waar mogelijk, gebeurt dit volgens IFRS 9 criteria rond de indekkingsboekhouding. Wanneer IFRS 9 indekkingsboekhouding niet toegepast kan worden, compenseert Umicore volgens IAS 37 principes iedere beduidend positieve aanpassing naar reële marktwaarde onder de voorzieningen voor verlieslatende contracten (zie ook toelichtingen F2.21.1, F3.2.2 en F4.5). De wijzigingen van de provisies voor aan IFRS 9 gerelateerde verlieslatende contracten resulteerden in een netto daling van € 4,1 miljoen.
De overige voorzieningen voor risico’s en kosten omvatten andere voorzieningen voor verlieslatende contracten ten belope van € 12,7 miljoen (netto toename van € 9,5 miljoen vergeleken met 2019) en voorzieningen voor risico’s met betrekking tot garanties en het terugroepen van producten omwille van niet-adequate kwaliteit voor een bedrag van € 32,8 miljoen (netto daling van € 10,3 miljoen vergeleken met 2019). Deze zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan risico’s in verband met toepassingen voor de eindmarkten in de automobielsector bij Catalysis en Energy & Surface Technologies (voor deze laatste verwijzend naar het specifieke provisioneringsmodel dat in 2018 geïntroduceerd werd).
Er is geen betrouwbare analyse mogelijk met betrekking tot de verwachte timing van de cash uitstromen gelinkt aan het niet-recurrente deel van de provisie voor andere verplichtingen en kosten.
(EUR duizend) | Toelichting | 31/12/2019 | 30/06/2020 | 31/12/2020 |
---|---|---|---|---|
Immateriële vaste activa | F14,F15 | 370.859 | 345.630 | 346.888 |
Materiële vaste activa | F16 | 2.094.672 | 2.082.292 | 2.163.661 |
Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode | F17 | 150.642 | 144.233 | 139.839 |
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten | F18 | 10.897 | 10.480 | 8.352 |
Voorraden | F19 | 2.462.330 | 2.516.570 | 2.718.092 |
Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar (zonder personeelsvoordelen) | F20 | 10.865 | 9.815 | 10.945 |
Bijgestelde handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.405.810 | 1.281.869 | 1.611.461 | |
Terug te vorderen belastingen | 45.447 | 39.076 | 39.553 | |
Activa opgenomen in het aangewend kapitaal | 6.551.521 | 6.429.964 | 7.038.790 | |
Handels- en overige schulden op meer dan één jaar | F25 | 24.120 | 21.246 | 23.505 |
Bijgestelde handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | 1.867.518 | 1.807.704 | 2.360.975 | |
Omrekeningsverschillen | F23 | (82.870) | (154.151) | (202.148) |
Voorzieningen op meer dan een jaar | F29,F30 | 107.487 | 106.666 | 182.040 |
Voorzieningen op ten hoogste een jaar | F29,F30 | 64.230 | 50.721 | 60.296 |
Te betalen belastingen | 131.483 | 147.874 | 160.734 | |
Passiva opgenomen in het aangewend kapitaal | 2.111.969 | 1.980.060 | 2.585.401 | |
Aangewend kapitaal | 4.439.552 | 4.449.904 | 4.453.389 | |
Eliminaties | 2.439 | 2.707 | 3.191 | |
Aangewend kapitaal zoals gepubliceerd | 4.441.991 | 4.452.611 | 4.456.580 | |
Gemiddeld aangewend kapitaal, in semester voor afsluitingsdatum | 4.208.271 | 4.454.596 | ||
Gemiddeld aangewend kapitaal, in jaar | 4.048.377 | 4.450.948 | ||
Aangepaste EBIT | F9 | 508.920 | 536.361 | |
ROCE | 12,57% | 12,05% |
De aangepaste kortetermijnhandelsvorderingen opgenomen in ‘Aangewend Kapitaal’ bevatten niet de ‘margin calls’ (€ 20,6 miljoen eind 2020) noch de geboekte winsten op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten (€ 45,1 miljoen in 2020). De aangepaste kortetermijnhandelsschulden opgenomen in ‘Aangewend Kapitaal’ bevatten niet de verliezen op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten (58,0 miljoen eind 2020).
Het gemiddeld aangewend kapitaal voor de halve jaren wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal op het einde van de periode en het aangewend kapitaal van de vorige periode. Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het hele jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het gemiddeld aangewend kapitaal van beide halfjaren.
Per einde van het vorige boekjaar
Boekwaarde | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | Niveau | Reële waarde | Reële waarde indekkingsboekhouding (*) | Cash flow indekkingsboekhouding | Leningen, handels-vorderingen en schulden | Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR |
ACTIVA | ||||||
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten | 10.897 | - | - | - | 10.897 | |
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten - aandelen | 1 | 10.897 | - | - | - | 10.897 |
Leningen toegekend | 2.192 | - | - | 2.192 | - | |
Leningen toegekend | 2.192 | - | - | 2.192 | - | |
Handels- en overige vorderingen | 1.445.696 | 47.495 | 19.699 | 1.378.502 | - | |
Op meer dan één jaar | ||||||
Garanties en deposito's | 8.893 | - | - | 8.893 | - | |
Overige vorderingen op meer dan één jaar | 1.972 | - | - | 1.972 | - | |
Personeelsvoordelen | 1.173 | - | - | 1.173 | - | |
Op ten hoogste één jaar | ||||||
Handelsvorderingen (bruto) | 1.171.835 | - | - | 1.171.835 | - | |
Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (22.983) | - | - | (22.983) | - | |
Overige vorderingen (bruto) | 180.336 | - | - | 180.336 | - | |
Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (207) | - | - | (207) | - | |
Te ontvangen interesten | 2 | 156 | - | - | 156 | - |
Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking | 2 | 19.699 | - | 19.699 | - | - |
Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking | 47.495 | 47.495 | - | - | - | |
Overlopende rekeningen | 37.327 | - | - | 37.327 | - | |
Kas en kasequivalenten | 271.723 | - | - | 271.723 | - | |
Beleggingen op korte termijn bij banken | 25.524 | - | - | 25.524 | - | |
Beleggingen op korte termijn (andere) | 7 | - | - | 7 | - | |
Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten | 246.192 | - | - | 246.192 | - | |
Totaal financiële instrumenten (activa) | 1.730.508 | 47.495 | 19.699 | 1.652.417 | 10.897 | |
Passiva | ||||||
Financiële schulden | 1.753.145 | - | - | 1.715.146 | - | |
Op meer dan één jaar | ||||||
Bankleningen | 1.139.266 | - | - | 1.101.266 | - | |
Leasing leningen | 46.262 | - | - | 46.262 | - | |
Overige leningen | 3.555 | - | - | 3.555 | - | |
Op ten hoogste één jaar | ||||||
Bankleningen | 248.478 | - | - | 248.478 | - | |
Krediet op bankrekeningen | 32.493 | - | - | 32.493 | - | |
Commercial paper | 282.936 | - | - | 282.936 | - | |
Overige leningen | 155 | - | - | 155 | - | |
Handels- en overige schulden | 1.940.468 | 18.670 | 48.829 | 1.872.969 | - | |
Op meer dan één jaar | ||||||
Handelsschulden | 2.579 | - | - | 2.579 | - | |
Overige schulden | 5.520 | - | - | 5.520 | - | |
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | 16.021 | - | - | 16.021 | - | |
Op ten hoogste één jaar | ||||||
Handelsschulden | 1.466.140 | - | - | 1.466.140 | - | |
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 15.448 | - | - | 15.448 | - | |
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 26.190 | - | - | 26.190 | - | |
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 125.252 | - | - | 125.252 | - | |
Overige schulden | 56.399 | - | - | 56.399 | - | |
Verschuldigde dividenden | 11.657 | - | - | 11.657 | - | |
Te betalen interesten | 7.856 | - | - | 7.856 | - | |
Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking | 2 | 48.829 | - | 48.829 | - | - |
Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking | 2 | 18.670 | 18.670 | - | - | - |
Overlopende rekeningen | 139.907 | - | - | 139.907 | - | |
Totaal financiële instrumenten (passiva) | 3.693.613 | 18.670 | 48.829 | 3.588.115 | - | |
(*) zie nota F33.2 §1 voor de klassificatie van deviezen en basis materialen indekkingsinstrumenten. |
Per einde van het boekjaar
Boekwaarde | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | Niveau | Reële waarde | Reële waarde indekkingsboekhouding (*) | Cash flow indekkingsboekhouding | Leningen, handels-vorderingen en schulden | Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR |
Activa | ||||||
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten | 8.352 | - | - | - | 8.352 | |
Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten - aandelen | 1 | 8.352 | - | - | - | 8.352 |
Leningen toegekend | 3.332 | - | - | 3.332 | - | |
Leningen toegekend | 3.332 | - | - | 3.332 | - | |
Handels- en overige vorderingen | 1.688.931 | 23.442 | 45.091 | 1.620.398 | - | |
Op meer dan één jaar | ||||||
Garanties en deposito's | 8.370 | - | - | 8.370 | - | |
Overige vorderingen op meer dan één jaar | 2.574 | - | - | 2.574 | - | |
Personeelsvoordelen | 820 | - | - | 820 | - | |
Op ten hoogste één jaar | ||||||
Handelsvorderingen (bruto) | 1.366.686 | - | - | 1.366.686 | - | |
Handelsvorderingen (waardeverminderingen) | (22.319) | - | - | (22.319) | - | |
Overige vorderingen (bruto) | 177.008 | - | - | 177.008 | - | |
Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (207) | - | - | (207) | - | |
Te ontvangen interesten | 495 | - | - | 495 | - | |
Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking | 2 | 45.091 | - | 45.091 | - | - |
Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking | 2 | 23.442 | 23.442 | - | - | - |
Overlopende rekeningen | 86.973 | - | - | 86.973 | - | |
Kas en kasequivalenten | 1.010.306 | - | - | 1.010.306 | - | |
Beleggingen op korte termijn bij banken | 373.904 | - | - | 373.904 | - | |
Beleggingen op korte termijn (andere) | 5 | - | - | 5 | - | |
Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten | 636.397 | - | - | 636.397 | - | |
Totaal financiële instrumenten (activa) | 2.710.921 | 23.442 | 45.091 | 2.634.036 | 8.352 | |
Passiva | ||||||
Financiële schulden | 2.495.431 | - | - | 2.424.331 | - | |
Op meer dan één jaar | ||||||
Bankleningen | 1.276.100 | - | - | 1.205.000 | - | |
Leasing leningen | 52.865 | - | - | 52.865 | - | |
Overige leningen | 447.289 | - | - | 447.289 | - | |
Op ten hoogste één jaar | ||||||
Bankleningen | 576.056 | - | - | 576.056 | - | |
Krediet op bankrekeningen | 8.678 | - | - | 8.678 | - | |
Commercial paper | 134.282 | - | - | 134.282 | - | |
Overige leningen | 162 | - | - | 162 | - | |
Handels- en overige schulden | 2.442.433 | 38.296 | 57.957 | 2.346.180 | - | |
Op meer dan één jaar | ||||||
Overige schulden | 5.682 | - | - | 5.682 | - | |
Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies | 17.823 | - | - | 17.823 | - | |
Op ten hoogste één jaar | ||||||
Handelsschulden | 1.896.099 | - | - | 1.896.099 | - | |
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering | 32.180 | - | - | 32.180 | - | |
Belastingen andere dan belastingen op het resultaat | 38.317 | - | - | 38.317 | - | |
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten | 135.835 | - | - | 135.835 | - | |
Overige schulden | 39.733 | - | - | 39.733 | - | |
Verschuldigde dividenden | 11.618 | - | - | 11.618 | - | |
Te betalen interesten | 9.109 | - | - | 9.109 | - | |
Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking | 2 | 57.957 | - | 57.957 | - | - |
Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking | 2 | 38.296 | 38.296 | - | - | - |
Overlopende rekeningen | 159.784 | - | - | 159.784 | - | |
Totaal financiële instrumenten (passiva) | 4.937.864 | 38.296 | 57.957 | 4.770.511 | - | |
(*) zie nota F33.2 §1 voor de klassificatie van deviezen en basis materialen indekkingsinstrumenten. |
De leningen en schulden zijn uitgegeven aan een marktrentevoet welke geen grote verschillen met zich meebrengt vergeleken met de effectieve marktrentevoet. Alle categorieën van financiële instrumenten van Umicore worden aan hun reële waarde weergegeven behalve de langlopende bank- en andere leningen waarvan de boekwaarde verschilt van de reële marktwaarde (zie toelichting F24). De reële waarde van de financiële instrumenten die verhandeld worden in actieve markten is gebaseerd op de koers in de desbetreffende markt op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de financiële instrumenten die niet vrij verhandeld worden in een actieve markt wordt bepaald door middel van valorisatietechnieken. De meest gebruikte techniek is de geactualiseerde kasstromen analyse waarbij de heersende marktomstandigheden op het einde van het boekjaar gebruikt worden. De reële waarde van rentevoetswaps, in bijzonder, wordt berekend door de huidige waarde te nemen van de geschatte toekomstige kasstromen. De reële waarde van forward wisselkoers-,metaal- en energiecontracten wordt bepaald door de genoteerde wissel-, metaal- en energiekoersen op het einde van het boekjaar te nemen. De reële waarde van de vrij verhandelde financiële vaste activa welke door de groep gehouden worden, is de genoteerde marktwaarde op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de financiële passiva wordt geschat door de toekomstige contractuele kasstromen te verdisconteren aan de huidige marktrentevoet. De genomen marktrentevoet is deze rentevoet die beschikbaar is voor de groep voor gelijkaardige financiële instrumenten. Door van de nominale waarde van de handelsvorderingen en -schulden de desbetreffende bijzondere waardevermindering af te trekken, wordt hun reële waarde benaderd.
De Groep heeft de wijzigingen in IFRS 7 betreffende de waardering van financiële instrumenten in de balans aan werkelijke waarde, aangenomen vanaf januari 2009. De wijzigingen hebben tot gevolg dat de aanpassingen naar reële waarde gerapporteerd worden volgens volgende hiërarchie:
Niveau 1: Waardering gebaseerd op beurskoersen op actieve markten voor identieke activa of passiva.
Niveau 2: Waardering gebaseerd op waarneembare gegevens andere dan beurskoersen.
Niveau 3: Waardering gebaseerd op niet-waarneembare gegevens.
Binnen de Groep zijn de financiële activa aan reële waarde via niet-gerealiseerd resultaat gewaardeerd volgens niveau 1. Alle afgeleide producten voor metaal, energie en wisselkoersen zijn gewaardeerd volgens niveau 2.
Umicore is blootgesteld aan fluctuaties van grondstofprijzen, wisselkoersen en rentevoeten.
De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (verkoopcontracten) zou € 18,2 miljoen lager/hoger zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou € 3,0 miljoen hoger/lager zijn als de energieprijzen met 10% zouden stijgen/dalen. De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou € 7,9 miljoen hoger/lager zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële marktwaarde van andere financiële verkoopinstrumenten zou € 32,3 miljoen lager/hoger zijn en deze van andere financiële aankoopinstrumenten zou € 3,6 miljoen hoger/lager zijn indien de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 11,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 16,1 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 0,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de ZAR en zou € 1,1 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de ZAR.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 4,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou € 4,9 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 3,8 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou € 4,2 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 9,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou € 10,6 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 5,4 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de BRL en zou € 6,9 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de BRL.
De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou € 2,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de CAD en zou € 2,5 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de CAD.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 56,3 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 68,8 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 11,6 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 14,1 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de USD zou € 18,9 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 23,2 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 36,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou € 44,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de CNY zou € 29,8 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou € 36,4 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 18,1 miljoen hoger zijn als de CNY 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 22,1 miljoen lager zijn als de CNY 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 12,0 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou € 14,6 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de PLN zou € 12,3 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou € 15,0 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.
De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 7,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de HKD en zou € 9,4 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de HKD.
De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou € 9,6 miljoen lager zijn indien de KRW 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou € 7,9 miljoen hoger zijn als de KRW 10% deprecieert ten opzichte van de USD.
De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de KRW zou € 10,0 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou € 12,2 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.
Umicore dekt zijn structureel en transactiegebonden goederen- (metaal en energie), valuta- en rentevoetrisico’s in door gebruik te maken van metaalinstrumenten (voornamelijk deze genoteerd op de London Metal Exchange), valuta-instrumenten en rentevoet-swaps met erkende makelaars en banken.
Nominaal of contractueel bedrag | Reële waarde | |||
---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht | 186.117 | 131.855 | (41.403) | (49.786) |
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht | (76.930) | (86.877) | 7.538 | 22.099 |
Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht | 319.897 | 641.320 | (829) | 12.606 |
Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht | (64.264) | (79.688) | 6.250 | 2.986 |
Forward rentevoet swapscontracten | 40.000 | 40.000 | (687) | (771) |
Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen) | (29.130) | (12.866) | ||
Erkend in handels- en overige vorderingen | 19.699 | 45.091 | ||
Erkend in handels- en overige schulden | (48.829) | (57.957) | ||
Totaal reële waarde-impact (voor geassocieerde ondernemingen en joint ventures) | 72 | 1.114 | ||
Totaal | (29.058) | (11.752) |
De principes en de documentatie over de ingedekte risico’s alsook de timing gerelateerd aan de kasstroomindekkingsactiviteiten van de Groep zijn vermeld in toelichting F3, Beheer van financiële risico’s .
De reële waarden van de effectieve indekkingsinstrumenten worden in eerste instantie erkend in de reële waardereserves opgenomen onder het eigen vermogen. Nadat de onderliggende of aangegane transacties zich voordoen, worden ze afgeboekt uit het eigen vermogen (zie toelichting F23).
De termijnovereenkomsten voor verkochte goederen werden opgezet voor de indekking van voornamelijk de volgende goederen: goud, zilver, palladium, platina, nikkel, lood en koper. De termijnovereenkomsten voor aangekochte goederen werden opgezet voor de indekking van prijsrisico’s op elektriciteit, gas en stookolie en voor nikkel.
De termijnovereenkomsten voor verkochte deviezen werden opgezet voor zowel de indekking van de USD ten opzichte van de EUR, KRW, CNY, BRL en CAD als de EUR ten opzichte van de ZAR en CNY.
De condities voor alle termijncontracten zijn gangbare marktcondities.
In die omstandigheden waar documentatie voor indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd onder IFRS 9 niet beschikbaar is, worden financiële instrumenten, gebruikt voor het indekken van structurele risico’s van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter wel degelijk gebruikt om toekomstige waarschijnlijke kasstromen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.
De kasstroomindekking van Umicore is op geen enkele manier ineffectief geweest in 2019, noch in 2020.
De reële waarde van de indekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de koersen van het contract en de slotkoersen bij jaarafsluiting. De totale reële waarde van financiële instrumenten voor kasstroomindekking had een negatieve impact op de reële waarde reserves in eigen vermogen aan het einde van 2020. Deze negatieve impact is het meest significant voor verkochte goederen, terwijl aangekochte goederen en forward contracten voor wisselskoersen deze negatieve impact deels compenseren. De meerderheid van deze indekkingsinstrumenten heeft een vervaldag binnen de twee jaar.
Nominaal of contractueel bedrag | Reële waarde | |||
---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | 31/12/2019 | 31/12/2020 | 31/12/2019 | 31/12/2020 |
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht | 389.955 | 303.729 | 28.666 | (19.549) |
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht | (390.761) | (33.687) | (937) | 1.891 |
Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht | 1.346.766 | 1.532.188 | 2.818 | 5.342 |
Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht | (613.466) | (536.554) | (1.723) | (2.539) |
Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen) | 28.824 | (14.854) | ||
Erkend in handels- en overige vorderingen | 47.495 | 23.442 | ||
Erkend in handels- en overige schulden | (18.670) | (38.296) | ||
Totaal | 28.824 | (14.854) |
De principes en de documentatie over de transactiegebonden indekkingen door de Groep zijn beschreven in toelichting F3, Beheer van financiële risico’s. Onder Umicore’s indekkingsbeleid worden financiële instrumenten voor het indekken van wisselkoersen en grondstoffen gebruikt voor het beschermen van de reële waarden van de onderliggende ingedekte zaken (activa, schulden en vaste verplichtingen) en worden aan reële waarde opgenomen op de balansdatum. Umicore mag indekkingsboekhouding volgens de criteria van IFRS 9 (zie toelichting F2.21.1) toepassen voor het indekken van de reële waarde van haar blootstelling aan wisselkoersen. Voor de indekking van de reële waarde van haar blootstelling aan grondstoffen mag Umicore geen indekkingsboekhouding volgens de criteria van IFRS 9 toepassen. Daarom worden financiële instrumenten voor indekking van grondstoffen gewaardeerd aan reële waarde alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Echter, dergelijke instrumenten worden gebruikt om bestaande transacties in te dekken, die worden beschouwd als ingedekte zaken onder Umicore’s beleid voor transactioneel indekkingsrisico (voornamelijk voorraden en vaste verplichtingen) en bijgevolg zijn deze instrumenten voor het indekken van grondstoffen, die bijgehouden worden ter verhandeling, niet speculatief van aard. De boekhoudkundige behandeling van ingedekte zaken zonder IFRS 9 indekkingsboekhouding wordt verder beschreven in toelichting F30 ‘Voorzieningen voor overige risico’s en kosten’.
De reële waarden worden rechtstreeks opgenomen in de resultatenrekening onder ‘Andere bedrijfsopbrengsten’ voor de instrumenten gerelateerd aan grondstoffen en onder ‘Netto financiële kosten’ voor de valuta-gerelateerde instrumenten.
De reële waarde van de indekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de koersen van het contract en de slotkoersen. De erkenning van de bewegingen van de reële waarde van financiële instrumenten in geval van reële waarde indekking heeft een negatieve impact op de bedrijfsinkomsten aan het einde van 2020. Het overgrote deel van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten is niet materieel aangezien de marktprijs niet significant afwijkt van de contractprijzen. Enkel voor verkochte goederen is de reële waarde materieel. Deze hebben betrekking op metaal indekkingsinstrumenten waarvan het merendeel een vervaldag heeft binnen het volgende jaar. Echter, rekening houdend met het voornemen van de Groepsregels voor transactionele indekking, is de netto impact op de bedrijfsopbrengsten van de reële waarde van indekkingsinstrumenten en ingedekte elementen neutraal. De verkoopstermijnovereenkomsten dienen voornamelijk om de volgende metalen in te dekken: goud, zilver, palladium, platina, nikkel, lood en koper. De aankoopstermijncontracten dienen voornamelijk om goud, zilver, nikkel, lood en koper in te dekken. De termijncontracten voor deviezen dekken zowel de USD in tegenover EUR, KRW, CNY, BRL en CAD als de EUR tegenover CNY, ZAR, CAD, CHF, JPY, THB, DKK en PLN.
Contractuele vervaldag - nominaal bedrag | Contractuele vervaldag - reële waarde | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | < 1 maand | 1 - 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 - 5 jaar | Totaal | < 1 maand | 1 - 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 - 5 jaar | Totaal |
ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | ||||||||||
Risico verbonden aan metaalprijzen | ||||||||||
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 1.099 | 2.078 | 9.231 | 2.286 | 14.694 | 119 | 245 | 1.002 | 25 | 1.391 |
Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | - | - | - | 64.264 | 64.264 | - | - | - | 9.764 | 9.764 |
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking) | 49.076 | 59.043 | 131.159 | - | 239.279 | 8.620 | 10.327 | 14.812 | - | 33.760 |
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking) | 16.865 | 270.499 | - | - | 287.364 | 233 | 7.370 | - | - | 7.603 |
Risico verbonden aan deviezen | ||||||||||
Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 3.828 | 7.480 | 33.933 | 67.372 | 112.613 | 77 | 153 | 680 | 1.383 | 2.294 |
Termijncontracten: deviezen aankoop (CFH) | - | - | - | 64.264 | 64.264 | - | - | - | 6.250 | 6.250 |
Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking) | 621.600 | 85.064 | 170.640 | - | 877.304 | 3.608 | 760 | 1.053 | - | 5.421 |
Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking) | 244.968 | 9.171 | 593 | - | 254.732 | 567 | 140 | 4 | - | 711 |
PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE) | ||||||||||
Renterisico | ||||||||||
Rentevoetswaps | - | - | - | 40.000 | 40.000 | - | - | - | (687) | (687) |
Risico verbonden aan metaalprijzen | ||||||||||
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | - | 26.944 | 53.907 | 90.572 | 171.423 | - | (8.634) | (16.467) | (17.694) | (42.795) |
Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | - | - | 10.372 | 2.295 | 12.667 | - | - | (2.125) | (101) | (2.226) |
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking) | 20.221 | 82.057 | 48.397 | - | 150.676 | (372) | (3.303) | (1.418) | - | (5.094) |
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking) | 45.294 | 38.073 | 20.030 | - | 103.397 | (4.700) | (3.849) | 9 | - | (8.540) |
Risico verbonden aan deviezen | ||||||||||
Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 15.419 | 30.481 | 125.662 | 35.723 | 207.284 | (399) | (738) | (2.186) | 200 | (3.123) |
Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking) | 313.853 | 145.539 | 10.071 | - | 469.462 | (1.543) | (949) | (110) | - | (2.603) |
Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking) | 237.483 | 22.170 | 98.779 | 301 | 358.733 | (1.582) | (151) | (701) | (0) | (2.434) |
Contractuele vervaldag - nominaal bedrag | Contractuele vervaldag - reële waarde | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(EUR duizend) | < 1 maand | 1 - 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 - 5 jaar | Totaal | < 1 maand | 1 - 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 - 5 jaar | Totaal |
Activa instrumenten | ||||||||||
Risico verbonden aan metaalprijzen | ||||||||||
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | - | 249 | 661 | 743 | 1.653 | - | 6 | 7 | (4) | 9 |
Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH) | 2.719 | 5.547 | 35.851 | 42.760 | 86.877 | 1.007 | 2.081 | 10.155 | 8.855 | 22.099 |
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking) | 15.741 | 14.752 | - | - | 30.493 | 1.151 | 780 | - | - | 1.931 |
Risico verbonden aan deviezen | ||||||||||
Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 32.269 | 55.116 | 260.213 | 204.150 | 551.748 | 1.452 | 2.436 | 11.856 | 4.254 | 19.997 |
Termijncontracten: deviezen aankoop (CFH) | 3.336 | 6.807 | 28.824 | 33.226 | 72.194 | 103 | 210 | 1.042 | 1.632 | 2.986 |
Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking) | 594.604 | 522.845 | 173.820 | - | 1.291.269 | 6.530 | 5.360 | 5.008 | - | 16.897 |
Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking) | 98.242 | 10.145 | 1.786 | 630 | 110.803 | 4.478 | 124 | 4 | 8 | 4.614 |
Passiva instrumenten | ||||||||||
Renterisico | ||||||||||
Rentevoetswaps | - | - | - | 40.000 | 40.000 | - | - | - | (771) | (771) |
Risico verbonden aan metaalprijzen | ||||||||||
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH) | 288 | 15.247 | 46.867 | 67.800 | 130.202 | (13) | (8.268) | (24.383) | (17.131) | (49.795) |
Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking) | 44.004 | 162.083 | 97.642 | - | 303.729 | (6.675) | (11.827) | (1.047) | - | (19.549) |
Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking) | 3.195 | - | - | - | 3.195 | (40) | - | - | - | (40) |
Risico verbonden aan deviezen | ||||||||||
Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH) | 3.148 | 8.156 | 34.112 | 39.750 | 85.167 | (458) | (927) | (4.381) | (1.626) | (7.391) |
Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking) | 92.962 | 56.711 | 91.247 | - | 240.920 | (7.111) | (3.228) | (1.216) | - | (11.555) |
Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking) | 211.408 | 144.148 | 51.452 | 18.743 | 425.751 | (2.293) | (2.847) | (1.628) | (385) | (7.153) |
De kasstromentabel bestaat uit de kasstromen afkomstig van respectievelijk de bedrijfs-, de investerings- en de financieringsactiviteiten van de betreffende periode. Voor de opmaak van de bedrijfskasstromen werd de indirecte methode toegepast.
Het nettoresultaat werd aangepast voor:
• de impact van operaties die geen kasuitgaven inhouden zoals voorzieningen, bijzondere waardeverminderingen, waardering aan marktwaarde, enz., evenals de wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal;
• elementen van de opbrengsten en kosten verbonden aan de investerings- en de financieringskasstromen.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Aanpassing voor niet-kastransacties | ||
Afschrijvingen | 244.038 | 267.941 |
(Terugneming van) Bijzondere waardeverminderingen | 23.602 | 87.543 |
Waardering aan marktwaarde van de voorraden en engagementen | (38.277) | 464 |
Koersverschillen op leningen langetermijnleningen | (1.946) | (4.169) |
Voorraden en voorzieningen voor dubieuze debiteuren | 39.926 | 7.012 |
Afschrijving van kapitaalsubsidies | (904) | (199) |
Op aandelen gebaseerde vergoedingen | 8.211 | 10.108 |
Wijziging in voorzieningen | (67.349) | 80.323 |
Totaal | 207.302 | 449.023 |
Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of financieringskasstromen | ||
Belastingen van de periode | 96.691 | 59.131 |
Interestkosten (-opbrengsten) | 41.042 | 57.910 |
(Meerwaarde) Minwaarde op overdracht van vaste activa | (8.033) | (760) |
Opbrengsten uit dividenden | (133) | (230) |
Totaal | 129.568 | 116.051 |
Wijzigingen in de behoefte aan bedrijfskapitaal | ||
Voorraden | (154.236) | (255.762) |
Handels- en overige vorderingen | (271.357) | (237.694) |
Handels- en overige schulden | 383.700 | 531.216 |
Zoals in de geconsolideerde balans | (41.893) | 37.760 |
Transacties zonder impact op kasstromen (*) | (10.329) | 17.742 |
Elders gepubliceerde transacties (**) | (79.639) | (37.822) |
Impact van bedrijsfacquisities | 56.050 | (3.136) |
Omrekeningsverschillen | (2.630) | (118.300) |
Zoals in de geconsolideerde kasstromentabel | (78.441) | (103.756) |
(*) De transacties zonder impact op kasstromen komen in de meeste gevallen van de waardering aan marktwaarde van voorraden en engagementen, van strategische en transactionele hedging resultaten en bijzondere waardeverminderingen van voorraden en dubieuze debiteuren.
(**) De transacties die elders gepubliceerd worden zijn het gevolg van gewijzigde te ontvangen en nog te betalen interesten, dividenden en belastingen.
(EUR duizend) | Netto kas en -kasequivalenten | Leningen (zonder krediet op bankrekeningen) | Netto financiële schulden |
---|---|---|---|
Per einde van het vorige boekjaar | 239.231 | 1.682.653 | 1.443.422 |
Kassstromen van de periode | 762.398 | 733.001 | (29.397) |
Per einde van het boekjaar | 1.001.629 | 2.415.654 | 1.414.025 |
De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten na belastingen bedroegen € 528,3 miljoen. De netto werkkapitaalbehoeften voor voortgezette activiteiten stegen met € 103,8 miljoen in 2020 ten opzichte van 2019. Deze stijging weerspiegelt een uitgesproken stijging bij Catalysis en in mindere mate bij Recycling door op jaarbasis sterke prijsstijgingen van edelmetalen, in het bijzonder PGM prijzen. Energy & Surface Technologies rapporteerde op jaarbasis een daling van de werkkapitaalbehoeften ten gevolge van gematigde verkoopvolumes en metaalprijzen.
De netto-kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten voor voorgezette activiteiten daalden met € 320,6 miljoen in 2020. De investeringen voor de voortgezette activiteiten bedroegen € 403,2 miljoen als de geactiveerde O&O-kosten uitgesloten zijn, zoals in de Umicore-definitie over investeringen (zie Glossarium). Deze afname in investeringsuitgaven reflecteert de beslissing die kort na de start van de COVID-19 uitbraak werd genomen om enkele investeringsprojecten uit te stellen met uitzondering van investeringen voor veiligheid en exploitatievergunningen, in afwachting van duidelijkere vooruitzichten van de markt. Rekening houdend met de voortgezette investeringen in de greenfield site van Rechargeable Battery Materials in Polen was het segment Energy & Surface Technologies goed voor bijna twee derde van investeringsuitgaven van de Groep. Uitgaven voor dit strategische project zullen doorlopen in 2021. Geactiveerde ontwikkelingskosten bedroegen € 32 miljoen vergeleken met €35 miljoen in 2019.
De kasstroom gegenereerd in financieringsactiviteiten is vooral te wijten aan de netto stijging van de schuldgraad (€ 806,0 miljoen). De kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten is vooral gelinkt aan de aankoop en het gebruik van eigen aandelen om opties uit te oefenen (€ 26,9 miljoen), de betaling van dividenden (€ 65,0 miljoen) en de betaling van interesten (€ 56,3 miljoen) en de terugbetaling van de lease schuld (€ 19,8 miljoen).
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Verwerving van materiële vaste activa | 529.487 | 391.475 |
Verwerving van immateriële vaste activa | 58.362 | 44.060 |
Verwerving van vaste activa | 587.849 | 435.535 |
O&O-investeringen | 34.660 | 32.368 |
Investering uit voortgezette activiteiten | 553.189 | 403.168 |
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de Groep | 24.802 | 30.999 |
Door de Groep gestelde zekerheden voor rekening van derden | 10.903 | 6.940 |
Ontvangen zekerheden | 130.005 | 68.596 |
Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de Groep | 515.254 | 1.513.704 |
Verplichtingen tot aankoop en verkoop van vaste activa | 567 | 288 |
Commerciële engagementen voor aangekochte te ontvangen basismaterialen | 679.569 | 701.475 |
Commerciële engagementen voor verkochte te leveren basismaterialen | 1.213.465 | 1.667.126 |
Goederen en waarden van derden gehouden door de Groep | 3.635.638 | 4.930.583 |
Diverse rechten en verbintenissen | 567 | 288 |
Totaal | 6.210.203 | 8.919.711 |
Deze zijn gewaarborgde en niet-gewaarborgde zekerheden gegeven door derden aan de schuldeisers van de Groep ter garantie van de aflossing van de actuele en toekomstige schulden en verplichtingen van de Groep.
Deze zijn zekerheden of onomkeerbare verbintenissen gegeven door de Groep ten voordele van derden ter garantie van de voldoende aflossing van schulden en bestaande of toekomstige verplichtingen door derden jegens hun schuldeisers.
Er zijn geen engagementen tot leningen aan derde partijen.
Dit zijn ontvangen panden en zekerheden die het toereikend voldoen van schulden en bestaande of potentiële engagementen van derden tegenover de onderneming en haar dochterondernemingen garanderen, met uitzondering van kasgaranties en obligaties.
De ontvangen zekerheden hebben betrekking tot crediteurenzekerheden gedekt door financiële instellingen. Deze zekerheden zijn opgemaakt voor het indekken van de goede uitwerking van werken door de crediteuren. Sommige delen van de ontvangen zekerheden hebben ook betrekking tot klantenzekerheden voornamelijk ontvangen van de moedermaatschappij in naam van één van de filialen. Een klein deel van de ontvangen zekerheden heeft betrekking op huurgaranties.
Deze garanties zijn opgenomen aan normale marktvoorwaarden en hun reële waarde is gelijkwaardig aan de netto boekwaarde. Geen enkele van deze zekerheden zijn in onderpand gegeven.
Deze vertegenwoordigen goederen en waarden opgenomen in de balans van de Groep voor dewelke de onderneming en haar dochterondernemingen de risico’s dragen en de opbrengst behouden, maar deze goederen en waarden bevinden zich niet in de panden van de onderneming en haar dochterondernemingen. Het betreft vooral geleasede voorraden aan derden, consignatievoorraden of over voorraden onder maakloonovereenkomsten bij derden.
Dit zijn engagementen gemaakt om metalen te leveren aan klanten of aangeleverd te krijgen van leveranciers tegen vastgestelde prijzen.
Dit zijn goederen en waarden die tijdelijk door de onderneming en haar dochterondernemingen bijgehouden worden, maar die de onderneming niet bezit. Het betreft voornamelijk geleasede voorraden, consignatievoorraden of voorraden onder maakloonovereenkomsten met derden. Het houdt ook in mindere mate enkele niet-metaal operationele leases in, die niet onderhevig zijn aan de regels van IFRS 16 omwille van hun lagere waarde of kortere termijn.
De Groep leaset metaal (goud, zilver, platina en palladium) van en aan banken of andere derde partijen voor specifieke, meestal korte periodes. De Groep betaalt of ontvangt hiervoor leasevergoedingen. Op 31 december 2020 was het netto saldo van deze leaseschuld € 846 miljoen tegenover € 1.088 miljoen op het einde van 2019. Deze daling is vooral te wijten aan de lagere volumes die de hogere metaalprijzen compenseren. Zoals uitgelegd in toelichting F2.7, zijn deze metaal leases niet onderhevig aan de
Zoals eerder aangegeven, heeft de Groep een lopende zaak die kan beschouwd worden als een voorwaardelijke verplichting volgens de definitie van IFRS. Een dochteronderneming van Element Six Abrasives heeft kennis genomen van een lokaal belastingonderzoek ten belope van € 25 miljoen, een bedrag dat nog verhoogd moet worden met statutaire interesten die op 31 december 2020 werden ingeschat op € 12,5 miljoen. Hierop volgend, heeft Element Six Abrasives beroep gedaan op externe raadgeving en een beroep ingediend waarmee ze formeel het resultaat van dit onderzoek betwist. Bijgevolg werd dit bij Element Six Abrasives erkend als een voorwaardelijke verplichting. Umicore behoudt haar 40,22% aandeel in Element Six Abrasives en neemt de onderneming op volgens de vermogensmutatiemethode.
De Groep is onderhevig aan een aantal claims en wettelijke verplichtingen die samenhangen met de normale gang van zakendoen. Het management gelooft niet dat zulke claims een materiële negatieve impact zullen hebben op de financiële toestand van Umicore.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen | ||
Bedrijfsopbrengsten | 109.636 | 100.444 |
Bedrijfskosten | (208.746) | (148.888) |
Ontvangen dividenden | (11.321) | (1.796) |
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Openstaande posten met joint ventures en geassocieerde ondernemingen | ||
Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar | 24.457 | 32.685 |
Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar | 34.855 | 38.779 |
De transacties met de minderheidsbelangen en joint ventures van de Groep zijn hoofdzakelijk commerciële transacties, verkopen en aankopen van goederen en diensten.
Er zijn geen transacties met entiteiten die eigendom zijn van de kerndirectie.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Raad van toezicht | ||
Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen | 897 | 1.022 |
Vast gedeelte | 296 | 296 |
Variabel gedeelte (op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen) | 334 | 373 |
Waarden van de toegekende aandelen | 264 | 350 |
Voordeel in natura bedrijfswagen voorzitter | 2 | 3 |
Geen enkel variabel vergoedingselement (uitgezonderd de aanwezigheidsvergoeding) is voorzien in het bestuurdersstatuut. Geen enkele lening of waarborg werd door de onderneming aan de leden van de raad van toezicht toegekend.
(EUR duizend) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Directieraad | ||
Vergoedingen en andere voordelen | 11.565 | 7.522 |
Kortetermijnpersoneelsvoordelen | 5.072 | 1.496 |
Personeelsvoordelen na uitdiensttreding | 1.002 | 1.052 |
Andere langetermijnvoordelen | 1.773 | 492 |
Aandelengebaseerde betalingen | 3.718 | 4.483 |
De gegevens hierboven bieden een boekhoudkundig zicht op de vergoeding van de raad van toezicht en het directieraad en verschillen van de informatie vervat in het remuneratieverslag onder het Corporate Governance hoofdstuk.
In de hierboven weergegeven tabellen worden de werkgeversbijdragen op het vlak van de sociale zekerheid, indien toepasselijk, weergegeven en opgenomen onder de kortetermijnpersoneelsvoordelen. Deze zijn niet vermeld in het remuneratieverslag.
In verband met de op aandelen gebaseerde incentives vertegenwoordigen de cijfers met betrekking tot de toekenning van aandelen, zoals opgenomen in de op aandelen gebaseerde betalingen, de waarde van de aandelen toegekend in 2020 voor diensten gepresteerd in 2019. Het remuneratieverslag vermeldt de waarde van de aandelen toegekend in 2021 voor diensten gepresteerd in het besproken jaar 2020.
De cijfers met betrekking tot het niet-uitgestelde deel van de variabele vergoedingen gerelateerd aan de individuele prestaties van 2020, die zijn opgenomen in de kortetermijnpersoneelsvoordelen, vertegenwoordigen het niveau van de voorzieningen op balansdatum. Het remuneratieverslag vermeldt de werkelijk betaalde bedragen met betrekking tot het referentiejaar 2020.
De voorzieningen geboekt voor het uitgestelde deel van de variabele cash-vergoeding met als referentiejaar 2020, zijn opgenomen in de andere langetermijnvoordelen. De in 2023 te betalen bedragen zullen afhankelijk zijn van prestaties gemeten over een langere termijn en de juiste bedragen zullen opgenomen worden in het remuneratieverslag van 2022.
De raad van toezicht zal op de algemene aandeelhoudersvergadering van 29 april 2021 een bruto jaarlijks dividend voor het boekjaar 2020 voorstellen van € 0,75 per aandeel. Ter vergelijking werd voor het boekjaar 2019 een bruto jaarlijks dividend uitgekeerd van € 0,375 per aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van € 0,25 per aandeel dat op 25 augustus 2020 werd uitbetaald en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 5 mei 2021 een brutobedrag van € 0,50 per aandeel worden uitbetaald.
Op 11 februari 2021 heeft de raad van toezicht aangekondigd dat het proces zal starten om een opvolger te vinden voor Marc Grynberg, Gedelegeerd Bestuurder.
WINST PER AANDEEL
(EUR) | 2019 | 2020 |
---|---|---|
Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening | 1,2 | 0,54 |
Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect | 1,19 | 0,54 |
Aangepaste winst per aandeel - basisrekening | 1,3 | 1,34 |
De hiernavolgende resultaten worden als teller gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:
Cijfers in de teller
(EUR duizend) | Toelichting | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|
Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | ||
Uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 287.791 | 130.530 | |
aangepaste geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 311.714 | 322.407 |
De hiernavolgende aandelenaantallen worden gebruikt als noemer voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:
Cijfers in de noemer
2019 | 2020 | |
---|---|---|
Aantal uitgegeven aandelen per 31 december | 246.400.000 | 246.400.000 |
waarvan aandelen in eigen bezit | 5.624.550 | 5.733.685 |
waarvan uitstaande aandelen | 240.775.450 | 240.666.315 |
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | 240.558.659 | 240.589.550 |
Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen | 1.354.110 | 1.183.525 |
Aangepast gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen | 241.912.769 | 241.773.075 |
Het totaal aantal uitstaande aandelen is exclusief de eigen aandelen, die aangehouden worden voor bestaande aandelenoptieplannen of beschikbaar zijn voor verkoop. De noemer voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel houdt rekening met een wijziging in de aandelenopties.
In 2020 zijn geen nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de uitoefening van aandelenoptieplannen met daaraan verbonden inschrijvingsrechten. Tijdens het jaar heeft Umicore 1.024.435 eigen aandelen gebruikt voor de uitoefening van aandelenopties en 66.430 voor de toegekende aandelen. Gedurende 2020 heeft Umicore 1.200.000 eigen aandelen ingekocht. Per 31 december 2020 bezat Umicore 5.733.685 eigen aandelen, wat overeenstemt met 2,33% van de totale uitgegeven aandelen op dat moment.
Er werden geen nieuwe standaarden, amendementen en interpretaties van standaarden gepubliceerd, die voor het eerst verplicht van toepassing waren voor het boekjaar startend op 1 januari 2020 met een substantiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.
In geval er substantiële ontwikkelingen waren, zouden deze vastgelegd worden in de sectie met boekhoudprincipes.
Voor alle andere nieuwe interpretaties en standaarden die nog niet verplicht zijn vanaf 1 januari 2020, heeft het management geen indicaties dat dit een materiële impact zal hebben op de financiële rapportering van de Groep.
De globale audit vergoeding voor de statutaire auditor en zijn filialen bedroeg € 2,9 miljoen, inclusief een bedrag van € 1,8 miljoen voor de statutaire auditmissies (€ 0,5 miljoen voor de audit van de moedermaatschappij) en € 1,2 miljoen voor de niet-statutaire auditdiensten. Deze omvatten auditgerelateerde en andere certifiëringsdiensten (€ 0,2 miljoen) en andere niet-auditgerelateerde diensten (€ 1,0 miljoen).
De jaarrekening van Umicore wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld.
Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van Umicore evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris bij de Nationale Bank van België neergelegd worden.
Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:
UMICORE
Broekstraat 31
B-1000 Brussel (België)
In zijn verslag heeft de commissaris geen voorbehoud gemaakt betreffende de jaarrekening van Umicore.
De wettelijke reserve van € 55,0 miljoen die inbegrepen is in de overgedragen winst is niet beschikbaar voor uitkering.
(EUR duizend) | 31/12/2018 | 31/12/2019 | 31/12/2020 | ||
---|---|---|---|---|---|
Beknopte balans per 31 december | |||||
1. Activa | |||||
Vaste activa | 2.121.852 | 2.885.295 | 3.172.625 | ||
I. | Oprichtingskosten | 8.256 | 6.066 | 14.685 | |
II. | Immateriële vaste activa | 114.447 | 114.726 | 99.032 | |
III. | Materiële vaste activa | 425.814 | 467.458 | 452.430 | |
IV. | Financiële vaste activa | 1.573.335 | 2.297.045 | 2.606.478 | |
Vlottende activa | 1.696.083 | 1.748.153 | 2.060.640 | ||
V. | Vorderingen op meer dan één jaar | 362.679 | 449.366 | 476.214 | |
VI. | Voorraden en bestellingen in uitvoering | 641.452 | 534.771 | 617.346 | |
VII. | Vorderingen op ten hoogste een jaar | 502.354 | 519.135 | 620.119 | |
VIII. | Geldbeleggingen | 158.103 | 184.701 | 290.395 | |
IX. | Liquide middelen | 3.937 | 2.190 | 4.565 | |
X. | Overlopende rekeningen | 27.558 | 57.990 | 52.001 | |
Totaal activa | 3.817.935 | 4.633.448 | 5.233.265 | ||
2. Passiva | |||||
Eigen vermogen | 2.148.879 | 2.268.310 | 2.177.834 | ||
I. | Kapitaal | 550.000 | 550.000 | 550.000 | |
II. | Uitgiftepremies | 848.130 | 848.130 | 848.130 | |
III. | Herwaarderingsmeerwaarden | 91 | 91 | 91 | |
IV. | Reserves | 363.257 | 389.855 | 414.075 | |
V. | Overgedragen resultaat | 152.409 | 262.604 | 267.163 | |
Vbis. | Resultaat van de periode | 227.001 | 209.258 | 86.475 | |
VI. | Kapitaalsubsidies | 7.991 | 8.372 | 11.900 | |
Voorzieningen en uitgestelde belastingen | |||||
VII.A. | Voorzieningen voor risico's en kosten | 125.326 | 123.600 | 206.053 | |
Schulden | 1.543.730 | 2.241.539 | 2.849.378 | ||
VIII. | Schulden op meer dan één jaar | 692.996 | 1.082.864 | 1.707.729 | |
IX. | Schulden op ten hoogste één jaar | 758.721 | 1.076.244 | 1.063.641 | |
X. | Overlopende rekeningen | 92.013 | 82.431 | 78.008 | |
Totaal passiva | 3.817.935 | 4.633.449 | 5.233.265 |
(EUR duizend) | 31/12/2018 | 31/12/2019 | 31/12/2020 | ||
---|---|---|---|---|---|
Resultatenrekening | |||||
I. | Bedrijfsopbrengsten | 3.628.486 | 3.489.297 | 4.459.290 | |
II. | Bedrijfskosten | (3.532.944) | (3.494.693) | (4.481.338) | |
III. | Bedrijfsresultaat | 95.542 | (5.396) | (22.048) | |
IV. | Financiële opbrengsten | 193.305 | 259.275 | 201.457 | |
V. | Financiële kosten | (59.393) | (41.210) | (85.500) | |
VI. | Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening | 229.454 | 212.669 | 93.908 | |
X. | Belastingen op het resultaat | (2.453) | (3.411) | (7.433) | |
XI. | Resultaat van het boekjaar | 227.001 | 209.258 | 86.475 | |
XIII. | Te bestemmen resultaat v/h Boekjaar | 227.001 | 209.258 | 86.475 |
(EUR duizend) | 2018 | 2019 | 2020 | ||
---|---|---|---|---|---|
Resultaatverwerking | |||||
A. | Resultaatverwerking | 641.302 | 588.668 | 558.337 | |
1. | Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar | 227.001 | 209.258 | 86.475 | |
2. | Overgedragen winst/verlies (-) | 414.301 | 379.410 | 471.862 | |
C. | Toevoeging aan het eigen vermogen | (81.349) | (26.598) | (24.220) | |
2. | Aan de wettelijke reserve | (5.000) | - | - | |
3. | Aan de reserve voor eigen aandelen | (76.349) | (26.598) | (24.220) | |
D. | Over te dragen resultaat (1) | 379.410 | 471.862 | 353.638 | |
2. | Over te dragen winst/verlies (-) | 379.410 | 471.862 | 353.638 | |
F. | Uit te keren winst (1) | (180.543) | (90.208) | (180.479) | |
1. | Vergoeding van het kapitaal | ||||
gewone aandelen | (180.543) | (90.208) | (180.479) | ||
(1) Het totaal bedrag van deze twee rubrieken zal worden aangepast om rekening te houden met het aantal eigen aandelen aangehouden door Umicore op de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders van 29 april 2021. Het brutodividend van EUR 0,75 per aandeel blijft ongewijzigd. |
(EUR duizend) | Aantal aandelen | ||||
---|---|---|---|---|---|
Staat van het kapitaal | |||||
A. | Maatschappelijk kapitaal | ||||
1. | Geplaatst kapitaal | ||||
Per einde van het vorig boekjaar | 550.000 | 246.400.000 | |||
Per einde van het boekjaar | 550.000 | 246.400.000 | |||
2. | Samenstelling van het kapitaal | ||||
2.1. | Soorten aandelen | ||||
Gewone aandelen | 550.000 | 246.400.000 | |||
2.2. | Aandelen op naam of aan toonder | ||||
Op naam | 48.472.816 | ||||
Aan toonder | 197.927.184 | ||||
E. | Toegelaten maar niet geplaatst kapitaal | 55.000 |
% kapitaal | Aantal aandelen | Bekendmaking | ||
---|---|---|---|---|
G. | Aandeelhouderstructuur (1) | |||
Family Trust Desmarais, Albert Frère and Groupe Bruxelles Lambert S.A. | 18,62 | 45.871.052 | 07/12/2018 | |
BlackRock Investment Management | 4,95 | 12.193.030 | 08/05/2020 | |
Baillie Gifford & Co and Baillie Gifford Overseas Ltd. | 6,46 | 15.918.969 | 07/10/2019 | |
Overige aandeelhouders | 67,65 | 166.683.264 | 31/12/2019 | |
Eigen aandelen in het bezit van Umicore | 2,33 | 5.733.685 | 31/12/2020 | |
100,00 | 246.400.000 | |||
waarvan free float | 100,00 | 246.400.000 | ||
(1) Op 31 december 2020, 5.785.190 opties op aandelen uitstaande. In deze opties zijn er 5.785.190 met recht tot aankoop op bestaande aandelen weerhouden door Umicore. |
Hierbij verklaren wij – voor zover ons bekend – dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2020 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
15 maart 2021,
MARC GRYNBERG
CHIEF EXECUTIVE OFFICER