Financiële toelichtingen

Het jaarverslag is beschikbaar in een PDF versie in het Nederlands, Engels en Frans. De drie versies zijn geauditeerd en officieel. Wij hebben het herziene tijdschema voor de invoering van ESEF-rapportering (European Single Electronic Format) gevolgd, maar hebben onofficiële XHTML-versies in het Nederlands, Engels en Frans ter beschikking. De Commissaris heeft deze XHTML-versies niet gecontroleerd. Wij hebben alle redelijke inspanningen geleverd om discrepanties tussen de verschillende taal- en formaatversies te vermijden. Mochten er toch verschillen zijn, dan hebben de PDF-versies voorrang.

(EUR duizend)

Toelichting

2019

2020

Omzet

F9

17.485.080

20.710.116

Andere bedrijfsopbrengsten

F9

121.078

80.602

Bedrijfsopbrengsten

17.606.158

20.790.718

Verbruikte handelsgoederen, grond- en hulpstoffen

F9

(15.639.139)

(18.819.323)

Bezoldigingen en personeelsvoordelen

F10

(775.919)

(798.481)

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

F9

(307.567)

(362.497)

Andere bedrijfskosten

F9

(413.795)

(506.587)

Bedrijfskosten

(17.136.420)

(20.486.887)

Opbrengsten / verliezen van andere financiële activa

F12

706

761

Bedrijfsresultaat

470.444

304.592

Financiële baten

F11

4.808

4.044

Andere financiële lasten

F11

(56.427)

(77.801)

Wisselkoersverliezen en -winsten

F11

(31.618)

(30.445)

Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F17

8.705

(5.332)

Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting

395.912

195.058

Belastingen op het resultaat

F13

(96.692)

(59.131)

Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

299.220

135.927

Resultaat van de periode

299.220

135.927

waarvan minderheidsbelangen

11.429

5.397

waarvan aandeel van de Groep

287.791

130.530

(EUR)

Winst per aandeel uit bedrijfsactiviteiten, basisberekening

F39

1,20

0,54

Winst per aandeel na verwatering uit bedrijfsactiviteiten

F39

1,19

0,54

Betaald dividend per aandeel

0,75

0,25

Op de aandeelhoudersvergadering van 30 april 2020 werd het voorstel om het dividend van 2019 te verlagen tot 0,375 per aandeel goedgekeurd. Dit bedrag is gelijk aan het interimdividend van 2019, reeds uitbetaald in de tweede helft van 2019. Hierdoor was er geen dividend uitbetaling in de eerste helft van 2020. De raad van toezicht zal op de algemene aandeelhoudersvergadering van 29 april 2021 een bruto jaarlijks dividend voor het boekjaar 2020 voorstellen van 0,75 per aandeel. Ter vergelijking werd voor het boekjaar 2019 een bruto jaarlijks dividend uitgekeerd van 0,375 per aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van 0,25 per aandeel dat op 25 augustus 2020 werd uitbetaald en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 5 mei 2021 een brutobedrag van 0,50 per aandeel worden uitbetaald.

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s Voorstellingsbasis tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

(EUR duizend)

Toelichting

2019

2020

Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

299.220

135.927

Elementen die niet naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden

Bewegingen in personeelsvoordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters

(71.921)

(25.198)

Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten

19.869

7.258

Elementen die naderhand naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden

Bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

(9)

(4.193)

Bewegingen in kasstroomafdekkingsreserves

(27.958)

17.321

Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten

8.897

(3.456)

Bewegingen in herwerkingen van omrekeningsverschillen

9.444

(122.258)

Niet-gerealiseerde resultaten uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

F23

(61.678)

(130.525)

Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode

237.541

5.402

waarvan aandeel van de Groep

225.312

2.952

waarvan minderheidsbelangen

12.230

2.450

De impact van de latente belastingen op het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten heeft te maken met de indekkings-reserves met betrekking tot de kasstromen voor een bedrag van 3,5 miljoen en met de personeelsvoordelenreserves ten bedrage van 7,3 miljoen.

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s F1 tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

(EUR duizend)

Toelichting

31/12/2019

31/12/2020

Vaste activa

2.810.228

2.895.694

Immateriële vaste activa

F14, F15

370.859

346.888

Materiële vaste activa

F16

2.094.672

2.163.661

Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F17

150.642

139.839

Bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

F18

10.897

8.352

Leningen

F18

2.192

3.252

Handels- en overige vorderingen

F20

12.038

11.765

Uitgestelde belastingactiva

F21

168.927

221.938

Vlottende activa

4.213.162

5.445.199

Leningen

F18

2

80

Voorraden

F19

2.462.330

2.718.092

Handels- en overige vorderingen

F20

1.433.659

1.677.167

Terug te vorderen belastingen

F21

45.447

39.553

Kas en kasequivalenten

F22

271.724

1.010.307

Totaal der activa

7.023.390

8.340.893

Eigen vermogen

2.660.464

2.621.856

Eigen vermogen van de groep

2.593.474

2.557.189

Kapitaal en uitgifttepremies

1.384.273

1.384.273

Overgedragen resultaten en reserves

1.678.355

1.749.662

Omrekeningsverschillen en overige reserves

F23

(284.453)

(367.825)

Eigen aandelen

(184.701)

(208.921)

Minderheidsbelangen

66.998

64.674

Schulden op meer dan één jaar

1.686.801

2.359.901

Voorzieningen voor personeelsvoordelen

F27

392.651

426.356

Financiële schulden

F24

1.151.083

1.705.154

Handels- en overige schulden

F25

24.120

23.505

Latente belastingpassiva

F21

11.461

22.846

Voorzieningen

F29, F30

107.487

182.040

Schulden op ten hoogste één jaar

2.676.124

3.359.136

Financiële schulden

F24

564.063

719.177

Handels- en overige schulden

F25

1.916.348

2.418.929

Te betalen belastingen

F21

131.483

160.734

Voorzieningen

F29, F30

64.230

60.296

Totaal der passiva

7.023.390

8.340.893

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s Voorstellingsbasis tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

(EUR duizend)

Kapitaal & uitgifte-premies

Reserves

Omrekeningsverschillen & overige reserves

Eigen aandelen

Minderheidsbelangen

Totaal voortgezette bedrijfs-activiteiten

Balans bij het begin van 2019

1.384.273

1.610.882

(227.644)

(158.103)

49.927

2.659.336

Wijzigingen in boekhoudkundige regels

-

(34.110)

-

-

544

(33.566)

Aangepaste balans bij het begin van 2019

1.384.273

1.576.772

(227.644)

(158.103)

50.471

2.625.770

Resultaat van de periode

-

287.791

-

-

11.428

299.220

Componenten van niet-gerealiseerde resultaten

-

-

(62.480)

-

802

(61.678)

Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode

-

287.791

(62.480)

-

12.231

237.543

Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen

-

-

8.211

-

-

8.211

Kapitaalverhoging

-

-

-

-

15.541

15.541

Dividenden

-

(186.394)

-

-

(11.246)

(197.640)

Overboekingen

-

179

(2.540)

2.361

-

-

Wijzigingen eigen aandelen

-

-

-

(28.959)

-

(28.959)

Balans op het einde van 2019

1.384.273

1.678.348

(284.453)

(184.701)

66.997

2.660.464

Resultaat van de periode

-

130.530

-

-

5.397

135.927

Componenten van niet-gerealiseerde resultaten

-

-

(127.578)

-

(2.947)

(130.525)

Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode

-

130.530

(127.578)

-

2.450

5.402

Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen

-

-

10.108

-

-

10.108

Converteerbare obligatie - conversierechten*

-

-

37.743

-

-

37.743

Kapitaalverhoging

-

-

-

-

27

27

Dividenden

-

(60.141)

-

-

(4.800)

(64.941)

Overboekingen

-

917

(3.645)

2.727

-

-

Wijzigingen eigen aandelen

-

-

-

(26.947)

-

(26.947)

Balans op het einde van 2020

1.384.273

1.749.655

(367.825)

(208.921)

64.674

2.621.856

De wettelijke reserve van 55,0 miljoen, die inbegrepen is in de overgedragen winst, is niet beschikbaar voor uitkering. Het aandelenkapitaal van de Groep bestond op 31 december 2020 uit 246.400.000 aandelen zonder nominale waarde.
* De conversierechten, verbonden aan de in juni uitgegeven obligatie van EUR 500 miljoen, werden gewaardeerd aan EUR 37,7 miljoen rekening houdend met transactiekosten en uitgestelde belastingen. Deze waarde zal, conform IFRS regelgeving, niet worden geherwaardeerd doorheen de looptijd, noch bij de uitoefening ervan noch op vervaldag.
De begeleidende toelichtingen op de pagina’s Voorstellingsbasis tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

(EUR duizend)

Toelichting

2019

2020

Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

299.220

135.927

Aanpassing voor resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

(8.705)

5.332

Aanpassing voor niet-kastransacties

F34

207.302

449.023

Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of financieringskasstromen

F34

129.568

116.051

Wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal

F34

(78.441)

(103.756)

Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten

548.946

602.576

Ontvangen dividenden

11.454

2.026

Belastingen betaald in de loop van het boekjaar

(86.661)

(78.955)

Ontvangen subsidies

5.444

2.673

Netto operationele kasstromen

F34

479.182

528.320

Verwerving van materiële vaste activa

F16

(529.487)

(391.475)

Verwerving van immateriële vaste activa

F14

(58.362)

(44.060)

Verwerving van nieuwe dochterondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen

F8

(188.138)

(156)

Verwerving van financiële vaste activa

F18

(2.375)

(1.633)

Nieuwe toegekende leningen

F18

(126)

(752)

Subtotaal van de verwervingen

(778.489)

(438.076)

Afstand van materiële vaste activa

11.777

1.475

Afstand van immateriële vaste activa

9.329

6.619

Afstand van dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen

910

518

Aflossing van leningen

F18

6.442

0

Subtotaal van de overdrachten

28.457

8.613

Toename / Afname van de investeringsthesaurie

F34

(750.032)

(429.463)

Kapitaalwijziging minderheden

15.541

27

Verkoop (aankoop) van eigen aandelen

(28.959)

(26.947)

Wijziging in leaseverplichting

F24

(16.536)

(19.801)

Ontvangen interesten

4.608

3.392

Betaalde interesten

(44.158)

(59.689)

Nieuwe leningen en aflossingen

F24

517.106

806.036

Dividenden uitgekeerd aan Umicore-aandeelhouders

(186.387)

(60.141)

Dividenden uitgekeerd aan de minderheidsaandeelhouders

(11.246)

(4.800)

Toename / Afname van de financieringsthesaurie

F34

249.969

638.076

Invloed van de wisselkoers

2.997

25.465

Toename / Afname van de kas- en kasequivalenten

(17.884)

762.399

Nettokas en kas equivalenten bij het begin van het boekjaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

F22

257.114

239.230

Netto kas en kasequivalenten op het einde van het boekjaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

F22

239.230

1.001.630

waarvan kas en kasequivalenten

271.724

1.010.307

waarvan krediet op bankrekeningen

(32.493)

(8.678)

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s Voorstellingsbasis tot Beknopte jaarrekening van de moederonderneming maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

De geconsolideerde jaarrekening voor de periode eindigend op 31 december 2020 en het jaarverslag, opgesteld in overeenstemming met artikel 3:33 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en opgenomenop de pagina’s Over ons tot Verklaring over verantwoordelijkheid van het management, werd voor publicatie goedgekeurd door de raad van toezicht van 12 maart 2021. De jaarrekening werd voorbereid overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen voor het opmaken van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat de rekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belangen in ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.

De Groep presenteert de geconsolideerde jaarrekening volgens alle Internationale Financiële Rapporteringstandaarden (IFRS) zoals voorgeschreven door de Europese Unie (EU).

De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond op het dichtste duizendtal, en werd opgemaakt op basis van het principe van de historische kost, met uitzondering van de onderdelen gewaardeerd aan reële waarde.

F2.1 Consolidatie en segmenteringprincipes
F2.1.1 Dochtermaatschappijen

Dochtermaatschappijen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover de Groep controle heeft. De Groep controleert een entiteit wanneer deze blootgesteld is aan, of de rechten heeft op, het variabel rendement ten gevolge van zijn betrokkenheid in de entiteit, alsook de mogelijkheid heeft om dit rendement te beïnvloeden met zijn macht over de entiteit. Dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle overgedragen wordt aan de Groep en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop deze controle ophoudt te bestaan.

Toelichting F5 geeft een overzicht van de betekenisvolle dochterondernemingen van de Groep op balansdatum.

De Groep past de overnamemethode toe voor het boeken van bedrijfsacquisities. De overgedragen vergoeding voor de overname van een dochteronderneming is de reële waarde van de overgedragen activa, de verplichtingen opgelopen door de vroegere eigenaars van het overgenomen bedrijf en de aandelenbelangen uitgegeven door de Groep. De overgedragen vergoeding bestaat uit de reële waarde van elk actief of passief op grond van een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfsacquisitie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. De Groep erkent enig minderheidsbelang in de overgenomen partij op een overname per overname basis, ofwel tegen reële waarde ofwel tegen proportioneel aandeel in de minderheidsbelangen van de erkende bedragen van de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De aan de overname gerelateerde kosten worden ten laste genomen wanneer ze opgelopen worden.

Indien de bedrijfsacquisitie in fasen plaatsvindt, wordt de boekwaarde op overnamedatum van het voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemende partij in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit dergelijke nieuwe meting worden in de resultatenrekening opgenomen.

Elke voorwaardelijke vergoeding die door de Groep wordt overgedragen, dient opgenomen te worden tegen de reële waarde op de overnamedatum. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als actief of passief wordt geacht, wordt opgenomen als een wijziging in de overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Een voorwaardelijke vergoeding die wordt geclassificeerd als eigen vermogen wordt niet geherwaardeerd, en de daaropvolgende afwikkeling wordt geboekt in het eigen vermogen.

Alle verrichtingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten op verrichtingen tussen entiteiten binnen de groep worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Indien noodzakelijk werden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de samenhang te garanderen met de principes aangenomen door de Groep. De lijnen “andere bedrijfsopbrengsten” en “overige financiële inkomsten” van de resultatenrekening bevatten, afhankelijk van de aard van de onderliggende transacties, wisselkoersverschillen door het omrekenen van verrichtingen tussen entiteiten binnen de groep naar een functionele munteenheid. Deze munteenheid kan verschillen van de euro naar gelang de entiteit en regio.

IFRS 5 (vaste activa aangehouden voor verkoop en stopgezette bedrijfsactiviteiten) specifieert de behandeling van de transacties binnen de groep voor de eliminatie van de onderlinge balansen tussen voortgezette en stopgezette activiteiten niet. Umicore heeft voor de keuze geopteerd waarbij de transacties tussen entiteiten binnen de groep niet geëlimineerd worden in de resultatenrekening tussen de voorgezette en stopgezette activiteiten. Voor de presentatie van de balans is dit anders, IFRS 10 (geconsolideerde jaarrekening) overtreft IFRS 5 en vereist dat alle balansen tussen entiteiten binnen de groep geëlimineerd worden inclusief deze tussen voorgezette en stopgezette bedrijfsactiviteiten.

F2.1.2 Wijzigingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen, zonder controlewijziging

Transacties met minderheidsbelangen die niet leiden tot verlies van controle, worden geboekt als transacties binnen het eigen vermogen - dat wil zeggen, zoals transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. Het verschil tussen de reële waarde van de betaalde vergoeding en het verkregen aandeel van de boekwaarde van de netto-activa van de dochteronderneming wordt opgenomen in het eigen vermogen. Winsten of verliezen op verkopen aan minderheidsbelangen worden ook opgenomen in het eigen vermogen.

F2.1.3 Verkoop van dochterondernemingen

Wanneer de Groep niet langer de controle heeft, wordt een eventueel resterend belang in de entiteit geherwaardeerd aan de reële waarde op de datum waarop de controle verloren is, met de verandering in de boekwaarde opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde is de initiële boekwaarde met het oog op een toekomstige opname van het behouden belang als een geassocieerde deelneming, joint venture of financieel actief. Daarnaast worden alle eerder opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten uit hoofde van die entiteit geboekt alsof de Groep direct de betrokken activa of passiva had verkocht. Dit kan betekenen dat de bedragen die voorheen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen waren, worden overgeboekt naar de resultatenrekening.

F2.1.4 Geassocieerde ondernemingen

In een geassocieerde onderneming heeft de Groep een betekenisvolle invloed, maar geen controle en in het algemeen gaat dit samen met het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden in de consolidatie opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, en de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel in het resultaat van de geassocieerde onderneming na de datum van de overname te erkennen. De investering van de Groep in geassocieerde ondernemingen bevat de goodwill vastgesteld bij aankoop. Als het belang in een geassocieerde deelneming wordt verminderd, maar een betekenisvolle invloed wordt behouden, wordt slechts een evenredig deel van de voorheen opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten overgeboekt naar de resultatenrekening, waar toepasbaar. Het aandeel van de Groep in de post-acquisitie resultaten wordt opgenomen in de resultatenrekening, en haar aandeel in de post-acquisitie bewegingen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen met een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van de investering. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een deelneming gelijk is aan haar belang in de deelneming of deze overschrijdt, inbegrepen ongedekte vorderingen, moet de Groep geen verdere verliezen opnemen, tenzij deze wettelijke of feitelijke verplichtingen aangegaan heeft of betaald heeft namens de geassocieerde deelneming. De groep bepaalt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn dat de investering in de geassocieerde onderneming een bijzondere waardevermindering ondergaat. Als dit het geval is, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde deelneming en de boekwaarde ervan en erkent het bedrag als “aandeel in de winst / (verlies) van geassocieerde deelnemingen” in de resultatenrekening.

Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream en downstream transacties tussen de Groep en haar geassocieerde onderneming worden opgenomen in de jaarrekening van de Groep voor enkel het gedeelte van de belangen van niet-verwante investeerders in de geassocieerde onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij de transactie wijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van geassocieerde deelnemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren. Verwateringswinsten en -verliezen die voortvloeien uit investeringen in geassocieerde ondernemingen worden opgenomen in de resultatenrekening.

F2.1.5 Gezamenlijke overeenkomsten

De groep past IFRS 11 toe voor alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden investeringen in gezamenlijke overeenkomsten geclassificeerd als gezamenlijke operaties of joint ventures, afhankelijk van de contractuele rechten en plichten van elke belegger. De Groep heeft het karakter van zijn gezamenlijke overeenkomsten beoordeeld en bepaalt dat het joint ventures zijn. Joint ventures worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Onder de vermogensmutatiemethode, zijn belangen in joint ventures initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de post-acquisitie winsten of verliezen en mutaties in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten te erkennen.

Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture gelijk is aan haar belangen in de joint venture of deze overschrijdt (dit houdt lange termijn belangen in die in wezen deel uit maken van de netto-investering van de Groep in de joint ventures), erkent de Groep geen verdere verliezen, tenzij zij verplichtingen is aangegaan of betaald heeft namens de joint ventures.

Niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en haar joint ventures worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie wijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van joint ventures zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren.

F2.1.6 Segmentrapportering

Toelichting F7 toont de segmentinformatie van de Groep, in lijn met IFRS 8. Umicore is georganiseerd in business units. Onder IFRS 8 zijn de operationele segmenten van Umicore ingedeeld naar hun groeidomeinen op gebied van Catalysis, Energy & Surface Technologies en Recycling.

Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. Het segment biedt ook katalysatoren voor industriële emissiecontrole aan en produceert verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in de farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie. Het Energy & Surface Technologies segment focust op producten die aanwezig zijn in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energie en in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden de klanten een gesloten kringloop. Het Recycling segment verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. De installaties kunnen 20 van deze metalen terugwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica.

Corporate omvat corporate activiteiten, gedeelde operationele functies en onderzoek, ontwikkeling en innovatie van de Groep. Het minderheidsbelang van Umicore in Element Six Abrasives en Ieqsa wordt ook opgenomen in Corporate. De wijze waarop de operationele segmenten worden gerapporteerd is consistent met de interne rapportering aan de raad van toezicht en aan de directieraad.

De resultaten van het segment, de activa en passiva bevatten elementen die direct aan het segment kunnen toegewezen worden, of er op een redelijke wijze aan toegewezen kunnen worden.

De prijszetting van verkopen tussen de segmenten is gebaseerd op marktconforme transferprijzen. Indien onvoldoende marktreferenties beschikbaar zijn, wordt een ‘kost-plus’ mechanisme toegepast.

De verbonden ondernemingen worden toegevoegd aan die segmenten waarmee hun activiteit het beste overeenstemt.

F2.2 Inflatieboekhouding

Op balansdatum was er binnen de Umicore Groep één dochteronderneming in Argentinië die haar financiële verslaggeving opstelde in de valuta van een economie met hyperinflatie. Echter, in het licht van de materialiteit binnen de groep, werd het niet aanzien als significant om IAS 29 toe te passen.

F2.3 Omrekening van vreemde valuta

Functionele munt: de posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt. De geconsolideerde jaarrekening worden opgesteld in EUR, de functionele munt van de moederonderneming. Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:

• activa en passiva aan de koers op het einde van de periode, zoals die gepubliceerd wordt door de Europese Centrale Bank;
• de resultatenrekening aan de gemiddelde wisselkoers van de periode;
• het eigen vermogen aan de historische wisselkoers.

Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van de periode, worden geboekt als deel van het eigen vermogen onder ‘Omrekeningsverschillen’.

Wanneer een buitenlandse activiteit gedeeltelijk buiten gebruik wordt gesteld of verkocht, worden wisselkoersverschillen die geboekt werden in het eigen vermogen, erkend in de resultatenrekening.

Goodwill en alle aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen aan de reële waarde, die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit, worden verwerkt als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden bijgevolg omgerekend op basis van de slotkoers.

F2.4 Transacties in vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta worden geboekt in de functionele munt van elke entiteit tegen de wisselkoersen die van kracht zijn op de datum van de afsluiting van de transacties. De datum van de afsluiting van de transactie is de datum waarop de transactie voor erkenning in aanmerking komt. Voor praktische redenen kan een wisselkoers worden gebruikt die kort aansluit bij de koers op de datum van de afsluiting van de transacties, bijvoorbeeld de gemiddelde koers van de week of de maand waarin de transacties voorkomen.

Vervolgens worden bij de jaarafsluiting alle monetaire activa en passiva gebaseerd op deze transacties in vreemde valuta, omgerekend tegen de slotkoers op het einde van de periode.

Winsten en verliezen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en passiva in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen als een financieel resultaat.

Om zich tegen bepaalde valutarisico’s in te dekken heeft de onderneming een aantal termijncontracten afgesloten (zie verder punt 2.21, Financiële instrumenten).

F2.5 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kost verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en het toewijsbare gedeelte van de indirecte kosten die nodig waren om de activa bedrijfsklaar te maken.

Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan investeringen worden geactiveerd samen met de kost van de activa, in overeenstemming met IAS 23. Financieringskosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een investering worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze ontstaan.

De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast over de geschatte economische levensduur van de activa. De economische levensduur is de periode tijdens dewelke men verwacht de activa te gebruiken in de onderneming.

Herstellings- en onderhoudskosten worden ten laste genomen in de periode waarin ze werden uitgevoerd, indien ze niet bijdragen tot een verhoging van het toekomstige economische rendement van de activa. Zoniet worden ze beschouwd als een afzonderlijke component van de materiële vaste activa.

Componenten van de materiële vaste activa zijn elementen die op regelmatige basis worden vervangen. Zij worden beschouwd als afzonderlijke activa, omdat hun economische levensduur verschilt van de materiële vaste activa waartoe zij behoren. De materiële vaste activa van Umicore, vaak complexe en gespecialiseerde industriële activa, hebben over het algemeen geen individuele restwaarde buiten de specifieke omgeving van de operaties. Daarom wordt geen restwaarde in beschouwing genomen bij het bepalen van de afschrijfbare waarde.

Als standaardleidraad is de geschatte economische levensduur van de respectievelijke materiële activa als volgt gedefinieerd.

Voor belangrijke nieuw aangekochte of gebouwde investeringen wordt de economische levensduur expliciet ingeschat op het moment van de investeringsaanvraag waarbij deze kan afwijken van bovenstaande standaarden.

Het management bepaalt de geschatte levensduur en gerelateerde afschrijvingen voor de materiële vaste activa. Ze gebruikt hiervoor standaardschattingen gebaseerd op een combinatie van fysieke duurzaamheid en ingeschatte industriële of productlevenscycli. De geschatte levensduur kan in grote mate wijzigen ten gevolge van technische vernieuwingen, marktontwikkelingen en/of handelingen gesteld door de concurrentie. Het management zal ofwel de afschrijvingslast verhogen wanneer de levensduur korter is dan voordien werd ingeschat, ofwel zal zij technisch onbruikbare of niet-strategische activa, die verwijderd of verkocht zijn, volledig of gedeeltelijk afschrijven.

Gebruiksrechten van terreinen maken deel uit van de materiële vaste activa en worden standaard afgeschreven over de contractuele periode.

jaar

Terreinen

Niet afschrijfbaar

Gebouwen

- Industriële gebouwen

20

- Aanpassingen aan gebouwen

10

- Andere gebouwen, zoals kantoren en laboratoria

40

- Onroerend goed

40

Installaties, machines en uitrustingen:

10

- Ovens

7

- Kleinere uitrustingen

5

Meubilair en materieel:

- Rollend materieel

5

- Mobiel materieel voor intern transport

7

- Informaticamaterieel

3 - 5

- Meubilair en kantoormaterieel

5 - 10

F2.6 Immateriële vaste activa
F2.6.1 Kapitaaltransactiekosten

Uitgaven voor oprichting en kapitaalverhoging worden afgetrokken van het kapitaal.

F2.6.2 Goodwill

Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op de datum van de overname. Goodwill wordt geboekt aan kost verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen.

Goodwill van geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder ‘Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode’, samen met de investering zelf.

Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Als de boekwaarde van de goodwill niet volledig recupereerbaar is, wordt de nodige bijzondere waardevermindering opgenomen in de resultatenrekening. Deze bijzondere waardeverminderingen worden nooit teruggenomen.

Het overschot van het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs, wordt onmiddellijk in het resultaat opgenomen.

F2.6.3 Onderzoek en ontwikkeling

Onderzoekskosten met betrekking tot het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten, worden ten laste van het resultaat genomen in de periode waarin ze werden gemaakt.

Ontwikkelingskosten worden gedefinieerd als kosten voor het ontwerpen van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen voorafgaand aan de commerciële productie of het gebruik. Ze worden geactiveerd als, onder andere, aan de volgende voorwaarden voldaan is:

• de immateriële activa zullen aanleiding geven tot toekomstige economische voordelen, of met andere woorden, het marktpotentieel duidelijk is aangetoond;
• de kosten met betrekking tot het proces of product kunnen duidelijk geïdentificeerd en betrouwbaar gewaardeerd worden.

Indien het moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken tussen onderzoeks- of ontwikkelingskosten, worden de kosten beschouwd als onderzoekskosten. Als ontwikkelingskosten geactiveerd worden, worden ze lineair afgeschreven over de periode van het verwachte voordeel, standaard op vijf jaar.

F2.6.4 Co2-emissierechten

In het kader van het Kyoto-protocol werd er een derde emissieperiode geopend, voor de periode 2013-2020. De Vlaamse overheid heeft in dat kader emissierechten toegekend aan de Vlaamse sites van een aantal bedrijven, waaronder Umicore. Ieder jaar, op het einde van februari, wordt één vijfde van deze emissierechten overgedragen aan een officieel register. De overdracht van de emissierechten aan dit register leidt tot de activering in de immateriële activa, conform de richtlijnen van de Belgische Commissie voor boekhoudkundige normen. Winsten die voortvloeien uit het erkennen van emissierechten aan reële waarde worden uitgesteld tot de certificaten gebruikt worden. Emissierechten in eigendom zijn onderhevig aan een test op bijzondere waardeverminderingen maar worden niet afgeschreven. Als op een bepaalde afsluitingsdatum de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt. Op elke afsluitingsdatum maakt de Groep een schatting van het reële gebruik van de emissierechten voor de periode en erkent een voorziening voor de rechten die moet gestort worden aan de overheid. De last verbonden aan de bijzondere waardevermindering of de erkenning van deze provisies wordt volledig gecompenseerd in de resultatenrekening door het vrijmaken van de uitgestelde ontvangsten. Umicore beschikt over de noodzakelijke emissierechten om een normale werking van haar installaties toe te laten.

F2.6.5 Andere immateriële activa

Alle volgende categorieën worden geboekt tegen historische kost, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen:

• Concessies, octrooien en licenties worden afgeschreven over de periode van hun juridische bescherming; met een minimum van 5% (standaard op vijf jaar basis).
• Klanten portfolio’s worden standaard afgeschreven over een periode van vijf jaar.
• ERP systemen worden standaard afgeschreven over een periode van tien jaar;
• Kleinere software pakketten worden standaard afgeschreven over een periode van vijf jaar.

Ingeval van een earn out component, wordt een nieuwe berekening voorzien, wat leidt tot een aanpassing in de waarde van het actief en wordt de depreciatie ook aangepast.

Umicore heeft momenteel geen immateriële activa met een onbeperkte gebruiksperiode.

F2.7 Lease

IFRS 16 legt de principes vast voor de erkenning, waardering, voorstelling en toelichting van leases en vereist dat de leasenemer alle leaseovereenkomsten verwerkt volgens één enkel balansmodel, vergelijkbaar met de verwerking van financiële leaseovereenkomsten volgens IAS 17. Op de ingangsdatum van een leaseovereenkomst dienen leasenemers een leaseschuld (d.w.z. een verplichting tot leasebetalingen) en een gebruiksrecht te erkennen (d.w.z. het recht om het onderliggende actief gedurende de leaseperiode te mogen gebruiken). De leaseschulden worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende toekomstige leasebetalingen (zie toelichting F24). Het gebruiksrecht wordt afgeschreven over de leaseperiode (zie toelichting F16). Rentelasten worden erkend op de leaseverplichting (zie toelichting F11). De leaseverplichting wordt geherwaardeerd bij het optreden van bepaalde gebeurtenissen (bijvoorbeeld een wijziging in de leaseperiode of een wijziging in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een index wijziging). Dergelijke herwaarderingen van de leaseverplichting worden doorgaans gezien als een aanpassing van het gebruiksrecht.

De Groep past de vrijstellingen van lease erkenning toe voor kortlopende leaseovereenkomsten en leaseovereenkomsten waarvan het onderliggend actief een lage waarde heeft. De Groep opteert, per klasse van onderliggend actief, om de niet-lease onderdelen niet te splitsen van de lease onderdelen van het contract en waardeert bijgevolg alle lease en niet-lease onderdelen als één enkel leasecontract.

De Groep gaat over tot de leasing van metalen van en aan derden voor een specifieke termijn waarvoor de Groep vergoedingen ontvangt of betaalt. Metaal leasecontracten worden voornamelijk afgesloten voor periodes van minder dan één jaar. De leasing van metalen van en aan derden wordt nog steeds gerapporteerd onder ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’ aangezien deze niet binnen het toepassingsgebied van IFRS 16 vallen.

F2.8 Financiële activa aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten, leningen en langetermijnvorderingen

Alle bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet-gerealiseerde resultaten, leningen en langetermijnvorderingen worden geboekt op de verhandelingsdatum.

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet-gerealiseerde resultaten worden gewaardeerd aan reële waarde. Ongerealiseerde winsten en verliezen uit veranderingen in de reële waarde van dergelijke activa worden opgenomen in het eigen vermogen als reserves van financiële vaste activa aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten. Wanneer de activa verkocht worden of wanneer er een bijzondere waardevermindering op deze activa dient opgenomen te worden, worden de in het eigen vermogen gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten.

Financiële activa worden afgeboekt wanneer de rechten op kasstromen van investeringen tot een einde gekomen zijn of wanneer ze getransfereerd zijn en de Groep vrijwel alle voordelen en risico’s verbonden aan de eigendom hiervan getransfereerd heeft. Leningen en vorderingen worden opgenomen aan afgeschreven kostprijs na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.

Alle bijzondere waardeverminderingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gecompenseerd met de bruto waarde van het ogenblik er geen enkele kans meer bestaat om de activa te recupereren.

Eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal.

F2.9 Voorraden

Voorraden worden opgesplitst in:

1. Basisproducten (brutowaarde)
• Permanente metaalvoorraden (niet ingedekt)
• Commercieel beschikbare metaalvoorraden (ingedekt)
• Overige basisproducten (niet-ingedekt)

2.Verbruiksgoederen (brutowaarde)

3. Waardeverminderingen & bijzondere waardeverminderingen

4. Betaalde voorschotten

5. Bestellingen in uitvoering

Voorraden worden gewaardeerd aan kostprijs. Deze kostprijs bevat de directe aankoopprijs of de productiekost en de bijhorende toegewezen vaste kosten.

Basisproducten (brutowaarde) zijn meestal metaalhoudende producten waarbij Umicore blootgesteld is aan metaalprijsschommelingen. De meeste van deze voorraden volgen de metaalboekhoudregels van Umicore en worden ingedeeld in twee voorraadcategorieën die hun specifieke aard en zakelijk gebruik weerspiegelen: de permanente metaalvoorraden en de commercieel beschikbare metaalvoorraden. De laatstgenoemde voorraden worden onderworpen aan een actief en systematisch indekkingsproces om de gevolgen van de marktprijs schommelingen op de financiële prestaties van de groep tot een minimum te beperken. De permanente metaalvoorraden daarentegen worden doorgaans niet ingedekt. Naast deze categorieën bestaan nog voorraden van andere basisproducten. Deze worden gebruikt in het fabricageproces om de verhandelbare basisproducten te verkrijgen. Ook deze voorraden worden gewoonlijk niet ingedekt. Meer details over de indekkingsmechanismen zijn te vinden in toelichting F3.

Een individuele of gewogen gemiddelde waardering wordt toegepast op de initiële kostprijs waardering per voorraadcategorie, aangevuld met de volgende principes inzake reële waarde:

  • Permanente vaste metaalvoorraden: Gezien het permanente karakter van de voorraden heeft Umicore ervoor gekozen om zowel de beginselen voor waardering en erkenning van Materiële Vaste Activa (IAS 16) en Bijzondere Waardevermindering van Activa (IAS 36) toe te passen op het geheel van permanente metaalvoorraden. De waardering is gebaseerd op het beginsel van de “historische aanschafwaarde verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen”. Aangezien wordt aangenomen dat de voorraden een onbeperkte gebruiksduur hebben, worden er geen afschrijvingen toegepast. In plaats daarvan zijn ze onderhevig aan de jaarlijkse toetsing naar noodzaak van bijzondere waardevermindering voor de kasstroom genererende eenheden die deze voorraden op hun balans hebben. Eventuele geboekte bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.

  • Commercieel beschikbare metaalvoorraden: Aangezien deze voorraden ingedekt zijn, zie toelichting F3, past Umicore de waarderingsprincipes voor aanpassing naar reële marktwaarde toe. De classificatie van deze aanpassingen naar reële marktwaarde hangt af van het feit of Umicore IFRS 9 reële waarde indekkingsboekhouding heeft bekomen, zie toelichting F2.21.1 transactionele risico’s - reële waarde indekking.

  • Overige basisproducten: Op de overige basisproducten worden de LOCOM-principes (laagste van kostprijs of netto realiseerbare waarde, d.w.z. de geschatte verkoopprijs verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren) en de “traag roterende”-voorraadprincipes toegepast. Eventuele geboekte bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.

Verbruiksgoederen (brutowaarde) zijn producten die niet rechtstreeks in het fabricageproces worden gebruikt (bijvoorbeeld: verpakkingsmateriaal). Zij worden gewaardeerd volgens de methode van gewogen gemiddelde kostprijs en zijn onderworpen aan LOCOM. Eventuele geboekte afschrijvingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.

Afschrijvingen & bijzondere waardeverminderingen zijn alle bijzondere waardeverminderingen of afschrijvingen van basisproducten en verbruiksgoederen.

Betaalde voorschotten zijn voorafbetalingen op contracten met leveranciers, waarbij de fysieke levering van het onderliggende goed nog niet heeft plaatsgevonden. Zij worden geboekt tegen nominale waarde.

Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd volgens de methode van de ‘winstname volgende vordering van de werken’.

F2.10 Handels- en overige vorderingen

Handels- en overige vorderingen worden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs, d.i. aan de netto huidige waarde van de handelsvordering. Tenzij de impact van actualisatie materieel is, worden vorderingen aan nominale waarde geboekt en afgeschreven indien oninbaar. Alle waardeverminderingen worden op aparte rekeningen gevolgd, en deze worden pas met de boekwaarde gecompenseerd als er geen kans meer is op recuperatie van de vordering.

Handelsvorderingen voor dewelke de risico’s en de opbrengsten grotendeels getransfereerd werden, worden van de balans afgeboekt. Reële waardewinsten uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige vorderingen.

Handels- en overige vorderingen zijn onderworpen aan een nieuwe methode van bijzondere waardeverminderingen, genoemd ‘verwachte kredietverlies’ model (ECL), dat het verwachte kredietverlies op uitstaande vorderingen meet gebaseerd op gezamenlijke kredietrisico karakteristieken. Umicore heeft een matrix ontwikkeld rekening houdend met scores van klanten en sectoren, ouderdomsbalansen, macro-economische en regionale factoren en patronen van historische verliezen.

De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal te verkopen of aan te kopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt die de groep gaat verkopen of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug te kopen, wordt respectievelijk opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de belangrijkste kasstromen met betrekking tot verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten, zolang de financiering van korte duur is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente worden consequent weergegeven als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen opbrengsten opgenomen met betrekking tot het verkoopgedeelte of kosten opgenomen met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.

F2.11 Kas en kasequivalenten

Kasmiddelen omvatten de beschikbare geldmiddelen in contanten en uitstaande bedragen bij banken. Kasequivalenten zijn uiterst liquide kortetermijnbeleggingen die op elk ogenblik kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is, een looptijd hebben van maximum drie maanden en niet onderhevig zijn aan een materieel risico op waardeschommelingen.

Deze elementen worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde of afgeschreven kostprijs. Kredieten op bankrekeningen bij de banken worden in de balans opgenomen als financiële schulden op korte termijn.

F2.12 Bijzondere waardevermindering van activa

Materiële vaste activa en andere vaste activa, met inbegrip van immateriële activa en financiële activa die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden geëvalueerd op de noodzaak tot boeking van bijzondere waardeverminderingen indien bepaalde gebeurtenissen of veranderde omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijkerwijs niet kan gerecupereerd worden. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, moet de recupereerbare waarde van de activa geschat worden.

De recupereerbare waarde is de netto verkoopprijs van de activa of, wanneer deze hoger is, de gebruikswaarde van de activa. Om de recupereerbare waarde van individuele activa te kunnen schatten, bepaalt de onderneming vaak de recupereerbare waarde van de kasstroom genererende eenheid waartoe de activa behoren. Als de boekwaarde van de activa de recupereerbare waarde overschrijdt, dan wordt onmiddellijk een bijzondere waardevermindering als kost geboekt.

Bijzondere waardeverminderingen worden teruggenomen indien de reden voor de bijzondere waardeverminderingen geboekt voor activa of voor een kasstroom genererende eenheid, niet langer bestaat of verminderd is. Een bijzondere waardevermindering wordt maximaal teruggenomen voor zover de boekwaarde van de activa niet groter wordt dan de theoretische netto boekwaarde na afschrijving, bepaald alsof er in de voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering zou zijn opgenomen.

F2.13 Kapitaal en overgedragen resultaten

A. Inkoop van eigen aandelen: Wanneer de onderneming een deel van haar eigen aandelen inkoopt, wordt de betaalde prijs, inclusief de toewijsbare netto transactiekosten na belasting, afgetrokken van het eigen vermogen en opgenomen als ‘Eigen aandelen’. Er wordt geen winst of verlies geboekt in de resultatenrekening bij aankoop, verkoop, uitgifte of vernietiging. Indien deze aandelen vervolgens verkocht of heruitgegeven worden, wordt elk ontvangen bedrag als eigen vermogen opgenomen.

B. Bijkomende kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen en in mindering gebracht van het ontvangen bedrag, na aftrek van belastingen.

C. Dividenden van de moederonderneming uitkeerbaar aan de gewone uitstaande aandelen worden opgenomen als verplichting nadat ze goedgekeurd zijn door de aandeelhouders.

F2.14 Minderheidsbelangen

Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identificeerbare activa en passiva die geboekt worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstige deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes.

In de resultatenrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart van het geconsolideerd resultaat van de Groep getoond.

F2.15 Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd in de balans indien:

• er een bestaande (wettelijke of feitelijke) verplichting bestaat ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden;
• het waarschijnlijk is dat er kasuitgaven vereist zijn om de verplichting af te wikkelen;
• er een betrouwbare schatting van het bedrag van deze uitgave kan gemaakt worden.

Een feitelijke verplichting is een verplichting die ontstaat uit de handelingen van een onderneming, waarbij deze door een consistent gedrag of door bepaalde gepubliceerde beleidsregels te kennen geeft dat zij bepaalde verantwoordelijkheden aanvaardt, en de onderneming als gevolg daarvan een terecht verwachtingspatroon gecreëerd heeft dat zij die verantwoordelijkheden daadwerkelijk zal opnemen.

Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting op het einde van de rapporteringsperiode van de uitgaven die vereist zijn om aan de bestaande verplichting te voldoen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Indien de tijdswaarde van het geld belangrijk is, wordt als voorziening de huidige waarde genomen van de verwachte toekomstige vereiste uitgaven om aan de verplichting te voldoen. Het resultaat van de jaarlijkse verdiscontering van de voorzieningen, als ze verricht wordt, wordt opgenomen in de financiële resultaten.

De belangrijkste types van voorzieningen zijn de volgende:

1. Voorzieningen voor personeelsvoordelen (zie 2.16, personeelsvoordelen)

2. Voorzieningen voor milieuverplichtingen

Milieuvoorzieningen zijn gebaseerd op wettelijke en feitelijke verplichtingen ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, in overeenstemming met het milieubeleid van de onderneming en de geldende wettelijke verplichtingen. Het volledige bedrag van de geschatte verplichting wordt onmiddellijk opgenomen op het ogenblik dat de verplichting plaatsvindt. Wanneer de verplichting productie gerelateerd is, wordt de verplichting stapsgewijs opgenomen volgens het normaal gebruik/productieniveau.

3. Overige voorzieningen

Deze omvatten voorzieningen voor geschillen, verlieslatende contracten, garanties, risico’s op financiële deelnemingen en herstructureringen. Een voorziening voor herstructurering wordt opgenomen als de onderneming een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de herstructurering al gestart of publiek aangekondigd is voor het einde van de rapporteringsperiode. Elke herstructureringsvoorziening omvat enkel de directe uitgaven die voortvloeien uit de herstructurering, welke duidelijk afgebakend zijn en die geen verband houden met de lopende activiteiten van de onderneming.

F2.16 Personeelsvoordelen
F2.16.1 Personeelsvoordelen op korte termijn

Ze omvatten lonen, salarissen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld, doorbetaling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in natura. Deze worden als kost geboekt in de betreffende periode. Alle kaderleden van de onderneming komen in aanmerking voor bonussen op basis van individuele prestaties en financiële doelstellingen. Het bedrag van de bonus wordt ten laste genomen, op basis van een raming op het einde van de rapporteringsperiode.

F2.16.2 Vergoeding na uitdiensttreding (pensioenen, medische zorgverlening)

De onderneming heeft verschillende pensioenprogramma’s en programma’s voor medische zorgverlening in overeenstemming met de voorwaarden en de praktijken in de landen waar ze actief is. De programma’s worden in principe via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of apart beheerde fondsen gefinancierd.

2.16.2.1 ‘TE BEREIKEN DOEL’-PLANNEN

De onderneming neemt alle wettelijke en feitelijke verplichtingen in de boeken op, zowel op basis van de formele bepalingen van de ‘te bereiken doel’-plannen als van de eerder informele gewoonten van de onderneming.

Het bedrag dat opgenomen wordt in de balans is gebaseerd op actuariële berekeningen (op basis van de ‘projected unit credit method’) en vertegenwoordigt het netto saldo van de huidige waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingenen en de reële waarde van de eventuele activa van het pensioenplan.

De pensioenkosten van verleden diensttijd worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening volgens IAS 19 (herzien).

De herberekeningen als gevolg van wijzigingen in de geschatte actuariële parameters worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin ze zich voordoen en worden vermeld in het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als reserves voor personeelsvoordelen na uitdiensttreding.

In België moeten, in overeenstemming met de Belgische wetgeving rond pensioenplannen (de zogenaamde “Wet Vandenbroucke”), alle Belgische plannen met ‘vaste bijdrage’ waarvoor het wettelijk gegarandeerd minimumrendement van toepassing is worden gezien onder IFRS als 'te bereiken doel’ plannen. De verplichtingen en kosten van deze regelingen worden berekend volgens de ‘projected unit credit method’.

In Duitsland bestaan er twee pensioenplannen met vaste bijdragen die extern gefinancierd worden via de “Pensionskasse Degussa” (PKD) of het steunfonds “Unterstützungskasse Degussa (RUK). De PKD- en RUK-plannen verzekeren de inflatie en de gegarandeerde renteaanpassingen van de uitkeringen. In de afgelopen jaren is er, als gevolg van de lage rente, een tekortkomingsrisico in de zelffinanciering bij de PKD en RUK om deze aanpassingen te verzekeren. In geval van dergelijke tekorten zouden de PKD en het RUK een beroep kunnen doen op Umicore om de vereiste extra financiering bij te dragen. Om die reden worden de PKD- en RUK-plannen onder IFRS erkend als plannen met toegezegde pensioenverplichtingen. Het management heeft een vereenvoudigde ‘beste inschatting’ methode toegepast om het risico op tekorten te berekenen en heeft dit als een bijkomende verplichting erkend.

2.16.2.2 PLANNEN MET ‘VASTE BIJDRAGE’

De onderneming betaalt vaste bijdragen aan openbare of privéverzekeringsplannen. De betalingen worden ten laste genomen op het moment dat ze verschuldigd zijn en zijn als dusdanig opgenomen in de personeelskosten.

F2.16.3 ANdere personeelsvoordelen op lange termijn (anciënniteitspremies)

Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de ‘te bereiken doel’-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herberekeningen als gevolg van een wijziging in de actuariële assumpties worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.

F2.16.4 Vergoedingen loopbaanbeëindiging (brugpensioenplannen, andere gelijkaardige verplichtingen)

Deze vergoedingen zijn verschuldigd als gevolg van de beslissing van de onderneming om het dienstverband van een werknemer te beëindigen vóór de normale pensioendatum of van de beslissing van een werknemer om in ruil voor deze vergoeding vrijwillig ontslag te nemen. Als ze redelijkerwijs voorspelbaar zijn, overeenkomstig de voorwaarden en praktijken in de landen waar de onderneming actief is, worden ook potentieel toekomstige verplichtingen opgenomen.

Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de ‘te bereiken doel’-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herberekeningen als gevolg van een wijziging in de actuariële assumpties worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.

F2.16.5 Vergoedingen in aandelen en aanverwante voordelen (op aandelen gebaseerde vergoedingen ifrs 2)

Dankzij verschillende aandelenoptie- of aandelenprogramma’s kunnen zowel de werknemers als het senior management van de onderneming aandelen van Umicore aankopen of verwerven. De optie- of aandelenuitoefenprijs is gelijk aan de marktprijs van de (onderliggende) aandelen op de datum van de toekenning. Als de opties uitgeoefend worden, worden aandelen komende van de bestaande voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld van de begunstigden. In beide gevallen wordt het kapitaal verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. Voor de aandelenprogramma’s, worden aandelen uit de voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden.

De opties en de aandelen worden standaard verworven op de datum van de toekenning en hun reële waarde wordt opgenomen als een uitgave voor personeelsvoordelen met als tegenpost het eigen vermogen onder de vorm van reserves van de op aandelen gebaseerde vergoedingen. Voor de opties wordt de kost die moet geboekt worden, berekend door een actuaris die daarvoor een waarderingsmodel gebruikt dat rekening houdt met de karakteristieken van de aandelenopties, de volatiliteit van het onderliggende aandeel en het veronderstelde uitoefenpatroon.

Zolang de verleende opties niet zijn uitgeoefend wordt hun waarde gerapporteerd onder de geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen van de Groep als ‘reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen’. De waarde van de uitgeoefende opties gedurende de periode wordt getransfereerd naar ‘overgedragen resultaten’.

F2.16.6 Presentatie

De personeelsvoordelen worden geboekt als bedrijfsresultaat in de resultatenrekening, met uitzondering van interest en verdisconteringsresultaten die opgenomen worden in de financiële resultaten.

F2.17 Financiële schulden

Alle bewegingen in financiële schulden worden geboekt op de verhandelingsdatum.

Voor leningen worden de initieel ontvangen bedragen geboekt, verminderd met transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen nettowaarde na afschrijving, op basis van de effectieve interestmethode. De nettowaarde na afschrijving wordt berekend rekening houdend met alle uitgiftekosten en elke korting of premie op het moment van uitgifte. Alle verschillen tussen het geleende bedrag en de terugbetalingswaarde worden opgenomen in de resultatenrekening bij terugbetaling.

Vanaf 2019 bevat de financiële schuld ook de leaseschulden volgens IFRS 16 (zie toelichting F2.23.1).

De converteerbare obligatie wordt beschouwd als een samengesteld instrument. Het bevat een vreemd vermogens- en een eigen vermogenscomponent. Dit instrument is converteerbaar in aandelen naar gelang de optie van de houder. Elke component wordt derhalve afzonderlijk geboekt. De vreemd vermogenscomponent wordt bepaald door de reële waarde te bepalen van de kasstromen zonder de eigen vermogenscomponent. De rest wordt aan het eigen vermogen toegerekend. De eigen vermogenscomponent wordt niet geherwaardeerd, noch bij conversie, noch op de vervaldag. Tot slot is de converteerbare obligatie een nulcouponinstrument.

F2.18 Handels- en overige schulden

Handelsschulden worden geboekt aan kost na afschrijving, met andere woorden aan de netto actuele waarde van het te betalen bedrag. Tenzij de impact van verdiscontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen.

De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal aan te kopen of te verkopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt dat de Groep heeft toegezegd te verkopen of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug aan te kopen, wordt respectievelijk opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de belangrijkste kasstromen met betrekking tot verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten, zolang de financiering van korte duur is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente worden consequent weergegeven als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen opbrengsten opgenomen met betrekking tot het verkoopgedeelte of kosten opgenomen met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.

Reële waardeverliezen uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige schulden.

F2.19 Belastingen op het resultaat

De belastingen op het resultaat van het boekjaar betreffen de effectieve belastingen alsook de latente belastingen. Deze belastingen worden berekend in overeenstemming met de belastingwetgeving die van toepassing is in elk land waar de onderneming actief is.

De effectieve belastingen omvatten deze die verschuldigd zijn op het belastbaar inkomen van het jaar, op basis van de belastingpercentages die gelden op het einde van de rapporteringsperiode, evenals elke herziening van de belastingen die verschuldigd (of terugbetaalbaar) zijn voor voorgaande jaren.

De verschuldigde belastingen worden bepaald op basis van de belastingwetten en –reglementeringen in elk van de vele jurisdicties in dewelke de Groep opereert. De genomen winstbelastingstandpunten worden door de Groep beschouwd als verdedigbaar en hebben de bedoeling eventuele betwistingen van belastingautoriteiten te doorstaan. Desalniettemin is het aanvaard dat sommige van de standpunten onzeker kunnen zijn, terwijl ze ook het gevolg zijn van interpretaties van complexe belastingwetten.

Belastingvoorzieningen worden aangelegd wanneer de precieze impact van de belastingwetgeving en regelgeving rond verschuldigde belastingen met betrekking tot de winst die in die jurisdictie ontstaat onduidelijk is. Dit zou kunnen leiden tot een belastingaanpassing in de vorm van een toekomstige geldstroom naar een belastingautoriteit of een daaruit voortvloeiende aanpassing van een uitgestelde belastingvordering. Onzekere belastingposities worden periodiek beoordeeld door de interpretatie van IFRIC 23 te volgen en de onzekerheden afzonderlijk of gezamenlijk te bekijken, op basis van de benadering die de beste vooruitzichten biedt voor de oplossing van de onzekerheden met de belastingautoriteiten. Er wordt aangenomen dat de belastingautoriteit de positie zal onderzoeken (indien gerechtigd) en volledig op de hoogte is van alle relevante informatie en dat de belastingautoriteit een ‘Uncertain Taks Position’ of ‘UTP’ zal opnemen aan de hand van ofwel het meest waarschijnlijke bedrag ofwel de verwachte waarde, afhankelijk van de beste voorspelling voor elke ‘UTP’. Tevens houdt de beste voorspelling rekening met de waarschijnlijkheid dat een aanpassing gerealiseerd wordt bij het onderzoek. De inschattingen en beoordelingen met betrekking tot onzekere belastingposities worden herbeoordeeld indien de feiten en omstandigheden gewijzigd zijn waarop deze inschattingen en beoordelingen zijn gebaseerd, of als gevolg van nieuwe informatie die een impact hebben op de oorspronkelijke beoordelingen. Bij de waardering van de onzekere belastingposities houdt de Groep rekening met de verjaringstermijnen die in elk rechtsgebied van toepassing zijn en bovendien worden interesten en boetes opgenomen in de beoordeling.

Latente belastingen worden berekend volgens de ‘liability method’, op tijdelijke verschillen die bestaan tussen enerzijds de fiscale waarde van de activa en passiva en anderzijds hun boekwaarde in de jaarrekening. Deze belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingpercentages die van kracht zijn op het einde van de rapporteringsperiode of toekomstige belastingpercentages indien formeel aangekondigd door de autoriteiten in het land waar de onderneming actief is.

Latente belastingactiva worden enkel geboekt als het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.

Latente belastingactiva en -passiva worden gecompenseerd en netto voorgesteld enkel en alleen als ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastinginstantie op dezelfde belastbare entiteit.

F2.20 Boeking van opbrengsten
F2.20.1 Boeking van opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten

Ondanks de complexiteit van de verschillende processen binnen elke business unit, zijn de performantieverplichtingen vrij eenduidig, namelijk:

  • Catalysis: de levering van goederen in overeenstemming met contractspecificaties. Die specificaties werden gevalideerd en gedefinieerd door monsters. Die monsters worden niet aanzien als belangrijke stroom voor verdere analyse onder IFRS 15.

  • Recycling: de terugkeer van de geraffineerde metalen naar de klant, afhankelijk van de gecontracteerde overeenkomst, in hun pure metaalinhoud of als deel van (semi) afgewerkt product en de verkoop van metaal (inclusief metaalwinsten) aan klanten

  • Energy and Surface Technologies: de levering van producten in overeenstemming met de specificaties van het verkoopsorder.

Umicore heeft nauwgezet de performantieverplichtingen geanalyseerd en heeft besloten dat voor Catalysis de opbrengst wordt erkend op het moment dat de controle overgaat op de klant. Ondanks de op maat gemaakte producten beheerst de klant niet het productieproces noch heeft de groep recht op een vervroegde betaling voor de werkelijke levering van de goederen. De controle wordt dan ook pas overgedragen in lijn met de gebruikelijke leveringsafspraken (Incoterms) en de aanvaarding van de goederen door de klant bij levering.

Voor verkoop binnen Recycling, zal de opbrengst erkend worden op dat moment wanneer de controle over de geraffineerde producten of metaal terug in de handen van de klant is (raffinage) of terug bij de klanten is (verkoop van metaal, inclusief metaalwinsten) bij de levering.

Voor verkoop binnen Energy and Surface Technologies, wordt de opbrengst erkend op het moment dat de controle overgaat op de klant in lijn met de levering volgens de geldende leverafspraken (Incoterms).

Sommige contracten bevatten commerciële kortingen maar de frequentie hiervan is laag en de ordegrootte niet materieel. Indien van toepassing, worden deze erkend in dezelfde periode van de verkoop. Er werden geen bijkomende waarborgovereenkomsten verkocht aan klanten boven de wettelijke verplichtingen en deze worden bijgevolg dan ook niet erkend als afzonderlijke performantieverplichting.

De transactieprijs die geïdentificeerd wordt in het contract wordt aldus volledig toegekend aan de performantieverplichting. Er zijn geen significante contracten waarin de groep een performantieverplichting heeft gerealiseerd waarvoor nog geen aanrekening plaatsvond of waarbij anderzijds een som ontvangen werd waarvoor nog geen performantieverplichting werd vervuld. De opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten wordt verder beschreven in toelichtingen F7 en F9.

De analyse in het kader van verliezen door bijzondere waardeverminderingen wordt voorgesteld in het verwachte kredietverlies model, zoals gedetailleerd toegelicht in F20.

Er worden geen opbrengsten geboekt met betrekking tot het verkoopgedeelte of grondstofkosten met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn gecontracteerd.

F2.20.2 Overheidssubsidies

Overheidssubsidies worden aanvankelijk geboekt in de balans als over te dragen opbrengsten indien er een redelijke garantie is dat de subsidies ontvangen zullen worden en dat de onderneming zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Subsidies worden vervolgens in de resultatenrekening opgenomen in dezelfde periode als, en proportioneel aan, de te compenseren kosten.

F2.21 Financiële instrumenten

De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen om de blootstelling aan negatieve schommelingen van wisselkoersen, metaalprijzen, rentevoeten en andere marktrisico’s te beperken. De onderneming gebruikt voornamelijk spot- en termijncontracten voor de indekking van het metaal- en valutarisico en swapcontracten om het renterisico in te dekken. De transacties uitgevoerd op de termijnmarkt zijn niet van speculatieve aard.

F2.21.1 Transactionele risico’s - reële-waarde indekking

Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gebruikt om de reële waarde van de onderliggende ingedekte elementen (activa, passiva en vaste overeenkomsten) te beschermen. Deze worden oorspronkelijk aan reële waarde geboekt op de verhandelingsdatum. De ingedekte items (fysieke verplichtingen en commerciële voorraad voornamelijk) worden volgens de economische indekkingspolitiek van Umicore initieel gewaardeerd aan reële waarde.

Waar mogelijk documenteert Umicore de boekhoudkundige verwerking van indekkingsinstrumenten volgens de criteria van IFRS 9. De onderste laag of netto positie benadering voor de reële waarde indekking van groepen van gesloten portefeuilles van deviezenrisico en metaalrisico worden toegepast. Onder de onderste laag benadering worden de onderste lagen gedefinieerd die een nominale waarde aan blootstelling weergeven die historisch aanwezig was op constante en continue basis. Deze laag is verder opgesplitst in kleinere rekeneenheden, sublagen, die zijn aangewezen als afgedekte items. De sublagen zijn vervolgens afgedekt door indekkingsinstrumenten die aangewezen zijn als afdekkingsmultiples van dergelijke sublagen.

Onder de netto positie benadering wordt afdekking toegepast op basis van een groep items met compenserende risicoposities waarbij de netto positie wordt afgedekt door een indekkingsinstrument.

In beide benaderingen betreft het gesloten afgedekte portefeuilles waarin items niet kunnen toegevoegd, verwijderd of vervangen worden zonder elke wijziging te beschouwen als een overgang naar een nieuwe portefeuille. In beide benaderingen bestrijken de blootstellingen een groep van balans en buitenbalans deviezen en metaalposities, die zich manifesteren als handelsvorderingen, voorraden en aankoopverplichtingen of handelsschulden en handelsverplichtingen die blootgesteld zijn aan de variabiliteit van buitenlandse deviezen en metaalprijzen.

In de afwezigheid van het behalen van de IFRS 9 gebaseerde onderste laag criteria of de netto positie criteria voor gesloten portefeuilles of in de afwezigheid van marktderivaten en dus het verkrijgen van reële waarde indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd onder IFRS 9, worden de ingedekte items gehouden aan kostprijs en worden ze onderworpen aan IAS 37 principes. In de praktijk betekent dit dat Umicore alle oorspronkelijk geboekte materiële positieve aanpassingen naar reële marktwaarde compenseert met voorzieningen voor verlieslatende contracten en de negatieve aanpassingen naar reële marktwaarde herclassificeert onder de voorzieningen voor verlieslatende contracten.

Wanneer er een consistente praktijk bestaat bij een dochteronderneming of een kasstroomgenererende eenheid van de Groep om het onderliggende item geleverd te krijgen om het terug te verkopen op korte termijn met als doel een winst te realiseren op basis van de kortetermijnschommelingen in de prijs of de handelsmarges, dan worden in die gevallen de voorraden gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening en worden de verbonden fysieke en/of handelsgoederen engagementen geklasseerd als afgeleide financiële instrumenten eveneens met een waardering aan reële waarde via de resultatenrekening.

F2.21.2 Structurele risico’s - kasstroomindekking

Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen die gebruikt worden voor de indekking van toekomstige kasstromen, worden toegewezen als indekkingen te behandelen onder indekkingsinstrumenten voor kasstromen. Wijzigingen in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten die voldoen als effectieve kasstroomindekkingen, worden opgenomen in het eigen vermogen van de Groep. Dit gebeurt onder de vorm van kasstroom-indekkingsreserves totdat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (d.i. een invloed hebben op de resultatenrekening). Op dat moment worden de opgenomen winsten en verliezen van de indekkingsinstrumenten getransfereerd van eigen vermogen naar de resultatenrekening.

Als de ingedekte transacties niet meer waarschijnlijk zijn of wanneer de dekkingsoperaties geen voorwerp meer hebben, dan worden de hieraan verbonden indekkingsinstrumenten onmiddellijk stopgezet en worden alle winsten of verliezen, initieel opgenomen in het eigen vermogen, onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.

In afwezigheid van het verkrijgen van indekkingsboekhouding bij de creatie in overeenstemming met de IFRS 9-criteria, worden de wijzigingen in reële waarde van de indekkingselementen in de resultatenrekening opgenomen in plaats van in het eigen vermogen en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen.

F2.21.3 In uitvoerende contracten besloten derivaten

Uitvoerende contracten (‘basiscontract’) bevatten soms besloten derivaten. Besloten derivaten hebben als gevolg dat sommige of alle kasstromen die anders kunnen verwacht worden van het basiscontract, worden gewijzigd in functie van een specifieke rentevoet, de prijs van een financieel instrument, de prijs van een handelsgoed, een wisselkoersprijs of andere variabelen. Als het vaststaat dat dergelijk besloten derivaat niet dicht verbonden is met het basiscontract, dan wordt het afgezonderd van het basiscontract onder de regels van IFRS 9 (reële waarde via resultatenrekening). Het basiscontract wordt geboekt volgens de regels van de uitvoerende contracten, wat wil zeggen dat dergelijk contract niet wordt erkend in de balans of de resultatenrekening voor de contractuele levering plaatsvindt.

F2.22 Aanpassingen aan het resultaat

Aanpassingen aan het resultaat hebben betrekking tot herstructureringsmaatregelen, bijzondere waardeverminderingen van activa gerelateerd aan herstructureringsmaatregelen en andere kosten of opbrengsten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming, zoals de beëindiging van activiteiten en milieuvoorzieningen die verband houden met historische vervuiling of niet-actieve vestigingen.

Alle activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan verschillende risico’s die al dan niet financieel van aard zijn maar die de financiële prestaties van de Groep kunnen beïnvloeden. Financiële risico’s omvatten veranderingen van metaalprijzen, wisselkoersen, bepaalde markt-gedefinieerde commerciële voorwaarden, rentevoeten alsook krediet- en liquiditeitsrisico’s. Het globale risicobeheer van de Groep tracht de negatieve invloed op de financiële resultaten van de Groep tot een minimum te beperken, door deze risico’s in te dekken met financiële indekkings- en verzekeringsinstrumenten.

F3.1 Wisselkoersrisico

Het wisselkoersrisico waaraan Umicore blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele, transactionele en omrekeningsrisico’s.

F3.1.1 Structureel risico

De inkomsten van Umicore zijn gedeeltelijk in USD uitgedrukt, alhoewel vele activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (voornamelijk in Europa en Azië). Elke wijziging in de USD-wisselkoers versus EUR of andere deviezen die niet aan de USD gekoppeld zijn, heeft daardoor een invloed op de resultaten van de onderneming.

Een groot deel van deze blootstelling aan de wisselkoers vloeit voort uit de in USD uitgedrukte metaalprijzen, gelinkt aan de recyclage en raffinage activiteiten.

Een toenemend aandeel van dit structurele risico vloeit voort uit niet-metaal gerelateerde inkomsten uitgedrukt in USD, zoals aangerekende raffinage- en verwerkingskosten en productpremies. Deze toename is vooral te wijten aan de versnelde groei van de batterijmaterialen activiteiten in Azië.

Naast de blootstelling aan de USD ten opzichte van de EUR is er ook een structurele en stijgende gevoeligheid van zowel de EUR als de USD tegenover enkele andere deviezen zoals de Koreaanse Won (KRW), Chinese Yuan (CNY), Canadese Dollar (CAD), Zuid-Afrikaanse Rand (ZAR) en Braziliaanse Real (BRL).

Structurele wisselkoersindekking

Het indekkingsbeleid van Umicore laat toe om zich tegen structurele wisselkoersblootstelling op termijn in te dekken, zij het in combinatie met de indekking tegen de structurele metaalprijsblootstelling of geïsoleerd, doorgaans wanneer een wisselkoers of een in EUR uitgedrukte metaalprijs boven het historische gemiddelde ligt en zich op een niveau bevindt waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden.

In verband met het structurele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep past een voorzichtige aanpak toe voor structurele indekking, nooit tot 100 %, en vermijdt hierbij niet-effectiviteit ten gevolge van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling.

Op het einde van 2020, was Umicore in het bezit van enkele structurele wisselkoersindekkingen die gerelateerd zijn aan niet-metaalprijsgerelateerde wisselkoerssensitivieit voor o.a. de volgende contracten: EUR/USD, USD/KRW, USD/CNY, EUR/CNY, EUR/ZAR en USD/CAD.

F3.1.2 Transactioneel risico

Het bedrijf is ook onderhevig aan transactionele risico’s met betrekking tot deviezen, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs met de klant of leverancier wordt bepaald en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Umicore dekt zich systematisch in tegen dergelijke transactionele risico’s, voornamelijk via termijncontracten.

In verband met het transactionele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (balans elementen en engagementen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep dekt het transactionele risico voor zover mogelijk maximaal in, tot 100 %. Elke niet-effectiviteit kan het gevolg zijn van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling, maar deze ineffectiviteit wordt naar verwachting nooit materieel.

F3.1.3 Omrekeningsrisico

Umicore is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in EUR rapporteren. Wanneer dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, is het omgerekende bedrag blootgesteld aan waardeschommelingen van zulke lokale valuta’s ten opzichte van de EUR. Het betreft voornamelijk USD, BRL, KRW, CNY en ZAR. Hoewel Umicore zich niet systematisch indekt tegen dit soort risico, kunnen indekkingen op ad hoc basis wel afgesloten worden.

F3.2 Metaalprijsrisico

Het metaalprijsrisico van Umicore kan opgedeeld worden in 3 categorieën: structureel risico, transactioneel risico en risico op metaalvoorraden.

Om de indekkingseffectiviteit te bepalen van het structureel en transactioneel risico, hanteert Umicore een vergelijking van de kritische termen tussen het ingedekte element en het indekkingsinstrument op basis van onder meer de hoeveelheid en de vervaldag. De indekkingsratio bedraagt 100% waarbij de oorzaken van niet-effectiviteit kunnen voortkomen uit een verschil in vervaldag tussen het ingedekte element en het indekkingsinstrument of een wijziging in de risicopositie.

F3.2.1 Structureel risico

Umicore is blootgesteld aan structurele metaalprijsrisico’s. Die risico’s vloeien voornamelijk voort uit de metaalprijzen die inwerken op de metaalbonussen die gehaald worden op de voor verwerking geleverde materialen of andere inkomstenelementen die afhangen van de metaalprijzen. Het beleid van Umicore laat toe om dergelijke blootstelling aan metaalprijzen op termijn in te dekken doorgaans wanneer de forward-metaalprijzen uitgedrukt in de functionele wisselkoers van de desbetreffende activiteit boven hun historisch gemiddelde liggen en zich op een niveau bevinden waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. In welke mate het metaalprijsrisico op termijn ingedekt kan worden hangt af van de liquiditeit van de desbetreffende markten en de beschikbaarheid van de nodige indekkingsinstrumenten.

In het segment Recycling, recycleert de Groep voornamelijk platina, palladium, rhodium, goud en zilver en andere basis- en speciale metalen. In dit segment is de gevoeligheid op de korte termijn van inkomsten en operationele resultaten tegenover metaalkoersen in het bijzonder belangrijk. Gezien de variabiliteit in het soort aangevoerde materialen in de loop der jaren, blijft het moeilijk om een specifieke sensitiviteit uit te drukken voor één welbepaald metaal. In het algemeen geldt dat hogere prijzen in een stijging van de inkomsten in het Recycling segment resulteren (en omgekeerd geldt hetzelfde). Umicore bezit ook een metaalprijssensitiviteit in de andere segmenten Catalysis, Energy & Surface Technologies die vooral gelinkt is aan de metaal gerelateerde inkomsten en afhankelijk van de gebruikte metalen in de desbetreffende segmenten. Over het algemeen draagt een hogere metaalprijs bij tot voordelen op korte termijn voor de winstgevendheid van elke activiteit (en omgekeerd geldt hetzelfde). Echter, andere commerciële voorwaarden die grotendeels onafhankelijk zijn van de metaalprijs, zoals productpremies, zijn evenzeer significant en onafhankelijk bepalend voor de opbrengsten en de resultaten. Tot slot kunnen aanhoudend hoge metaalprijzen in sommige gevallen andere risico’s vergroten, zoals het risico op substitutie of het risico op verstoringen van de bevoorradingsketen.

Structurele metaalprijsindekking

Umicore dekt een deel van haar toekomstige blootstelling aan forward metaalkoersen in, en dit voor sommige metalen die genoteerd zijn op termijnmarkten en voor zover toekomstige op de metaalprijs gebaseerde inkomsten uit gekende en gedocumenteerde commerciële overeenkomsten kunnen aangetoond worden. In de loop van 2020 en begin 2021 sloot Umicore bijkomende termijncontracten af, waardoor een aanzienlijk deel van haar structurele toekomstige prijsblootstelling voor bepaalde edele metalen werd ingedekt en de zichtbaarheid op de inkomsten toeneemt. Voor 2021 en 2022 is ongeveer twee derde van de verwachte blootstelling aan goud en palladium en iets minder dan de helft voor zilver reeds ingedekt. Bovendien is bijna een derde van de verwachte blootstelling aan platina voor 2021 ingedekt. Ondanks de afwezigheid van een liquide termijnmarkt heeft Umicore de voorbije maanden termijncontracten afgesloten om een minderheid van de verwachte blootstelling aan rhodium voor 2022 en 2023 in te dekken. Tot slot heeft Umicore ook het grootste deel van de verwachte blootstelling aan lood voor 2021 en 2022 ingedekt.

In verband met het structurele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep past een voorzichtige aanpak toe voor structurele indekking, nooit tot 100 %, en vermijdt hierbij niet-effectiviteit ten gevolge van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling.

F3.2.2 Transactioneel risico

De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico’s op aangekochte en verkochte metalen.De meerderheid van de transacties in metalen gebruiken marktreferenties van derden zoals deze van de London Metal Exchange. Als de onderliggende metaalprijs constant zou blijven, dan zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de grondstoffen terug aan de klant worden doorgerekend als een deel van de verkoopprijs. Gezien de tijd die nodig is voor de conversie van aangekochte grondstoffen tot eindproducten en de verkoop ervan, zal de volatiliteit in de metaalkoers die als referentie dient, verschillen doen ontstaan tussen de aankoopprijs van de metalen en de verkoopprijs. Er is dus een transactioneel risico ingevolge elke prijswijziging tussen het moment waarop grondstoffen worden aangekocht (meer specifiek, wanneer de aankoopprijs wordt gefixeerd) en het moment waarop producten worden verkocht (meer bepaald, wanneer de verkoopprijs wordt gefixeerd).

Het beleid van de Groep bestaat erin om dit transactioneel risico zo veel mogelijk in te dekken, voornamelijk met termijnoperaties.

In verband met het transactionele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (balans elementen en engagementen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep dekt het transactionele risico voor zover mogelijk maximaal in, tot 100 %. Elke niet-effectiviteit van dergelijke indekkingen kan het gevolg zijn van verschillen in vervaldag tussen ingedekte element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling, maar deze ineffectiviteit wordt naar verwachting nooit materieel .

De versnelde groei van de batterij materiaal activiteiten heeft de afgelopen jaren substantieel gezorgd voor een toenemende blootstelling aan de specifieke betrokken metalen, zoals kobalt en nikkel. Toegenomen volumes, kwetsbaarheid aan de bijhorende prijsschommelingen en in geval van sommige metalen zoals kobalt, het gebrek aan een liquide papier forward markt, leiden tot toegenomen metaal risico’s. Voor kobalt streeft het Umicore transactioneel indekkingsbeleid ernaar zoveel mogelijk de fixatie van de aankoopprijs en de verkoopprijs op elkaar af te stemmen. Deze fysieke ‘back-to-back’ laat toe om de transactionele risico’s voor kobalt in een volatiele markt te beperken.

Het economische beleid van de Groep inzake transactionele metaalindekking schrijft voor dat waarderingsprincipes voor aanpassingen naar reële marktwaarde initieel worden toegepast op alle elementen van de transactionele indekkingspositie, zowel de indekkingsinstrumenten als de ingedekte elementen. Waar mogelijk gebeurt dit volgens de IFRS 9 indekkingsboekhoudregels. Wanneer IFRS 9 niet toegepast of verkregen kan worden dan compenseert Umicore alle materiële positieve aanpassingen naar reële marktwaarde met voorzieningen voor verlieslatende contracten en herclassificeert de negatieve aanpassingen naar reële marktwaarde onder deze voorzieningen voor verlieslatende contracten.

F3.2.3 Risico op metaalvoorraden

De Groep is blootgesteld aan metaalkoersrisico’s op de permanente metaalvoorraden. Het risico heeft te maken met de kans dat metaalkoersen dalen tot onder de boekwaarde van deze voorraden. Umicore dekt zich niet in tegen dit risico.

F3.3 Renterisico

Renterisico’s vloeien voort uit veranderingen in de heersende marktrente, die kunnen leiden tot enerzijds veranderingen in de reële waarde van schuldinstrumenten met een vaste rentevoet en anderzijds in de rentebetalingen van schuldinstrumenten met een variabele rentevoet. Dit risico wordt beheerd door het schuldprofiel van de Groep op regelmatige basis te evalueren en door renteswaps af te sluiten. Eind december 2020 bedroeg de bruto financiële schuld van de Groep 2.424 miljoen, waarvan 1.609 miljoen met een vaste rentevoet. Op het einde van de periode zijn er uitstaande rentevoetswaps voor een totaal van 40 miljoen, met vervaldag eind 2023.

F3.4 Kredietrisico

Kredietrisico en concentratie van kredietrisico

Kredietrisico is het risico op wanbetalingen door eender welke tegenpartij, met betrekking tot de verkoop van goederen of metaalleasingoperaties. Om de kredietblootstelling te beheren, heeft Umicore een kredietbeleid opgesteld met aanvragen voor kredietlimieten, goedkeuringsprocedures, ononderbroken toezicht van de kredietblootstelling en aanmaningsprocedures in het geval van uitstel. Het kredietrisico ten gevolge van verkopen is tot een bepaalde grens ingedekt via kredietverzekeringen, accreditieven of andere gelijkaardige betalingswijzen. Umicore is een aantal kredietverzekeringscontracten aangegaan met verschillende verzekeraars. Eén daarvan is wereldwijd van toepassing en beschermt de verzekerde activiteiten tegen insolventie, politieke en commerciële risico’s met een individualiseerbare vrijstelling van 5% per factuur en voorziet een maximale schadeloosstelling per regio of land. Umicore heeft bepaald dat in een bepaald aantal gevallen waar de kosten van een kredietverzekering niet in verhouding staan tot het te verzekeren risico, geen beroep zal worden gedaan op een dergelijke globale kredietverzekeringsdekking. Voor die ondernemingen die gekenmerkt worden door een aanzienlijke klantenconcentratie of door een specifieke en nauwe relatie met de klanten, kunnen specifieke verzekeringscontracten voor een bepaalde periode worden opgezet. Er dient te worden opgemerkt dat sommige omvangrijke transacties, zoals de verkoop van edele metalen door het segment Recycling, een beperkt kredietrisico hebben aangezien het een gangbare praktijk is om te betalen voor de levering. Umicore kan bepaalde kredietrisico's verder beperken door verdiscontering van schuldvorderingen zonder verhaal of, vooral in China, door verdiscontering van bankwissels zonder verhaal. Met betrekking tot het risico tegenover financiële instellingen zoals banken en brokers, past Umicore ook interne kredietlijnen toe. Er worden specifieke limieten gesteld, per financieel instrument, die de diverse risico’s moeten indekken die verbonden zijn aan het handelen met deze tegenpartijen. In overeenstemming met IFRS 9 worden bijzondere waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen op vorderingen berekend en erkend, hierbij wordt een vereenvoudigde aanpak toegepast.

F3.5 Liquiditeitsrisico

Liquiditeitsrisico heeft betrekking op het vermogen om schulden af te lossen en te herfinancieren (met inbegrip van uitgegeven obligaties) en om activiteiten te financieren. De Groep beheert het liquiditeitsrisico door voldoende financieringsbronnen aan te houden, door te zorgen voor voldoende diversificatie van die financieringsbronnen, door de looptijdprofielen van financiële activa en passiva zo nauw mogelijk op elkaar af te stemmen en door de looptijden van financieringsbronnen te spreiden. Financieringsbronnen omvatten o.a. operationele kasstromen, vastgelegde en niet-vastgelegde bankfaciliteiten met inbegrip van Chinese banklijnen, metaal leaselijnen, uitgifte van handelspapier en onderhandse schuldplaatsingen op lange termijn.

F3.6 Belastingrisico

De belastinglast opgenomen in de financiële rapportering is gebaseerd op de door de Groep naar best vermogen berekende belastingschuld. De definitieve belastingschuld komt evenwel slechts vast te staan nadat er belastingcontroles hebben plaatsgevonden. Tot op dat moment hangt er een zekere graad van onzekerheid over de uiteindelijke belastingschuld van deze periode. Het Groepsbeleid is er op gericht om belastingaangiftes binnen de wettelijke termijnen in te dienen en om belastingadministraties tegemoet te komen door te verzekeren dat de belastingposities van de Groep getrouw en actueel zijn en dat alle verschillen in interpretatie van de belastingwetgeving en -regelgeving zo snel mogelijk besproken en opgelost worden. Rekening houdend met de omvang en het internationale karakter van de Groepsactiviteiten en zoals het geval is voor andere internationale bedrijven, vormen BTW, andere omzetbelastingen en intra-groepverrekenprijzen een inherent belastingrisico voor de Groep. Wijzigingen in de belastingwetgeving of in de toepassing ervan inzake verrekenprijzen, BTW, buitenlandse dividenden, O&O-belastingkredieten en belastingverminderingen kunnen mogelijkerwijze de werkelijke belastingvoet verhogen en de netto resultaten van de Groep ongunstig beïnvloeden. Op basis van de bovenstaande belastingrisico’s heeft het management een gedetailleerde analyse uitgevoerd van onzekere belastingposities wat heeft geleid tot het erkennen van provisies in lijn met IFRIC 23.

F3.7 Kapitaalrisico

In het beheer van haar middelen zal de Groep de continuïteit van de bedrijfsvoering bewaren, de rentabiliteit voor de aandeelhouders en de belangen van de andere belanghebbenden onderhouden en een optimale kapitaalstructuur hanteren om zo de kapitaalkost te verminderen.

Om de kapitaalstructuur te handhaven of aan te passen, kan de Groep bijvoorbeeld de dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders aanpassen, kapitaal uitkeren aan de aandeelhouders, eigen aandelen inkopen of nieuwe aandelen uitgeven.

De Groep controleert haar kapitaalstructuur door onder meer de ‘hefboomratio’ en de ratio van de netto financiële schuld ten opzichte van de aangepaste bedrijfskasstroom te hanteren. De hefboomratio wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door de som van de netto financiële schuld en het totaal eigen vermogen van de Groep. De netto financiële schuld wordt berekend als de som van de financiële schulden op lange termijn en de financiële schulden op korte termijn, verminderd met de kas en kasequivalenten en leningen toegekend in een niet-operationele context. De cijfers voor de gepresenteerde periodes worden gedetailleerd in de toelichting F24 Financiële schulden.

In normale bedrijfsomstandigheden zal de Groep streven naar een kapitaalstructuur die overeenstemt met een voor investeringen aantrekkelijke kredietwaardigheidsscore (‘investment grade’). De Groep kan overwegen om de hiermee overeenstemmende schuldgraad tijdelijk te overschrijden in het kader van een bijzonder gebeurtenis, zoals een belangrijke acquisitie.

F3.8 Strategische en operationele risico’s

Umicore is blootgesteld aan diverse strategische en operationele risico’s, die niet noodzakelijk een financieel karakter hebben, maar die niettemin de financiële prestatie van de Groep kunnen schaden. Het betreft o.a. technologische risico’s, bevoorradingsrisico’s, risico van productsubstitutie bij klanten, risico’s met betrekking tot de bevoorradingszekerheid (zoals voor bepaalde kritische metalen), operationele risico’s verbonden aan kritieke productie-installaties, risico’s verbonden aan de beschikbaarheid van informatiesystemen en cyberveiligheid, risico’s verbonden aan juridische geschillen en procedures, risico’s verbonden aan de bijzondere waardevermindering van activa als gevolg van een wijziging in de onderliggende zakelijke context & vooruitzichten van de activa, etc. In sommige gevallen bestaat er een rechtstreeks verband tussen de financiële en operationele risico’s. Zo kan een potentieel continuïteitsrisico voor bepaalde kritieke grondstoffen of metalen ten gevolge van plotse of extreme fysieke bevoorradingsschaarste de financiële risico’s, en in het bijzonder de metaalprijsrisico’s, aanzienlijk vergroten. In het verleden vertoonden bepaalde metalen, zoals bijvoorbeeld rhodium of kobalt, een hoge prijsvolatiliteit door krapte op de bevoorradingsmarkt. We verwijzen naar de pagina’s Risicobeheer en interne controle over risicobeheer in het hoofdstuk over Corporate Governance voor een beschrijving van deze risico’s en een overzicht van de wijze waarop Umicore deze risico’s benadert.

Umicore verwacht geen materiële directe financiële impact van de Brexit.

3.9 COVID-19 Gerelateerde risico’s

De uitbraak van COVID-19 in 2020 resulteerde in hogere financiële risico's voor Umicore. Als reactie op de dalende volumes in bepaalde bedrijfssegmenten, werd de realiseerbare waarde van sommige individuele vaste activa (materiële vaste activa, intellectuele eigendom en geactiveerde ontwikkelingskosten) binnen deze segmenten geëvalueerd en werden bijzondere waardeverminderingen op deze individuele activa geboekt. Bovendien heeft Umicore haar productiecapaciteit geëvalueerd, wat geleid heeft tot een aantal herstructureringsmaatregelen. We verwijzen naar het deel Aanpassingen in toelichting F9 voor meer details. COVID-19 bracht ook potentieel hogere liquiditeits- en kredietrisico's met zich mee die de Groep in 2020 doeltreffend heeft beheerd. De financieringsbronnen van Umicore werden uitgebreid en verder gediversifieerd, we verwijzen naar toelichting F24 Financiële schuld voor meer details. Kredietrisico's werden van nabij opgevolgd en de Groep werd in 2020 niet geconfronteerd met belangrijke kredietverliezen, we verwijzen naar toelichting F20 Handels- en overige vorderingen voor meer details. Aangezien de COVID-19 pandemie tot in 2021 voortduurt, blijven de daaraan verbonden risico's relevant.

De gebruikte schattingen en beoordelingen bij de opstelling en de toepassing van de financiële verslagen van de geconsolideerde Groep worden voortdurend geëvalueerd en zijn gebaseerd op ervaringshistorieken en andere elementen. Toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de entiteit en voor zover die onder de gegeven omstandigheden aannemelijk lijken zijn hierin inbegrepen. De geschatte resultaten die hieruit voortvloeien zijn per definitie dan ook maar zelden identiek aan de actuele resultaten.

Hypotheses en inschattingen worden onder andere gemaakt bij:

  • de beoordeling van de noodzaak tot bijzondere waardeverminderingen op vaste activa en een raming hiervan;

  • de waardering van voorzieningen voor personeelsvoordelen;

  • het boeken en berekenen van voorzieningen voor belastings-, milieu-, garantie- en geschilrisico’s alsook voor teruggezonden producten, verlieslatende contracten en herstructureringen;

  • het bepalen van bijzondere waardeverminderingen op voorraden;

  • het beoordelen in welke mate uitgestelde belastingactiva gebruikt zullen worden;

  • de economische levensduur van materiële vaste activa; en immateriële vaste activa met uitsluiting van de goodwill.

Hieronder worden de inschattingen en beoordelingen vermeld die een betekenisvolle kans hebben om tijdens het volgende boekjaar een materiele aanpassing in de waarde van de activa en passiva te veroorzaken.

F4.1 Bijzondere waardeverminderingstest

De Groep toetst de boekwaarde van haar kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardeverminderingen telkens wanneer bepaalde externe of interne gebeurtenissen een mogelijk risico op bijzondere waardeverminderingen voor een dergelijke eenheid suggereren. De Groep toetst jaarlijks de goodwill van zijn kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardeverminderingen. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde op een structurele manier de realiseerbare waarde overschrijdt. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus verkoopkosten en de bedrijfswaarde, overeenkomstig de waarderingsregel. Deze bedrijfswaarde wordt berekend door verdiscontering van gerelateerde toekomstige vrije kasstromen (DCF-model) om hun contante waarde te berekenen. Deze berekeningen vereisen het gebruik van ramingen en veronderstellingen, zoals discontovoeten, wisselkoersen, grondstofprijzen, toekomstige kapitaalbehoeften en toekomstige bedrijfsresultaten. Interne ramingen van de toekomstige bedrijfsresultaten zijn gebaseerd op een analyse waarbij een combinatie van factoren wordt gemaakt, waaronder: prognoses van de marktgroei, ramingen van het marktaandeel, het concurrentielandschap, de prijszetting en de kostenevolutie. Dergelijke analyse combineert zowel intern gegenereerde ramingen als gegevens uit externe bronnen.

Op 31 december 2020 beliep de waarde van de goodwill voor de geconsolideerde groep 156,0 miljoen (156,7 miljoen in 2019). Zie toelichting F15 Goodwill voor meer details over de jaarlijkse toetsing bijzondere waardevermindering van goodwill.

F4.2 Verplichtingen tot sanering

Provisies worden aangelegd voor de verwachte kost van de toekomstige sanering van de industriële sites en hun omgeving, voor zover een wettelijke of feitelijke verplichting bestaat in overeenstemming met paragraaf 2.15 van de waarderingsregels. Deze provisies bevatten een schatting van de toekomstige kost verbonden aan herwinning, sluiting van vestigingen, de sluiting van stortplaatsen, bewaking, afbraakkosten, decontaminatie, waterzuivering en permanente opslag van historische residuen. De schattingen van deze toekomstige kosten werden verdisconteerd naar hun huidige waarde. De berekening van deze geschatte provisies vereist dat veronderstellingen worden gemaakt over de toepassing van de milieuwetgeving, van de datum waarop vestigingen worden gesloten, van de beschikbare technologie,de studiekosten en specifiek met betrekking tot de Hoboken Green Zone, de aankoopkosten van huizen. Een wijziging in een van de gebruikte veronderstellingen kan een materiële impact hebben op de effectieve waarde van de provisies voor sanering. Op 31 december 2020 was de waarde van de provisies voor sanering 108,2 miljoen (58,0 miljoen in 2019. We verwijzen naar toelichting F29 Voorzieningen leefmilieu voor meer details.

F4.3 Verplichtingen van een ‘te bereiken doel’-plan

Activa of passiva, in verband met pensioenplannen met een ‘te bereiken doel’, worden in de balans opgenomen in overeenstemming met paragraaf 2.16 van de waarderingsregels. De huidige waarde van een verplichting in functie van een plan met een ‘te bereiken doel’ is afhankelijk van een aantal factoren die bepaald worden op een actuariële basis. De geconsolideerde groep bepaalt de toepasselijke verdisconteringsvoet die op het einde van ieder jaar moet gebruikt worden. De verplichtingen van de geconsolideerde groep in verband met vergoedingen aan het personeel worden meer uitvoerig behandeld in toelichting F27. Op 31 december 2020 was een provisie als gevolg van verplichtingen aan het personeel opgenomen van 426,4 miljoen (392,6 miljoen in 2019).

F4.4 Recupereerbaarheid van uitgestelde belastingactiva

Uitgestelde belastingactiva voor tijdelijke verschillen, ongebruikte fiscale verliezen en reële waardereserves worden maar opgenomen indien er toekomstige belastbare winsten (gebaseerd op het operationeel plan van de Groep) beschikbaar zullen zijn om deze tijdelijke verschillen en verliezen te recupereren. Het effectieve belastingresultaat in toekomstige periodes kan verschillen van de veronderstelling gemaakt op het ogenblik van de opname van de uitgestelde belastingen.

Andere veronderstellingen en schattingen worden besproken in de respectievelijke toelichtingsnota’s waar deze veronderstellingen en schattingen werden gebruikt voor de waardering van de respectievelijke elementen.

F4.5 Voorzieningen voor overige risico’s en kosten

Zoals vermeld onder toelichting 2.21.1 en 3.2.2, is het beleid van Umicore om maximaal het transactionele metaal risico in te dekken, met toepassing van IFRS 9 gebaseerde reële waarde indekkingsboekhouding voor zover er een markt voor afgeleide producten beschikbaar is. Bij afwezigheid van deze markt voor afgeleide producten of bij afwezigheid van het bekomen van reële waarde indekkingsboekhouding worden de ingedekte items aan kost behouden en zijn deze onderworpen aan IAS 37 principes, in het bijzonder de verlieslatende contracten beoordeling.

De beslissingen over de voorziening voor verlieslatende contracten met het oog op een maximale replicatie van de reële waardering volgens IFRS 9 op de transactionele metaalposities van Umicore zijn enerzijds gebaseerd op een inschatting van de mate waarin een derde partij zich ertoe verbindt zijn contractuele verplichtingen tegenover Umicore na te komen (in het geval de metaalprijs bij afsluiting aanzienlijk hoger (lager) zou zijn dan de contractueel vastgelegde metaalprijs in het geval van aankopen (verkopen) door Umicore) en anderzijds op de verbintenis van Umicore om aan de contractuele transactionele metaalverplichtingen te voldoen.

Zowel in 2019 als in 2020 heeft de marktvolatiliteit in de kobaltprijs en in 2020 ook in de nikkelprijs tot dergelijke risicobeoordelingen geleid.

Het bedrag van dergelijke verlieslatende contractuele voorzieningen bedroeg 20,0 miljoen eind 2020 (24,1 miljoen eind 2019).

In het kader van de snelle groei van Umicore batterij materialen voor transport toepassingen, groeit de blootstelling van de Groep aan de automobiel industrie. Deze industrie heeft een traditie van waarborg- en terugroepakkoorden, verbonden aan mogelijke kwaliteitsredenen van het product (ongeacht of een wettelijke verplichting bestaat). In het kader hiervan zet Umicore in 2020 het gebruik van een in 2018 geïntroduceerd voorzieningsmodel verder.

Op 31 December 2020 bedroeg het nominaal bedrag van de voorzieningen voor overige risico’s en kosten 80,1 miljoen (€80 ,7 miljoen in 2019).

F4.6 Voorzieningen voor de onzekerheid over de behandeling van de inkomstenbelasting

Zoals vermeld in toelichting F2.19, maakt Umicore een gedetailleerde inschatting van alle belastingonzekerheden binnen de Groep volgens IFRIC 23. Bij de waardering van de onzekere belastingposities heeft de Groep rekening gehouden met de verjaringstermijn, rekening houdend met de belastingwetgeving en -reglementering die van toepassing is in het overeenstemmende land, wat resulteert in een marge van drie tot zeven jaar. De afwikkeling van de door de Groep ingenomen belastingposities kan veel tijd in beslag nemen en in sommige gevallen is de uitkomst moeilijk te voorspellen. De gemaakte inschattingen weerspiegelen de gevallen waarin de Groep betrokken is bij routine belastingcontroles, potentiële belastingrisico's heeft geïdentificeerd in verband met verrekenprijzen of betrokken is bij besprekingen met de belastingautoriteiten. De raming van de belastingschuld en de belastinglasten omvat de overeenkomstige boetes en verwijlintresten. De meeste onzekere belastingposities worden gewaardeerd op basis van de verwachte waarde, die bestaat uit de som van gewogen uitkomsten van een reeks mogelijke waarschijnlijke uitkomsten, maar voor een beperkt aantal onzekere belastingposities wordt ook het meest waarschijnlijke bedrag gehanteerd. De voorziening van de groep voor onzekere fiscale behandelingen was per december 2020 114,9 miljoen (2019: 91,4 miljoen), wat resulteert in een toename van die verplichtingen met 23,5 miljoen. Deze voorziening werd in de geconsolideerde balans geboekt onder Te betalen inkomstenbelasting. De beweging doorheen het jaar komt overeen met de herwaardering en doorrekening van bestaande onzekere belastingposities, de terugname van onzekere belastingposities op basis van ondernomen matigende acties en het verstrijken van de verjaringstermijn en de opname van nieuwe onzekere belastingposities.

Hierna volgt een lijst van de belangrijkste operationele ondernemingen die in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen zijn:

% deelneming in

% deelneming in

2019

2020

Voortgezette activiteiten

Argentinië

Umicore Argentina S.A.

100,00

100,00

Australië

Umicore Marketing Services Australia Pty Ltd.

100,00

100,00

Oostenrijk

Oegussa GmbH

91,29

91,29

België

Todini (BE 0834.075.185)

100,00

100,00

-

Umicore Financial Services (BE 0428.179.081)

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services Belgium (BE 0402.964.625)

100,00

100,00

-

Umicore Specialty Materials Brugge (BE 0405.150.984)

100,00

100,00

-

Umicore Holding Belgium (BE 0731.571.921)

100,00

100,00

Brazilië

Coimpa Industrial Ltda

100,00

100,00

-

Umicore Brasil Ltda

100,00

100,00

-

Clarex

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai Brasil Industrial Ltda

60,00

60,00

-

Umicore Catalisadores Ltda.

100,00

100,00

Canada

Umicore Canada Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Autocat Canada Corp.

100,00

100,00

-

Umicore Precious Metals Canada Inc.

100,00

100,00

China

Umicore Marketing Services (Shanghai) Co., Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services (Hong Kong) Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Autocat (China) Co. Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Changxin Surface Technology (Jiangmen) Co., Ltd.

80,00

80,00

-

Jiangmen Umicore Changxin New Materials Co., Ltd.

90,00

90,00

-

Umicore Shokubai (China) Co Ltd

60,00

60,00

-

Umicore Platinum Engineered Materials (Suzhou) Co., Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Catalyst (China) Co., Ltd.

100,00

100,00

Denemarken

Umicore Denmark ApS

100,00

100,00

Finland

Umicore Finland OY

100,00

100,00

Frankrijk

Umicore France S.A.S.

100,00

100,00

-

Umicore IR Glass S.A.S.

100,00

100,00

-

Umicore Autocat France S.A.S.

100,00

100,00

-

Umicore Specialty Powders France S.A.S.

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services France

100,00

100,00

-

Todini France S.A.S.

100,00

100,00

Duitsland

Umicore AG & Co. KG (*)

100,00

100,00

-

Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG

91,21

91,21

-

Umicore Galvanotechnik GmbH

91,21

91,21

-

Todini Deutschland GmbH

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai Germany GmbH

60,00

60,00

Italië

Todini and CO. S.P.A.

100,00

100,00

Indië

Umicore Autocat India Pvt LTD

100,00

100,00

-

Umicore India Private Limited

100,00

100,00

-

Todini Metals and Chemicals India Private Limited

70,00

70,00

Japan

Umicore Japan KK

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai Japan Co Ltd

60,00

60,00

Zuid-Korea

Umicore Korea Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services Korea Co., Ltd.

100,00

100,00

-

Ordeg Co.,Ltd.

100,00

100,00

Liechtenstein

Umicore Thin Film Products AG

100,00

100,00

Luxemburg

Umicore International

100,00

100,00

-

Umicore Autocat Luxembourg

100,00

100,00

Mexico

Todini Atlántica S.A. de C.V.

70,00

70,00

Nederland

Schöne Edelmetaal BV

91,21

91,21

Filippijnen

Umicore Specialty Chemicals Subic Inc.

78,20

78,20

Polen

Umicore Autocat Poland sp. z o.o.

100,00

100,00

-

Todini Europe sp. z o.o.

70,00

70,00

-

Umicore Poland Sp. z o.o.

100,00

100,00

Portugal

Umicore Marketing Services Lusitana Metais Lda

100,00

100,00

Zuid-Afrika

Umicore Marketing Services Africa (Pty) Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Catalyst South Africa (Pty) Ltd.

65,00

65,00

Spanje

Todini Quimica Ibérica, S.L.

100,00

100,00

Zweden

Umicore Autocat Sweden AB

100,00

100,00

Zwitserland

Allgemeine Suisse SA

91,21

91,21

Taiwan

Umicore Thin Film Products Taiwan Co Ltd

100,00

100,00

Thailand

Umicore Precious Metals Thailand Ltd.

91,21

91,21

-

Umicore Autocat (Thailand) Co., Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai (Thailand) Co., Ltd.

60,00

60,00

Verenigd Koninkrijk

Umicore Coating Services Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services UK Ltd

100,00

100,00

VS

Umicore USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Autocat USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Precious Metals NJ LLC

100,00

100,00

-

Umicore Precious Metal Chemistry USA LLC

100,00

100,00

-

Umicore Precious Metals USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Optical Materials USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai USA Inc

60,00

60,00

-

Palm Commodities International

100,00

100,00

-

Umicore Electrical Materials USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Specialty Materials Recycling, LLC.

100,00

100,00

-

Umicore Catalyst USA, LLC

100,00

100,00

(*) Umicore AG & Co. KG, geregistreerd in Hanau, Duitsland, is vrijgesteld van de verplichting om een jaarlijkse geconsolideerde jaarrekening en een management- en groepsmanagementrapport voor te bereiden, auditen en publiceren in overeenstemming met sectie 264b en 291 van de Duitse handelswet.

Met betrekking tot de belangrijkste gangbare deviezen gebruikt door de geconsolideerde entiteiten en participaties van de Groep zijn de gebruikte koersen voor de omzetting naar de munt waarin de Groep haar financieel verslag opstelt (€) de hiernavolgende. Alle dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures hebben als functionele waarderingsmunt de munt van het land waarin zij actief zijn, uitgezonderd voor Element Six Abrasives (Verenigd Koninkrijk) die de Amerikaanse dollar gebruikt.

Slotkoers

Gemiddelde koers

2019

2020

2019

2020

Amerikaanse dollar

USD

1,123

1,227

1,119

1,142

Britse pond

GBP

0,851

0,899

0,878

0,890

Canadese dollar

CAD

1,460

1,563

1,485

1,530

Zwitserse frank

CHF

1,085

1,080

1,112

1,071

Japanse yen

JPY

121,940

126,490

122,006

121,846

Braziliaanse real

BRL

4,528

6,377

4,416

5,889

Zuid-Afrikaanse rand

ZAR

15,777

18,022

16,176

18,765

Chinese yuan

CNY

7,821

8,023

7,735

7,875

Thailandese Baht

THB

33,415

36,727

34,757

35,708

Zuid-Koreaanse won (100)

KRW

12,963

13,360

13,053

13,456

Informatie per BUSINESS GROUP 2019

(EUR duizend)

Toelichting

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Corporate & Niet toegewezen

Eliminaties

Totaal voortgezette activiteiten

Totale omzet

4.539.213

2.938.485

11.319.935

58.778

(1.371.330)

17.485.081

Externe omzet

4.444.620

2.877.280

10.104.403

58.778

-

17.485.081

Omzet tussen segmenten

94.593

61.205

1.215.532

-

(1.371.330)

-

Totale inkomsten (zonder metaal)

1.459.902

1.225.408

680.981

-

(5.667)

3.360.624

Externe inkomsten

1.458.227

1.225.242

677.155

-

-

3.360.624

Inkomsten tussen segmenten

1.675

166

3.826

-

(5.667)

-

Bedrijfsresultaat

F9

184.884

149.065

190.086

(53.588)

-

470.447

Aangepaste

185.270

177.164

188.069

(52.371)

-

498.131

Aanpassingen

(386)

(28.099)

2.017

(1.217)

-

(27.684)

Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F9

-

5.382

-

3.323

-

8.705

Aangepaste

-

5.382

-

5.407

-

10.789

Aanpassingen

-

-

-

(2.084)

-

(2.084)

EBIT

F9

184.884

154.447

190.086

(50.265)

-

479.152

Aangepaste

185.270

182.546

188.069

(46.964)

-

508.920

Aanpassingen

(386)

(28.099)

2.017

(3.301)

-

(29.768)

Afschrijvingen

F9

78.507

88.300

62.313

14.918

-

244.038

Aangepaste

78.507

88.300

62.313

14.918

-

244.038

EBITDA

F9

263.390

242.747

252.399

(35.346)

-

723.190

Aangepaste

263.776

270.846

250.382

(32.045)

-

752.959

Geconsolideerd totaal der activa

2.747.773

3.781.786

1.345.517

808.926

(1.660.612)

7.023.390

Segmentactiva

2.747.773

3.747.271

1.345.517

692.799

(1.660.612)

6.872.748

Investeringen in geassocieerde ondernemingen

-

34.515

-

116.127

-

150.642

Geconsolideerd totaal der passiva

1.254.284

1.435.241

947.340

2.386.672

(1.660.612)

4.362.925

Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar

F31

1.264.885

1.769.135

546.396

221.997

-

3.802.413

Aangewend kapitaal op 30/06

F31

1.314.779

1.982.482

481.776

195.514

-

3.974.551

Aangewend kapitaal op 31/12

F31

1.536.950

2.323.770

405.422

175.849

-

4.441.991

Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester

F31

1.289.832

1.875.809

514.086

208.756

-

3.888.482

Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester

F31

1.425.864

2.153.126

443.599

185.682

-

4.208.271

Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar

F31

1.357.848

2.014.467

478.842

197.219

-

4.048.377

ROCE

F31

13,64%

9,06%

39,28%

-23,81%

0,00%

12,57%

Investeringen

F34

103.960

348.217

82.023

18.990

-

553.189

Totaal O&O

F9

146.624

45.619

8.313

9.989

-

210.546

O&O opgenomen in bedrijfskosten

F9

132.011

30.687

8.313

4.875

-

175.885

O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa

F34

14.614

14.933

-

5.114

-

34.660

Informatie per BUSINESS GROUP 2020

(EUR duizend)

Toelichting

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Corporate & Niet toegewezen

Eliminaties

Totaal voortgezette activiteiten

Totale omzet

5.916.870

2.811.050

13.903.640

25.676

(1.947.120)

20.710.116

Externe omzet

5.783.840

2.750.410

12.150.190

25.676

-

20.710.116

Omzet tussen segmenten

133.030

60.640

1.753.450

-

(1.947.120)

-

Totale inkomsten (zonder metaal)

1.364.210

1.045.040

836.000

-

(6.530)

3.238.720

Externe inkomsten

1.362.640

1.044.940

831.140

-

-

3.238.720

Inkomsten tussen segmenten

1.570

100

4.860

-

(6.530)

-

Bedrijfsresultaat

F9

96.338

(41.118)

310.900

(61.528)

-

304.592

Aangepaste

153.688

70.422

361.815

(57.894)

-

528.030

Aanpassingen

(57.350)

(111.539)

(50.915)

(3.634)

-

(223.438)

Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F9

-

4.874

-

(10.206)

-

(5.332)

Aangepaste

-

4.874

-

3.457

-

8.331

Aanpassingen

-

-

-

(13.663)

-

(13.663)

EBIT

F9

96.338

(36.244)

310.900

(71.734)

-

299.260

Aangepaste

153.688

75.295

361.815

(54.437)

-

536.361

Aanpassingen

(57.350)

(111.539)

(50.915)

(17.297)

-

(237.101)

Afschrijvingen

F9

80.496

110.457

62.949

14.040

-

267.941

Aangepaste

80.496

110.457

62.949

14.040

-

267.941

EBITDA

F9

176.834

74.213

373.849

(57.694)

-

567.201

Aangepaste

234.184

185.752

424.764

(40.397)

-

804.302

Geconsolideerd totaal der activa

3.447.098

3.376.191

1.643.894

1.568.336

(1.694.627)

8.340.892

Segmentactiva

3.447.098

3.337.762

1.643.894

1.466.927

(1.694.627)

8.201.054

Investeringen in geassocieerde ondernemingen

-

38.429

-

101.410

-

139.839

Geconsolideerd totaal der passiva

1.814.687

1.260.177

1.215.316

3.123.485

(1.694.627)

5.719.038

Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar

F31

1.536.950

2.323.770

405.422

175.849

-

4.441.991

Aangewend kapitaal op 30/06

F31

1.560.188

2.189.523

578.205

124.696

-

4.452.611

Aangewend kapitaal op 31/12

F31

1.727.443

2.133.138

446.861

149.138

-

4.456.580

Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester

F31

1.548.569

2.256.646

491.813

150.273

-

4.447.301

Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester

F31

1.643.815

2.161.330

512.533

136.917

-

4.454.596

Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar

F31

1.596.192

2.208.988

502.173

143.595

-

4.450.948

ROCE

F31

9,63%

3,41%

72,05%

-37,91%

0,00%

12,05%

Investeringen

F34

63.798

251.688

71.577

16.105

-

403.169

Totaal O&O

F9

138.742

58.269

10.186

15.766

-

222.964

O&O opgenomen in bedrijfskosten

F9

125.275

43.636

10.186

11.499

-

190.596

O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa

F34

13.468

14.633

-

4.267

-

32.368

Informatie per geografisch gebied 2019

(EUR duizend)

Toelichting

Europa

waarvan België

Azië-Oceanië

Noord-Amerika

Zuid-Amerika

Afrika

Totaal

Totale omzet

8.061.295

149.183

4.850.973

3.862.500

528.751

181.563

17.485.081

Vaste activa

1.311.600

576.778

1.115.273

144.541

48.186

7.438

2.627.038

Investeringen

F34

206.051

156.049

316.729

18.012

12.395

2

553.189

Informatie per geografisch gebied 2020

(EUR duizend)

Toelichting

Europa

waarvan België

Azië-Oceanië

Noord-Amerika

Zuid-Amerika

Afrika

Totaal

Totale omzet

11.115.296

156.181

5.016.465

3.881.278

561.411

135.667

20.710.116

Vaste activa

1.389.895

564.209

1.109.045

112.075

45.590

4.726

2.661.333

Investeringen

F34

274.403

100.914

104.880

8.829

14.750

306

403.169



Inkomsten (metaal niet inbegrepen) per business group

%

Aangepaste EBITDA per Business Group

%


Aangepaste EBIT per Business group

%

Aangewend kapitaal, gemiddelde per business group

%

Investeringen per business group

%

Onderzoek- & ontwikkelingskosten per business group

%

Omzet per regio

%

vlottende activa per regio

%

Investeringen per regio

%

Bezoldigingen & personeelsvoordelen per regio

%

Belastingen op het resultaat per regio

%

De segmentinformatie wordt voorgesteld volgens de industriële activiteiten waarin de Groep actief is zoals hieronder beschreven.

De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten elementen die direct toewijsbaar zijn alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegewezen.

De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op een transferprijs volgens het ‘arm’s length’-principe. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties worden ‘cost plus’- mechanismen gebruikt. Transacties tussen entiteiten binnen de groep worden mee opgenomen in omzet en opbrengsten (zonder metaalwaarde) van elk segment. Deze hebben vooral te maken met recyclagediensten en -verkopen van geraffineerd metaal aan andere groepssegmenten en zijn van belang om de prestaties van de betrokken segmenten correct in te schatten. Omdat deze transacties niet als externe verrichtingen kunnen beschouwd worden, worden ze op Groepsniveau geëlimineerd, om zodoende een netto cijfer weer te geven.

Geen van de segmenten van de Groep heeft een externe klant die meer dan 10% van de opbrengsten van de groep vertegenwoordigt.

Umicore heeft bepaald dat segmenten het accurate niveau van detail zijn om de productverkopen op te splitsen aangezien de onderliggende handel, competenties en technologieën maar ook de karakteristieken van toepassingen en producten en de klantenportfolio’s binnen ieder individueel segment zeer gelijkaardig zijn. Bovendien zou het verkrijgen van informatie op een meer opgesplitst niveau leiden tot buitensporige kosten en inspanningen vergeleken met de toevoegde waarde voor de externe lezer van de geconsolideerde jaarrekening.

Segmenten

De Groep is georganiseerd in de volgende segmenten voor rapportering:

Catalysis

In 2020 bestaat het segment uit de business units Automotive Catalysts en Precious Metals Chemistry. Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. Het segment biedt ook katalysatoren voor industriële emissiecontrole en produceert verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in de toepassingen van brandstofcellen, farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie.

Energy & surface technologies

Het segment bestaat uit de business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials, Electroplating en Rechargeable Battery Materials. Het Energy & Surface Technologies segment focust op producten die aanwezig zijn in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energie en in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden onze klanten een gesloten kringloopservice. Dit segment omvat eveneens de geassocieerde ondernemingen Ganzhou Yi Hao Umicore Industries en Jiangmen Chancsun Umicore Industry.

Recycling

Het segment bestaat uit de business units Precious Metals Refining, Jewelry & Industrial Metals en Precious Metals Management. Het Recycling segment verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. De Recycling activiteiten zijn in staat om ongeveer 20 van deze metalen te herwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica.

Corporate

Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de gecentraliseerde activiteiten in onderzoek en ontwikkeling en in de innovatie activiteiten. Het belang van de Groep in Element Six Abrasives en Ieqsa is hier ook inbegrepen.

In de geografische segmentinformatie worden voor de vaste activa de langetermijninvesteringen, de langetermijnleningen, uitgestelde belastingactiva en de activa voor personeelsvoordelen niet opgenomen, conform IFRS 8. De prestaties van de segmenten wordt geëvalueerd door het hoogste operationele beslissingsorgaan waarbij de evaluatie voornamelijk gebeurt op basis van de aangepaste EBIT/operationeel resultaat. Zoals geïllustreerd in bovenstaande tabel, wordt het verschil tussen het aangepaste operationeel resultaat en het totale operationeel resultaat in de resultatenrekening verklaard door de aanpassingen waarvoor de definities worden weergegeven in het glossarium.

Geassocieerde ondernemingen zijn toegewezen aan de segmenten waarbij zij vanuit een marktperspectief het nauwst aansluiten.

Aan het einde van November 2019, kon Umicore de overname van de kobalt raffinage en kathode precursoren activiteiten van Freeport Cobalt in Kokkola, Finland afronden. Vanaf 1 december 2019 werd een voorlopige openingsbalans opgesteld, die echter nog onderhevig was aan aanpassingen in de daaropvolgende 11 maanden. Volgend op de finale openingsbalans van eind november 2019, weerspiegelt de netto waarde van de aangekochte activa een totaal van 226,6 miljoen (227,3 miljoen in 2019). Dit resulteert in een goodwill van 16,0 miljoen (14,5 miljoen in 2019). De belangrijkste zaken van de balans die werden aangepast sinds 2019 zijn Materiële vaste activa (zie toelichting F16), ‘Voorraden’, “Kas”, ‘Voorzieningen leefmilieu” (zie toelichting F29) en “Handelsschulden”. Deze worden weerspiegeld onder de lijnen ‘Bedrijfsacquisitie’ van de betreffende toelichtingen.

(EUR duizend)

2019

2020

Verkopen

17.336.517

20.565.648

Diensten

148.564

144.468

Omzet

17.485.081

20.710.116

Doorfactureren van kosten aan derden

39.283

42.654

Operationele subsidies

10.262

19.865

Royalty en licentie-inkomsten

9.003

6.168

Inkomsten uit emissierechten

5.468

5.207

Uitkeringen van verzekeringen

27.025

21.580

Diverse interesten en boetes voor laattijdige betalingen

1.209

1.167

Winst op vervreemding van activa

9.744

2.647

Omrekeningsverschillen op interco eliminaties

9.578

(25.567)

Fiscale stimuleringsmaatregelen

1.645

4.247

Overige

7.862

2.633

Overige bedrijfsopbrengsten

121.078

80.602

Bedrijfsopbrengsten uit voortgezette activiteiten

17.606.159

20.790.718

Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen

(15.639.139)

(18.819.323)

Bezoldigingen en personeelsvoordelen

(775.919)

(798.481)

Afschrijvingen op vaste activa

(244.038)

(267.941)

Waardeverinderingen op vaste activa

(23.602)

(87.543)

Voorraden en voorziening voor dubieuze debiteuren

(39.926)

(7.013)

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

(307.567)

(362.497)

Diensten en uitbestede raffinage en productiekosten

(404.292)

(370.526)

Royalties, licenties, consultancy en commissies

(41.347)

(41.606)

Belastingen andere dan winstbelastingen

(20.769)

(19.332)

Voorzieningen (toename/bestedingen en terugnemingen)

54.871

(74.128)

Minwaarden bij de realisatie van activa

(2.258)

(996)

Andere bedrijfskosten

(413.795)

(506.588)

Bedrijfskosten uit voortgezette activiteiten

(17.136.420)

(20.486.888)

Omzet verwijst naar omzet uit contracten aangegaan met klanten zoals in IFRS 15. De verdere opsplitsing wordt uitgewerkt in toelichting F7. Zoals beschreven in de boekhoudprincipes 2.20, zullen de opbrengsten uit contracten met klanten worden erkend op een bepaald moment. De toename van de omzet in 2020 is voornamelijk te wijten aan de stijging van de metaalprijzen.
Diensten omvatten voornamelijk inkomsten uit maaklooncontracten. Er werden enkele herindelingen gedaan tussen diensten en verkoop van 2019 om in overeenstemming te zijn met de herindelingen die in 2020 werden uitgevoerd.
De lijn ‘Andere bedrijfsopbrengsten’ van de resultatenrekening bevat de valuta omrekeningsverschillen ten gevolge van transacties tussen entiteiten binnen de groep die omgerekend moeten worden van de transactionele munteenheid naar de functionele munteenheid die verschillend kan zijn van euro voor enkele entiteiten en regio’s. De effecten van deze valuta omrekeningsverschillen op eliminaties tussen entiteiten binnen de groep schommelden substantieel dit jaar, voornamelijk als gevolg van de variatie van de USD ten opzichte van de EUR.
De toename van gebruikte grondstoffen en vebruiksgoederen is tevens hoofdzakelijk te wijten aan de stijging van de metaalprijzen.
Gebruikte grond- en hulpstoffen omvatten water, gas en elektriciteit voor 99,7 miljoen in 2020 (100,2 miljoen in 2019) wat betreft de voortgezette activiteiten.
De bijzondere waardeverminderingen op vaste activa zijn toegenomen in vergelijking met 2019. Deze bijzondere waardeverminderingen zijn voornamelijk gerelateerd aan de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials en aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren binnen Catalysis. Bij Catalysis omvatten ze tevens enkele bijzondere waardeverminderingen op specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten.
De lijn met voorzieningen bevat de wijzigingen in voorzieningen voor het leefmilieu en in voorzieningen voor andere schulden en kosten waarvan de details worden gegeven in toelichtingen F29 en F30.

O&O-UITGAVEN

(EUR duizend)

Toelichting

2019

2020

O&O opgenomen in 'andere bedrijfskosten'

175.885

190.596

O&O gekapitaliseerd in immateriële vase activa

F14

34.660

32.368

Totale O&O-uitgaven uit voortgezette activiteiten

210.546

222.964

De totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling van de voortgezette activiteiten bedroegen in 2020 223,0 miljoen in de volledig geconsolideerde filialen (210,6 miljoen in 2019). Het deel van de O&O-uitgaven die rechtstreeks in de operationele kosten werden opgenomen beloopt 190,6 miljoen in 2020 (175,9 miljoen in 2019).

AANPASSINGEN OP HET RESULTAAT

2019

2020

(EUR duizend)

Toelichting

Totaal

Aangepast

Aanpassingen

Total

Aangepast

Aanpassingen

Omzet

17.485.080

17.485.080

-

20.710.116

20.710.116

-

Andere bedrijfsopbrengsten

121.078

118.217

2.861

80.602

79.494

1.108

Bedrijfsopbrengsten

17.606.158

17.603.297

2.861

20.790.718

20.789.611

1.108

Gebruikte grond- en hulpstoffen

(15.639.139)

(15.639.139)

-

(18.819.323)

(18.781.872)

(37.451)

Bezoldigingen en personeelsvoordelen

(775.919)

(775.701)

(218)

(798.481)

(798.131)

(350)

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

(307.567)

(283.690)

(23.877)

(362.496)

(274.435)

(88.062)

waarvan afschrijvingen

(244.038)

(244.038)

-

(267.941)

(267.941)

-

Andere bedrijfskosten

(413.795)

(407.708)

(6.087)

(506.587)

(407.485)

(99.102)

Bedrijfskosten

(17.136.420)

(17.106.238)

(30.182)

(20.486.887)

(20.261.923)

(224.964)

Opbrengsten van andere financiële activa

706

1.069

(363)

761

342

419

Bedrijfsresultaat

470.444

498.129

(27.684)

304.592

528.030

(223.438)

Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

8.705

10.789

(2.084)

(5.332)

8.331

(13.663)

EBIT

479.152

508.920

(29.768)

299.260

536.361

(237.101)

EBITDA

723.190

752.959

(29.768)

567.201

804.302

(237.101)

Financiële kost

F11

(83.238)

(83.238)

-

(104.202)

(104.202)

-

Belastingen op het resultaat

F13

(96.692)

(102.538)

5.846

(59.131)

(102.729)

43.598

Nettoresultaat

299.219

323.142

(23.923)

135.927

329.430

(193.503)

waarvan minderheidsbelangen

11.428

11.428

-

5.397

7.023

(1.626)

waarvan aandeel van de Groep

287.791

311.714

(23.923)

130.530

322.407

(191.877)

AANPASSINGEN PER SEGMENT EN TYPE IN HET RESULTAAT

2019

2020

(EUR duizend)

Totaal

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Corporate & niet toegewezen

Totaal

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Corporate & niet toegewezen

Andere bedrijfsopbrengsten

2.861

-

-

48

2.813

1.108

-

1.108

-

-

Bedrijfsopbrengsten

2.861

-

-

48

2.813

1.108

-

1.108

-

-

Gebruikte grond- en hulpstoffen

-

-

-

-

-

(37.451)

-

(37.451)

-

-

Bezoldigingen en personeelsvoordelen

(218)

-

-

(218)

-

(350)

-

(350)

-

-

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

(23.877)

(386)

(24.217)

726

-

(88.062)

(36.565)

(51.161)

27

(362)

Andere bedrijfskosten

(6.087)

-

(3.882)

1.461

(3.666)

(99.102)

(20.785)

(23.781)

(50.942)

(3.594)

Bedrijfskosten

(30.182)

(386)

(28.099)

1.969

(3.666)

(224.964)

(57.350)

(112.743)

(50.915)

(3.957)

Opbrengsten van andere financiële activa

(363)

-

-

-

(363)

419

-

96

-

322

Bedrijfsresultaat

(27.684)

(386)

(28.099)

2.017

(1.217)

(223.438)

(57.350)

(111.539)

(50.915)

(3.634)

Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

(2.084)

-

-

-

(2.084)

(13.663)

-

-

-

(13.663)

EBIT

(29.768)

(386)

(28.099)

2.017

(3.301)

(237.101)

(57.350)

(111.539)

(50.915)

(17.297)

Gerelateerd aan herstructureringen

(26.414)

(386)

(28.099)

2.017

54

(128.190)

(22.702)

(99.960)

-

(5.528)

Gerelateerd aan leefmilieu

(907)

-

-

-

(907)

(55.788)

-

-

(50.915)

(4.873)

Gerelateerd aan waardeverminderingen van activa

-

-

-

-

-

(45.303)

(28.628)

(8.219)

-

(8.456)

Overige

(2.447)

-

-

-

(2.447)

(7.820)

(6.020)

(3.360)

-

1.560

Aanpassingen hadden een negatieve impact van 237 miljoen op de EBIT in 2020 waarvan 72 miljoen werd erkend in de eerste jaarhelft. 112 miljoen was gerelateerd aan Energy & Surface Technologies. Deze laatste omvat 56 miljoen aan kosten gerelateerd aan de herstructureringsinitiatieven in Cobalt & Specialty Materials, een bijzondere waardevermindering van 34 miljoen gerelateerd aan de aanpassing van de permante kobalt voorraden in deze business unit en een bijzondere waardevermindering van 15 miljoen in Rechargeable Battery Materials vanwege een herconfiguratie in Korea. Catalysis was verantwoordelijk voor 57 miljoen van de kosten waarvan 55 miljoen reeds werd erkend in de eerste jaarhelft, voornamelijk gerelateerd aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren en enkele bijzondere waardeverminderingen waaronder specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten. In Recycling werd een kost van 51 miljoen in rekening gebracht, waarvan een voorziening van 50 miljoen om de kosten te dekken gerelateerd aan de intentie om huizen te kopen die het dichtst bij de fabriek in Hoboken staan en voor de aanleg van een groene zone. Deze kosten bestaan uit de geschatte aankoopwaarde van de huizen (gebaseerd op de raming van een derde partij) die gesloopt zullen worden alsmede een schatting van de kosten voor het slopen van de huizen en herinrichten van het landschap. Overleg met het stadsbestuur en de inwoners is lopende en zou kunnen leiden tot aanpassingen van deze kostenraming. Tot slot omvatten de aanpassingen van de EBIT ook 14 miljoen aan kosten die gerelateerd zijn aan herstructureringen en bijzondere waardeverminderingen van materiële vaste activa en goodwill van Element Six Abrasives, een joint venture waarin Umicore een aandeel van 40% heeft. Van de totale aanpassingen heeft 147 miljoen geen impact op de kasstromen. Herstructureringsgerelateerde kosten vertegenwoordigen 128 miljoen van het totaal, zaken die verband houden met leefmilieu 56 miljoen en specifieke bijzondere waardeverminderingen van activa 45 miljoen. Na belastingen bedragen de aanpassingen aan de netto groepsinkomsten - 192 miljoen.

(EUR duizend)

2019

2020

Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen

(576.097)

(589.707)

Overige personeelskosten

(40.318)

(50.594)

Tijdelijk personeel

(10.781)

(7.607)

Op aandelen gebaseerde vergoedingen

(8.211)

(10.108)

Bezoldigingen

(635.407)

(658.016)

Werknemersbijdragen

(102.364)

(97.698)

Bijdragen aan 'te bereiken doel' -plannen

(36.692)

(21.438)

Bijdragen tot pensioenplannen met een vaste bijdrage

(11.805)

(10.299)

Vrijwillige bijdragen van de werkgever - andere

(4.120)

(4.381)

Pensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan begunstigden

(3.974)

(3.486)

Voorzieningen voor personeelsvoordelen (- toevoegingen / + bestedingen en terugnemingen)

18.444

(3.164)

Pensioenen en andere personeelsvorrdelen

(38.147)

(42.768)

Bezoldigingen en aanverwante voordelen, uit voortgezette activiteiten

(775.919)

(798.481)

GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND IN DE INTEGRAAL GECONSOLIDEERDE DOCHTERONDERNEMINGEN

2019

2020

Kaderleden

1.934

2.009

Niet-kaderleden

8.852

8.997

Totaal van voortgezette activiteiten

10.786

11.006

OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN

(EUR duizend)

Notes

2019

2020

Vergunings datum

11-02-2019

10-02-2020

Aandeel prijs op vergunings datum (Belgie & Andere)

F28

34,08

42,05

Aandeel prijs op vergunings datum (Frankrijk)

F28

36,78

NA

Aantal toegekende aandelenopties

F28

1.221.000

1.168.375

Waarderingsmodel

Present Economic Value

Veronderstelde volatiliteit (% pa)

25,00

25,00

Risicovrije interestvoet (% pa)

(0,370)

(0,620)

Verhoging dividend (% pa)

10,00

10,00

Vertrekkans voor het verwerven van recht op uitoefening (%pa)

NA

NA

Vertrekkans na het verwerven van recht op uitoefening (% pa)

7,50

7,50

Minimale winstdrempel (% pa)

15,00

15,00

Populatiedeel dat uitoefent bij het overschrijden van de minimale winstdrempel

100,00

100,00

Reële waarde per toegekend instrument op toekenningsdatum (EUR)

5,09

6,46

Totale reële waarde van de toegekende opties

6.211

7.548

52.000 aandelen aan 42,05 EUR

-

2.187

10.000 aandelen aan 37,33 EUR

-

373

43.700 aandelen aan 34,08 EUR

1.489

-

7.400 aandelen aan 33,30 EUR

246

-

10.000 aandelen aan 26,43 EUR

264

-

Totaal reële waarde van de toegekende aandelen

2.000

2.560

Op aandelen gebaseerde vergoedingen

8.211

10.108

De Groep heeft gedurende het lopende jaar een kost van 10,1 miljoen op aandelen gebaseerde vergoedingen erkend voor de voortgezette activiteiten.

Het deel van deze onkosten met betrekking tot aandelenoptieplannen is berekend door een externe actuaris, die gebruik maakt van het ‘Present Economic Value’-model dat rekening houdt met alle kenmerkende elementen van het aandelenoptieplan en de volatiliteit van het onderliggende aandeel. De volatiliteit is berekend op basis van de historische volatiliteit van de aandeelhoudersvergoeding gespreid over verschillende gemiddelde periodes en verschillende voorwaarden. Voor de berekening van de waarde van de optie gebaseerd op het “Lattice” model werden wekelijkse stappen geïntroduceerd zodat de nadruk ligt op volatiliteit op weekbasis. De waargenomen volatiliteit berekend over een periode van 5 jaar resulteerde ongeveer in 25% ondanks een recente stijging. Bijgevolg werd de assumptie omtrent volatitliteit op 25% behouden. Er zijn geen andere marktomstandigheden meegenomen in de basis voor de berekening van de reële marktwaarde.

Het deel vrije aandelen in de kost wordt gewaardeerd aan de marktprijs van de aandelen op de dag van de toekenning. In 2020 werden aandelen aan het topmanagement toegekend, wat resulteerde in een kost van 2,6 miljoen voor de voortgezette activiteiten.

De plannen met vaste bijdrage van de Groep worden in sommige landen zoals de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland rechtstreeks erkend in de resultatenrekening op de lijn “Bijdragen aan plannen met vaste bijdrage”.

De kortingen die de autoriteiten aan Umicore België toekennen op de bijdragen voor sociale zekerheid, die betrekking hebben op premies voor ploegwerk, overuren en O&O, worden opgenomen in de globale kost van sociale zekerheidsbijdragen onder deze toelichting.

(EUR duizend)

2019

2020

Interestbaten

4.585

3.749

Interestlasten

(45.627)

(61.659)

Actualisatie van voorzieningen

(5.942)

(3.146)

Wisselkoersverliezen en -winsten

(31.618)

(30.445)

Andere financiële baten

222

295

Andere financiële lasten

(4.858)

(12.996)

Totaal uit voortgezette activiteiten

(83.238)

(104.202)

De netto-interestlasten in 2020 bedroegen 57,9 miljoen, in lijn met de toename van de gemiddelde financiële schuld en vergoedingen en kosten gerelateerd aan de uitgave van nieuwe schuldinstumenten. De netto-interestlast bevat 0,8 miljoen interest dat gerelateerd is aan de leases onder IFRS 16 en 5,2 miljoen als fictieve interestcomponent van de converteerbare obligatie. Deze hogere netto-interestlasten werden gedeeltelijk gecompenseerd door lagere wisselskoerskosten en lagere kosten voor actualisatie.

De actualisatie van voorzieningen op meer dan één jaar heeft voornamelijk betrekking op personeelsvoordelen en in beperktere mate op de milieuvoorzieningen. De omvang van dit bedrag wordt beïnvloed door de huidige waarde van de verplichtingen. De verdisconteringsvoet, de uitbetaling en de toevoeging van nieuwe verplichtingen op meer dan één jaar beïnvloeden op hun beurt deze huidige waarde. Het merendeel van die actualisatieresultaten in 2020 werden geboekt in Duitsland en in mindere mate in België.

Wisselkoersresultaten omvatten de gerealiseerde wisselkoersresultaten en de niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op monetaire activa en passiva ten opzichte van de slotkoers van het boekjaar. In 2020 valt het wisselkoersresultaat voornamelijk te verklaren door de kost van forward punten in indekkingsinstrumenten en door de impact van de metaalprijsfixaties. Andere financiële baten omvatten de reële waardewinsten en -verliezen van overige financiële instrumenten (zie toelichting F33). Andere financiële kosten betreffen toegestane betalingskortingen, bankkosten en andere financiële bijdragen.

(EUR duizend)

2019

2020

Meerwaarden en minwaarden op de verkoop van financiële participaties

547

517

Ontvangen dividenden

133

230

Interesten van financiële activa

26

14

Totaal uit voortgezette activiteiten

706

761

(EUR duizend)

2019

2020

Inkomstenbelasting

Opgenomen in de resultatenrekening

Belastingen op het resultaat

(113.229)

(115.672)

Uitgestelde belastingkost (opbrengst)

16.537

56.542

Totale belastingen uit voortgezette activiteiten

(96.692)

(59.131)

Verband tussen de belastingskost (opbrengst) en het boekhoudkundig resultaat

Bedrijfsresultaat

470.444

304.592

Netto financiële kosten

(83.238)

(104.202)

Resultaat voor belasting van volledige geconsolideerde participaties

387.206

200.390

Gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet (%)

24,81

25,48

Belastingen berekend aan de gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet uit voortgezette activiteiten

(96.076)

(51.055)

Aanpassingen :

Verworpen uitgaven

(4.276)

(4.383)

Vrijgestelde inkomsten

4.797

3.457

Dividenden van geconsolideerde en geassocieerde ondernemingen

(1.596)

(267)

Winsten en verliezen belast tegen verlaagd tarief

-

37

Fiscale stimuleringsmaatregelen en belastingvrijstellingen

15.758

14.563

Belastingen berekend op andere basis

(1.377)

(1.657)

Aanwending van voordien niet geboekte fiscale verliezen

1.443

4.349

Waardevermindering van fiscale uitgestelde activa

(3.817)

6.050

Verandering in toepasbare aanslagvoet

3.720

(31)

Andere belastingkredieten (met uitzondering van de kredieten m.b.t. onderzoek & ontwikkeling)

585

958

Niet imputeerbare buitenlandse voorheffingen

(11.552)

(12.003)

Correcties met betrekking tot voorgaand boekjaar

(114)

988

Overige (inclusief IFRIC 23)

(4.187)

(20.135)

Belastingskost voor het jaar aan het werkelijke belastingstarief

(96.692)

(59.129)

De theoretische gewogen gemiddelde aanslagvoet van de Groep is geëvolueerd van 24,8% in 2019 naar 25,5% in 2020 voor de voortgezette activiteiten. De invloed van de aanpassingen buiten beschouwing gelaten, bedroeg het effectieve aangepaste belastingtarief voor 2020 24,2%. Dit is een daling vergeleken met de 24,7% in 2019.

(EUR duizend)

Geactiveerde ontwikkelingskosten

Concessies, octrooien, licenties, enz.

Software

CO2-emissierechten

Andere immateriële vaste activa

Totaal

Begin van het vorige boekjaar

Brutowaarde

131.273

107.319

140.054

11.106

60.584

450.336

Gecumuleerde afschrijvingen

(83.920)

(37.639)

(114.124)

-

(19.839)

(255.522)

Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar

47.353

69.680

25.930

11.106

40.745

194.814

. Aankoop door bedrijfsacquisities

-

-

-

-

8.223

8.223

. Toevoegingen

34.660

1.495

1.115

4.925

16.167

58.362

. Verkopen

-

(6.483)

-

-

-

(6.483)

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(11.129)

(9.878)

(9.464)

-

(5.742)

(36.214)

. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(2.771)

-

(497)

-

-

(3.268)

. Emissierechten

-

-

-

3.184

-

3.184

. Omrekeningsverschillen

282

5

82

(2)

251

619

. Andere wijzigingen

(14.627)

(90)

9.783

(0)

(150)

(5.085)

Per einde van het vorige boekjaar

53.768

54.730

26.949

19.213

59.494

214.154

Brutowaarde

151.880

101.229

149.792

19.213

85.216

507.329

Gecumuleerde afschrijvingen

(98.113)

(46.499)

(122.842)

-

(25.721)

(293.176)

Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar

53.768

54.730

26.949

19.213

59.494

214.154

. Aankoop door bedrijfsacquisities

-

82

40

-

(23)

98

. Toevoegingen

13.784

50

5.404

-

24.821

44.060

. Verkopen

-

(2.336)

(3)

(4.009)

(217)

(6.564)

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(12.708)

(9.334)

(8.267)

-

(4.901)

(35.209)

. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(17.299)

(8.529)

(1.485)

-

-

(27.313)

. Emissierechten

-

-

-

697

-

697

. Omrekeningsverschillen

(450)

(6)

(346)

(3)

(908)

(1.712)

. Andere wijzigingen

1.422

50

4.401

(0)

(3.186)

2.687

Per einde van het boekjaar

38.517

34.707

26.694

15.898

75.081

190.897

Brutowaarde

157.704

98.840

150.989

15.898

103.637

527.068

Gecumuleerde afschrijvingen

(119.187)

(64.134)

(124.295)

-

(28.556)

(336.172)

Nettoboekwaarde uit voortgezette activiteiten

38.517

34.707

26.694

15.898

75.081

190.897

De lijn ‘Toevoegingen’ met 44,1 miljoen bevat voor het grootste deel geactiveerde interne ontwikkelingskosten ten belope van 32,4 miljoen (zie toelichting F9), waarvan 18,6 miljoen wordt getoond onder de categorie ‘Andere immateriële vaste activa’ als ‘Immateriële activa onder constructie’. De ‘Toevoegingen’ omvatten tevens de geactiveerde kosten voor de ontwikkeling van nieuwe informaticasystemen voor ongeveer 10,3 miljoen. De bedrijfsacquisities zijn gelinkt aan de aanpassingen aan de openingsbalans in Finland (zie toelichting F8). Bijzondere waardeverminderingen werden voornamelijk geboekt bij Catalysis en zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan specifieke geactiveerde ontwikkelingskosten en licentieovereenkomsten. De lijn ‘Andere wijzigingen’ bevat vooral de overboekingen tussen immateriële activa in aanbouw (geboekt onder overige immateriële activa) en de andere categorieën van immateriële activa en in mindere mate de overboeking van materiële activa. De ‘andere immateriële vaste activa’ bevatten de immateriële activa in uitvoering ten belope van 53,9 miljoen (voornamelijk geactiveerde ontwikkelingskosten en in mindere mate informaticasystemen) maar ook de ondernemingsportefeuille en het klantenbestand verkregen door bedrijfsacquisities ter waarde van 20,6 miljoen.
Er zijn geen hypotheken of beperkingen op de eigendom van de immateriële vaste activa dan deze vermeld in toelichting F35.

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar

Brutowaarde

158.457

169.915

Gecumuleerde afschrijvingen

(15.966)

(13.210)

Nettoboekwaarde begin van het boekjaar

142.491

156.705

. Aankoop door bedrijfsacquisities

14.549

1.499

. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(1.422)

-

. Omrekeningsverschillen

1.087

(2.214)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar

156.705

155.990

Brutowaarde

169.915

165.627

Gecumuleerde afschrijvingen

(13.210)

(9.637)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezetten activiteiten

156.705

155.990

Deze tabel bevat enkel de goodwill gerelateerd aan integraal geconsolideerde ondernemingen. De goodwill met betrekking tot ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt besproken in toelichting F17.

De wijziging van de periode houdt voornamelijk verband met de laatste aanpassing van de goodwill in Finland volgend op de finalisering van de evaluatie van de openingsbalans (toelichting F8).

De goodwill in ieder van de segmenten is als volgt:

(EUR duizend)

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Totaal

31/12/2019

50.037

88.357

18.311

156.705

31/12/2020

49.999

87.737

18.254

155.990

Jaarlijks evalueert het management of de goodwill aan enige bijzondere waardevermindering is blootgesteld, in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting F2. Dergelijke testen worden uitgevoerd op het niveau van kasstroomgenererende eenheden, hetgeen kan variëren van een hele business unit tot een individuele fabriek maar nooit een heel segment. De recupereerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill werd toegekend, werd bepaald met een berekening van de waarde-in-gebruik gebaseerd op een ‘discounted cash-flow’-model en vertrekkende van de operationele plannen van de Groep die vijf jaar vooruit kijken, gevolgd door een projectie op langetermijn. Voor macro-economische en externe parameters zoals deviezen- en metaalkoersen worden in deze test de marktvoorwaarden gehanteerd die gelden op het moment van het uitvoeren van de test. De prijzen die gebruikt worden zijn normaal gezien de gemiddelden van op internationale beurzen gedurende het laatste kwartaal van het jaar tenzij een normalisatie gepast wordt geacht. De testen voor bijzondere waardeverminderingen van goodwill in 2020 wijzen op voldoende marge in de respectievelijke kasstroomgenererende eenheden en bijgevolg werden er geen bijzondere waardeverminderingen van goodwill geboekt. De testen voor bijzondere waardeverminderingen in 2020 hanteren een gemiddelde aanslagvoet van 25,0% (onveranderd tegenover 2019) voor de inkomstenbelasting en een gemiddelde gewogen kapitaalkost na belastingen van 7% die neerwaarts werd herzien tegenover de 8,5% die werd gebruikt in 2019 en de voorgaande jaren om de lagere gewogen financieringskost van de Groep te reflecteren, onder andere gedreven door de daling van de marktinterest in de afgelopen jaren. De terminale waarde in het discounted cash-flow model is gebaseerd op een perpetuele groei van gemiddeld 2% (zoals in 2019). Inflatiecijfers werden gebaseerd op aanwijzingen van nationale en internationale instituten zoals de NBB of ECB.

(EUR duizend)

Terreinen en gebouwen

Installaties, machines en uitrusting

Meubilair en rollend materieel

Overige materiële vaste activa

Vaste activa in aanbouw en voorafbetalingen

Totaal

Begin van het vorige boekjaar zonder leasing

Brutowaarde

973.873

2.090.262

226.496

14.678

388.791

3.694.100

Gecumuleerde afschrijvingen

(491.424)

(1.431.137)

(158.858)

(13.715)

-

(2.095.133)

Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar zonder leasing

482.450

659.125

67.638

964

388.791

1.598.967

. Aankoop door bedrijfsacquisities

31.638

75.142

517

-

20.426

127.724

. Toevoegingen

16.393

36.164

9.535

69

467.326

529.487

. Verkopen

(1.509)

(2.772)

(419)

(10)

(2.369)

(7.079)

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(37.030)

(135.690)

(18.086)

(228)

-

(191.035)

. Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(2.454)

(16.169)

(289)

-

-

(18.911)

. Omrekeningsverschillen

1.642

944

71

12

(1.844)

825

. Andere wijzigingen

168.212

231.710

16.534

314

(410.962)

5.809

Per einde van het vorige boekjaar zonder leasing

659.342

848.457

75.500

1.120

461.368

2.045.788

Begin van het boekjaar zonder leasing

Brutowaarde

1.189.490

2.402.378

242.362

15.070

461.369

4.310.669

Gecumuleerde afschrijvingen

(530.148)

(1.553.922)

(166.862)

(13.950)

-

(2.264.881)

Nettoboekwaarde begin van het boekjaar zonder leasing

659.343

848.457

75.500

1.120

461.369

2.045.788

. Aankoop door bedrijfsacquisities

3.510

(798)

548

-

876

4.136

. Toevoegingen

20.663

32.588

7.852

364

330.009

391.475

. Verkopen

(10)

(938)

(176)

(20)

(134)

(1.278)

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(43.501)

(148.434)

(19.154)

(194)

-

(211.282)

. Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(15.053)

(44.416)

(654)

(312)

-

(60.435)

. Omrekeningsverschillen

(18.017)

(20.505)

(2.321)

(54)

(16.266)

(57.164)

. Andere wijzigingen

88.832

154.714

20.807

-

(267.820)

(3.466)

Per einde van het boekjaar zonder leasing

695.767

820.668

82.403

903

508.033

2.107.775

Brutowaarde

1.242.294

2.478.662

260.590

23.522

508.033

4.513.101

Gecumuleerde afschrijvingen

(546.526)

(1.657.994)

(178.187)

(22.619)

-

(2.405.326)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten zonder leasing

695.767

820.668

82.403

903

508.033

2.107.775

Brutowaarde

3.300

43

31

-

-

3.374

Gecumuleerde afschrijvingen

(399)

(20)

(31)

-

-

(450)

Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar voor leasing

2.901

23

-

-

-

2.924

. Wijzigingen in boekhoudkundige regels

25.788

77

11.396

-

-

37.262

. Aankoop door bedrijfsacquisities

2.681

-

-

500

-

3.181

. Toevoegingen

15.466

21

6.780

-

-

22.266

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(11.063)

(44)

(5.722)

-

-

(16.829)

. Omrekeningsverschillen

72

0

8

-

-

80

Per einde van het vorige boekjaar voor leasing

35.845

77

12.462

500

-

48.884

Leasing aan het begin van het boekjaar

Brutowaarde

47.341

135

18.175

500

-

66.152

Gecumuleerde afschrijvingen

(11.496)

(58)

(5.713)

-

-

(17.268)

Nettoboekwaarde begin van het boekjaar voor leasing

35.845

77

12.462

500

-

48.884

. Toevoegingen

17.901

1.034

8.578

144

-

27.657

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(12.726)

(724)

(6.765)

(142)

-

(20.357)

. Omrekeningsverschillen

(1.133)

(10)

(99)

(0)

-

(1.242)

. Overboekingen

979

(35)

-

-

-

944

Per einde van het boekjaar voor leasing

40.866

342

14.176

502

-

55.886

Brutowaarde

67.193

1.055

24.865

637

-

93.750

Gecumuleerde afschrijvingen

(26.327)

(713)

(10.689)

(135)

-

(37.864)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar voor leasing

40.865

342

14.176

502

-

55.886

Materiële vaste activa inclusief leasing

Brutowaarde

1.309.486

2.479.718

285.456

24.159

508.033

4.606.851

Gecumuleerde afschrijvingen

(572.854)

(1.658.707)

(188.876)

(22.754)

-

(2.443.190)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voorgezette activiteiten inclusief leasing

736.633

821.010

96.580

1.405

508.033

2.163.661

De afname in investeringsuitgaven (lijn ‘Toevoegingen’) vergeleken met 2019 reflecteert de beslissing die kort na de start van de COVID-19 uitbraak werd genomen om enkele investeringsprojecten uit te stellen met uitzondering van investeringen voor veiligheid en exploitatievergunningen, in afwachting van duidelijkere vooruitzichten van de markt. Rekening houdend met de voortgezette investeringen in de greenfield site van Rechargeable Battery Materials in Polen, was het segment Energy & Surface Technologies goed voor bijna twee derde van investeringsuitgaven van de Groep. Uitgaven voor dit strategische project zullen doorlopen in 2021. De bedrijfsacquisities zijn gelinkt aan de opeenvolgende wijzigingen in de openingsbalans van de verworven kobalt raffinage en kathode precursoren activiteiten in Kokkola aan het einde van december 2019 (Finland) (zie toelichting F8). De wijzigingen in boekhoudprincipes in 2019 zijn gerelateerd aan de introductie van IFRS 16. Bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa zijn voornamelijk gerelateerd aan de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials en bij Catalysis aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren. De lijn ‘Andere wijzigingen’ bevat voornamelijk de overboekingen van materiële vaste activa in aanbouw naar de andere categorieën van materiële vaste activa en in mindere mate de overboeking naar immateriële activa.
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendomsrechten op de materiële vaste activa, uitgezonderd diegene vermeld in toelichting F35.

De deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode bestaan uit de volgende dochterondernemingen of joint ventures:

Land

Functionele waarderings-munt

Deelnemings-percentage

Deelnemings-percentage

2019

2020

Voortgezette activiteiten

Geassocieerde ondernemingen

IEQSA

Peru

PEN

40,00

40,00

Ganzhou Yi Hao Umicore Industries

China

CNY

40,00

40,00

Element Six Abrasives

Verenigd Koninkrijk

USD

40,22

40,22

Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co.,LTD

China

CNY

40,00

40,00

De elementen in de niet-gerealiseerde resultaten voor investeringen via de eigen vermogen methode hebben hoofdzakelijk betrekking tot de reserves voor werknemersvoordelen en voor omrekeningsverschillen.

Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden weergegeven gebruik makend van de vermogensmutatiemethode en vertegenwoordigen ongeveer 1,7% van het geconsolideerde balanstotaal. Umicore heeft geen individuele materiële investeringen in geassocieerde ondernemingen. Rekening houdend met de doelstellingen van de vereisten uit IFRS 12, is Element Six Abrasives de belangrijkste geassocieerde onderneming in dewelke Umicore 40,22% van de aandelen heeft. Element Six is een synthetische diamant materialengroep, die onderdeel uitmaakt van de ‘De Beers’ groep. De groep werkt wereldwijd met productiefaciliteiten in Ierland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Zuid-Afrika. Element Six Abrasives is op basis van hun aangepaste resultaten een winstgevende groep die positieve kasstromen genereert. De functionele munt van de groep is de USD. Umicore is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur en in het Auditcomité van Element Six Abrasives. Buiten haar aandeel in het kapitaal heeft Umicore geen verdere verplichtingen, garanties of engagementen die voortkomen uit het aandeelhouderschap in deze geassocieerde onderneming. Aanpassingen en materiële voorwaardelijke vorderingen met betrekking tot Element Six Abrasives, voor zover die bestaan, staan apart vermeld in de relevante hoofdstukken van het jaarverslag van Umicore (zie toelichting F36 voor een geval dat nog lopende is en geklasseerd kan worden als een voorwaardelijke verplichting bij Element Six Abrasives en toelichting F9 voor aanpassingen).

(EUR duizend)

Nettoboekwaarde

Goodwill

Totaal

Begin van het boekjaar

104.653

45.989

150.642

. Resultaat van het boekjaar

(5.332)

-

(5.332)

. Dividenden

(1.796)

-

(1.796)

. Bewegingen in overige reserves

1.536

-

1.536

. Omrekeningsverschillen

(4.379)

(833)

(5.210)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

94.683

45.156

139.839

Het deel van Umicore in de totale balans en resultatenrekening van de geassocieerde ondernemingen en joint-ventures zou het volgende geweest zijn:

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

Activa

231.747

214.719

Schulden

108.620

101.894

Omzet

251.313

195.889

Nettoresultaat

8.705

(5.332)

In de bovenstaande tabel zijn er geen activa of passiva meer gelinkt aan joint-ventures.

(EUR duizend)

Financiële activa aan reële waarde via NGR

Leningen toegekend op lange termijn

Financiële vaste activa

Begin van het vorige bookjaar

8.028

2.627

. Toename

2.375

126

. Afname

-

(114)

. Omrekeningsverschillen

3

72

. Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen

(9)

-

. Andere wijzigingen

500

(520)

Per einde van het vorige boekjaar

10.897

2.192

. Toename

1.633

753

. Terugneming van bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere financiële activa')

2

-

. Omrekeningsverschillen

(45)

(79)

. Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen

(4.193)

-

. Andere wijzigingen

59

386

Per einde van het boekjaar

8.352

3.252

Financiële vlottende activa

. Toename

-

92

. Afname

-

(1)

. Omrekeningsverschillen

-

(12)

Per einde van het boekjaar

-

80

De toename en reële waarde erkend in eigen vermogen van de financiële activa in reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten zijn gerelateerd aan bewegingen in niet-geconsolideerde entiteiten. De nieuw toegekende leningen zijn gerelateerd aan de converteerbare leningen aan niet-geconsolideerde entiteiten.

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

Analyse van de voorraden

Basisproducten, brutowaarde

2.469.632

2.706.918

Permanent metaal voorraden (niet gedekt)

862.215

775.213

Metaal voorraden beschikbaar voor verkoop (gedekt)

1.176.095

1.477.096

Andere basis produkten voorraden (niet gedekt)

431.322

454.609

Verbruiksgoederen, brutowaarde

87.030

102.163

Waardeverminderingen

(101.960)

(105.715)

Betaalde voorschotten

6.173

7.222

Bestellingen in uitvoering

1.454

7.503

Totaal voorraden

2.462.330

2.718.092

* in uitvoering van dekkings instrumenten - zie nota F2.21.1 en F3.2.2

De waarde van de voorraden is toegenomen met 255,8 miljoen vergeleken met december 2019. Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door hogere metaalprijzen die de waarde van de commercieel beschikbare voorraden beïnvloeden. De daling in permanente metaalvoorraden is voornamelijk gerelateerd aan de rationalisering van de permanente kobaltvoorraden in het kader van de herstructureringen bij Cobalt & Specialty Materials. De rationalisering resulteerde in een bijzondere waardevermindering van 34 miljoen die ondergebracht werd bij de aanpassingen.
De totale bruto boekwaarde van Umicore’s permante metaalvoorraden op 31 december 2020 zou 3.008 miljoen bedragen gerekend aan marktprijzen van 31 december (2.135 miljoen eind december 2019).
In lijn met de boekhoudprincipes die betrekking hebben op de permanente metaalvoorraden (zie toelichting F2.9), werden de permanente metaalvoorraden geacht een onbeperkte levensduur te hebben (dit betekent dat er geen afschrijvingen worden genomen) en zijn ze onderhevig aan Umicore’s jaarlijkse toetsing van eventuele bijzondere waardevermindering van de kasstroomgenererende eenheden die deze voorraden op de balans hebben. Toepassing van de LOCOM-principes op de permanente metaalvoorraden op 31 december 2020 zou aanleiding hebben gegeven tot een non-cash bijzondere waardevermindering van 110,5 miljoen voor de Groep.
De wijziging in voorraden die in de resultatenrekening is opgenomen onder Grondstoffen en Verbruiksgoederen is een positief bedrag van 378 miljoen (hetgeen de kasbewegingen op de voorraadbalansen weergeeft).
Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendom van de voorraden.

(EUR duizend)

Toelichting

31/12/2019

31/12/2020

Op meer dan één jaar

Garanties en deposito's

8.893

8.370

Overige vorderingen op meer dan 1 jaar

1.972

2.574

Personeelsvoordelen

1.173

820

Totaal uit voortgezette activiteiten

12.038

11.764

Op ten hoogste één jaar

Handelsvorderingen (bruto)

1.171.835

1.366.686

Handelsvorderingen (waardeverminderingen)

(22.983)

(22.319)

Overige vorderingen (bruto)

180.336

177.008

Overige vorderingen (waardeverminderingen)

(207)

(207)

Te ontvangen interesten

156

495

Reële waarde van te vorderen financiële instrumenten voor kasstroomafdekking

F33

19.699

45.091

Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

F33

47.495

23.442

Overlopende rekeningen

37.327

86.973

Totaal uit voortgezette activiteiten

1.433.658

1.677.167

Vergeleken met 31 december 2020 zijn de handelsvorderingen substantieel toegenomen, gedreven door een aanzienlijke toename bij Catalysis ten gevolge van hogere metaalprijzen.

Totaal

Niet vervallen

Vervallen tussen

(EUR duizend)

0-30 dagen

30-60 dagen

60-90 dagen

> 90 dagen

Uitstaande balans van beginboekjaar

Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto

1.131.666

928.369

160.856

22.261

5.549

14.632

Overige vorderingen (bruto)

180.336

179.925

595

(340)

-

157

Verwachte verliezen

12.794

5.431

901

17

1.497

4.948

Verwachte Verliespercentage

0,98%

0,49%

0,56%

0,08%

26,98%

33,46%

Uitstaande balans van het boekjaar

Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto

1.328.476

1.161.303

137.088

21.569

4.384

4.131

Overige vorderingen (bruto)

177.007

176.020

(0)

-

223

765

Verwachte verliezen

14.888

9.412

1.291

334

240

3.611

Verwachte Verliespercentage

0,99%

0,70%

0,94%

1,55%

5,21%

73,75%

KREDIETRISICO - HANDELSVORDERINGEN

(EUR duizend)

Handelsvorderingen (bruto)

Overige vorderingen (bruto)

Totaal

Begin van het vorige boekjaar

(22.577)

(247)

(22.824)

. Waardeverminderingen erkend in resultaat

(9.373)

-

(9.373)

. Terugneming waardevermindering

9.705

39

9.744

. Afboeken waardevermindering met de brutowaarde

83

-

83

. Andere wijzigingen

(850)

(0)

(850)

. Omrekeningsverschillen

30

1

31

Per einde van het vorige boekjaar

(22.983)

(207)

(23.190)

Begin van het boekjaar

(22.983)

(207)

(23.190)

. Waardeverminderingen erkend in resultaat

(3.943)

342

(3.602)

. Terugneming waardevermindering

4.328

-

4.328

. Afboeken waardevermindering met de brutowaarde

48

-

48

. Andere wijzigingen

(408)

(346)

(755)

. Omrekeningsverschillen

639

5

644

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

(22.320)

(207)

(22.526)

De groep past de IFRS 9 vereenvoudigde standaard toe om de verwachte kredietverliezen te meten via een methode die gebruik maakt van een verwacht opgelopen verlies tijdens de levensduur van alle handelsvorderingen. Om de verwachte kredietverliezen te meten, worden de handelsvorderingen gegroepeerd gebaseerd op hun gedeeld kredietrisico en het aantal verlopen dagen. De verwachte verliesratio’s zijn gebaseerd op historische betalingsprofielen en het overeenkomstige kredietverlies. De historische kredietverliezen worden aangepast om huidige en voorspelde informatie over macro-economische factoren mee te nemen die een effect kunnen hebben op de betaalmogelijkheden van de klanten. De groep heeft macro-economische factoren, waarschijnlijkheid van faillissement en het verlies ingeval van faillissement gedefinieerd als meest relevante factoren en past bijgevolg de historische verliesratio’s aan gebaseerd op de verwachte wijzigingen in deze factoren.

In principe gebruikt Umicore kredietverzekering om het kredietrisico betreffende de handelsvorderingen te beperken. In 2020 waren er twee kredietverzekeringspolissen met twee verschillende verzekeraars. Eind 2020 waren op groepsniveau 355 miljoen uitstaande facturen gedekt door een polis waarbij de schadeloosstelling in geval van niet-betaling opliep tot 95% met een maximale limiet per regio of land. De andere polis dekte 272 miljoen handelsfacturen met een wereldwijde jaarlijkse aftrek van 5 miljoen en een jaarlijkse maximale limiet van 70 miljoen in geval van niet-betaling ten belope van 90%. De groep heeft haar kredietrisico tevens beheerd door facturen ‘non-recourse’ te verkopen (en bijgevolg ook af te boeken) aan financiële instanties (301 miljoen eind 2020 vergeleken met 213 miljoen eind 2019), gedeeltelijk gedekt door de hierboven vermelde kredietverzekeringspolissen.

Specifiek in China verlaagt Umicore het kredietrisico door het verdisconteren (en bijgevolg ook afboeken) van bankwissels dat het ‘non-recourse’ ontvangt van zijn klanten (245 miljoen eind 2020 egenover 185 miljoen eind 2019).

Ten slotte functioneren sommige van onze entiteiten zonder kredietverzekering, maar worden in plaats daarvan interne kredietlimieten ingesteld gebaseerd op financiële informatie en kennis van de activiteiten. Deze kredietlimieten worden onderzocht en goedgekeurd door het management.

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

Belastingactiva en -passiva

Belastingvorderingen van het jaar

45.447

39.553

Uitgestelde belastingactiva

168.927

221.938

Belastingschulden van het jaar

(131.483)

(160.734)

Uitgestelde belastingpassiva

(11.461)

(22.846)

Activa

Schulden

Netto

(EUR duizend)

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Per einde van het vorige boekjaar

132.855

168.927

(6.225)

(11.461)

126.630

157.466

Wijzigingen in boekhoudkundige regels

(39)

-

-

-

(39)

-

Uitgestelde belastingen geboekt in de resultatenrekening

15.207

59.688

1.330

(3.146)

16.537

56.542

Uitgestelde belastingen geboekt in het eigen vermogen

21.502

(12.208)

7.276

3.632

28.778

(8.576)

Aankoop door bedrijfsacquisities

-

-

(14.972)

(359)

(14.972)

(359)

Omrekeningsverschillen

142

(6.199)

(152)

218

(10)

(5.981)

Overboekingen

(1.201)

11.722

1.201

(11.722)

-

-

Andere wijzigingen

461

8

81

(8)

542

-

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

168.927

221.938

(11.461)

(22.846)

157.466

199.092

Activa

Schulden

Netto

(EUR duizend)

2019

2020

2019

2020

2019

2020

Uitgestelde belastingen voor elk type van tijdelijke verschillen

Immateriële vaste activa

16.412

22.144

(17.894)

(11.043)

(1.482)

11.101

Goodwill van volledige geconsolideerde participaties

-

-

(561)

(514)

(561)

(514)

Materiële vaste activa

11.554

11.506

(33.516)

(29.644)

(21.962)

(18.138)

Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar

1.087

1.371

(31)

(181)

1.056

1.190

Voorraden

72.552

41.534

(37.403)

(33.159)

35.149

8.375

Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar

8.424

8.212

(11.930)

(25.600)

(3.506)

(17.388)

Eigen vermogen

-

-

(4.032)

(6.148)

(4.032)

(6.148)

Financiële schulden op lange termijn en overige schulden

9.109

11.688

(5.172)

(18.023)

3.937

(6.335)

Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn

81.392

89.764

(8.245)

(8.267)

73.147

81.497

Voorzieningen voor leefmilieu op lange termijn

12.697

26.150

(384)

(378)

12.313

25.772

Voorzieningen voor overige risico’s en kosten op lange termijn

9.480

12.968

(463)

(583)

9.017

12.385

Financiële schulden op korte termijn

539

40

(344)

(1.080)

195

(1.040)

Voorzieningen voor leefmilieu op korte termijn

2.323

1.969

-

-

2.323

1.969

Voorzieningen voor overige risico’s en kosten op korte termijn

9.079

9.952

(8)

(8)

9.071

9.944

Handels- en overige schulden

36.431

67.076

(5.262)

(1.309)

31.169

65.767

Totale uitgestelde belastingen voor tijdelijke verschillen

271.079

304.374

(125.245)

(135.937)

145.834

168.437

Over te dragen verliezen

56.598

70.257

-

-

56.598

70.257

Investeringsaftrek

1.156

867

-

-

1.156

867

Overige

5.002

3.389

-

-

5.002

3.389

Niet-geboekte uitgestelde belastingen

(51.124)

(43.858)

-

-

(51.124)

(43.858)

Totaal belastingactiva/-passiva

282.711

335.029

(125.245)

(135.937)

157.466

199.092

Compensatie van activa en passiva binnen dezelfde juridische entiteit

(113.784)

(113.091)

113.784

113.091

-

Nettobedrag

168.927

221.938

(11.461)

(22.846)

157.466

199.092

2019

2020

2019

2020

(EUR duizend)

Basis

Basis

Belasting

Belasting

Bedrag aan aftrekbare tijdelijke verschillen, fiscale verliezen en belastingkredieten waarvoor geen belastingsactiva werden geboekt

Vervaldatum zonder tijdslimiet

187.883

158.635

51.124

43.858

De bewegingen van de tijdelijke verschillen zijn geboekt in de resultatenrekening uitgezonderd deze komende van bewegingen die direct geboekt zijn in ‘componenten van niet-gerealiseerde resultaten’.

De grote bewegingen in uitgestelde belastingen direct geboekt in ‘componenten van niet-gerealiseerde resultaten’ zijn uitgestelde belastingen die het gevolg zijn van tijdelijke verschillen in de lijnen ‘Handels - en overige vorderingen’ (negatieve impact van 6,1 miljoen), ‘Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn’ (positieve impact van 8,0 miljoen), langetermijn financiële schuld (negatieve impact van 12,6 miljoen) en ‘Handels- en overige schulden’ (positieve impact van 2,8 miljoen).

Uitgestelde belastingactiva worden enkel geboekt in de mate dat het gebruik ervan waarschijnlijk is, m.a.w. indien belastbare inkomsten verwacht worden in toekomstige perioden. De Groep gaat uit van een gebruik van uitgestelde belastingactiva over een periode van 5 tot 10 jaar. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de gemaakte schattingen op het moment dat de uitgestelde belastingen werden geboekt.

Niet-geboekte uitgestelde belastingen op de activa voor een bedrag van 43,9 miljoen komen voornamelijk voort uit fiscale verliezen (39,6 miljoen).

In overeenstemming met IAS 12, werden geen uitgestelde belastingpassiva op belastingvrije reserves van de Belgische vennootschappen geboekt, die potentieel 37,5 miljoen zouden kunnen bedragen, gezien het management verwacht dat deze belastingpassiva niet zullen worden gerealiseerd in de nabije toekomst.

Eind december 2020 bevatte de kortetermijnschuld voor inkomstenbelastingen van 160,7 miljoen (2019: 131,5 miljoen) onzekere belasting posities ten belope van 114,9 miljoen (91,4 miljoen in 2019).

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

Kas en kasequivalenten

Beleggingen op korte termijn bij banken

25.524

373.904

Beleggingen op korte termijn (andere)

7

5

Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten

246.192

636.397

Totaal kas en kasequivalenten

271.724

1.010.307

Krediet op bankrekeningen

32.493

8.678

Netto kas en kasequivalenten zoals in de kasstromentabel uit voortgezette activiteiten

239.231

1.001.629

Alle kas en kasequivalenten zijn volledig beschikbaar voor de Groep.

Management van het liquiditeitsrisico veronderstelt het aanhouden van voldoende liquide middelen en verhandelbare effecten, het beschikbaar zijn van financiering door een gepast bedrag aan contractueel vastgelegde en niet-vastgelegde kredietlijnen en de mogelijkheid om marktposities te sluiten.

Door het dynamische karakter van de onderliggende transacties, probeert de Groep de flexibiliteit van de financiering door het beschikbaar houden van vastgelegde kredietlijnen te behouden.Een overschot aan liquiditeiten wordt belegd voor zeer korte termijn en dit gespreid over een beperkt aantal kredietwaardige bankrelaties.

De toename van de deposito’s is voornamelijk het gevolg van de ontvangen contanten in het kader van de uitgave van de converteerbare obligatie (500 miljoen nominaal).

Hieronder volgt de detail van het aandeel van de Groep in de valuta omrekeningsverschillen en andere reserves:

(EUR duizend)

Conversierechten opgenomen in het eigen vermogen

Financiële activa aan reële waarde via NGR reserves

Kasstroom-indekkings-reserves - Grondstoffen

Kasstroom-indekkings-reserves - Valuta's

Kasstroom-indekkings-reserves - rentevoeten instrumenten

Latente belastingen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen

Personeels-voordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters

Reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen

Omrekenings-verschillen

Totaal

Begin van het vorige boekjaar

-

1.150

(3.925)

3.411

(586)

58.663

(226.884)

31.600

(91.073)

(227.644)

Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen

-

(129)

(28.728)

1.937

(101)

28.587

(70.605)

8.211

-

(60.828)

Winst/verlies rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen

-

-

(1.212)

174

-

(145)

-

-

-

(1.183)

Transfer van/naar overgedragen resultaten

-

-

-

-

-

-

-

(2.540)

-

(2.540)

Andere wijzigingen

-

120

-

-

-

-

-

-

-

120

Omrekeningsverschillen

-

-

-

(29)

-

(11)

(539)

-

8.200

7.621

Per einde van het vorige boekjaar

-

1.141

(33.865)

5.493

(687)

87.094

(298.028)

37.271

(82.873)

(284.454)

Begin van het vorige boekjaar

-

1.141

(33.865)

5.493

(687)

87.094

(298.028)

37.271

(82.873)

(284.454)

Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen

50.324

(4.198)

(20.951)

7.972

(84)

(513)

(27.632)

10.108

-

15.026

Winst/verlies rechtstreeks afgeboekt uit het eigen vermogen

-

-

27.054

2.707

-

(8.057)

-

-

-

21.704

Transfer van/naar overgedragen resultaten

-

-

-

-

-

-

-

(2.737)

-

(2.737)

Andere wijzigingen

-

-

-

-

-

868

(1.775)

-

-

(908)

Omrekeningsverschillen

-

5

74

549

-

(204)

2.403

-

(119.284)

(116.457)

Per einde van het boekjaar

50.324

(3.052)

(27.688)

16.721

(771)

79.187

(325.033)

44.642

(202.157)

(367.826)

De nettoverliezen opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten betreffende kasstroomindekkingen (13,1 miljoen) zijn de veranderingen in reële waarde van nieuwe of bij de opening bestaande kasstroomindekkingsinstrumenten, maar die nog niet vervallen zijn op jaareinde. De nettoverliezen afgeboekt uit de niet-gerealiseerde resultaten (29,8 miljoen) zijn de reële waarde van de kasstroomindekkingsinstrumenten die bestonden bij de opening en die zijn vervallen tijdens het jaar. De totale impact die geleden werd bij het vervallen van kasstroomindekkingscontracten tijdens het jaar bedraagt een verlies van 54,8 miljoen dat opgenomen werd in de resultatenrekening. Dit bedrag bevat de vermelde nettoverliezen die werden afgeboekt uit de niet-gerealiseerde resultaten (29,8 miljoen) en de veranderingen in reële waarde tijdens het jaar op vervallen bestaande kasstroomindekkingscontracten en op nieuw gecontracteerde instrumenten tijdens het jaar (25,0 miljoen).

Nieuwe netto herberekeningen op basis van gewijzigde actuariële assumpties op de ‘te bereiken doel’-plannen na uitdiensttreding werden weergegeven in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten voor -27,6 miljoen. De toekenning van het optieplan van 2020 heeft geleid tot een toename van de reserve voor op aandelen gebaseerde vergoedingen van 10,1 miljoen (zie toelichting F10, Bezoldigingen en aanverwante voordelen). 2,7 miljoen werd getransfereerd naar het overgedragen resultaat als gevolg van de uitoefening van aandelenopties en plannen voor gratis aandelen.

De conversierechten die deel uitmaken van de converteerbare obligatie van 500 miljoen die werd uitgegeven op 23 juni 2020, werden gewaardeerd op 50,3 miljoen netto van transactiekosten en werden opgenomen in het eigen vermogen (zie toelichting F2.17).

(EUR duizend)

Bankleningen op lange termijn

Lease-leningen

Overige langetermijn-leningen

Totaal

Op meer dan één jaar

Begin van het vorige boekjaar

705.004

3.843

708.846

. Wijzigingen in boekhoudkundige regels

-

37.262

-

37.262

. Aankoop door bedrijfsacquisities

-

3.181

-

3.181

. Toename

400.579

22.266

6

422.851

. Afname

-

(16.536)

(291)

(16.827)

. Omrekeningsverschillen

37

89

-

126

. Overboekingen

(4.354)

1

(4.353)

Per einde van het vorige boekjaar

1.101.266

46.262

3.555

1.151.083

. Toename

125.000

27.657

494.360

647.017

. Afname

-

(19.801)

(304)

(20.105)

. Omrekeningsverschillen

(146)

(1.251)

5

(1.392)

. Overboekingen

(21.120)

-

(4)

(21.124)

.Conversierechten opgenomen in het eigen vermogen

-

-

(50.324)

(50.324)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

1.205.000

52.865

447.289

1.705.154

Op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

Per einde van het vorige boekjaar

3.545

-

154

3.700

. Toename/afname

(12.151)

-

0

(12.151)

. Omrekeningsverschillen

(526)

-

(0)

(526)

. Overboekingen

30.922

-

4

30.926

Per einde van het boekjaar

21.790

-

158

21.948

(EUR duizend)

Bankleningen op korte termijn

Krediet op bank-rekeningen

Kortetermijn-lening: commercial paper

Overige leningen

Totaal

Op ten hoogste een jaar

Per einde van het vorige boekjaar

244.933

32.493

282.936

-

560.363

. Toename/afname

346.873

(22.392)

(148.654)

914

176.742

. Overboekingen

(9.802)

-

-

-

(9.802)

. Omrekeningsverschillen

(27.738)

(1.424)

-

(910)

(30.072)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

554.266

8.678

134.282

4

697.230

De netto financiële schuld op 31 december 2020 bedroeg 1.414,0 miljoen, een lichte daling ten opzichte van 1.443,4 miljoen bij de start van het jaar.

Op 15 juni 2020 hebben Umicore en de Europese Investeringsbank (EIB) een akkoord gesloten over een lening van 125 miljoen (reële waarde van 126 miljoen). De opbrengsten van de lening, die een looptijd heeft van 8 jaar, zullen een deel van Umicore’s investering in de kathodematerialenfabriek in Nysa, Polen financieren. Wanneer deze klaar is, zal de greenfield fabriek toeleveren aan de Europese activiteiten van Umicore’s wereldwijde klanten in batterijcellen en de automobielsector.

Op 16 juni 2020 heeft Umicore bevoorrechte niet-verzekerde converteerbare obligaties (‘de obligaties’) uitgegeven met een looptijd van 5 jaar voor een nominaal bedrag van 500 miljoen. De netto opbrengsten zullen gebruikt worden voor algemene bedrijfsaangelegenheden en om Umicore’s strategische ontwikkelingen omtrent schone mobiliteit en recyclage te financieren. Tenzij ze eerder worden geconverteerd, afgelost of teruggekocht en geannuleerd, zal 100% van het nominale bedrag van de obligaties worden terugbetaald op 23 juni 2025. Bij aanvang heeft Umicore bepaald dat de obligaties voldoen aan de IFRS definitie van samengestelde financiële instrumenten. Het eigen vermogen gedeelte van de converteerbare obligatie, dat de optie vertegenwoordigt om het instrument om te zetten in gewone aandelen, bedraagt op het moment van uitgifte 50,3 miljoen (netto van de transactiekosten).

De transactiekosten gerelateerd aan de uitgifte van de obligaties werden ondergebracht bij de schulden en componenten van het eigen vermogen van het instrument in verhouding met de toewijzing van de inkomsten.

De reële waarde van de financiële schuldencomponent van de converteerbare obligatie bedroeg 444,1 miljoen op 31 december 2020.

Op 2 oktober 2020 ontving Umicore bevestiging van Banque de France, zoals voorzien door art. D.213-2 van de “Code monétaire et financier” van de Franse wet, dat de voorwaarden zoals beschreven in de financiële documentatie van haar NEU handelspapier (niet langer dan 1 jaar looptijd) en NEU schuldpapier op middellange termijn (maximale looptijd van 3 jaar), ieder voor een maximaal bedrag van 600 miljoen, voldoen aan de vereisten van de wet.

Op 31 december 2020 was er een uitstaand bedrag van 45 miljoen op het NEU CP programma en er was geen uitstaand bedrag op het NEU MTN programma.

Er was een uitstaand bedrag van 89,75 miljoen op het programma voor Belgisch handelspapier (van de 600 miljoen die beschikbaar is in het programma).

De financiële schuld omvat de VS private schuldplaatsing die werd uitgegeven in 2019 (390 miljoen; reële waarde van 431,8 miljoen) en in 2017 (360 miljoen; reële waarde 394,0 miljoen) en tevens de Schuldschein die werd uitgegeven in 2017 (330 miljoen; reële waarde 342,2 miljoen).

Op 31 december 2020 waren er geen uitstaande voorschotten onder de 300 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken met vervaldag in oktober 2022 en geen uitstaande voorschotten onder de 495 miljoen kredietfaciliteit met een Syndicaat van Banken vervallend in april 2025.

De voorgemelde kredietfaciliteiten met een Syndicaat van Banken en de langetermijn schuldplaatsingen verplichten de Groep om te voldoen aan standaard financiële verdragen. Umicore heeft geen verdrag overtreden, niet in 2020 noch in vorige jaren.

De langetermijnleningen bevatten vooral schuldinstrumenten in EUR. De gemiddelde interestvoet op de gemiddelde brutoschuld bedroeg 1,91% voor het volledige jaar 2020 (2,11% voor het volledige jaar 2019).

De lijn ‘nieuwe leningen en aflossingen’ in de geconsolideerde kasstroomtabel bevat geen bewegingen op bank overdrafts en valuta omrekeningsverschillen.

De netto ‘hefboomratio’ op het einde van 2020 van 35,0% (35,2% in 2019) en de verhouding netto financiële schuld/EBITDA van 1,76x (vergeleken met 1,92x eind 2019) positioneren de Groep goed binnen haar vooropgestelde limieten van de kapitaalstructuur.

(EUR duizend)

Interest type

< 1 jaar

1 - 5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Bruto Financiële schulden vorige jaar

Leasing schuld

-

38.087

8.174

46.262

Kredietinstellingen

Vast/Vlottende

281.126

24.820

-

305.946

Commercial Papers

Vlottende

282.936

-

-

282.936

Schuldschein

Vast/Vlottende

-

287.000

43.000

330.000

US Private Placement

Vast

-

-

750.000

750.000

Totaal

564.062

349.907

801.174

1.715.144

(EUR duizend)

Interest type

< 1 jaar

1 - 5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Bruto Financiële schulden jaar

Leasing schuld

-

40.478

12.387

52.865

Kredietinstellingen

Vast/Vlottende

584.895

3.190

-

588.085

Commercial Papers

Vlottende

134.282

-

-

134.282

Schuldschein

Vast/Vlottende

-

287.000

43.000

330.000

US Private Placement

Vast

-

-

750.000

750.000

EIB lening

Vast

-

-

125.000

125.000

Convertibel lening

Vast

-

444.100

-

444.100

Totaal

719.177

774.768

930.387

2.424.332

(EUR duizend)

EUR

Overige munten

Totaal

Uitsplitsing van de schulden per munteenheid (inclusief die die vervallen binnen het jaar)

Bankleningen

1.205.000

21.790

1.226.790

Overige leningen

447.445

2

447.447

Financiële schulden op lange termijn (inclusief die die vervallen binnen het jaar)

1.652.445

21.792

1.674.237

(EUR duizend)

2019

2020

Financiële schulden op meer dan één jaar

1.151.083

1.705.154

Financiële schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

3.700

21.948

Financiële schulden op ten hoogste één jaar

560.363

697.230

Kas en kasequivalenten

(271.724)

(1.010.307)

Netto financiële schulden

1.443.422

1.414.024

Bruto uitstaande schuld

Bankleningen op korte termijn

23,8%

Bankleningen op lange termijn

49,7%

Commercial paper

5,5%

Krediet op bankrekeningen

0,4%

Lease-leningen

2,2%

Converteerbare obligatie

18,3%

Andere bankfaciliteiten

0,1%

(EUR miljoen)

2019

2020

Netto financiële schuld

1.443,4

1.414,0

Eigen Vermogen

2.660,5

2.621,9

Totaal

4.103,9

4.035,9

Hefboomratio (%)

35,2

35,0

(EUR duizend)

Toelichting

31/12/2019

31/12/2020

Op meer dan één jaar

Handelsschulden

2.579

-

Overige schulden

5.520

5.682

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van kapitaalsubsidies

16.021

17.823

Totaal uit voortgezette activiteiten

24.120

23.505

Op ten hoogste één jaar

Handelsschulden

1.466.140

1.896.099

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

15.448

32.180

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

26.190

38.317

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

125.252

135.835

Overige schulden

56.399

39.733

Verschuldigde dividenden

11.657

11.618

Te betalen interesten

7.856

9.109

Reële waarde van verschuldigde financiële instrumenten voor kasstroomindekking

F33

48.829

57.957

Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

F33

18.670

38.296

Overlopende rekeningen

139.907

159.784

Totaal uit voortgezette activiteiten

1.916.348

2.418.928

Vergeleken met 31 december 2019 zijn de handelsschulden toegenomen, voornamelijk gedreven door een substantiële toename bij Catalysis, als gevolg van hogere metaalprijzen. Handelsschulden omvatten bankwissels die door Umicore werden uitgegeven in China. Bankwissels zijn een gebruikelijk betaalmiddel in China en genieten vaak de voorkeur van leveranciers vanwege hun overdraagbaarheid, hun gebruik als financieringswaarborg of hun mogelijkheid om geactualiseerd te worden. Eind 2020 had Umicore 280 miljoen aan bankwissels uitgegeven in China (vergeleken met 196 miljoen eind 2019). Eind 2020 omvatten de handelsschulden gecontracteerde metalen die teruggekocht moesten worden voor een bedrag van 230 miljoen (vergeleken met 206 miljoen eind 2019).

De belastingschulden (andere dan inkomstbelastingen) betreffen vooral BTW schulden.

Van het vorige boekjaar

Contractuele vervaldag

(EUR duizend)

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Financiële schulden

153.186

192.344

218.525

349.908

801.174

1.715.137

Op ten hoogste één jaar

153.186

192.344

218.525

-

-

564.055

Bankleningen op korte termijn

130.764

56.370

57.799

-

-

244.933

Krediet op bankrekeningen

21.188

-

11.305

-

-

32.493

Kortetermijnlening: commercial paper

-

134.155

148.781

-

-

282.936

Overige leningen

(7)

-

0

-

-

(7)

Bankleningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

1.229

1.793

523

-

-

3.545

Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

13

26

116

-

-

154

Op meer dan één jaar

-

-

-

349.908

801.174

1.151.082

Bankleningen op meer dan één jaar

-

-

-

308.267

793.000

1.101.267

Leasing schuld

-

-

-

38.087

8.174

46.261

Overige leningen op meer dan één jaar

-

-

-

3.554

-

3.555

Handels- en overige schulden

1.343.059

323.292

231.717

29.510

12.891

1.940.469

Op ten hoogste één jaar

1.343.059

323.292

231.717

18.281

-

1.916.349

Handelsschulden

1.113.438

216.335

136.367

-

-

1.466.140

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

5.092

8.720

1.636

-

-

15.448

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

22.491

3.700

(0)

-

-

26.190

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

43.063

26.409

55.780

-

-

125.252

Overige schulden

25.106

16.656

14.638

-

-

56.400

Verschuldigde dividenden

11.657

-

-

-

-

11.657

Te betalen interesten

6.165

1.390

300

-

-

7.856

Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomafdekking

399

9.372

20.778

18.281

-

48.829

Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

8.198

8.252

2.219

-

-

18.670

Overlopende rekeningen

107.450

32.457

0

-

-

139.907

Op meer dan één jaar

-

-

-

11.229

12.891

24.120

Handelsschulden

-

-

-

-

2.579

2.579

Overige schulden

-

-

-

1.192

4.328

5.520

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies

-

-

-

10.037

5.984

16.021

Van het boekjaar

Contractuele vervaldag

(EUR thousand)

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Financiële schulden

274.765

90.870

353.542

774.766

930.387

2.424.330

Op ten hoogste één jaar

274.765

90.870

353.542

-

-

719.177

Bankleningen op korte termijn

231.384

55.590

267.293

-

-

554.266

Krediet op bankrekeningen

8.678

-

-

-

-

8.678

Kortetermijnlening: commercial paper

25.000

35.250

74.032

-

-

134.282

Overige leningen

-

4

-

-

-

4

Bankleningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

9.691

-

12.099

-

-

21.790

Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

13

26

119

-

-

158

Op meer dan één jaar

-

-

-

774.766

930.387

1.705.153

Bankleningen op meer dan één jaar

-

-

-

287.000

918.000

1.205.000

Leasing schuld

-

-

-

40.478

12.387

52.865

Overige leningen op meer dan één jaar

-

-

-

447.288

0

447.288

Handels- en overige schulden

1.377.057

362.626

659.330

32.008

11.409

2.442.430

Op ten hoogste één jaar

1.377.057

362.626

659.330

19.912

-

2.418.925

Handelsschulden

1.105.279

246.622

544.198

-

-

1.896.099

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

13.586

18.199

395

-

-

32.180

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

35.188

2.591

539

-

-

38.317

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

38.663

41.765

55.407

-

-

135.835

Overige schulden

28.760

4.627

6.346

-

-

39.733

Verschuldigde dividenden

11.618

-

-

-

-

11.618

Te betalen interesten

6.960

1.653

496

-

-

9.109

Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomafdekking

471

9.324

28.631

19.527

-

57.953

Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

16.119

17.902

3.890

385

-

38.296

Overlopende rekeningen

120.413

19.943

19.428

-

-

159.784

Op meer dan één jaar

-

-

-

12.096

11.409

23.505

Overige schulden

-

-

-

1.182

4.500

5.682

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies

-

-

-

10.914

6.909

17.823

De Groep heeft diverse wettelijke en feitelijke verplichtingen aangaande plannen met een ‘te bereiken doel’, voornamelijk met betrekking tot de Belgische en Duitse activiteiten.

(EUR duizend)

Vergoedingen na uitdiensttreding - pensioenen en aanverwante

Vergoedingen na uitdienst-treding - overige

Vergoedingen loopbaan-beëindiging - brugpensioenen en aanverwante

Andere langetermijn-personeels-vergoedingen

Totaal

Per einde van het vorige boekjaar

347.160

3.806

26.546

15.137

392.650

. Toename (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen')

27.668

(106)

6.157

1.335

35.054

. Terugnemingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen')

(63)

-

-

(7)

(70)

. Bestedingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen')

(25.943)

(170)

(4.985)

(723)

(31.820)

. Impact interestvoet en actualisering (inbegrepen in 'Financiële kosten')

3.175

9

23

110

3.317

. Omrekeningsverschillen

(72)

(282)

(444)

(24)

(822)

. Overboekingen

747

(467)

(210)

(26)

44

. Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten

28.162

(159)

(0)

0

28.004

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

380.834

2.633

27.087

15.802

426.356

(EUR duizend)

31/12/2019

Bewegingen 2020

31/12/2020

België

67.478

28.095

95.573

Duitsland

297.653

3.090

300.743

Subtotaal

365.131

31.185

396.316

Overige entiteiten

27.519

2.522

30.040

Totaal uit voortgezette activiteiten

392.650

33.707

426.356

Bovenstaande tabel geeft de waarden van en de bewegingen op de voorzieningen voor personeelsvoordelen van de dochterondernemingen, die onder de integrale consolidatiemethode opgenomen zijn, weer.

De vergoedingen loopbaanbeëindiging bevatten hoofdzakelijk Belgische plannen voor vervroegd pensioen en enkele ontslagvergoedingen in Korea. Andere langetermijnvoordelen omvatten voornamelijk jubileumpremies in België en Duitsland.

De lijnen ‘Toename’, ‘Terugnemingen’ en ‘Bestedingen’ van de voorzieningen voor personeelsvoordelen kunnen in verband worden gebracht met de lijn ‘Voorzieningen voor personeelsvoordelen’ van toelichting F10. Het bedrag opgenomen in het niet-gerealiseerde resultaat vloeit voornamelijk voort uit een daling van de verdisconteringsvoeten van de pensioenplannen. De samenhang tussen toelichting F23 en het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten is voorzien in onderstaande tabel.

De plannen met ‘vaste bijdrage’ van de Groep in sommige landen als de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland zijn niet omvat in deze toelichting gezien deze bedragen direct worden opgenomen in de resultatenrekening onder de lijn ‘Bijdragen tot pensioenplannen met vaste bijdrage’ (zie toelichting F10).

De hierna volgende toelichtingen onder IAS 19 werden overgenomen uit de verslagen opgemaakt door externe actuarissen.

Umicore’s ‘te bereiken doel’-pensioenplannen voor de 2 belangrijkste landen zijn als volgt:

BELGIË

Karakteristieken van de ‘te bereiken doel’-plannen
Umicore-bedrijven in België hanteren ‘te bereiken doel’-plannen die pensioen- of langetermijnpersoneelsvoordelen geven welke afhankelijk zijn van het salaris en leeftijd of anciënniteit. Deze pensioen- en langetermijnvoordeelplannen vertegenwoordigen verplichtingen verbonden aan het ‘te bereiken doel’-plan van 314,0 miljoen en activa van 218,5 miljoen. Ze voorzien in een forfaitaire of maandelijkse betaling bij pensionering of vervroegde pensionering en voordelen in geval van het bereiken van een aantal jaren dienst of in geval van overlijden of onbekwaamheid voorafgaand aan het pensioen.

De netto voorzieningen voor pensioenen van 95,5 miljoen kunnen onderverdeeld worden in ‘te bereiken doel’-plannen voor na de uitdiensttreding (67,2 miljoen waarvan 172,9 miljoen de verplichtingen en 105,7 miljoen is gerelateerd aan de activa van de plannen), plannen voor vergoedingen bij loopbaanbeëindiging (6,3 miljoen van de verplichting is niet gefinancierd), jubileumpremies (3,5 miljoen, niet-gefinancierd) en plannen met vaste bijdrage voor na de uitdiensttreding en bonus spaarplannen met gegarandeerd rendement en bijgevolg behandeld als ‘te bereiken doel’-plannen (18,6 miljoen waarvan 131,3 miljoen de verplichting is en 112,7 miljoen gerelateerd is aan de activa van de plannen).

Financiering
De plannen voor na uitdiensttreding worden extern gefinancierd door ofwel verzekeringsmaatschappijen of onafhankelijke instellingen die pensioenplannen beheren (“IORP”). Voor de IORP worden de noodzakelijke deugdelijk bestuursprocessen inzake risicobeheer toegepast. Eén van de risicomaatregelen is om regelmatig een ‘Continuïteitstest’ uit te voeren waarbij de gevolgen van het strategische investeringsbeleid geanalyseerd worden inzake risico- en rendementprofielen en solvabiliteitsmaatregelen. Een verklaring van investeringsprincipes en de financieringspolitiek worden hieruit afgeleid. Het is de bedoeling om een goed gediversifieerde toewijzing van activa te verkrijgen om zo het risico te beheersen.

Reële waarde van planactiva
De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald (Niveau 1 reële waarde classificatie). De plannen houden geen directe positie in van Umicore-aandelen of -obligaties, evenmin bezitten ze eigendommen gebruikt door een entiteit van Umicore. De beleggingen zijn goed gediversifieerd zodat het falen van enige belegging geen materiële invloed zou hebben op het globale niveau van activa.

DUITSLAND

Karakteristieken van de ‘te bereiken doel’-plannen
De personeelsvoordelen na uitdiensttreding zijn voornamelijk niet-gefinancierde pensioenplannen van het type ‘te bereiken doel’, die voordelen verschaffen in geval van pensioen, onbekwaamheid en overlijden. Alle plannen zijn gebaseerd op het uiteindelijke of gemiddelde uiteindelijke salaris, uitgezonderd de uitgestelde compensatieplannen. De voordelen van het uitgesteld compensatieplan zijn gebaseerd op jaarlijks omgezet salaris en zorgt voor een gegarandeerde interestvoet van 3,0% p.a. (6,0% p.a. voor salarisomzettingen voor 2014). De plannen voor na uitdiensttreding vertegenwoordigen verplichtingen aangaande de ‘te bereiken doel’- plannen van 308,3 miljoen en activa van 7,6 miljoen.

De netto provisies voor pensioenen van 300,7 miljoen bevatten voornamelijk de ‘te bereiken doel’-pensioenplannen van Degussa, waaronder het bijdrage plan waar de aanpassingen van de doelen aan inflatie en interestvoet gegarandeerd zijn (224,1 miljoen), de gesloten en open compensatieplannen (62,0 miljoen), een plan voor de jubileumpremies (7,0 miljoen) en andere vergoedingen voor bij loopbaanbeëindiging (7,8 miljoen).

Financiering
Zoals hierboven vermeld, zijn de personeelsvoordelen na uitdiensttreding voornamelijk niet-gefinancierde plannen. Een minderheid wordt gefinancierd door gewaarborgde herverzekeringscontracten.

Reële waarde van planactiva
Alle planactiva houden verband met gewaarborgde verzekeringscontracten en hebben geen beurskoers.

De belangrijkste risico’s met betrekking tot de ‘te bereiken doel’-plannen zijn:

De volatiliteit van de activa: de plankosten worden aan de hand van een verdisconteringsvoet berekend, die refereert naar rendementen van bedrijfsobligaties. Indien de planactiva onder dit rendement presteren, zal dit een tekort creëren.

Wijzigingen in het rendement van obligaties: een vermindering in het rendement van bedrijfsobligaties zal de planverplichtingen doen stijgen, hoewel dit gedeeltelijk gecompenseerd zal worden door een stijging van de waarde van de obligaties van het plan.

Salarisrisico: het merendeel van de verplichtingen aangaande de ‘te bereiken doel’-plannen worden berekend met referentie aan de toekomstige salarissen van de planleden. Hoger dan verwachte salarisverhogingen van planleden zullen dus leiden tot hogere verplichtingen.

Risico van levensduur: alle pensioenplannen, met uitzondering van het uitgestelde compensatieplan vanaf 2014, voorzien lijfrenten die het risico van de levensduur met zich meebrengen, d.w.z. het risico van een verlenging van de betalingsperiode door de verlenging van de levensverwachting. Het bedrijf hanteert cijfers van de levensverwachtingen die afhangen van het geboortejaar om dit risico in de pensioenverplichtingen te omvatten.

Risico van uitgaande kasstroom: bij overlijden voor pensionering en door de te verschaffen voordelen bij werkonbekwaamheid is er een risico van uitgaande kasstroom voorafgaand aan de pensionering.

Wetgevingsrisico: indien de wet inzake de pensioenvoordelen wijzigt, kan dit leiden tot een wijziging in de verplichtingen.

Er zijn bijkomende risico’s in Duitsland:

• In Duitsland bestaan er twee pensioenplannen met vaste bijdrage die gefinancierd worden door ‘Pensionskasse Degussa’ (PKD) of het ondersteuningsfonds ‘Unterstützungskasse Degussa’ (RUK). Met betrekking tot de vereiste aanpassingen van de pensioenen betaald door deze plannen, bestaat er een risico dat deze aanpassingen niet volledig gedragen zullen kunnen worden door de PKD of RUK en bijgevolg kunnen resulteren in bijkomende niet-gefinancierde pensioenverplichtingen. Dit deel van de PKD en RUK plannen wordt bijgevolg beschouwd als ‘te bereiken doel’-plan en het risico van de bijkomende verplichting, waarvan verwacht wordt dat het er zal zijn tot eind 2023, werd opgenomen in de verplichtingen voor ‘te bereiken doel’-plannen en wordt jaarlijks herzien (bijkomende verplichting van 5,1 miljoen voor PKD en 0,9 miljoen voor RUK aan het einde van 2020).

• Het afgesloten uitgesteld compensatieplan voorziet een gegarandeerde interestvoet van 6,0% p.a. Dit doet het risico voor pensioenkosten stijgen bovenop het herleide salaris. Het plan werd op 31 december 2013 afgesloten en door een nieuw plan vervangen zonder aanzienlijk risico in dat opzicht.

Enkele risico’s hebben louter betrekking op België:

• Onder de Belgische wetgeving die van toepassing is op de 2e pijler van de pensioenplannen (de zogenaamde ‘Wet Vandenbroucke’), moeten alle Belgische plannen met ‘vaste bijdrage’ onder IFRS beschouwd worden als ‘te bereiken doel’-plannen. De wet Vandenbroucke verklaart dat in het kader van plannen met ‘vaste bijdrage’, de werkgever een minimumrendement van 3,75% moet garanderen op de werknemersbijdragen en 3,25% op de werkgeversbijdragen. Echter, kort voor het einde van 2015 werd een Belgische wetswijziging van kracht die een daling van het gegarandeerde minimum van 3,25% voorziet. Het nieuwe minimum hangt af van de Belgische 10 jaars-OLO obligaties, maar wel binnen een bereik van 1,75%-3,25%. Momenteel bedraagt het 1,75% en is het van toepassing voor de jaren na 2015 voor toekomstige bijdragen en ook op de gecumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015 als de financieringsorganisatie geen garanties geeft over het resultaat op de bijdragen tot de pensioenleeftijd. Als de financieringsorganisatie die wel garandeert, zijn de tarieven van 3,25%/3,75% nog steeds van toepassing.

Vanwege dit minimumrendement is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Verdere bijdragen kunnen nodig zijn mochten de activa ontoereikend blijken om de minimale voordelen uit te betalen. De groep heeft plannen die gefinancierd worden door verzekeringscontracten en een plan dat gefinancierd wordt door IORP. De ‘te bereiken doel’ verplichtingen hierboven zijn samengevoegd met de andere ‘te bereiken doel’ plannen. De ‘Project Unit Credit’ (PUC) methodologie is gebruikt.

De totale ‘te bereiken doel’ verplichtingen met betrekking tot deze plannen liepen op tot 131,3 miljoen op het einde van december 2020 en activa ten belope van 112,7 miljoen.

(EUR duizend)

2019

2020

Wijziging in de verplichtingen voor personeelsvoordelen

Verplichting bij het begin van het boekjaar

549.052

651.685

Kosten van diensten geleverd in het jaar

32.958

34.591

Interestkosten

9.908

6.246

Bijdragen van de planparticipanten

946

905

Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de demografische veronderstellingen

1.133

1.556

Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de financiële veronderstellingen

81.769

29.185

Actuariële verliezen en winsten – ervaringsaanpassingen

3.032

2.942

Uitbetaalde voordelen

(24.272)

(26.873)

Betaalde onkosten

(3.773)

(1.819)

Combinaties

74

157

Omrekeningsverschillen

858

(1.353)

Verplichting per einde van het boekjaar

651.685

697.222

(EUR duizend)

2019

2020

Veranderingen in de planactiva

Reële waarde van de planactiva bij begin van het boekjaar

216.101

259.952

Verwacht rendement op de planactiva

3.740

2.349

Actuariële verliezen en winsten

17.138

5.398

Bijdragen van de werkgever

49.291

32.473

Bijdragen van de planparticipanten

946

905

Uitkeringen van het plan/bedrijf

(24.272)

(26.873)

Betaalde onkosten

(3.823)

(1.870)

Nettotransfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen)

87

(76)

Omrekeningsverschillen

744

(568)

Reële waarde van de planactiva per einde van het boekjaar

259.952

271.690

De pensioenplannen in België, Korea, Liechtenstein en Japan zijn geheel of gedeeltelijk gefinancierd met planactiva die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van toegezegde pensioenrechten. Alle andere plannen zijn gedeeltelijk en niet-gefinancierde

(EUR duizend)

2019

2020

Bedragen opgenomen in de balans

Verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten

651.685

697.222

Reële waarde van de planactiva van de fondsen

259.952

271.690

Tekort/overschot van gefinancierde plannen

391.733

425.532

Netto passiva/activa

391.733

425.532

Componenten van de pensioenkost

Bedragen geboekt in de resultatenrekening van de periode

Kosten van diensttijd van het jaar

32.958

34.591

Interestkost

9.908

6.246

Interestbaten van planactiva

(3.740)

(2.349)

Herwaarderingen van Andere langetermijnvoordelen

(1.890)

277

Administratieve kosten en belastingen

51

51

Totale pensioenkost opgenomen in de winst/verlies rekening

37.287

38.816

Bedragen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten

Gecumuleerde actuariële verliezen en winsten bij het begin van het boekjaar

199.949

270.082

Actuariële verliezen en winsten van het boekjaar

70.882

28.004

Minderheidsbelangen

(772)

37

Andere wijzigingen

-

1.775

Omrekeningsverschillen

23

(69)

Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten door geconsolideerde ondernemingen

270.082

299.829

Actuariële verliezen en winsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures

27.944

25.202

Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten

298.026

325.030

Herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen)

(70.605)

(27.632)

Omrekeningsverschillen zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen)

(539)

2.403

Herwaarderingen gerelateerd aan minderheidsbelangen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat (inclusief omrekeningsverschillen)

(776)

32

Totaal aan herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat

(71.921)

(25.198)

Omrekeningsverschillen zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen)

539

(2.403)

Omrekeningsverschillen gerelateerd aan minderheidsbelangen

4

5

Herwaarderingen gerelateerd aan geassocieerde ondernemingen.

496

(409)

Totaal aan herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat zoals in toelichting F27

(70.882)

(28.004)

Herwaarderingen (geboekt in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten)

Effect van wijzigingen in de demografische veronderstellingen

1.070

1.433

Effect van wijzigingen in de financiële veronderstellingen

80.772

29.124

Effect van ervaringsaanpassingen

5.859

2.677

Rendement op de planactiva (exclusief interestbaten)

(17.015)

(5.230)

Totaal herwaarderingen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten

70.686

28.004

De interestkost, het rendement op de planactiva en de impact door verdiscontering op plannen andere dan voordeelplannen voor na uitdiensttreding worden geboekt onder de financiële kosten in de resultatenrekening (zie toelichting F11). Alle andere elementen van de jaarlijkse kost worden geboekt onder het bedrijfsresultaat onder de rubriek ‘bezoldigingen en personeelsvoordelen’.

Herberekeningen van het jaar opgenomen in het eigen vermogen hebben hun oorsprong in een verandering van de verdisconteringsvoet op de pensioenplannen en verschillen tussen het verwachte en actuele rendement op de planactiva.

2019

2020

VOORNAAMSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN

Gewogen gemiddelde veronderstellingen ter bepaling van de verplichtingen per einde van het jaar

Actualisatievoet (%)

0,95

0,78

Percentage van salarisverhogingen (%)

2,60

2,55

Percentage van de inflatie (%)

1,78

1,75

Percentage van pensioenverhogingen (%)

1,30

1,30

Gewogen gemiddele veronderstellingen ter bepaling van de nettokost

Actualisatievoet (%)

1,85

0,95

Verwachte toename van salarissen (%)

2,85

2,60

Percentage van de inflatie (%)

1,78

1,78

Percentage van pensioenverhogingen (%)

1,36

1,30

2020

Reële waarde van alle planactiva

Reële waarde van planactiva met beurskoers

Planactiva

Kas en kasequivalenten

25.629

25.624

aandeleninstrumenten

37.215

37.204

Schuldinstrumenten

104.902

104.786

Onroerend goed

6.083

6.078

Activa aangehouden door verzekeringsmaatschappijen

92.047

79.106

Overige

5.814

4.542

Totaal planactiva

271.690

257.340

De veronderstellingen worden aanbevolen door de lokale actuarissen in lijn met IAS 19 herzien. De standaardreferentie voor de Eurozone is de iBOXX AA Index opbrengst en gelijkaardige indexen worden gebruikt voor de andere regio’s. De tabellen voor de levensverwachting zijn specifiek voor elk land.

Andere planactiva zijn grotendeels geïnvesteerd in verzekeringscontracten en banktermijndeposito’s. De veronderstelling inzake de verwachte langetermijnrendementsvoet op de activa is gedocumenteerd voor elk individueel plan zoals aanbevolen door de lokale actuarissen.

2020

Sensitiviteit +0,25%

Sensitiviteit -0,25%

Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op actualisatievoet

Huidige waarde van de verplichting

658.818

709.792

Gewogen gemiddelde periode van toegezegde pensioenrechten

14,18

15,63

Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op inflatiepercentage

Huidige waarde van de verplichting

672.805

642.411

Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op verhogingspercentage

Huidige waarde van de verplichting

691.403

670.934

(EUR duizend)

2019

2020

AANSLUITING BALANS

Balans verplichtingen (activa) bij het begin van het boekjaar

332.951

391.734

Opgenomen pensioenkosten in W&V van het boekjaar

37.287

38.816

Bedragen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen van het boekjaar

70.686

28.004

Werkgeversbijdragen via fondsen gestort in het boekjaar

(37.964)

(20.633)

Werkgeversbijdragen onmiddellijk gestort in het boekjaar

(11.327)

(11.840)

Bedragen geboekt voor combinaties

(13)

233

Omrekeningsverschillen

114

(785)

Balans verplichtingen/activa op het jaareinde

391.734

425.529

Voorziening voor personeelsvoordelen op lange termijn passiva

392.651

426.356

Personeelsvoordelen oplange termijn activa (nota F20)

(744)

(820)

Diverse

(173)

(7)

Netto personeelsverplichtingen op balans

391.734

425.529

Op 31 december

(EUR duizend)

2016

2017

2018

2019

2020

Huidige waarde van de verplichting

521.153

552.021

549.052

651.685

697.222

Reële waarde planactiva

183.246

209.774

216.101

259.952

271.690

Tekort/overschot van plannen

337.907

342.247

332.951

391.733

425.532

Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen

(16.036)

(5.286)

4.410

(17.138)

(5.398)

Ervaringsaanpassingen op de verplichtingen

14.861

4.611

5.967

3.032

2.942

(EUR duizend)

2020

VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGENDE JAREN

Verwachte bijdragen van de werkgever

34.132

Verwachte totaal pensioenrechtenbetalingen

Jaar 1

31.359

Jaar 2

25.960

Jaar 3

25.600

Jaar 4

20.150

Jaar 5

29.209

De volgende 5 jaren

160.840

Plan

Vervaldatum

UITOEFENING

Uitoefenprijs (EUR) (de uitoefensprijs kan hoger zijn in bepaalde landen)

Aantal opties dat nog uitgeoefend moet worden

ISOP 2014

10/02/2021

alle werkdagen van Euronext Brussels

16,14

101.750

15,80

3.000

16,49

7.875

112.625

ISOP 2015

09/02/2022

alle werkdagen van Euronext Brussels

17,29

344.315

18,90

10.000

19,50

24.750

379.065

ISOP 2016

04/02/2023

alle werkdagen van Euronext Brussels

16,63

720.750

720.750

ISOP 2017

13/02/2024

alle werkdagen van Euronext Brussels

25,50

977.000

27,04

23.750

1.000.750

ISOP 2018

08/02/2025

alle werkdagen van Euronext Brussels

40,90

1.182.625

1.182.625

ISOP 2019

10/02/2026

alle werkdagen van Euronext Brussels

34,08

1.216.000

36,78

5.000

1.221.000

ISOP 2020

09/02/2027

alle werkdagen van Euronext Brussels

42,05

1.168.375

1.168.375

Total

5.785.190

ISOP verwijst naar ‘Incentive Stock Option Plan’ (wereldwijd plan voor kaderleden).

Aandelenopties, waarvan typisch de rechten werden verworven op de datum van toekenning, worden verwacht om vereffend te worden met bestaande aandelen. Opties die niet uitgeoefend werden voor de vervaldatum, vervallen automatisch.

2019

2020

Aantal opties

Gewogen gemiddelde uitoefensprijs

Aantal opties

Gewogen gemiddelde uitoefensprijs

UITSTAANDE AANDELENOPTIES GEDURENDE HET JAAR

Uitstaande begin van het boekjaar

5.356.854

24,14

5.641.250

27,42

Toegekend tijdens boekjaar

1.221.000

34,09

1.168.375

42,05

Uitgeoefend tijdens het boekjaar

936.604

17,37

1.024.435

18,25

Uitstaande einde boekjaar

5.641.250

27,42

5.785.190

32,00

Uitoefenbaar einde boekjaar

5.641.250

27,42

5.785.190

32,00

De nog niet vervallen opties op het einde van het boekjaar, hebben een gemiddelde gewogen looptijd tot januari 2025.

De details betreffende de berekening van de netto boekwaarde van de toegekende opties zijn voorzien onder toelichting F10 betreffende bezoldigingen en aanverwante voordelen.

(EUR duizend)

Voorzieningen voor bodemsanering en landschapsherstel

Overige voorzieningen voor leefmilieu

Totaal

Per einde van het vorige boekjaar

57.992

10.089

68.081

. Aankoop door bedrijfsacquisities

-

2.079

2.079

. Toename (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

54.479

7.703

62.182

. Terugnemingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

(353)

(197)

(550)

. Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

(1.777)

(6.501)

(8.278)

. Actualisering (begrepen in 'Netto financiële kosten')

53

-

53

. Omrekeningsverschillen

(2.156)

-

(2.156)

. Andere wijzigingen

(0)

(38)

(38)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

108.238

13.136

121.374

waarvan : - op meer dan één jaar

105.093

7.165

112.258

waarvan : - op ten hoogste één jaar

3.145

5.971

9.116

Voorzieningen voor wettelijke en feitelijke verplichtingen met betrekking tot leefmilieu zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen evenals historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden gekend op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.

De voorzieningen stegen met 53,3 miljoen, waarbij bijkomende voorzieningen hoger zijn dan de gebruiken en terugnemingen van bestaande voorzieningen.

De bedrijfsacquisities zijn gerelateerd aan de opeenvolgende correcties van de openingsbalans in Finland in de loop van 2020 (toelichting F8).

De nieuwe provisies voor bodem en grondwater remediëring zijn voornamelijk gelinkt aan nieuwe provisies die werden genomen in België voor de sites in Hoboken en Olen. Bij Recycling werd een kost van 50,9 miljoen in rekening gebracht, bestaande uit 50,0 miljoen voorziening om de kosten te dekken gerelateerd aan de intentie om de huizen te kopen die het dichtst bij de fabriek in Hoboken staan en om een groene zone aan te leggen. Deze kosten bestaan uit de geschatte aankoopwaarde van de huizen (gebaseerd op de raming van een derde partij) die gesloopt zullen worden alsmede een schatting van de kosten voor het slopen van de huizen en herinrichten van het landschap. Overleg met het stadsbestuur en de inwoners is lopende en zou kunnen leiden tot aanpassingen van deze kostenraming.

Het merendeel van de provisies voor bodem en grondwater remediëring in 2020 hebben betrekking op de realisatie van site remediëringsprogramma’s in Frankrijk, in de VS en in België.

Begin 2020 heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) richtlijnen opgesteld voor de permanente sanering en opslag van historisch radioactief materiaal gerelateerd aan Umicore’s site in Olen, België. Er werden gezamenlijke werkgroepen opgericht, inclusief overheidsagentschappen zoals NIRAS/ONDRAF, OVAM, FANC en Umicore om een plan uit te werken waarin de verschillende stappen worden beschreven die nodig zijn om tot een oplossing voor permanente oplsag te komen. Deze oefening zal een bijstelling omvatten van de toekomstig geschatte sanerings- en opslagkosten en specifieke bestaande milieuvoorzieningen, van zodra de technische aspecten zijn bepaald. Momenteel wordt verwacht dat het ontwikkelen en implementeren van dit gedetailleerde plan meerdere jaren in beslag zal nemen. In de tussentijd zal Umicore de situatie blijven monitoren om te garanderen dat uit deze overblijfselen geen risico’s voortvloeien, noch voor de werknemers op de site, noch voor de omwonende bevolking.

De beweging in de overige voorzieningen leefmilieu hebben vooral betrekking op aanpassing van CO2 emissierechten in België.

Het management verwacht dat de belangrijkste kasuitgaven met betrekking tot deze projecten voor niet-recurrente elementen zullen gebeuren binnen de tien jaar.

(EUR duizend)

Voorzieningen voor herstructurering en reorganisatie

Voorzieningen voor geschillen

Voorzieningen voor verlieslatende contracten met betrekking tot IFRS 9

Overige voorzieningen

Totaal

Per einde van het vorige boekjaar

22.945

3.288

24.105

53.293

103.631

. Toename (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

39.590

-

-

24.819

64.409

. Terugnemingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

(3.111)

-

(2.650)

(16.552)

(22.313)

. Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

(9.888)

(569)

(528)

(9.190)

(20.175)

. Omrekeningsverschillen

(2.100)

(32)

(964)

(1.489)

(4.585)

. Overboekingen

(6.581)

-

-

6.572

(9)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

40.856

2.686

19.963

57.454

120.958

waarvan : - op meer dan één jaar

29.154

945

-

39.683

69.782

waarvan : - op ten hoogste één jaar

11.703

1.741

19.963

17.773

51.180

Voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen en andere risico’s en kosten zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen, alsook historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden die gekend zijn op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.

Voorzieningen zijn in het totaal met 17,3 miljoen gestegen.

De bijkomende voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen werden aangelegd voor de herstructureringsinitiatieven in België, in de VS, en in Frankrijk voor 9,4 miljoen. Tevens werd 14,7 miljoen geboekt bij Rechargeable Battery Materials in verband met de herconfiguratie van een site in Korea en 13,9 miljoen in Catalysis gerelateerd aan de consolidatie van de Noord-Amerikaanse productie van autokatalysatoren.

De aanwending van de reorganisatie- en herstructureringsvoorzieningen hebben betrekking op de uitvoering van reeds aangekondigde herstructureringen in de VS en in Duitsland.

De voorzieningen voor geschillen zijn exclusief de belastingsvoorzieningen gerelateerd aan IFRIC 23 aangezien deze geboekt worden onder de lijn ‘Schulden voor winstbelasting’.

De voorzieningen voor verlieslatende contracten gerelateerd aan IFRS 9 houden verband met de introductie van IFRS 9 voor reële waarde indekking. Het beleid van de Groep omtrent transactionele metaalindekking bepaalt dat waarderingsprincipes voor aanpassingen naar reële marktwaarde aanvankelijk worden toegepast op alle elementen van de transactionele indekkingspositie, indekkingsinstrumenten en ingedekte zaken. Waar mogelijk, gebeurt dit volgens IFRS 9 criteria rond de indekkingsboekhouding. Wanneer IFRS 9 indekkingsboekhouding niet toegepast kan worden, compenseert Umicore volgens IAS 37 principes iedere beduidend positieve aanpassing naar reële marktwaarde onder de voorzieningen voor verlieslatende contracten (zie ook toelichtingen F2.21.1, F3.2.2 en F4.5). De wijzigingen van de provisies voor aan IFRS 9 gerelateerde verlieslatende contracten resulteerden in een netto daling van 4,1 miljoen.

De overige voorzieningen voor risico’s en kosten omvatten andere voorzieningen voor verlieslatende contracten ten belope van 12,7 miljoen (netto toename van 9,5 miljoen vergeleken met 2019) en voorzieningen voor risico’s met betrekking tot garanties en het terugroepen van producten omwille van niet-adequate kwaliteit voor een bedrag van 32,8 miljoen (netto daling van 10,3 miljoen vergeleken met 2019). Deze zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan risico’s in verband met toepassingen voor de eindmarkten in de automobielsector bij Catalysis en Energy & Surface Technologies (voor deze laatste verwijzend naar het specifieke provisioneringsmodel dat in 2018 geïntroduceerd werd).

Er is geen betrouwbare analyse mogelijk met betrekking tot de verwachte timing van de cash uitstromen gelinkt aan het niet-recurrente deel van de provisie voor andere verplichtingen en kosten.

(EUR duizend)

Toelichting

31/12/2019

30/06/2020

31/12/2020

Immateriële vaste activa

F14,F15

370.859

345.630

346.888

Materiële vaste activa

F16

2.094.672

2.082.292

2.163.661

Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F17

150.642

144.233

139.839

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

F18

10.897

10.480

8.352

Voorraden

F19

2.462.330

2.516.570

2.718.092

Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar (zonder personeelsvoordelen)

F20

10.865

9.815

10.945

Bijgestelde handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar

1.405.810

1.281.869

1.611.461

Terug te vorderen belastingen

45.447

39.076

39.553

Activa opgenomen in het aangewend kapitaal

6.551.521

6.429.964

7.038.790

Handels- en overige schulden op meer dan één jaar

F25

24.120

21.246

23.505

Bijgestelde handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar

1.867.518

1.807.704

2.360.975

Omrekeningsverschillen

F23

(82.870)

(154.151)

(202.148)

Voorzieningen op meer dan een jaar

F29,F30

107.487

106.666

182.040

Voorzieningen op ten hoogste een jaar

F29,F30

64.230

50.721

60.296

Te betalen belastingen

131.483

147.874

160.734

Passiva opgenomen in het aangewend kapitaal

2.111.969

1.980.060

2.585.401

Aangewend kapitaal

4.439.552

4.449.904

4.453.389

Eliminaties

2.439

2.707

3.191

Aangewend kapitaal zoals gepubliceerd

4.441.991

4.452.611

4.456.580

Gemiddeld aangewend kapitaal, in semester voor afsluitingsdatum

4.208.271

4.454.596

Gemiddeld aangewend kapitaal, in jaar

4.048.377

4.450.948

Aangepaste EBIT

F9

508.920

536.361

ROCE

12,57%

12,05%

De aangepaste kortetermijnhandelsvorderingen opgenomen in ‘Aangewend Kapitaal’ bevatten niet de ‘margin calls’ (20,6 miljoen eind 2020) noch de geboekte winsten op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten (45,1 miljoen in 2020). De aangepaste kortetermijnhandelsschulden opgenomen in ‘Aangewend Kapitaal’ bevatten niet de verliezen op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten (58,0 miljoen eind 2020).

Het gemiddeld aangewend kapitaal voor de halve jaren wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal op het einde van de periode en het aangewend kapitaal van de vorige periode. Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het hele jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het gemiddeld aangewend kapitaal van beide halfjaren.

Per einde van het vorige boekjaar

Boekwaarde

(EUR duizend)

Niveau

Reële waarde

Reële waarde indekkingsboekhouding (*)

Cash flow indekkingsboekhouding

Leningen, handels-vorderingen en schulden

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR

ACTIVA

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

10.897

-

-

-

10.897

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten - aandelen

1

10.897

-

-

-

10.897

Leningen toegekend

2.192

-

-

2.192

-

Leningen toegekend

2.192

-

-

2.192

-

Handels- en overige vorderingen

1.445.696

47.495

19.699

1.378.502

-

Op meer dan één jaar

Garanties en deposito's

8.893

-

-

8.893

-

Overige vorderingen op meer dan één jaar

1.972

-

-

1.972

-

Personeelsvoordelen

1.173

-

-

1.173

-

Op ten hoogste één jaar

Handelsvorderingen (bruto)

1.171.835

-

-

1.171.835

-

Handelsvorderingen (waardeverminderingen)

(22.983)

-

-

(22.983)

-

Overige vorderingen (bruto)

180.336

-

-

180.336

-

Overige vorderingen (waardeverminderingen)

(207)

-

-

(207)

-

Te ontvangen interesten

2

156

-

-

156

-

Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking

2

19.699

-

19.699

-

-

Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

47.495

47.495

-

-

-

Overlopende rekeningen

37.327

-

-

37.327

-

Kas en kasequivalenten

271.723

-

-

271.723

-

Beleggingen op korte termijn bij banken

25.524

-

-

25.524

-

Beleggingen op korte termijn (andere)

7

-

-

7

-

Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten

246.192

-

-

246.192

-

Totaal financiële instrumenten (activa)

1.730.508

47.495

19.699

1.652.417

10.897

Passiva

Financiële schulden

1.753.145

-

-

1.715.146

-

Op meer dan één jaar

Bankleningen

1.139.266

-

-

1.101.266

-

Leasing leningen

46.262

-

-

46.262

-

Overige leningen

3.555

-

-

3.555

-

Op ten hoogste één jaar

Bankleningen

248.478

-

-

248.478

-

Krediet op bankrekeningen

32.493

-

-

32.493

-

Commercial paper

282.936

-

-

282.936

-

Overige leningen

155

-

-

155

-

Handels- en overige schulden

1.940.468

18.670

48.829

1.872.969

-

Op meer dan één jaar

Handelsschulden

2.579

-

-

2.579

-

Overige schulden

5.520

-

-

5.520

-

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies

16.021

-

-

16.021

-

Op ten hoogste één jaar

Handelsschulden

1.466.140

-

-

1.466.140

-

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

15.448

-

-

15.448

-

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

26.190

-

-

26.190

-

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

125.252

-

-

125.252

-

Overige schulden

56.399

-

-

56.399

-

Verschuldigde dividenden

11.657

-

-

11.657

-

Te betalen interesten

7.856

-

-

7.856

-

Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking

2

48.829

-

48.829

-

-

Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

2

18.670

18.670

-

-

-

Overlopende rekeningen

139.907

-

-

139.907

-

Totaal financiële instrumenten (passiva)

3.693.613

18.670

48.829

3.588.115

-

(*) zie nota F33.2 §1 voor de klassificatie van deviezen en basis materialen indekkingsinstrumenten.

Per einde van het boekjaar

Boekwaarde

(EUR duizend)

Niveau

Reële waarde

Reële waarde indekkingsboekhouding (*)

Cash flow indekkingsboekhouding

Leningen, handels-vorderingen en schulden

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR

Activa

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

8.352

-

-

-

8.352

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten - aandelen

1

8.352

-

-

-

8.352

Leningen toegekend

3.332

-

-

3.332

-

Leningen toegekend

3.332

-

-

3.332

-

Handels- en overige vorderingen

1.688.931

23.442

45.091

1.620.398

-

Op meer dan één jaar

Garanties en deposito's

8.370

-

-

8.370

-

Overige vorderingen op meer dan één jaar

2.574

-

-

2.574

-

Personeelsvoordelen

820

-

-

820

-

Op ten hoogste één jaar

Handelsvorderingen (bruto)

1.366.686

-

-

1.366.686

-

Handelsvorderingen (waardeverminderingen)

(22.319)

-

-

(22.319)

-

Overige vorderingen (bruto)

177.008

-

-

177.008

-

Overige vorderingen (waardeverminderingen)

(207)

-

-

(207)

-

Te ontvangen interesten

495

-

-

495

-

Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking

2

45.091

-

45.091

-

-

Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

2

23.442

23.442

-

-

-

Overlopende rekeningen

86.973

-

-

86.973

-

Kas en kasequivalenten

1.010.306

-

-

1.010.306

-

Beleggingen op korte termijn bij banken

373.904

-

-

373.904

-

Beleggingen op korte termijn (andere)

5

-

-

5

-

Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten

636.397

-

-

636.397

-

Totaal financiële instrumenten (activa)

2.710.921

23.442

45.091

2.634.036

8.352

Passiva

Financiële schulden

2.495.431

-

-

2.424.331

-

Op meer dan één jaar

Bankleningen

1.276.100

-

-

1.205.000

-

Leasing leningen

52.865

-

-

52.865

-

Overige leningen

447.289

-

-

447.289

-

Op ten hoogste één jaar

Bankleningen

576.056

-

-

576.056

-

Krediet op bankrekeningen

8.678

-

-

8.678

-

Commercial paper

134.282

-

-

134.282

-

Overige leningen

162

-

-

162

-

Handels- en overige schulden

2.442.433

38.296

57.957

2.346.180

-

Op meer dan één jaar

Overige schulden

5.682

-

-

5.682

-

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies

17.823

-

-

17.823

-

Op ten hoogste één jaar

Handelsschulden

1.896.099

-

-

1.896.099

-

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

32.180

-

-

32.180

-

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

38.317

-

-

38.317

-

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

135.835

-

-

135.835

-

Overige schulden

39.733

-

-

39.733

-

Verschuldigde dividenden

11.618

-

-

11.618

-

Te betalen interesten

9.109

-

-

9.109

-

Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking

2

57.957

-

57.957

-

-

Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

2

38.296

38.296

-

-

-

Overlopende rekeningen

159.784

-

-

159.784

-

Totaal financiële instrumenten (passiva)

4.937.864

38.296

57.957

4.770.511

-

(*) zie nota F33.2 §1 voor de klassificatie van deviezen en basis materialen indekkingsinstrumenten.

De leningen en schulden zijn uitgegeven aan een marktrentevoet welke geen grote verschillen met zich meebrengt vergeleken met de effectieve marktrentevoet. Alle categorieën van financiële instrumenten van Umicore worden aan hun reële waarde weergegeven behalve de langlopende bank- en andere leningen waarvan de boekwaarde verschilt van de reële marktwaarde (zie toelichting F24). De reële waarde van de financiële instrumenten die verhandeld worden in actieve markten is gebaseerd op de koers in de desbetreffende markt op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de financiële instrumenten die niet vrij verhandeld worden in een actieve markt wordt bepaald door middel van valorisatietechnieken. De meest gebruikte techniek is de geactualiseerde kasstromen analyse waarbij de heersende marktomstandigheden op het einde van het boekjaar gebruikt worden. De reële waarde van rentevoetswaps, in bijzonder, wordt berekend door de huidige waarde te nemen van de geschatte toekomstige kasstromen. De reële waarde van forward wisselkoers-,metaal- en energiecontracten wordt bepaald door de genoteerde wissel-, metaal- en energiekoersen op het einde van het boekjaar te nemen. De reële waarde van de vrij verhandelde financiële vaste activa welke door de groep gehouden worden, is de genoteerde marktwaarde op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de financiële passiva wordt geschat door de toekomstige contractuele kasstromen te verdisconteren aan de huidige marktrentevoet. De genomen marktrentevoet is deze rentevoet die beschikbaar is voor de groep voor gelijkaardige financiële instrumenten. Door van de nominale waarde van de handelsvorderingen en -schulden de desbetreffende bijzondere waardevermindering af te trekken, wordt hun reële waarde benaderd.

F32.1 Reële waarde hiërarchie

De Groep heeft de wijzigingen in IFRS 7 betreffende de waardering van financiële instrumenten in de balans aan werkelijke waarde, aangenomen vanaf januari 2009. De wijzigingen hebben tot gevolg dat de aanpassingen naar reële waarde gerapporteerd worden volgens volgende hiërarchie:

Niveau 1: Waardering gebaseerd op beurskoersen op actieve markten voor identieke activa of passiva.

Niveau 2: Waardering gebaseerd op waarneembare gegevens andere dan beurskoersen.

Niveau 3: Waardering gebaseerd op niet-waarneembare gegevens.

Binnen de Groep zijn de financiële activa aan reële waarde via niet-gerealiseerd resultaat gewaardeerd volgens niveau 1. Alle afgeleide producten voor metaal, energie en wisselkoersen zijn gewaardeerd volgens niveau 2.

F32.2 Sensitiviteitsanalyse betreffende financiële instrumenten

Umicore is blootgesteld aan fluctuaties van grondstofprijzen, wisselkoersen en rentevoeten.

F32.2.1 Grondstofprijzen

De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (verkoopcontracten) zou 18,2 miljoen lager/hoger zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou 3,0 miljoen hoger/lager zijn als de energieprijzen met 10% zouden stijgen/dalen. De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou 7,9 miljoen hoger/lager zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

De reële marktwaarde van andere financiële verkoopinstrumenten zou 32,3 miljoen lager/hoger zijn en deze van andere financiële aankoopinstrumenten zou 3,6 miljoen hoger/lager zijn indien de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

F32.2.2 Wisselkoersen

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 11,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 16,1 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 0,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de ZAR en zou 1,1 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de ZAR.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 4,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou 4,9 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 3,8 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou 4,2 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 9,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou 10,6 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 5,4 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de BRL en zou 6,9 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de BRL.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 2,0 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de CAD en zou 2,5 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de CAD.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 56,3 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 68,8 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 11,6 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 14,1 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de USD zou 18,9 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 23,2 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 36,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou 44,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de CNY zou 29,8 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou 36,4 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 18,1 miljoen hoger zijn als de CNY 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 22,1 miljoen lager zijn als de CNY 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 12,0 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou 14,6 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de PLN zou 12,3 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou 15,0 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 7,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de HKD en zou 9,4 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de HKD.

De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 9,6 miljoen lager zijn indien de KRW 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 7,9 miljoen hoger zijn als de KRW 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de KRW zou 10,0 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou 12,2 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.

Umicore dekt zijn structureel en transactiegebonden goederen- (metaal en energie), valuta- en rentevoetrisico’s in door gebruik te maken van metaalinstrumenten (voornamelijk deze genoteerd op de London Metal Exchange), valuta-instrumenten en rentevoet-swaps met erkende makelaars en banken.

F33.1 FInanciële instrumenten gerelateerd aan kasstroomindekking

Nominaal of contractueel bedrag

Reële waarde

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

31/12/2019

31/12/2020

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht

186.117

131.855

(41.403)

(49.786)

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht

(76.930)

(86.877)

7.538

22.099

Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht

319.897

641.320

(829)

12.606

Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht

(64.264)

(79.688)

6.250

2.986

Forward rentevoet swapscontracten

40.000

40.000

(687)

(771)

Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen)

(29.130)

(12.866)

Erkend in handels- en overige vorderingen

19.699

45.091

Erkend in handels- en overige schulden

(48.829)

(57.957)

Totaal reële waarde-impact (voor geassocieerde ondernemingen en joint ventures)

72

1.114

Totaal

(29.058)

(11.752)

De principes en de documentatie over de ingedekte risico’s alsook de timing gerelateerd aan de kasstroomindekkingsactiviteiten van de Groep zijn vermeld in toelichting F3, Beheer van financiële risico’s .

De reële waarden van de effectieve indekkingsinstrumenten worden in eerste instantie erkend in de reële waardereserves opgenomen onder het eigen vermogen. Nadat de onderliggende of aangegane transacties zich voordoen, worden ze afgeboekt uit het eigen vermogen (zie toelichting F23).

De termijnovereenkomsten voor verkochte goederen werden opgezet voor de indekking van voornamelijk de volgende goederen: goud, zilver, palladium, platina, nikkel, lood en koper. De termijnovereenkomsten voor aangekochte goederen werden opgezet voor de indekking van prijsrisico’s op elektriciteit, gas en stookolie en voor nikkel.

De termijnovereenkomsten voor verkochte deviezen werden opgezet voor zowel de indekking van de USD ten opzichte van de EUR, KRW, CNY, BRL en CAD als de EUR ten opzichte van de ZAR en CNY.

De condities voor alle termijncontracten zijn gangbare marktcondities.

In die omstandigheden waar documentatie voor indekkingsboekhouding zoals gedefinieerd onder IFRS 9 niet beschikbaar is, worden financiële instrumenten, gebruikt voor het indekken van structurele risico’s van metalen en deviezen, gewaardeerd alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Zulke instrumenten worden echter wel degelijk gebruikt om toekomstige waarschijnlijke kasstromen te dekken en zijn dus niet speculatief van aard.

De kasstroomindekking van Umicore is op geen enkele manier ineffectief geweest in 2019, noch in 2020.

De reële waarde van de indekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de koersen van het contract en de slotkoersen bij jaarafsluiting. De totale reële waarde van financiële instrumenten voor kasstroomindekking had een negatieve impact op de reële waarde reserves in eigen vermogen aan het einde van 2020. Deze negatieve impact is het meest significant voor verkochte goederen, terwijl aangekochte goederen en forward contracten voor wisselskoersen deze negatieve impact deels compenseren. De meerderheid van deze indekkingsinstrumenten heeft een vervaldag binnen de twee jaar.

F33.2 Financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

Nominaal of contractueel bedrag

Reële waarde

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

31/12/2019

31/12/2020

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht

389.955

303.729

28.666

(19.549)

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht

(390.761)

(33.687)

(937)

1.891

Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht

1.346.766

1.532.188

2.818

5.342

Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht

(613.466)

(536.554)

(1.723)

(2.539)

Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen)

28.824

(14.854)

Erkend in handels- en overige vorderingen

47.495

23.442

Erkend in handels- en overige schulden

(18.670)

(38.296)

Totaal

28.824

(14.854)

De principes en de documentatie over de transactiegebonden indekkingen door de Groep zijn beschreven in toelichting F3, Beheer van financiële risico’s. Onder Umicore’s indekkingsbeleid worden financiële instrumenten voor het indekken van wisselkoersen en grondstoffen gebruikt voor het beschermen van de reële waarden van de onderliggende ingedekte zaken (activa, schulden en vaste verplichtingen) en worden aan reële waarde opgenomen op de balansdatum. Umicore mag indekkingsboekhouding volgens de criteria van IFRS 9 (zie toelichting F2.21.1) toepassen voor het indekken van de reële waarde van haar blootstelling aan wisselkoersen. Voor de indekking van de reële waarde van haar blootstelling aan grondstoffen mag Umicore geen indekkingsboekhouding volgens de criteria van IFRS 9 toepassen. Daarom worden financiële instrumenten voor indekking van grondstoffen gewaardeerd aan reële waarde alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Echter, dergelijke instrumenten worden gebruikt om bestaande transacties in te dekken, die worden beschouwd als ingedekte zaken onder Umicore’s beleid voor transactioneel indekkingsrisico (voornamelijk voorraden en vaste verplichtingen) en bijgevolg zijn deze instrumenten voor het indekken van grondstoffen, die bijgehouden worden ter verhandeling, niet speculatief van aard. De boekhoudkundige behandeling van ingedekte zaken zonder IFRS 9 indekkingsboekhouding wordt verder beschreven in toelichting F30 ‘Voorzieningen voor overige risico’s en kosten’.

De reële waarden worden rechtstreeks opgenomen in de resultatenrekening onder ‘Andere bedrijfsopbrengsten’ voor de instrumenten gerelateerd aan grondstoffen en onder ‘Netto financiële kosten’ voor de valuta-gerelateerde instrumenten.

De reële waarde van de indekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de koersen van het contract en de slotkoersen. De erkenning van de bewegingen van de reële waarde van financiële instrumenten in geval van reële waarde indekking heeft een negatieve impact op de bedrijfsinkomsten aan het einde van 2020. Het overgrote deel van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten is niet materieel aangezien de marktprijs niet significant afwijkt van de contractprijzen. Enkel voor verkochte goederen is de reële waarde materieel. Deze hebben betrekking op metaal indekkingsinstrumenten waarvan het merendeel een vervaldag heeft binnen het volgende jaar. Echter, rekening houdend met het voornemen van de Groepsregels voor transactionele indekking, is de netto impact op de bedrijfsopbrengsten van de reële waarde van indekkingsinstrumenten en ingedekte elementen neutraal. De verkoopstermijnovereenkomsten dienen voornamelijk om de volgende metalen in te dekken: goud, zilver, palladium, platina, nikkel, lood en koper. De aankoopstermijncontracten dienen voornamelijk om goud, zilver, nikkel, lood en koper in te dekken. De termijncontracten voor deviezen dekken zowel de USD in tegenover EUR, KRW, CNY, BRL en CAD als de EUR tegenover CNY, ZAR, CAD, CHF, JPY, THB, DKK en PLN.

Contractuele vervaldag - nominaal bedrag

Contractuele vervaldag - reële waarde

(EUR duizend)

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

Totaal

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

Totaal

ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE)

Risico verbonden aan metaalprijzen

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH)

1.099

2.078

9.231

2.286

14.694

119

245

1.002

25

1.391

Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH)

-

-

-

64.264

64.264

-

-

-

9.764

9.764

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking)

49.076

59.043

131.159

-

239.279

8.620

10.327

14.812

-

33.760

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking)

16.865

270.499

-

-

287.364

233

7.370

-

-

7.603

Risico verbonden aan deviezen

Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH)

3.828

7.480

33.933

67.372

112.613

77

153

680

1.383

2.294

Termijncontracten: deviezen aankoop (CFH)

-

-

-

64.264

64.264

-

-

-

6.250

6.250

Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking)

621.600

85.064

170.640

-

877.304

3.608

760

1.053

-

5.421

Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking)

244.968

9.171

593

-

254.732

567

140

4

-

711

PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE)

Renterisico

Rentevoetswaps

-

-

-

40.000

40.000

-

-

-

(687)

(687)

Risico verbonden aan metaalprijzen

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH)

-

26.944

53.907

90.572

171.423

-

(8.634)

(16.467)

(17.694)

(42.795)

Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH)

-

-

10.372

2.295

12.667

-

-

(2.125)

(101)

(2.226)

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking)

20.221

82.057

48.397

-

150.676

(372)

(3.303)

(1.418)

-

(5.094)

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking)

45.294

38.073

20.030

-

103.397

(4.700)

(3.849)

9

-

(8.540)

Risico verbonden aan deviezen

Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH)

15.419

30.481

125.662

35.723

207.284

(399)

(738)

(2.186)

200

(3.123)

Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking)

313.853

145.539

10.071

-

469.462

(1.543)

(949)

(110)

-

(2.603)

Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking)

237.483

22.170

98.779

301

358.733

(1.582)

(151)

(701)

(0)

(2.434)

Contractuele vervaldag - nominaal bedrag

Contractuele vervaldag - reële waarde

(EUR duizend)

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

Totaal

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

Totaal

Activa instrumenten

Risico verbonden aan metaalprijzen

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH)

-

249

661

743

1.653

-

6

7

(4)

9

Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (CFH)

2.719

5.547

35.851

42.760

86.877

1.007

2.081

10.155

8.855

22.099

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking)

15.741

14.752

-

-

30.493

1.151

780

-

-

1.931

Risico verbonden aan deviezen

Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH)

32.269

55.116

260.213

204.150

551.748

1.452

2.436

11.856

4.254

19.997

Termijncontracten: deviezen aankoop (CFH)

3.336

6.807

28.824

33.226

72.194

103

210

1.042

1.632

2.986

Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking)

594.604

522.845

173.820

-

1.291.269

6.530

5.360

5.008

-

16.897

Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking)

98.242

10.145

1.786

630

110.803

4.478

124

4

8

4.614

Passiva instrumenten

Renterisico

Rentevoetswaps

-

-

-

40.000

40.000

-

-

-

(771)

(771)

Risico verbonden aan metaalprijzen

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (CFH)

288

15.247

46.867

67.800

130.202

(13)

(8.268)

(24.383)

(17.131)

(49.795)

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde indekking)

44.004

162.083

97.642

-

303.729

(6.675)

(11.827)

(1.047)

-

(19.549)

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde indekking)

3.195

-

-

-

3.195

(40)

-

-

-

(40)

Risico verbonden aan deviezen

Termijncontracten: deviezen verkocht (CFH)

3.148

8.156

34.112

39.750

85.167

(458)

(927)

(4.381)

(1.626)

(7.391)

Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde indekking)

92.962

56.711

91.247

-

240.920

(7.111)

(3.228)

(1.216)

-

(11.555)

Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde indekking)

211.408

144.148

51.452

18.743

425.751

(2.293)

(2.847)

(1.628)

(385)

(7.153)

F34.1 Definities

De kasstromentabel bestaat uit de kasstromen afkomstig van respectievelijk de bedrijfs-, de investerings- en de financieringsactiviteiten van de betreffende periode. Voor de opmaak van de bedrijfskasstromen werd de indirecte methode toegepast.
Het nettoresultaat werd aangepast voor:
• de impact van operaties die geen kasuitgaven inhouden zoals voorzieningen, bijzondere waardeverminderingen, waardering aan marktwaarde, enz., evenals de wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal;
• elementen van de opbrengsten en kosten verbonden aan de investerings- en de financieringskasstromen.

(EUR duizend)

2019

2020

Aanpassing voor niet-kastransacties

Afschrijvingen

244.038

267.941

(Terugneming van) Bijzondere waardeverminderingen

23.602

87.543

Waardering aan marktwaarde van de voorraden en engagementen

(38.277)

464

Koersverschillen op leningen langetermijnleningen

(1.946)

(4.169)

Voorraden en voorzieningen voor dubieuze debiteuren

39.926

7.012

Afschrijving van kapitaalsubsidies

(904)

(199)

Op aandelen gebaseerde vergoedingen

8.211

10.108

Wijziging in voorzieningen

(67.349)

80.323

Totaal

207.302

449.023

Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of financieringskasstromen

Belastingen van de periode

96.691

59.131

Interestkosten (-opbrengsten)

41.042

57.910

(Meerwaarde) Minwaarde op overdracht van vaste activa

(8.033)

(760)

Opbrengsten uit dividenden

(133)

(230)

Totaal

129.568

116.051

Wijzigingen in de behoefte aan bedrijfskapitaal

Voorraden

(154.236)

(255.762)

Handels- en overige vorderingen

(271.357)

(237.694)

Handels- en overige schulden

383.700

531.216

Zoals in de geconsolideerde balans

(41.893)

37.760

Transacties zonder impact op kasstromen (*)

(10.329)

17.742

Elders gepubliceerde transacties (**)

(79.639)

(37.822)

Impact van bedrijsfacquisities

56.050

(3.136)

Omrekeningsverschillen

(2.630)

(118.300)

Zoals in de geconsolideerde kasstromentabel

(78.441)

(103.756)

(*) De transacties zonder impact op kasstromen komen in de meeste gevallen van de waardering aan marktwaarde van voorraden en engagementen, van strategische en transactionele hedging resultaten en bijzondere waardeverminderingen van voorraden en dubieuze debiteuren.
(**) De transacties die elders gepubliceerd worden zijn het gevolg van gewijzigde te ontvangen en nog te betalen interesten, dividenden en belastingen.

(EUR duizend)

Netto kas en -kasequivalenten

Leningen (zonder krediet op bankrekeningen)

Netto financiële schulden

Per einde van het vorige boekjaar

239.231

1.682.653

1.443.422

Kassstromen van de periode

762.398

733.001

(29.397)

Per einde van het boekjaar

1.001.629

2.415.654

1.414.025

F34.2 Toename van de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten

De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten na belastingen bedroegen 528,3 miljoen. De netto werkkapitaalbehoeften voor voortgezette activiteiten stegen met 103,8 miljoen in 2020 ten opzichte van 2019. Deze stijging weerspiegelt een uitgesproken stijging bij Catalysis en in mindere mate bij Recycling door op jaarbasis sterke prijsstijgingen van edelmetalen, in het bijzonder PGM prijzen. Energy & Surface Technologies rapporteerde op jaarbasis een daling van de werkkapitaalbehoeften ten gevolge van gematigde verkoopvolumes en metaalprijzen.

F34.3 Toename van de kasstromen uit investeringsactiviteiten

De netto-kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten voor voorgezette activiteiten daalden met 320,6 miljoen in 2020. De investeringen voor de voortgezette activiteiten bedroegen 403,2 miljoen als de geactiveerde O&O-kosten uitgesloten zijn, zoals in de Umicore-definitie over investeringen (zie Glossarium). Deze afname in investeringsuitgaven reflecteert de beslissing die kort na de start van de COVID-19 uitbraak werd genomen om enkele investeringsprojecten uit te stellen met uitzondering van investeringen voor veiligheid en exploitatievergunningen, in afwachting van duidelijkere vooruitzichten van de markt. Rekening houdend met de voortgezette investeringen in de greenfield site van Rechargeable Battery Materials in Polen was het segment Energy & Surface Technologies goed voor bijna twee derde van investeringsuitgaven van de Groep. Uitgaven voor dit strategische project zullen doorlopen in 2021. Geactiveerde ontwikkelingskosten bedroegen 32 miljoen vergeleken met €35 miljoen in 2019.

F34.4 Afname van de kasstromen uit financieringsactiviteiten

De kasstroom gegenereerd in financieringsactiviteiten is vooral te wijten aan de netto stijging van de schuldgraad (806,0 miljoen). De kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten is vooral gelinkt aan de aankoop en het gebruik van eigen aandelen om opties uit te oefenen (26,9 miljoen), de betaling van dividenden (65,0 miljoen) en de betaling van interesten (56,3 miljoen) en de terugbetaling van de lease schuld (19,8 miljoen).

(EUR duizend)

2019

2020

Verwerving van materiële vaste activa

529.487

391.475

Verwerving van immateriële vaste activa

58.362

44.060

Verwerving van vaste activa

587.849

435.535

O&O-investeringen

34.660

32.368

Investering uit voortgezette activiteiten

553.189

403.168

(EUR duizend)

2019

2020

Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de Groep

24.802

30.999

Door de Groep gestelde zekerheden voor rekening van derden

10.903

6.940

Ontvangen zekerheden

130.005

68.596

Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de Groep

515.254

1.513.704

Verplichtingen tot aankoop en verkoop van vaste activa

567

288

Commerciële engagementen voor aangekochte te ontvangen basismaterialen

679.569

701.475

Commerciële engagementen voor verkochte te leveren basismaterialen

1.213.465

1.667.126

Goederen en waarden van derden gehouden door de Groep

3.635.638

4.930.583

Diverse rechten en verbintenissen

567

288

Totaal

6.210.203

8.919.711

F35.1 Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de groep

Deze zijn gewaarborgde en niet-gewaarborgde zekerheden gegeven door derden aan de schuldeisers van de Groep ter garantie van de aflossing van de actuele en toekomstige schulden en verplichtingen van de Groep.

F35.2 Door de groep gestelde zekerheden voor rekening van derden

Deze zijn zekerheden of onomkeerbare verbintenissen gegeven door de Groep ten voordele van derden ter garantie van de voldoende aflossing van schulden en bestaande of toekomstige verplichtingen door derden jegens hun schuldeisers.

Er zijn geen engagementen tot leningen aan derde partijen.

F35.3 Ontvangen zekerheden

Dit zijn ontvangen panden en zekerheden die het toereikend voldoen van schulden en bestaande of potentiële engagementen van derden tegenover de onderneming en haar dochterondernemingen garanderen, met uitzondering van kasgaranties en obligaties.

De ontvangen zekerheden hebben betrekking tot crediteurenzekerheden gedekt door financiële instellingen. Deze zekerheden zijn opgemaakt voor het indekken van de goede uitwerking van werken door de crediteuren. Sommige delen van de ontvangen zekerheden hebben ook betrekking tot klantenzekerheden voornamelijk ontvangen van de moedermaatschappij in naam van één van de filialen. Een klein deel van de ontvangen zekerheden heeft betrekking op huurgaranties.

Deze garanties zijn opgenomen aan normale marktvoorwaarden en hun reële waarde is gelijkwaardig aan de netto boekwaarde. Geen enkele van deze zekerheden zijn in onderpand gegeven.

F35.4 Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de groep

Deze vertegenwoordigen goederen en waarden opgenomen in de balans van de Groep voor dewelke de onderneming en haar dochterondernemingen de risico’s dragen en de opbrengst behouden, maar deze goederen en waarden bevinden zich niet in de panden van de onderneming en haar dochterondernemingen. Het betreft vooral geleasede voorraden aan derden, consignatievoorraden of over voorraden onder maakloonovereenkomsten bij derden.

F35.5 Commerciële engagementen

Dit zijn engagementen gemaakt om metalen te leveren aan klanten of aangeleverd te krijgen van leveranciers tegen vastgestelde prijzen.

F35.6 Goederen en waarden van derden gehouden door de groep

Dit zijn goederen en waarden die tijdelijk door de onderneming en haar dochterondernemingen bijgehouden worden, maar die de onderneming niet bezit. Het betreft voornamelijk geleasede voorraden, consignatievoorraden of voorraden onder maakloonovereenkomsten met derden. Het houdt ook in mindere mate enkele niet-metaal operationele leases in, die niet onderhevig zijn aan de regels van IFRS 16 omwille van hun lagere waarde of kortere termijn.

De Groep leaset metaal (goud, zilver, platina en palladium) van en aan banken of andere derde partijen voor specifieke, meestal korte periodes. De Groep betaalt of ontvangt hiervoor leasevergoedingen. Op 31 december 2020 was het netto saldo van deze leaseschuld 846 miljoen tegenover 1.088 miljoen op het einde van 2019. Deze daling is vooral te wijten aan de lagere volumes die de hogere metaalprijzen compenseren. Zoals uitgelegd in toelichting F2.7, zijn deze metaal leases niet onderhevig aan de

Zoals eerder aangegeven, heeft de Groep een lopende zaak die kan beschouwd worden als een voorwaardelijke verplichting volgens de definitie van IFRS. Een dochteronderneming van Element Six Abrasives heeft kennis genomen van een lokaal belastingonderzoek ten belope van 25 miljoen, een bedrag dat nog verhoogd moet worden met statutaire interesten die op 31 december 2020 werden ingeschat op 12,5 miljoen. Hierop volgend, heeft Element Six Abrasives beroep gedaan op externe raadgeving en een beroep ingediend waarmee ze formeel het resultaat van dit onderzoek betwist. Bijgevolg werd dit bij Element Six Abrasives erkend als een voorwaardelijke verplichting. Umicore behoudt haar 40,22% aandeel in Element Six Abrasives en neemt de onderneming op volgens de vermogensmutatiemethode.

De Groep is onderhevig aan een aantal claims en wettelijke verplichtingen die samenhangen met de normale gang van zakendoen. Het management gelooft niet dat zulke claims een materiële negatieve impact zullen hebben op de financiële toestand van Umicore.

(EUR duizend)

2019

2020

Transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen

Bedrijfsopbrengsten

109.636

100.444

Bedrijfskosten

(208.746)

(148.888)

Ontvangen dividenden

(11.321)

(1.796)

(EUR duizend)

2019

2020

Openstaande posten met joint ventures en geassocieerde ondernemingen

Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar

24.457

32.685

Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar

34.855

38.779

De transacties met de minderheidsbelangen en joint ventures van de Groep zijn hoofdzakelijk commerciële transacties, verkopen en aankopen van goederen en diensten.

Er zijn geen transacties met entiteiten die eigendom zijn van de kerndirectie.

(EUR duizend)

2019

2020

Raad van toezicht

Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen

897

1.022

Vast gedeelte

296

296

Variabel gedeelte (op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen)

334

373

Waarden van de toegekende aandelen

264

350

Voordeel in natura bedrijfswagen voorzitter

2

3

Geen enkel variabel vergoedingselement (uitgezonderd de aanwezigheidsvergoeding) is voorzien in het bestuurdersstatuut. Geen enkele lening of waarborg werd door de onderneming aan de leden van de raad van toezicht toegekend.

(EUR duizend)

2019

2020

Directieraad

Vergoedingen en andere voordelen

11.565

7.522

Kortetermijnpersoneelsvoordelen

5.072

1.496

Personeelsvoordelen na uitdiensttreding

1.002

1.052

Andere langetermijnvoordelen

1.773

492

Aandelengebaseerde betalingen

3.718

4.483

De gegevens hierboven bieden een boekhoudkundig zicht op de vergoeding van de raad van toezicht en het directieraad en verschillen van de informatie vervat in het remuneratieverslag onder het Corporate Governance hoofdstuk.

In de hierboven weergegeven tabellen worden de werkgeversbijdragen op het vlak van de sociale zekerheid, indien toepasselijk, weergegeven en opgenomen onder de kortetermijnpersoneelsvoordelen. Deze zijn niet vermeld in het remuneratieverslag.

In verband met de op aandelen gebaseerde incentives vertegenwoordigen de cijfers met betrekking tot de toekenning van aandelen, zoals opgenomen in de op aandelen gebaseerde betalingen, de waarde van de aandelen toegekend in 2020 voor diensten gepresteerd in 2019. Het remuneratieverslag vermeldt de waarde van de aandelen toegekend in 2021 voor diensten gepresteerd in het besproken jaar 2020.

De cijfers met betrekking tot het niet-uitgestelde deel van de variabele vergoedingen gerelateerd aan de individuele prestaties van 2020, die zijn opgenomen in de kortetermijnpersoneelsvoordelen, vertegenwoordigen het niveau van de voorzieningen op balansdatum. Het remuneratieverslag vermeldt de werkelijk betaalde bedragen met betrekking tot het referentiejaar 2020.

De voorzieningen geboekt voor het uitgestelde deel van de variabele cash-vergoeding met als referentiejaar 2020, zijn opgenomen in de andere langetermijnvoordelen. De in 2023 te betalen bedragen zullen afhankelijk zijn van prestaties gemeten over een langere termijn en de juiste bedragen zullen opgenomen worden in het remuneratieverslag van 2022.

De raad van toezicht zal op de algemene aandeelhoudersvergadering van 29 april 2021 een bruto jaarlijks dividend voor het boekjaar 2020 voorstellen van 0,75 per aandeel. Ter vergelijking werd voor het boekjaar 2019 een bruto jaarlijks dividend uitgekeerd van 0,375 per aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van 0,25 per aandeel dat op 25 augustus 2020 werd uitbetaald en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 5 mei 2021 een brutobedrag van 0,50 per aandeel worden uitbetaald.

Op 11 februari 2021 heeft de raad van toezicht aangekondigd dat het proces zal starten om een opvolger te vinden voor Marc Grynberg, Gedelegeerd Bestuurder.

WINST PER AANDEEL

(EUR)

2019

2020

Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening

1,2

0,54

Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect

1,19

0,54

Aangepaste winst per aandeel - basisrekening

1,3

1,34

De hiernavolgende resultaten worden als teller gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:

Cijfers in de teller

(EUR duizend)

Toelichting

2019

2020

Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep

F9

Uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

287.791

130.530

aangepaste geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep

F9

311.714

322.407

De hiernavolgende aandelenaantallen worden gebruikt als noemer voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:

Cijfers in de noemer

2019

2020

Aantal uitgegeven aandelen per 31 december

246.400.000

246.400.000

waarvan aandelen in eigen bezit

5.624.550

5.733.685

waarvan uitstaande aandelen

240.775.450

240.666.315

Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen

240.558.659

240.589.550

Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen

1.354.110

1.183.525

Aangepast gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen

241.912.769

241.773.075

Het totaal aantal uitstaande aandelen is exclusief de eigen aandelen, die aangehouden worden voor bestaande aandelenoptieplannen of beschikbaar zijn voor verkoop. De noemer voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel houdt rekening met een wijziging in de aandelenopties.

In 2020 zijn geen nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de uitoefening van aandelenoptieplannen met daaraan verbonden inschrijvingsrechten. Tijdens het jaar heeft Umicore 1.024.435 eigen aandelen gebruikt voor de uitoefening van aandelenopties en 66.430 voor de toegekende aandelen. Gedurende 2020 heeft Umicore 1.200.000 eigen aandelen ingekocht. Per 31 december 2020 bezat Umicore 5.733.685 eigen aandelen, wat overeenstemt met 2,33% van de totale uitgegeven aandelen op dat moment.

Er werden geen nieuwe standaarden, amendementen en interpretaties van standaarden gepubliceerd, die voor het eerst verplicht van toepassing waren voor het boekjaar startend op 1 januari 2020 met een substantiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.

In geval er substantiële ontwikkelingen waren, zouden deze vastgelegd worden in de sectie met boekhoudprincipes.

Voor alle andere nieuwe interpretaties en standaarden die nog niet verplicht zijn vanaf 1 januari 2020, heeft het management geen indicaties dat dit een materiële impact zal hebben op de financiële rapportering van de Groep.

De globale audit vergoeding voor de statutaire auditor en zijn filialen bedroeg 2,9 miljoen, inclusief een bedrag van 1,8 miljoen voor de statutaire auditmissies (0,5 miljoen voor de audit van de moedermaatschappij) en 1,2 miljoen voor de niet-statutaire auditdiensten. Deze omvatten auditgerelateerde en andere certifiëringsdiensten (0,2 miljoen) en andere niet-auditgerelateerde diensten (1,0 miljoen).

De jaarrekening van Umicore wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld.

Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van Umicore evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris bij de Nationale Bank van België neergelegd worden.

Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:

UMICORE
Broekstraat 31
B-1000 Brussel (België)

In zijn verslag heeft de commissaris geen voorbehoud gemaakt betreffende de jaarrekening van Umicore.

De wettelijke reserve van 55,0 miljoen die inbegrepen is in de overgedragen winst is niet beschikbaar voor uitkering.

(EUR duizend)

31/12/2018

31/12/2019

31/12/2020

Beknopte balans per 31 december

1. Activa

Vaste activa

2.121.852

2.885.295

3.172.625

I.

Oprichtingskosten

8.256

6.066

14.685

II.

Immateriële vaste activa

114.447

114.726

99.032

III.

Materiële vaste activa

425.814

467.458

452.430

IV.

Financiële vaste activa

1.573.335

2.297.045

2.606.478

Vlottende activa

1.696.083

1.748.153

2.060.640

V.

Vorderingen op meer dan één jaar

362.679

449.366

476.214

VI.

Voorraden en bestellingen in uitvoering

641.452

534.771

617.346

VII.

Vorderingen op ten hoogste een jaar

502.354

519.135

620.119

VIII.

Geldbeleggingen

158.103

184.701

290.395

IX.

Liquide middelen

3.937

2.190

4.565

X.

Overlopende rekeningen

27.558

57.990

52.001

Totaal activa

3.817.935

4.633.448

5.233.265

2. Passiva

Eigen vermogen

2.148.879

2.268.310

2.177.834

I.

Kapitaal

550.000

550.000

550.000

II.

Uitgiftepremies

848.130

848.130

848.130

III.

Herwaarderingsmeerwaarden

91

91

91

IV.

Reserves

363.257

389.855

414.075

V.

Overgedragen resultaat

152.409

262.604

267.163

Vbis.

Resultaat van de periode

227.001

209.258

86.475

VI.

Kapitaalsubsidies

7.991

8.372

11.900

Voorzieningen en uitgestelde belastingen

VII.A.

Voorzieningen voor risico's en kosten

125.326

123.600

206.053

Schulden

1.543.730

2.241.539

2.849.378

VIII.

Schulden op meer dan één jaar

692.996

1.082.864

1.707.729

IX.

Schulden op ten hoogste één jaar

758.721

1.076.244

1.063.641

X.

Overlopende rekeningen

92.013

82.431

78.008

Totaal passiva

3.817.935

4.633.449

5.233.265

(EUR duizend)

31/12/2018

31/12/2019

31/12/2020

Resultatenrekening

I.

Bedrijfsopbrengsten

3.628.486

3.489.297

4.459.290

II.

Bedrijfskosten

(3.532.944)

(3.494.693)

(4.481.338)

III.

Bedrijfsresultaat

95.542

(5.396)

(22.048)

IV.

Financiële opbrengsten

193.305

259.275

201.457

V.

Financiële kosten

(59.393)

(41.210)

(85.500)

VI.

Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening

229.454

212.669

93.908

X.

Belastingen op het resultaat

(2.453)

(3.411)

(7.433)

XI.

Resultaat van het boekjaar

227.001

209.258

86.475

XIII.

Te bestemmen resultaat v/h Boekjaar

227.001

209.258

86.475

(EUR duizend)

2018

2019

2020

Resultaatverwerking

A.

Resultaatverwerking

641.302

588.668

558.337

1.

Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar

227.001

209.258

86.475

2.

Overgedragen winst/verlies (-)

414.301

379.410

471.862

C.

Toevoeging aan het eigen vermogen

(81.349)

(26.598)

(24.220)

2.

Aan de wettelijke reserve

(5.000)

-

-

3.

Aan de reserve voor eigen aandelen

(76.349)

(26.598)

(24.220)

D.

Over te dragen resultaat (1)

379.410

471.862

353.638

2.

Over te dragen winst/verlies (-)

379.410

471.862

353.638

F.

Uit te keren winst (1)

(180.543)

(90.208)

(180.479)

1.

Vergoeding van het kapitaal

gewone aandelen

(180.543)

(90.208)

(180.479)

(1) Het totaal bedrag van deze twee rubrieken zal worden aangepast om rekening te houden met het aantal eigen aandelen aangehouden door Umicore op de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders van 29 april 2021. Het brutodividend van EUR 0,75 per aandeel blijft ongewijzigd.

(EUR duizend)

Aantal aandelen

Staat van het kapitaal

A.

Maatschappelijk kapitaal

1.

Geplaatst kapitaal

Per einde van het vorig boekjaar

550.000

246.400.000

Per einde van het boekjaar

550.000

246.400.000

2.

Samenstelling van het kapitaal

2.1.

Soorten aandelen

Gewone aandelen

550.000

246.400.000

2.2.

Aandelen op naam of aan toonder

Op naam

48.472.816

Aan toonder

197.927.184

E.

Toegelaten maar niet geplaatst kapitaal

55.000

% kapitaal

Aantal aandelen

Bekendmaking

G.

Aandeelhouderstructuur (1)

Family Trust Desmarais, Albert Frère and Groupe Bruxelles Lambert S.A.

18,62

45.871.052

07/12/2018

BlackRock Investment Management

4,95

12.193.030

08/05/2020

Baillie Gifford & Co and Baillie Gifford Overseas Ltd.

6,46

15.918.969

07/10/2019

Overige aandeelhouders

67,65

166.683.264

31/12/2019

Eigen aandelen in het bezit van Umicore

2,33

5.733.685

31/12/2020

100,00

246.400.000

waarvan free float

100,00

246.400.000

(1) Op 31 december 2020, 5.785.190 opties op aandelen uitstaande. In deze opties zijn er 5.785.190 met recht tot aankoop op bestaande aandelen weerhouden door Umicore.

Hierbij verklaren wij – voor zover ons bekend – dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2020 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

15 maart 2021,

MARC GRYNBERG
CHIEF EXECUTIVE OFFICER