Financiële toelichtingen

(EUR duizend)

Toelichting

2020

2021

Omzet

F9

20.710.116

24.054.439

Andere bedrijfsopbrengsten

F9

80.602

176.919

Bedrijfsopbrengsten

20.790.718

24.231.358

Verbruikte handelsgoederen, grond- en hulpstoffen

F9

(18.819.323)

(21.644.346)

Bezoldigingen en personeelsvoordelen

F10

(798.481)

(853.140)

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

F9

(362.496)

(338.777)

Andere bedrijfskosten

F9

(506.587)

(517.313)

Bedrijfskosten

(20.486.887)

(23.353.576)

Opbrengsten / verliezen van andere financiële activa

F12

761

1.156

Bedrijfsresultaat

304.592

878.938

Financiële baten

F11

4.044

13.904

Andere financiële lasten

F11

(77.802)

(80.716)

Wisselkoersverliezen en -winsten

F11

(30.445)

(23.480)

Aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F17

(5.332)

17.347

Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting

195.057

805.993

Belastingen op het resultaat

F13

(59.130)

(179.044)

Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

135.927

626.949

Resultaat van de periode

135.927

626.949

waarvan minderheidsbelangen

5.397

7.990

waarvan aandeel van de Groep

130.530

618.959

(EUR)

Winst per aandeel uit bedrijfsactiviteiten, basisberekening

F39

0,54

2,57

Winst per aandeel na verwatering uit bedrijfsactiviteiten

F39

0,54

2,56

Betaald dividend per aandeel

0,25

0,75

Op de aandeelhoudersvergadering van 30 april 2020 werd het voorstel om het dividend van 2019 te verlagen tot 0,375 per aandeel goedgekeurd. Dit bedrag is gelijk aan het interimdividend van 2019, reeds uitbetaald in de tweede helft van 2019. Hierdoor was er geen dividend uitbetaling in de eerste helft van 2020. De raad van toezicht heeft een bruto jaarlijks dividend van 0,75 per aandeel voor het boekjaar 2020 voorgesteld op de algemene aandeelhoudersvergadering van 29 april 2021. Rekening houdend met het interimdividend van 0,25 per aandeel dat werd uitbetaald op 25 augustus 2020, werd op 5 mei 2021 een brutobedrag van 0,50 per aandeel uitbetaald na goedkeuring door de aandeelhouders. Rekening houdend met het interimdividend van 0,25 per aandeel dat werd uitbetaald op 24 augustus 2021 en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders, zal een brutobedrag van 0,55 per aandeel worden uitbetaald op 4 mei 2022.

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s F1 tot Parent company separate summarized financial statements maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

(EUR duizend)

Toelichting

2020

2021

Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

135.927

626.949

Elementen die niet naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden

Bewegingen in personeelsvoordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters

(25.198)

46.007

Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten

7.258

(11.838)

Elementen die naderhand naar de resultatenrekening geherclassificeerd kunnen worden

Bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

(4.193)

43

Bewegingen in kasstroomafdekkingsreserves

17.321

65.732

Bewegingen in latente belastingen rechtstreeks opgenomen in componenten van niet-gerealiseerde resultaten

(3.456)

(19.811)

Bewegingen in herwerkingen van omrekeningsverschillen

(122.257)

86.663

Niet-gerealiseerde resultaten uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

F23

(130.525)

166.796

Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten voor de periode

5.402

793.745

waarvan aandeel van de Groep

2.952

784.177

waarvan minderheidsbelangen

2.450

9.568

De impact van de latente belastingen op het geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten heeft te maken met veranderingen in de indekkings-reserves met betrekking tot de kasstromen voor een bedrag van 19,8 miljoen en in de personeelsvoordelenreserves ten bedrage van 11,8 miljoen.

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s F1 tot Parent company separate summarized financial statements maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

(EUR duizend)

Toelichting

31/12/2020

31/12/2021

Vaste activa

2.895.694

3.102.769

Immateriële vaste activa

F14, F15

346.888

339.848

Materiële vaste activa

F16

2.163.660

2.351.133

Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F17

139.839

155.140

Bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

F18

8.352

14.120

Leningen

F18

3.252

2.608

Handels- en overige vorderingen

F20

11.765

20.672

Uitgestelde belastingactiva

F21

221.938

219.248

Vlottende activa

5.445.199

5.942.472

Leningen

F18

80

169

Voorraden

F19

2.718.092

2.869.071

Handels- en overige vorderingen

F20

1.677.167

1.832.033

Terug te vorderen belastingen

F21

39.553

46.762

Kas en kasequivalenten

F22

1.010.307

1.194.437

Totaal der activa

8.340.893

9.045.241

Eigen vermogen

2.621.856

3.167.274

Eigen vermogen van de groep

2.557.182

3.112.882

Kapitaal en uitgifttepremies

1.384.273

1.384.273

Overgedragen resultaten en reserves

1.749.655

2.151.292

Omrekeningsverschillen en overige reserves

F23

(367.825)

(196.370)

Eigen aandelen

(208.921)

(226.313)

Minderheidsbelangen

64.674

54.392

Schulden op meer dan één jaar

2.359.901

2.398.400

Voorzieningen voor personeelsvoordelen

F27

426.356

387.206

Financiële schulden

F24

1.705.154

1.724.037

Handels- en overige schulden

F25

23.505

47.361

Latente belastingpassiva

F21

22.846

24.294

Voorzieningen

F29, F30

182.040

215.502

Schulden op ten hoogste één jaar

3.359.136

3.479.567

Financiële schulden

F24

719.177

430.847

Handels- en overige schulden

F25

2.418.929

2.807.966

Te betalen belastingen

F21

160.734

197.488

Voorzieningen

F29, F30

60.296

43.266

Totaal der passiva

8.340.893

9.045.241

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s F1 tot Parent company separate summarized financial statements maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

(EUR duizend)

Kapitaal & uitgifte-premies

Reserves

Omrekeningsverschillen & overige reserves

Eigen aandelen

Minderheidsbelangen

Totaal voortgezette bedrijfs-activiteiten

Balans bij het begin van 2020

1.384.273

1.678.348

(284.453)

(184.701)

66.997

2.660.464

Resultaat van de periode

-

130.530

-

-

5.397

135.927

Componenten van niet-gerealiseerde resultaten

-

-

(127.578)

-

(2.947)

(130.525)

Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode

-

130.530

(127.578)

-

2.450

5.402

Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen

-

-

10.108

-

-

10.108

Converteerbare obligatie - conversierechten*

-

-

37.743

-

-

37.743

Kapitaalverhoging

-

-

-

-

27

27

Dividenden

-

(60.141)

-

-

(4.800)

(64.942)

Overboekingen

-

917

(3.645)

2.727

-

-

Wijzigingen eigen aandelen

-

-

-

(26.947)

-

(26.947)

Wijzigingen in consolidatiekring

-

-

-

-

-

-

Balans op het einde van 2020

1.384.273

1.749.655

(367.825)

(208.921)

64.674

2.621.856

Resultaat van de periode

-

618.959

-

-

7.990

626.949

Componenten van niet-gerealiseerde resultaten

-

-

165.218

-

1.578

166.796

Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de periode

-

618.959

165.218

-

9.568

793.745

Bewegingen in reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen

-

-

14.255

-

-

14.255

Converteerbare obligatie - conversierechten*

-

-

-

-

-

-

Kapitaalverhoging

-

-

-

-

-

-

Dividenden

-

(180.530)

-

-

(6.008)

(186.538)

Overboekingen

-

1.137

(5.904)

4.767

-

-

Wijzigingen eigen aandelen

-

-

-

(22.159)

-

(22.159)

Wijzigingen in consolidatiekring

-

(37.930)

(2.115)

-

(13.841)

(53.885)

Balans op het einde van 2021

1.384.273

2.151.292

(196.370)

(226.313)

54.392

3.167.274

De wettelijke reserve van 55,0 miljoen, die inbegrepen is in de overgedragen winst, is niet beschikbaar voor uitkering. Het aandelenkapitaal van de Groep bestond op 31 december 2021 uit 246.400.000 aandelen zonder nominale waarde.

* De conversierechten, verbonden aan de op 23 juni 2020 uitgegeven obligatie van EUR 500 miljoen, werden gewaardeerd aan EUR 37,7 miljoen rekening houdend met transactiekosten en uitgestelde belastingen. Deze waarde zal, conform IFRS regelgeving, niet worden geherwaardeerd doorheen de looptijd, noch bij de uitoefening ervan noch op vervaldag.

De wijzigingen in consolidatiekring doorheen het jaar zijn voornamelijk gerelateerd aan het fusie-uitkoopbod voor het verwerven van de resterende 8,8% van de aandelen van Agosi (Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG, Duitsland), voor 53,9 miljoen.

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s F1 tot Parent company separate summarized financial statements maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

(EUR duizend)

Toelichting

2020

2021

Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

135.927

626.949

Aanpassing voor resultaat van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

5.332

(17.347)

Aanpassing voor niet-kastransacties

F34

449.022

399.936

Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of financieringskasstromen

F34

116.051

228.573

Wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal

F34

(103.756)

167.154

Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten

602.576

1.405.265

Ontvangen dividenden

2.026

5.018

Belastingen betaald in de loop van het boekjaar

(78.955)

(174.990)

Ontvangen subsidies

2.673

23.287

Netto operationele kasstromen

F34

528.320

1.258.580

Verwerving van materiële vaste activa

F16

(391.475)

(379.572)

Verwerving van immateriële vaste activa

F14

(44.060)

(36.854)

Verwerving van nieuwe dochterondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen

F8

(156)

-

Verwerving van bijkomende deelnemingen in ondernemingen van de Groep

-

(53.870)

Verwerving van financiële vaste activa

F18

(1.633)

(5.014)

Nieuwe toegekende leningen

F18

(752)

(170)

Subtotaal van de verwervingen

(438.076)

(475.480)

Afstand van materiële vaste activa

1.475

1.994

Afstand van immateriële vaste activa

6.620

623

Afstand van dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen, na aftrek van hun liquide middelen

518

1.417

Subtotaal van de overdrachten

8.613

4.034

Toename / Afname van de investeringsthesaurie

F34

(429.463)

(471.446)

Kapitaalwijziging minderheden

27

-

Verkoop (aankoop) van eigen aandelen

(26.947)

(22.159)

Betaling van leaseverplichting

F24

(19.801)

(19.534)

Ontvangen interesten

3.392

12.098

Betaalde interesten

(59.689)

(54.510)

Nieuwe leningen en aflossingen

F24

806.035

(331.718)

Dividenden uitgekeerd aan Umicore-aandeelhouders

(60.141)

(180.537)

Dividenden uitgekeerd aan de minderheidsaandeelhouders

(4.800)

(6.007)

Toename / Afname van de financieringsthesaurie

F34

638.076

(602.367)

Invloed van de wisselkoers

25.466

(20.081)

Toename / Afname van de kas- en kasequivalenten

762.399

164.686

Nettokas en kas equivalenten bij het begin van het boekjaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

F22

239.230

1.001.630

Netto kas en kasequivalenten op het einde van het boekjaar uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

F22

1.001.630

1.166.316

waarvan kas en kasequivalenten

1.010.307

1.194.437

waarvan krediet op bankrekeningen

(8.678)

(28.122)

De begeleidende toelichtingen op de pagina’s F1 tot Parent company separate summarized financial statements maken integraal deel uit van deze geconsolideerde financiële rekeningen.

De geconsolideerde jaarrekening voor de periode eindigend op 31 december 2021 en het jaarverslag, opgesteld in overeenstemming met artikel 3:33 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen en opgenomenop de pagina’s Over ons toVerklaring over verantwoordelijkheid van het management , werd voor publicatie goedgekeurd door de raad van toezicht van 11 maart 2022. De jaarrekening werd voorbereid overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen voor het opmaken van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat de rekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belangen in ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.

De Groep presenteert de geconsolideerde jaarrekening volgens alle Internationale Financiële Rapporteringstandaarden (IFRS) zoals voorgeschreven door de Europese Unie (EU).

De geconsolideerde jaarrekening wordt uitgedrukt in duizenden €, afgerond op het dichtste duizendtal, en werd opgemaakt op basis van het principe van de historische kost, met uitzondering van de onderdelen gewaardeerd aan reële waarde.

Umicore is eenNaamloze vennootschap met zijn geregistreerd kantoor in Brussel, België te Rue du Marais 31 (Broekstraat 31) B - 1000 Brussel (België)en heeft de volgende LEI code: 529900F3AIQECS8ZSV61 .

Umicore doet haar bedrijfsvoering vanuitBelgië. Umicore NV-SA is de uiteindelijke moedermaatschappij van de Umicore Groep. De Umicore Groep is niet van naam veranderd in vergelijking met vorig jaar.

Umicore is een wereldwijde materiaaltechnologie- en recyclagegroep. Umicore legt zich toe op toepassingsgebieden waar haar expertise inzake materiaalkunde, scheikunde en metallurgie een verschil maakt. Haar activiteiten zijn georganiseerd in 3 business groups: Catalysis, Energy & Surface Technologies en Recycling. Elke business group is opgedeeld in verschillende marktgerichte business units, met materialen en oplossingen die aan de top staan van nieuwe technologische ontwikkelingen en noodzakelijk zijn in het dagelijkse leven. Het merendeel van Umicore’s inkomsten is afkomstig uit, en het grootste deel van haar O&O inspanningen is gericht op materialen voor schone mobiliteit en recyclage. De allesoverheersende doelstelling van Umicore – duurzame waarde creëren – is gebaseerd op de ambitie om materialen te ontwikkelen, te maken en te recycleren op een wijze die in overeenstemming is met haar beleidsverklaring: ‘materials for a better life’. Umicore’s industriële en commerciële activiteiten evenals haar activiteiten met betrekking tot O&O zijn verspreid over de hele wereld om zo goed mogelijk op de behoeften van haar internationale klanten te kunnen inspelen.

F2.1 Consolidatie en segmenteringprincipes
F2.1.1 Dochtermaatschappijen

Dochtermaatschappijen zijn alle entiteiten (inclusief gestructureerde entiteiten) waarover de Groep controle heeft. De Groep controleert een entiteit wanneer deze blootgesteld is aan, of de rechten heeft op, het variabel rendement ten gevolge van zijn betrokkenheid in de entiteit, alsook de mogelijkheid heeft om dit rendement te beïnvloeden met zijn macht over de entiteit. Dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle overgedragen wordt aan de Groep en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop deze controle ophoudt te bestaan.

Toelichting F5 geeft een overzicht van de betekenisvolle dochterondernemingen van de Groep op balansdatum.

De Groep past de overnamemethode toe voor het boeken van bedrijfsacquisities. De overgedragen vergoeding voor de overname van een dochteronderneming is de reële waarde van de overgedragen activa, de verplichtingen opgelopen door de vroegere eigenaars van het overgenomen bedrijf en de aandelenbelangen uitgegeven door de Groep. De overgedragen vergoeding bestaat uit de reële waarde van elk actief of passief op grond van een voorwaardelijke vergoedingsregeling. Identificeerbare activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfsacquisitie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de overnamedatum. De Groep erkent enig minderheidsbelang in de overgenomen partij op een overname per overname basis, ofwel tegen reële waarde ofwel tegen proportioneel aandeel in de minderheidsbelangen van de erkende bedragen van de identificeerbare netto-activa van de overgenomen partij. De aan de overname gerelateerde kosten worden ten laste genomen wanneer ze opgelopen worden.

Indien de bedrijfsacquisitie in fasen plaatsvindt, wordt de boekwaarde op overnamedatum van het voorheen aangehouden aandelenbelang van de overnemende partij in de overgenomen partij geherwaardeerd tegen reële waarde op de overnamedatum. Eventuele winsten of verliezen die voortvloeien uit dergelijke nieuwe meting worden in de resultatenrekening opgenomen.

Elke voorwaardelijke vergoeding die door de Groep wordt overgedragen, dient opgenomen te worden tegen de reële waarde op de overnamedatum. Latere wijzigingen in de reële waarde van de voorwaardelijke vergoeding die als actief of passief wordt geacht, wordt opgenomen als winst of verlies. Een voorwaardelijke vergoeding die wordt geclassificeerd als eigen vermogen wordt niet geherwaardeerd, en de daaropvolgende afwikkeling wordt geboekt in het eigen vermogen.

Alle verrichtingen, saldi en niet-gerealiseerde winsten op verrichtingen tussen entiteiten binnen de groep worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Indien noodzakelijk werden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om de samenhang te garanderen met de principes aangenomen door de Groep. De lijnen “andere bedrijfsopbrengsten” en “overige financiële inkomsten” van de resultatenrekening bevatten, afhankelijk van de aard van de onderliggende transacties, wisselkoersverschillen door het omrekenen van verrichtingen tussen entiteiten binnen de groep naar een functionele munteenheid. Deze munteenheid kan verschillen van de euro naar gelang de entiteit en regio.

IFRS 5 (vaste activa aangehouden voor verkoop en stopgezette bedrijfsactiviteiten) specifieert de behandeling van de transacties binnen de groep voor de eliminatie van de onderlinge balansen tussen voortgezette en stopgezette activiteiten niet. Umicore heeft voor de keuze geopteerd waarbij de transacties tussen entiteiten binnen de groep niet geëlimineerd worden in de resultatenrekening tussen de voorgezette en stopgezette activiteiten. Voor de presentatie van de balans is dit anders, IFRS 10 (geconsolideerde jaarrekening) overtreft IFRS 5 en vereist dat alle balansen tussen entiteiten binnen de groep geëlimineerd worden inclusief deze tussen voorgezette en stopgezette bedrijfsactiviteiten.

F2.1.2 Wijzigingen in eigendomsbelangen in dochterondernemingen, zonder controlewijziging

Transacties met minderheidsbelangen die niet leiden tot verlies van controle, worden geboekt als transacties binnen het eigen vermogen - dat wil zeggen, zoals transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. Het verschil tussen de reële waarde van de betaalde vergoeding en het verkregen aandeel van de boekwaarde van de netto-activa van de dochteronderneming wordt opgenomen in het eigen vermogen. Winsten of verliezen op verkopen aan minderheidsbelangen worden ook opgenomen in het eigen vermogen.

F2.1.3 Verkoop van dochterondernemingen

Wanneer de Groep niet langer de controle heeft, wordt een eventueel resterend belang in de entiteit geherwaardeerd aan de reële waarde op de datum waarop de controle verloren is, met de verandering in de boekwaarde opgenomen in de resultatenrekening. De reële waarde is de initiële boekwaarde met het oog op een toekomstige opname van het behouden belang als een geassocieerde deelneming, joint venture of financieel actief. Daarnaast worden alle eerder opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten (NGR) uit hoofde van die entiteit geboekt alsof de Groep direct de betrokken activa of passiva had verkocht. Dit kan betekenen dat de bedragen die voorheen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen waren, worden overgeboekt naar de resultatenrekening.

F2.1.4 Geassocieerde ondernemingen

In een geassocieerde onderneming heeft de Groep een betekenisvolle invloed, maar geen controle en in het algemeen gaat dit samen met het bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden in de consolidatie opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens de vermogensmutatiemethode wordt de investering aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, en de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel in het resultaat van de geassocieerde onderneming na de datum van de overname te erkennen. De investering van de Groep in geassocieerde ondernemingen bevat de goodwill vastgesteld bij aankoop. Als het belang in een geassocieerde deelneming wordt verminderd, maar een betekenisvolle invloed wordt behouden, wordt slechts een evenredig deel van de voorheen opgenomen bedragen in overige gerealiseerde en nietgerealiseerde resultaten overgeboekt naar de resultatenrekening, waar toepasbaar. Het aandeel van de Groep in de post-acquisitie resultaten wordt opgenomen in de resultatenrekening, en haar aandeel in de post-acquisitie bewegingen in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten worden in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten opgenomen met een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van de investering. Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een deelneming gelijk is aan haar belang in de deelneming of deze overschrijdt, inbegrepen ongedekte vorderingen, moet de Groep geen verdere verliezen opnemen, tenzij deze wettelijke of feitelijke verplichtingen aangegaan heeft of betaald heeft namens de geassocieerde deelneming. De groep bepaalt op elke balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn dat de investering in de geassocieerde onderneming een bijzondere waardevermindering ondergaat. Als dit het geval is, berekent de Groep het bedrag van de bijzondere waardevermindering als het verschil tussen de realiseerbare waarde van de geassocieerde deelneming en de boekwaarde ervan en erkent het bedrag als “aandeel in de winst / (verlies) van geassocieerde deelnemingen” in de resultatenrekening.

Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream en downstream transacties tussen de Groep en haar geassocieerde onderneming worden opgenomen in de jaarrekening van de Groep voor enkel het gedeelte van de belangen van niet-verwante investeerders in de geassocieerde onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij de transactie wijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van geassocieerde deelnemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren. Verwateringswinsten en -verliezen die voortvloeien uit investeringen in geassocieerde ondernemingen worden opgenomen in de resultatenrekening.

F2.1.5 Gezamenlijke overeenkomsten

De groep past IFRS 11 toe voor alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden investeringen in gezamenlijke overeenkomsten geclassificeerd als gezamenlijke operaties of joint ventures, afhankelijk van de contractuele rechten en plichten van elke belegger. De Groep heeft het karakter van zijn gezamenlijke overeenkomsten beoordeeld en bepaalt dat het joint ventures zijn. Joint ventures worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Onder de vermogensmutatiemethode, zijn belangen in joint ventures initieel opgenomen tegen kostprijs en daarna aangepast om het aandeel van de Groep in de post-acquisitie winsten of verliezen en mutaties in overige gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten te erkennen.

Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture gelijk is aan haar belangen in de joint venture of deze overschrijdt (dit houdt lange termijn belangen in die in wezen deel uit maken van de netto-investering van de Groep in de joint ventures), erkent de Groep geen verdere verliezen, tenzij zij verplichtingen is aangegaan of betaald heeft namens de joint ventures.

Niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en haar joint ventures worden geëlimineerd ten belope van het belang van de Groep in de joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie wijst op een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief. Waarderingsregels van joint ventures zijn waar nodig gewijzigd om consistentie met de waarderingsregels van de Groep te verzekeren.

F2.1.6 Segmentrapportering

Toelichting F7 toont de segmentinformatie van de Groep, in lijn met IFRS 8. Umicore is georganiseerd in business units. Onder IFRS 8 zijn de operationele segmenten van Umicore ingedeeld naar hun groeidomeinen op gebied van Catalysis, Energy & Surface Technologies en Recycling.

Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. Het segment biedt ook katalysatoren voor industriële emissiecontrole aan en produceert verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in de farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie. Het Energy & Surface Technologies segment focust op producten die aanwezig zijn in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energie en in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden de klanten een gesloten kringloop. Het Recycling segment verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. De installaties kunnen 20 van deze metalen terugwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica.

Corporate omvat corporate activiteiten, gedeelde operationele functies en onderzoek, ontwikkeling en innovatie van de Groep. Het minderheidsbelang van Umicore in Element Six Abrasives en Ieqsa wordt ook opgenomen in Corporate. De wijze waarop de operationele segmenten worden gerapporteerd is consistent met de interne rapportering aan de raad van toezicht en aan de directieraad.

De resultaten van het segment, de activa en passiva bevatten elementen die direct aan het segment kunnen toegewezen worden, of er op een redelijke wijze aan toegewezen kunnen worden.

De prijszetting van verkopen tussen de segmenten is gebaseerd op marktconforme transferprijzen. Indien onvoldoende marktreferenties beschikbaar zijn, wordt een ‘kost-plus’ mechanisme toegepast.

De verbonden ondernemingen worden toegevoegd aan die segmenten waarmee hun activiteit het beste overeenstemt.

F2.2 Inflatieboekhouding

Op balansdatum was er binnen de Umicore Groep één dochteronderneming in Argentinië die haar financiële verslaggeving opstelde in de valuta van een economie met hyperinflatie. Echter, in het licht van de materialiteit binnen de groep, werd het niet aanzien als significant om IAS 29 toe te passen.

F2.3 Omrekening van vreemde valuta

Functionele munt: de posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt. De geconsolideerde jaarrekening worden opgesteld in EUR, de functionele munt van de moederonderneming. Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:

  • activa en passiva aan de koers op het einde van de periode, zoals die gepubliceerd wordt door de Europese Centrale Bank;

  • de resultatenrekening aan de gemiddelde wisselkoers van de periode;

  • het eigen vermogen aan de historische wisselkoers.

Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van de periode, worden geboekt als deel van het eigen vermogen onder ‘Omrekeningsverschillen’.

Wanneer een buitenlandse activiteit gedeeltelijk buiten gebruik wordt gesteld of verkocht, worden wisselkoersverschillen die geboekt werden in het eigen vermogen, erkend in de resultatenrekening.

Goodwill en alle aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen aan de reële waarde, die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit, worden verwerkt als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden bijgevolg omgerekend op basis van de slotkoers.

F2.4 Transacties in vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta worden geboekt in de functionele munt van elke entiteit tegen de wisselkoersen die van kracht zijn op de datum van de afsluiting van de transacties. De datum van de afsluiting van de transactie is de datum waarop de transactie voor erkenning in aanmerking komt. Voor praktische redenen kan een wisselkoers worden gebruikt die kort aansluit bij de koers op de datum van de afsluiting van de transacties, bijvoorbeeld de gemiddelde koers van de week of de maand waarin de transacties voorkomen.

Vervolgens worden bij de jaarafsluiting alle monetaire activa en passiva gebaseerd op deze transacties in vreemde valuta, omgerekend tegen de slotkoers op het einde van de periode.

Winsten en verliezen die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en passiva in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen als een financieel resultaat.

Om zich tegen bepaalde valutarisico’s in te dekken heeft de onderneming een aantal termijncontracten afgesloten (zie verder punt 2.21, Financiële instrumenten).

F2.5 Materiële vaste activa

Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kost verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en het toewijsbare gedeelte van de indirecte kosten die nodig waren om de activa bedrijfsklaar te maken.

Financieringskosten die direct toewijsbaar zijn aan investeringen worden geactiveerd samen met de kost van de activa, in overeenstemming met IAS 23. Financieringskosten die niet direct toewijsbaar zijn aan een investering worden ten laste genomen van het resultaat in de periode waarin ze ontstaan.

De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast over de geschatte economische levensduur van de activa. De economische levensduur is de periode tijdens dewelke men verwacht de activa te gebruiken in de onderneming.

Herstellings- en onderhoudskosten worden ten laste genomen in de periode waarin ze werden uitgevoerd, indien ze niet bijdragen tot een verhoging van het toekomstige economische rendement van de activa. Zoniet worden ze beschouwd als een afzonderlijke component van de materiële vaste activa.

Componenten van de materiële vaste activa zijn elementen die op regelmatige basis worden vervangen. Zij worden beschouwd als afzonderlijke activa, omdat hun economische levensduur verschilt van de materiële vaste activa waartoe zij behoren. De materiële vaste activa van Umicore, vaak complexe en gespecialiseerde industriële activa, hebben over het algemeen geen individuele restwaarde buiten de specifieke omgeving van de operaties. Daarom wordt geen restwaarde in beschouwing genomen bij het bepalen van de afschrijfbare waarde.

Als standaardleidraad is de geschatte economische levensduur van de respectievelijke materiële activa als volgt gedefinieerd.

Voor belangrijke nieuw aangekochte of gebouwde investeringen wordt de economische levensduur expliciet ingeschat op het moment van de investeringsaanvraag waarbij deze kan afwijken van bovenstaande standaarden.

Het management bepaalt de geschatte levensduur en gerelateerde afschrijvingen voor de materiële vaste activa. Ze gebruikt hiervoor standaardschattingen gebaseerd op een combinatie van fysieke duurzaamheid en ingeschatte industriële of productlevenscycli. De geschatte levensduur kan in grote mate wijzigen ten gevolge van technische vernieuwingen, marktontwikkelingen en/of handelingen gesteld door de concurrentie. Het management zal ofwel de afschrijvingslast verhogen wanneer de levensduur korter is dan voordien werd ingeschat, ofwel zal zij technisch onbruikbare of niet-strategische activa, die verwijderd of verkocht zijn, volledig of gedeeltelijk afschrijven.

Gebruiksrechten van terreinen maken deel uit van de materiële vaste activa en worden standaard afgeschreven over de contractuele periode.

jaar

Terreinen

Niet afschrijfbaar

Gebouwen

- Industriële gebouwen

20

- Aanpassingen aan gebouwen

10

- Kantoren en laboratoria

40

Installaties, machines en uitrustingen:

10

- Ovens

7

- Kleinere uitrustingen

5

Meubilair en materieel:

- Rollend materieel

5

- Mobiel materieel voor intern transport

7

- Informaticamaterieel

3 - 5

- Meubilair en kantoormaterieel

5 - 10

F2.6 Immateriële vaste activa
F2.6.1 Kapitaaltransactiekosten

Uitgaven voor oprichting en kapitaalverhoging worden afgetrokken van het kapitaal.

F2.6.2 Goodwill

Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op de datum van de overname. Goodwill wordt geboekt aan kost verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen.

Goodwill van geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder ‘Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode’, samen met de investering zelf.

Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom genererende eenheid. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Als de boekwaarde van de goodwill niet volledig recupereerbaar is, wordt de nodige bijzondere waardevermindering opgenomen in de resultatenrekening. Deze bijzondere waardeverminderingen worden nooit teruggenomen.

Het overschot van het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare netto-activa op het ogenblik van de overname tegenover de betaalde overnameprijs, wordt onmiddellijk in het resultaat opgenomen.

F2.6.3 Onderzoek en ontwikkeling

Onderzoekskosten met betrekking tot het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten, worden ten laste van het resultaat genomen in de periode waarin ze werden gemaakt.

Ontwikkelingskosten worden gedefinieerd als kosten voor het ontwerpen van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en processen voorafgaand aan de commerciële productie of het gebruik. Ze worden geactiveerd als, onder andere, aan de volgende voorwaarden voldaan is:

  • de immateriële activa zullen aanleiding geven tot toekomstige economische voordelen, of met andere woorden, het marktpotentieel duidelijk is aangetoond;

  • de kosten met betrekking tot het proces of product kunnen duidelijk geïdentificeerd en betrouwbaar gewaardeerd worden

Indien het moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken tussen onderzoeks- of ontwikkelingskosten, worden de kosten beschouwd als onderzoekskosten. Als ontwikkelingskosten geactiveerd worden, worden ze lineair afgeschreven over de periode van het verwachte voordeel, standaard op vijf jaar.

F2.6.4 CO2-Emissie rechten

In het kader van het Kyoto-protocol werd er een derde emissieperiode geopend, voor de periode 2013-2020 en de vierde fase is gestart op 1 januari 2021 (tot 2030). De Vlaamse overheid heeft in dat kader emissierechten toegekend aan de Vlaamse sites van een aantal bedrijven, waaronder Umicore. Ieder jaar, op het einde van februari, wordt één vijfde van deze emissierechten overgedragen aan een officieel register. De overdracht van de emissierechten aan dit register leidt tot de activering in de immateriële activa, conform de richtlijnen van de Belgische Commissie voor boekhoudkundige normen. Winsten die voortvloeien uit het erkennen van emissierechten aan reële waarde worden uitgesteld tot de certificaten gebruikt worden. Emissierechten in eigendom zijn onderhevig aan een test op bijzondere waardeverminderingen maar worden niet afgeschreven. Als op een bepaalde afsluitingsdatum de marktwaarde lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering geboekt. Op elke afsluitingsdatum maakt de Groep een schatting van het reële gebruik van de emissierechten voor de periode en erkent een voorziening voor de rechten die moet gestort worden aan de overheid. De last verbonden aan de bijzondere waardevermindering of de erkenning van deze provisies wordt volledig gecompenseerd in de resultatenrekening door het vrijmaken van de uitgestelde ontvangsten. Umicore beschikt over de noodzakelijke emissierechten om een normale werking van haar installaties toe te laten.

F2.6.5 Andere Immateriële activa

Alle volgende categorieën worden geboekt tegen historische kost, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen:

  • Concessies, octrooien en licenties worden afgeschreven over de periode van hun juridische bescherming; met een minimum van 5% (standaard op vijf jaar basis);

  • Klanten portfolio’s worden standaard afgeschreven over een periode van vijf jaar;

  • ERP systemen worden standaard afgeschreven over een periode van tien jaar;

  • Kleinere software pakketten worden standaard afgeschreven over een periode van vijf jaar.

Ingeval van een earn out component, wordt een nieuwe berekening voorzien, wat leidt tot een aanpassing in de waarde van het actief en wordt de depreciatie ook aangepast.

Umicore heeft momenteel geen immateriële activa met een onbeperkte gebruiksperiode.

F2.7 Lease

IFRS 16 legt de principes vast voor de erkenning, waardering, voorstelling en toelichting van leases en vereist dat de leasenemer alle leaseovereenkomsten verwerkt volgens één enkel balansmodel, vergelijkbaar met de verwerking van financiële leaseovereenkomsten volgens IAS 17. Op de ingangsdatum van een leaseovereenkomst dienen leasenemers een leaseschuld (d.w.z. een verplichting tot leasebetalingen) en een gebruiksrecht te erkennen (d.w.z. het recht om het onderliggende actief gedurende de leaseperiode te mogen gebruiken).

De leaseschulden worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de resterende toekomstige leasebetalingen (zie toelichting F24) in de schulden op meer dan één jaar (inclusief de leaseverplichtingen op hoogstens één jaar), hetgeen als immaterieel beschouwd wordt in de financiële toelichten als geheel.

Het gebruiksrecht wordt afgeschreven over de leaseperiode (zie toelichting F16). Rentelasten worden erkend op de leaseverplichting (zie toelichting F11). De leaseverplichting wordt geherwaardeerd bij het optreden van bepaalde gebeurtenissen (bijvoorbeeld een wijziging in de leaseperiode of een wijziging in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een index wijziging). Dergelijke herwaarderingen van de leaseverplichting worden doorgaans gezien als een aanpassing van het gebruiksrecht.

De Groep past de vrijstellingen van lease erkenning toe voor kortlopende leaseovereenkomsten en leaseovereenkomsten waarvan het onderliggend actief een lage waarde heeft. De Groep opteert, per klasse van onderliggend actief, om de niet-lease onderdelen niet te splitsen van de lease onderdelen van het contract en waardeert bijgevolg alle lease en niet-lease onderdelen als één enkel leasecontract.

De Groep gaat over tot de leasing van metalen van en aan derden voor een specifieke termijn waarvoor de Groep vergoedingen ontvangt of betaalt. Metaal leasecontracten worden voornamelijk afgesloten voor periodes van minder dan één jaar. De leasing van metalen van en aan derden wordt nog steeds gerapporteerd onder ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’ aangezien deze niet binnen het toepassingsgebied van IFRS 16 vallen.

F2.8 Financiële activa aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten, leningen en langtermijnvorderingen

Alle bewegingen in financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet-gerealiseerde resultaten, leningen en langetermijnvorderingen worden geboekt op de verhandelingsdatum.

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet-gerealiseerde resultaten worden gewaardeerd aan reële waarde. Ongerealiseerde winsten en verliezen uit veranderingen in de reële waarde van dergelijke activa worden opgenomen in het eigen vermogen als reserves van financiële vaste activa aan reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten. Wanneer de activa verkocht worden of wanneer er een bijzondere waardevermindering op deze activa dient opgenomen te worden, worden de in het eigen vermogen gecumuleerde aanpassingen voor de reële waarde opgenomen in nietgerealiseerde resultaten.

Financiële activa worden afgeboekt wanneer de rechten op kasstromen van investeringen tot een einde gekomen zijn of wanneer ze getransfereerd zijn en de Groep vrijwel alle voordelen en risico’s verbonden aan de eigendom hiervan getransfereerd heeft. Leningen en vorderingen worden opgenomen aan afgeschreven kostprijs na aftrek van bijzondere waardeverminderingen.

Alle bijzondere waardeverminderingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gecompenseerd met de bruto waarde van het ogenblik er geen enkele kans meer bestaat om de activa te recupereren.

Eigen aandelen worden afgetrokken van het kapitaal.

F2.9 Voorraden

Voorraden worden opgesplitst in:

  1. Basisproducten (brutowaarde)

    1. Permanente metaalvoorraden (niet ingedekt)

    2. Commercieel beschikbare metaalvoorraden (ingedekt)

    3. Overige basisproducten (niet-ingedekt)

  2. Verbruiksgoederen (brutowaarde)

  3. Waardeverminderingen & bijzondere waardeverminderingen

  4. Betaalde voorschotten

  5. Bestellingen in uitvoering

Voorraden worden gewaardeerd aan kostprijs. Deze kostprijs bevat de directe aankoopprijs of de productiekost en de bijhorende toegewezen vaste kosten.

Basisproducten (brutowaarde) zijn meestal metaalhoudende producten waarbij Umicore blootgesteld is aan metaalprijsschommelingen. De meeste van deze voorraden volgen de metaalboekhoudregels van Umicore en worden ingedeeld in twee voorraadcategorieën die hun specifieke aard en zakelijk gebruik weerspiegelen: de permanente metaalvoorraden en de commercieel beschikbare metaalvoorraden. De laatstgenoemde voorraden worden onderworpen aan een actief en systematisch indekkingsproces om de gevolgen van de marktprijs schommelingen op de financiële prestaties van de groep tot een minimum te beperken. De permanente metaalvoorraden daarentegen worden doorgaans niet ingedekt. Naast deze categorieën bestaan nog voorraden van andere basisproducten. Deze worden gebruikt in het fabricageproces om de verhandelbare basisproducten te verkrijgen. Ook deze voorraden worden gewoonlijk niet ingedekt. Meer details over de indekkingsmechanismen zijn te vinden in toelichting F3.

Een individuele of gewogen gemiddelde waardering wordt toegepast op de initiële kostprijs waardering per voorraadcategorie, aangevuld met de volgende principes inzake reële waarde:

  • Permanente vaste metaalvoorraden: Gezien het permanente karakter van de voorraden heeft Umicore ervoor gekozen om zowel de beginselen voor waardering en erkenning van Materiële Vaste Activa (IAS 16) en Bijzondere Waardevermindering van Activa (IAS 36) toe te passen op het geheel van permanente metaalvoorraden. De waardering is gebaseerd op het beginsel van de “historische aanschafwaarde verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen”. Aangezien wordt aangenomen dat de voorraden een onbeperkte gebruiksduur hebben, worden er geen afschrijvingen toegepast. In plaats daarvan zijn ze onderhevig aan de jaarlijkse toetsing naar noodzaak van bijzondere waardevermindering voor de kasstroom genererende eenheden die deze voorraden op hun balans hebben. Eventuele geboekte bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.

  • Commercieel beschikbare metaalvoorraden: Deze voorraden zijn economisch ingedekt. Voor het deel van de voorraad waarvoor Umicore IFRS 9 reële waarde indekkingsboekhouding heeft bekomen, past Umicore de waarderingsprincipes voor aanpassing naar reële marktwaarde toe. Wanneer IFRS 9 reële waarde indekkingsboekhouding niet kan bekomen worden (zie toelichting F2.21.1 transactionele risico’s - reële waarde indekking), wordt LOCOM (laagste van kostprijs of netto realiseerbare waarde, d.w.z. de geschatte verkoopprijs verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren) toegepast.

  • Overige basisproducten: Op de overige basisproducten worden de LOCOM-principes en de “traag roterende”-voorraadprincipes toegepast. Eventuele geboekte bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.

Verbruiksgoederen (brutowaarde) zijn producten die niet rechtstreeks in het fabricageproces worden gebruikt (bijvoorbeeld: verpakkingsmateriaal). Zij worden gewaardeerd volgens de methode van gewogen gemiddelde kostprijs en zijn onderworpen aan LOCOM. Eventuele geboekte afschrijvingen worden opgenomen in de rubriek Afschrijvingen en Bijzondere Waardeverminderingen.

Afschrijvingen & bijzondere waardeverminderingen zijn alle bijzondere waardeverminderingen of afschrijvingen van basisproducten en verbruiksgoederen.

Betaalde voorschotten zijn voorafbetalingen op contracten met leveranciers, waarbij de fysieke levering van het onderliggende goed nog niet heeft plaatsgevonden. Zij worden geboekt tegen nominale waarde.

Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd volgens de methode van de ‘winstname volgende vordering van de werken’.

F2.10 Handels- en overige vorderingen

Handels- en overige vorderingen worden gewaardeerd aan afgeschreven kostprijs, d.i. aan de netto huidige waarde van de handelsvordering. Tenzij de impact van actualisatie materieel is, worden vorderingen aan nominale waarde geboekt en afgeschreven indien oninbaar. Alle waardeverminderingen worden op aparte rekeningen gevolgd, en deze worden pas met de boekwaarde gecompenseerd als er geen kans meer is op recuperatie van de vordering.

Handelsvorderingen voor dewelke de risico’s en de opbrengsten grotendeels getransfereerd werden, worden van de balans afgeboekt. Reële waardewinsten uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige vorderingen.

Handels- en overige vorderingen zijn onderworpen aan een methode van bijzondere waardeverminderingen, genoemd ‘verwachte kredietverlies’ model (ECL), dat het verwachte kredietverlies op uitstaande vorderingen meet gebaseerd op gezamenlijke kredietrisico karakteristieken. Umicore heeft een matrix ontwikkeld rekening houdend met scores van klanten en sectoren, ouderdomsbalansen, macro-economische en regionale factoren en patronen van historische verliezen.

De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal te verkopen of aan te kopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt die de Groep gaat verkopen of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug te kopen, wordt respectievelijk opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de belangrijkste kasstromen met betrekking tot verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten, zolang de financiering van korte duur is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente worden consequent weergegeven als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen opbrengsten opgenomen met betrekking tot het verkoopgedeelte of kosten opgenomen met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.

F2.11 Kas en kasequivalenten

Kasmiddelen omvatten de beschikbare geldmiddelen in contanten en uitstaande bedragen bij banken. Kasequivalenten zijn uiterst liquide kortetermijnbeleggingen die op elk ogenblik kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag gekend is, een looptijd hebben van maximum drie maanden en niet onderhevig zijn aan een materieel risico op waardeschommelingen.

Deze elementen worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde of afgeschreven kostprijs. Kredieten op bankrekeningen bij de banken worden in de balans opgenomen als financiële schulden op korte termijn.

F2.12 Bijzondere waardevermindering van niet-financiële activa

Materiële vaste activa en andere vaste activa, met inbegrip van immateriële activa en financiële activa die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden geëvalueerd op de noodzaak tot boeking van bijzondere waardeverminderingen indien bepaalde gebeurtenissen of veranderde omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijkerwijs niet kan gerecupereerd worden. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, moet de recupereerbare waarde van de activa geschat worden.

De recupereerbare waarde is de netto verkoopprijs van de activa of, wanneer deze hoger is, de gebruikswaarde van de activa. Om de recupereerbare waarde van individuele activa te kunnen schatten, bepaalt de onderneming vaak de recupereerbare waarde van de kasstroom genererende eenheid waartoe de activa behoren. Als de boekwaarde van de activa de recupereerbare waarde overschrijdt, dan wordt onmiddellijk een bijzondere waardevermindering als kost geboekt.

Bijzondere waardeverminderingen worden teruggenomen indien de reden voor de bijzondere waardeverminderingen geboekt voor activa of voor een kasstroom genererende eenheid, niet langer bestaat of verminderd is. Een bijzondere waardevermindering wordt maximaal teruggenomen voor zover de boekwaarde van de activa niet groter wordt dan de theoretische netto boekwaarde na afschrijving, bepaald alsof er in de voorgaande jaren geen bijzondere waardevermindering zou zijn opgenomen.

F2.13 Kapitaal en overgedragenresultaten

A. Inkoop van eigen aandelen: Wanneer de onderneming een deel van haar eigen aandelen inkoopt, wordt de betaalde prijs, inclusief de toewijsbare netto transactiekosten na belasting, afgetrokken van het eigen vermogen en opgenomen als ‘Eigen aandelen’. Er wordt geen winst of verlies geboekt in de resultatenrekening bij aankoop, verkoop, uitgifte of vernietiging. Indien deze aandelen vervolgens verkocht of heruitgegeven worden, wordt elk ontvangen bedrag als eigen vermogen opgenomen.

B. Bijkomende kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen en in mindering gebracht van het ontvangen bedrag, na aftrek van belastingen.

C. Dividenden van de moederonderneming uitkeerbaar aan de gewone uitstaande aandelen worden opgenomen als verplichting nadat ze goedgekeurd zijn door de aandeelhouders.

F2.14 Minderheidsbelangen

Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van identificeerbare activa en passiva die geboekt worden bij de overname van een dochteronderneming, samen met het overeenkomstige deel van de gerealiseerde winsten en verliezen voor de daaropvolgende periodes.

In de resultatenrekening wordt het minderheidsaandeel in het verlies of de winst van de Groep apart van het geconsolideerd resultaat van de Groep getoond.

F2.15 Voorzieningen

Voorzieningen worden aangelegd in de balans indien:

  • er een bestaande (wettelijke of feitelijke) verplichting bestaat ten gevolge van een gebeurtenis uit het verleden;

  • het waarschijnlijk is dat er kasuitgaven vereist zijn om de verplichting af te wikkelen;

  • er een betrouwbare schatting van het bedrag van deze uitgave kan gemaakt worden.

Een feitelijke verplichting is een verplichting die ontstaat uit de handelingen van een onderneming, waarbij deze door een consistent gedrag of door bepaalde gepubliceerde beleidsregels te kennen geeft dat zij bepaalde verantwoordelijkheden aanvaardt, en de onderneming als gevolg daarvan een terecht verwachtingspatroon gecreëerd heeft dat zij die verantwoordelijkheden daadwerkelijk zal opnemen.

Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting op het einde van de rapporteringsperiode van de uitgaven die vereist zijn om aan de bestaande verplichting te voldoen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Indien de tijdswaarde van het geld belangrijk is, wordt als voorziening de huidige waarde genomen van de verwachte toekomstige vereiste uitgaven om aan de verplichting te voldoen. Het resultaat van de jaarlijkse verdiscontering van de voorzieningen, als ze verricht wordt, wordt opgenomen in de financiële resultaten. De belangrijkste types van voorzieningen zijn de volgende:

F2.15.1 VOORZIENINGEN VOOR PERSONEELSVOORDELEN (ZIE TOELICHTING 2.16, PERSONEELSVOORDELEN)
F2.15.2 VOORZIENINGEN VOOR MILIEUVERPLICHTINGEN

Milieuvoorzieningen zijn gebaseerd op wettelijke en feitelijke verplichtingen ten gevolge van gebeurtenissen uit het verleden, in overeenstemming met het milieubeleid van de onderneming en de geldende wettelijke verplichtingen. Het volledige bedrag van de geschatte verplichting wordt onmiddellijk opgenomen op het ogenblik dat de verplichting plaatsvindt. Wanneer de verplichting productie gerelateerd is, wordt de verplichting stapsgewijs opgenomen volgens het normaal gebruik/productieniveau.

F2.15.3 OVERIGE VOORZIENINGEN

Deze omvatten voorzieningen voor geschillen, verlieslatende contracten, garanties, risico’s op financiële deelnemingen en herstructureringen. Een voorziening voor herstructurering wordt opgenomen als de onderneming een gedetailleerd en formeel herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de herstructurering al gestart of publiek aangekondigd is voor het einde van de rapporteringsperiode. Elke herstructureringsvoorziening omvat enkel de directe uitgaven die voortvloeien uit de herstructurering, welke duidelijk afgebakend zijn en die geen verband houden met de lopende activiteiten van de onderneming.

F2.16 Personeelsvoordelen
F2.16.1 Personeelsvoordelen op korte termijn

Ze omvatten lonen, salarissen en sociale zekerheidsbijdragen, vakantiegeld, doorbetaling van loon bij ziekte, bonussen en verloningen in natura. Deze worden als kost geboekt in de betreffende periode. Alle kaderleden van de onderneming komen in aanmerking voor bonussen op basis van individuele prestaties en financiële doelstellingen. Het bedrag van de bonus wordt ten laste genomen, op basis van een raming op het einde van de rapporteringsperiode.

F2.16.2 Vergoeding na uitdiensttreding (pensioenen, medische zorgverlening)

De onderneming heeft verschillende pensioenprogramma’s en programma’s voor medische zorgverlening in overeenstemming met de voorwaarden en de praktijken in de landen waar ze actief is. De programma’s worden in principe via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of apart beheerde fondsen gefinancierd.

2.16.2.1 ‘TE BEREIKEN DOEL’-PLANNEN

De onderneming neemt alle wettelijke en feitelijke verplichtingen in de boeken op, zowel op basis van de formele bepalingen van de ‘te bereiken doel’-plannen als van de eerder informele gewoonten van de onderneming.

Het bedrag dat opgenomen wordt in de balans is gebaseerd op actuariële berekeningen (op basis van de ‘projected unit credit method’) en vertegenwoordigt het netto saldo van de huidige waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingenen en de reële waarde van de eventuele activa van het pensioenplan.

De pensioenkosten van verleden diensttijd worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening volgens IAS 19 (herzien).

De herberekeningen als gevolg van wijzigingen in de geschatte actuariële parameters worden opgenomen in de niet-gerealiseerde resultaten in de periode waarin ze zich voordoen en worden vermeld in het overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten als reserves voor personeelsvoordelen na uitdiensttreding.

In België moeten, in overeenstemming met de Belgische wetgeving rond pensioenplannen (de zogenaamde “Wet Vandenbroucke”), alle Belgische plannen met ‘vaste bijdrage’ waarvoor het wettelijk gegarandeerd minimumrendement van toepassing is worden gezien onder IFRS als 'te bereiken doel’ plannen. De verplichtingen en kosten van deze regelingen worden berekend volgens de ‘projected unit credit method’.

In Duitsland bestaan er twee pensioenplannen met vaste bijdragen die extern gefinancierd worden via de “Pensionskasse Degussa” (PKD) of het steunfonds “Unterstützungskasse Degussa (RUK). De PKD- en RUK-plannen verzekeren louter de inflatie en de gegarandeerde renteaanpassingen van de uitkeringen. In de afgelopen jaren is er, als gevolg van de lage rente, een tekortkomingsrisico in de zelffinanciering bij de PKD en RUK om deze aanpassingen te verzekeren. In geval van dergelijke tekorten zouden de PKD en het RUK een beroep kunnen doen op Umicore om de vereiste extra financiering bij te dragen. Om die reden worden de inflatie en de gegarandeerde renteaanpassingen voor de PKD- en RUK-plannen onder IFRS erkend als plannen met toegezegde pensioenverplichtingen. Het management heeft een vereenvoudigde ‘beste inschatting’ methode toegepast om het risico op tekorten te berekenen en heeft dit als een bijkomende verplichting erkend.

2.16.2.2 PLANNEN MET ‘VASTE BIJDRAGE’

De onderneming betaalt vaste bijdragen aan openbare of privéverzekeringsplannen. De betalingen worden ten laste genomen op het moment dat ze verschuldigd zijn en zijn als dusdanig opgenomen in de personeelskosten.

F2.16.3 Andere personeelsvoordelen op lange termijn (Anciënniteitspremies)

Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de ‘te bereiken doel’-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herberekeningen als gevolg van een wijziging in de actuariële assumpties worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.

F2.16.4 Vergoedingen loopbaanbeëindiging (brugpensioenplannen, andere gelijkaardige verplichtingen)

Deze vergoedingen zijn verschuldigd als gevolg van de beslissing van de onderneming om het dienstverband van een werknemer te beëindigen vóór de normale pensioendatum of van de beslissing van een werknemer om in ruil voor deze vergoeding vrijwillig ontslag te nemen. Als ze redelijkerwijs voorspelbaar zijn, overeenkomstig de voorwaarden en praktijken in de landen waar de onderneming actief is, worden ook potentieel toekomstige verplichtingen opgenomen.

Deze vergoedingen worden geboekt ten belope van hun verwachte kostprijs over de tewerkstellingsperiode, op basis van een boekhoudmethode, vergelijkbaar met die van de ‘te bereiken doel’-plannen. Deze verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herberekeningen als gevolg van een wijziging in de actuariële assumpties worden onmiddellijk opgenomen in de resultatenrekening.

F2.16.5 Vergoedingen in aandelen en aanverwante voordelen (op aandelen gebaseerde vergoedingen ifrs 2)

Dankzij verschillende aandelenoptie- of aandelenprogramma’s kunnen zowel de werknemers als het senior management van de onderneming aandelen van Umicore aankopen of verwerven. De optie- of aandelenuitoefenprijs is gelijk aan de marktprijs van de (onderliggende) aandelen op de datum van de toekenning. Als de opties uitgeoefend worden, worden aandelen komende van de bestaande voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld van de begunstigden. In beide gevallen wordt het kapitaal verhoogd met het bedrag van de ontvangen uitoefenprijs. Voor de aandelenprogramma’s, worden aandelen uit de voorraad eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden.

De opties en de aandelen worden standaard verworven op de datum van de toekenning en hun reële waarde wordt opgenomen als een uitgave voor personeelsvoordelen met als tegenpost het eigen vermogen onder de vorm van reserves van de op aandelen gebaseerde vergoedingen. Voor de opties wordt de kost die moet geboekt worden, berekend door een actuaris die daarvoor een waarderingsmodel gebruikt dat rekening houdt met de karakteristieken van de aandelenopties, de volatiliteit van het onderliggende aandeel en het veronderstelde uitoefenpatroon.

Zolang de verleende opties niet zijn uitgeoefend wordt hun waarde gerapporteerd onder de geconsolideerde staat van mutaties in het eigen vermogen van de Groep als ‘reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen’. De waarde van de uitgeoefende opties gedurende de periode wordt getransfereerd naar ‘overgedragen resultaten’

F2.16.6 Presentatie

De personeelsvoordelen worden geboekt als bedrijfsresultaat in de resultatenrekening, met uitzondering van interest en verdisconteringsresultaten die opgenomen worden in de financiële resultaten.

F2.17 Financiële schulden

Alle bewegingen in financiële schulden worden geboekt op de verhandelingsdatum.

Voor leningen worden de initieel ontvangen bedragen geboekt, verminderd met transactiekosten. Daarna worden ze gewaardeerd tegen nettowaarde na afschrijving, op basis van de effectieve interestmethode. De nettowaarde na afschrijving wordt berekend rekening houdend met alle uitgiftekosten en elke korting of premie op het moment van uitgifte. Alle verschillen tussen het geleende bedrag en de terugbetalingswaarde worden opgenomen in de resultatenrekening bij terugbetaling.

Vanaf 2019 bevat de financiële schuld ook de leaseschulden volgens IFRS 16 (zie toelichting F2.7).

De converteerbare obligatie wordt beschouwd als een samengesteld instrument. Het bevat een vreemd vermogens- en een eigen vermogenscomponent. Dit instrument is converteerbaar in aandelen naar gelang de optie van de houder. Elke component wordt derhalve afzonderlijk geboekt. De vreemd vermogenscomponent wordt bepaald door de reële waarde te bepalen van de kasstromen zonder de eigen vermogenscomponent. De rest wordt aan het eigen vermogen toegerekend. De eigen vermogenscomponent wordt niet geherwaardeerd, noch bij conversie, noch op de vervaldag. Tot slot is de converteerbare obligatie een nulcouponinstrument.

F2.18 Handels- en overige schulden

Handelsschulden worden geboekt aan kost na afschrijving, met andere woorden aan de netto actuele waarde van het te betalen bedrag. Tenzij de impact van verdiscontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen.

De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal aan te kopen of te verkopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt dat de Groep heeft toegezegd te verkopen of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug aan te kopen, wordt respectievelijk opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de belangrijkste kasstromen met betrekking tot verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten, zolang de financiering van korte duur is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente worden consequent weergegeven als kasstromen uit bedrijfsactiviteiten en in de winst- en verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen opbrengsten opgenomen met betrekking tot het verkoopgedeelte of kosten opgenomen met betrekking tot het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.

Reële waardeverliezen uit afgeleide financiële instrumenten zijn opgenomen onder handels- en overige schulden.

F2.19 Belastingen op het resultaat

De belastingen op het resultaat van het boekjaar betreffen de effectieve belastingen alsook de latente belastingen. Deze belastingen worden berekend in overeenstemming met de belastingwetgeving die van toepassing is in elk land waar de onderneming actief is.

De effectieve belastingen omvatten deze die verschuldigd zijn op het belastbaar inkomen van het jaar, op basis van de belastingpercentages die gelden op het einde van de rapporteringsperiode, evenals elke herziening van de belastingen die verschuldigd (of terugbetaalbaar) zijn voor voorgaande jaren.

De verschuldigde belastingen worden bepaald op basis van de belastingwetten en –reglementeringen in elk van de vele jurisdicties in dewelke de Groep opereert. De genomen winstbelastingstandpunten worden door de Groep beschouwd als verdedigbaar en hebben de bedoeling eventuele betwistingen van belastingautoriteiten te doorstaan. Desalniettemin is het aanvaard dat sommige van de standpunten onzeker kunnen zijn, terwijl ze ook het gevolg zijn van interpretaties van complexe belastingwetten.

Belastingvoorzieningen worden aangelegd wanneer de precieze impact van de belastingwetgeving en regelgeving rond verschuldigde belastingen met betrekking tot de winst die in die jurisdictie ontstaat onduidelijk is. Dit zou kunnen leiden tot een belastingaanpassing in de vorm van een toekomstige geldstroom naar een belastingautoriteit of een daaruit voortvloeiende aanpassing van een uitgestelde belastingvordering. Onzekere belastingposities worden periodiek beoordeeld door de interpretatie van IFRIC 23 te volgen en de onzekerheden afzonderlijk of gezamenlijk te bekijken, op basis van de benadering die de beste vooruitzichten biedt voor de oplossing van de onzekerheden met de belastingautoriteiten. Er wordt aangenomen dat de belastingautoriteit de positie zal onderzoeken (indien gerechtigd) en volledig op de hoogte is van alle relevante informatie en dat de belastingautoriteit een ‘Uncertain Tax Position’ of ‘UTP’ zal opnemen aan de hand van ofwel het meest waarschijnlijke bedrag ofwel de verwachte waarde, afhankelijk van de beste voorspelling voor elke ‘UTP’. Tevens houdt de beste voorspelling rekening met de waarschijnlijkheid dat een aanpassing gerealiseerd wordt bij het onderzoek. De inschattingen en beoordelingen met betrekking tot onzekere belastingposities worden herbeoordeeld indien de feiten en omstandigheden gewijzigd zijn waarop deze inschattingen en beoordelingen zijn gebaseerd, of als gevolg van nieuwe informatie die een impact hebben op de oorspronkelijke beoordelingen. Bij de waardering van de onzekere belastingposities houdt de Groep rekening met de verjaringstermijnen die in elk rechtsgebied van toepassing zijn en bovendien worden interesten en boetes opgenomen in de beoordeling.

Latente belastingen worden berekend volgens de ‘liability method’, op tijdelijke verschillen die bestaan tussen enerzijds de fiscale waarde van de activa en passiva en anderzijds hun boekwaarde in de jaarrekening. Deze belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingpercentages die van kracht zijn op het einde van de rapporteringsperiode of toekomstige belastingpercentages indien formeel aangekondigd door de autoriteiten in het land waar de onderneming actief is.

Latente belastingactiva worden enkel geboekt als het waarschijnlijk is dat er voldoende toekomstige belastbare winst zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.

Latente belastingactiva en -passiva worden gecompenseerd en netto voorgesteld enkel en alleen als ze betrekking hebben op belastingen geheven door dezelfde belastinginstantie op dezelfde belastbare entiteit.

F2.20 Boeking van opbrengsten
F2.20.1 Boeking van opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten

Ondanks de complexiteit van de verschillende processen binnen elke business unit, zijn de performantieverplichtingen vrij eenduidig, namelijk:

  • Catalysis: de levering van goederen in overeenstemming met contractspecificaties. Die specificaties werden gevalideerd en gedefinieerd door monsters. Die monsters worden niet aanzien als belangrijke stroom voor verdere analyse onder IFRS 15.

  • Recycling: de terugkeer van de geraffineerde metalen naar de klant, afhankelijk van de gecontracteerde overeenkomst, in hun pure metaalinhoud of als deel van (semi) afgewerkt product en de verkoop van metaal (inclusief metaalwinsten) aan klanten.

  • Energy and Surface Technologies: de levering van producten in overeenstemming met de specificaties van het verkoopsorder.

Umicore heeft nauwgezet de performantieverplichtingen geanalyseerd en heeft besloten dat voor Catalysis de opbrengst wordt erkend op het moment dat de controle overgaat op de klant. Ondanks de op maat gemaakte producten beheerst de klant niet het productieproces noch heeft de groep recht op een vervroegde betaling voor de werkelijke levering van de goederen. De controle wordt dan ook pas overgedragen in lijn met de gebruikelijke leveringsafspraken (Incoterms) en de aanvaarding van de goederen door de klant bij levering.

Voor verkoop binnen Recycling, wordt het overgrote deel van de opbrengst erkend op het moment wanneer de controle over de geraffineerde producten of metaal terug in de handen van de klant is (raffinage) of terug bij de klanten is (verkoop van metaal, inclusief metaalwinsten) bij de levering.

Voor verkoop binnen Energy and Surface Technologies, wordt de opbrengst erkend op het moment dat de controle overgaat op de klant in lijn met de levering volgens de geldende leverafspraken (Incoterms).

Sommige contracten bevatten commerciële kortingen maar de frequentie hiervan is laag en de ordegrootte niet materieel. Indien van toepassing, worden deze erkend in dezelfde periode van de verkoop. Er werden geen bijkomende waarborgovereenkomsten verkocht aan klanten boven de wettelijke verplichtingen en deze worden bijgevolg dan ook niet erkend als afzonderlijke performantieverplichting.

De transactieprijs die geïdentificeerd wordt in het contract wordt aldus volledig toegekend aan de performantieverplichting. Er zijn geen significante contracten waarin de groep een performantieverplichting heeft gerealiseerd waarvoor nog geen aanrekening plaatsvond of waarbij anderzijds een som ontvangen werd waarvoor nog geen performantieverplichting werd vervuld. De opbrengsten uit contracten aangegaan met klanten wordt verder beschreven in toelichtingen F7 en F9.

De analyse in het kader van verliezen door bijzondere waardeverminderingen wordt voorgesteld in het verwachte kredietverlies model, zoals gedetailleerd toegelicht in F20.

F2.20.2 Overheidssubsidies

Overheidssubsidies worden aanvankelijk geboekt in de balans als over te dragen opbrengsten indien er een redelijke garantie is dat de subsidies ontvangen zullen worden en dat de onderneming zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Subsidies worden vervolgens in de resultatenrekening opgenomen in dezelfde periode als, en proportioneel aan, de te compenseren kosten.

F2.21 Financiële instrumenten

De onderneming gebruikt afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen om de blootstelling aan negatieve schommelingen van wisselkoersen, metaalprijzen, rentevoeten en andere marktrisico’s te beperken. De onderneming gebruikt voornamelijk spot- en termijncontracten voor de indekking van het metaal- en valutarisico en swapcontracten om het renterisico in te dekken. De transacties uitgevoerd op de termijnmarkt zijn niet van speculatieve aard.

F2.21.1 Transactionele risico's - reële-waarde indekking

Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen worden gebruikt om de reële waarde van de onderliggende ingedekte elementen (activa, passiva en vaste overeenkomsten) te beschermen. Deze worden oorspronkelijk aan reële waarde geboekt op de verhandelingsdatum. De ingedekte items (fysieke verplichtingen en commerciële voorraad voornamelijk) worden volgens de economische indekkingspolitiek van Umicore initieel gewaardeerd aan reële waarde.

Waar mogelijk documenteert Umicore de boekhoudkundige verwerking van indekkingsinstrumenten volgens de criteria van IFRS 9. De onderste laag of netto positie benadering voor de reële waarde indekking van groepen van gesloten portefeuilles van deviezenrisico en metaalrisico worden toegepast. Onder de onderste laag benadering worden de onderste lagen gedefinieerd die een nominale waarde aan blootstelling weergeven die historisch aanwezig was op constante en continue basis. Deze laag is verder opgesplitst in kleinere rekeneenheden, sublagen, die zijn aangewezen als afgedekte items. De sublagen zijn vervolgens afgedekt door indekkingsinstrumenten die aangewezen zijn als afdekkingsmultiples van dergelijke sublagen.

Onder de netto positie benadering wordt afdekking toegepast op basis van een groep items met compenserende risicoposities waarbij de netto positie wordt afgedekt door een indekkingsinstrument.

In beide benaderingen betreft het gesloten afgedekte portefeuilles waarin items niet kunnen toegevoegd, verwijderd of vervangen worden zonder elke wijziging te beschouwen als een overgang naar een nieuwe portefeuille. In beide benaderingen bestrijken de blootstellingen een groep van balans en buitenbalans deviezen en metaalposities, die zich manifesteren als handelsvorderingen, voorraden en aankoopverplichtingen of handelsschulden en handelsverplichtingen die blootgesteld zijn aan de variabiliteit van buitenlandse deviezen en metaalprijzen.

In de afwezigheid van het behalen van IFRS 9 indekkingsboekhouding als de onderste laag of wanneer netto positie criteria niet worden behaald of wanneer er geen marktderivaten beschikbaar zijn, waardeert Umicore de ingedekte items aan kostprijs. Omdat onder de economische indekkingspolitiek van Umicore alle transactionele indekkingsposities worden aangepast naar reële marktwaarde voor het monitoren van operationeel risico, omvat dit het terugnemen van positieve reële waarden op deze ingedekte items om ze aan kost te behouden (in geval van voorraden) of niet op de balans (in geval van verplichtingen). Indekkingen in deze categorie worden bestempeld als economische indekkingen en worden niet beschouwd als speculatieve instrumenten.

Wanneer er een consistente praktijk bestaat bij een dochteronderneming of een kasstroomgenererende eenheid van de Groep om het onderliggende item geleverd te krijgen om het terug te verkopen op korte termijn met als doel een winst te realiseren op basis van de kortetermijnschommelingen in de prijs of de handelsmarges, dan worden in die gevallen de voorraden gewaardeerd aan reële waarde via de resultatenrekening en worden de verbonden fysieke en/of handelsgoederen engagementen geklasseerd als afgeleide financiële instrumenten eveneens met een waardering aan reële waarde via de resultatenrekening.

F2.21.2 Structurele risico's - kasstroomindekking

Afgeleide financiële instrumenten en instrumenten met betrekking tot basismaterialen die gebruikt worden voor de indekking van toekomstige kasstromen, worden toegewezen als indekkingen te behandelen onder indekkingsinstrumenten voor kasstromen. Wijzigingen in de reële waarde van de indekkingsinstrumenten die voldoen als effectieve kasstroomindekkingen, worden opgenomen in het eigen vermogen van de Groep. Dit gebeurt onder de vorm van kasstroom-indekkingsreserves totdat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen (d.i. een invloed hebben op de resultatenrekening). Op dat moment worden de opgenomen winsten en verliezen van de indekkingsinstrumenten getransfereerd van eigen vermogen naar de resultatenrekening.

Als de ingedekte transacties niet meer waarschijnlijk zijn of wanneer de dekkingsoperaties geen voorwerp meer hebben, dan worden de hieraan verbonden indekkingsinstrumenten onmiddellijk stopgezet en worden alle winsten of verliezen, initieel opgenomen in het eigen vermogen, onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.

In afwezigheid van het verkrijgen van indekkingsboekhouding bij de creatie in overeenstemming met de IFRS 9-criteria, worden de wijzigingen in reële waarde van de indekkingselementen in de resultatenrekening opgenomen in plaats van in het eigen vermogen en dit voordat de onderliggende voorziene of vastgelegde transacties zich voordoen.

F2.21.3 In uitvoerende contracten besloten derivaten

Uitvoerende contracten (‘basiscontract’) bevatten soms besloten derivaten.

Besloten derivaten hebben als gevolg dat sommige of alle kasstromen die anders kunnen verwacht worden van het basiscontract, worden gewijzigd in functie van een specifieke rentevoet, de prijs van een financieel instrument, de prijs van een handelsgoed, een wisselkoersprijs of andere variabelen. Als het vaststaat dat dergelijk besloten derivaat niet dicht verbonden is met het basiscontract, dan wordt het afgezonderd van het basiscontract onder de regels van IFRS 9 (reële waarde via resultatenrekening). Het basiscontract wordt geboekt volgens de regels van de uitvoerende contracten, wat wil zeggen dat dergelijk contract niet wordt erkend in de balans of de resultatenrekening voor de contractuele levering plaatsvindt.

F2.22 Aanpassingen aan het resultaat

Aanpassingen aan het resultaat hebben betrekking tot herstructureringsmaatregelen, bijzondere waardeverminderingen van activa gerelateerd aan herstructureringsmaatregelen en andere kosten of opbrengsten resulterend uit feiten of transacties die duidelijk verschillen van de courante activiteiten van de onderneming, zoals de beëindiging van activiteiten en milieuvoorzieningen die verband houden met historische vervuiling of niet-actieve vestigingen.

Alle activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan verschillende risico’s die al dan niet financieel van aard zijn maar die de financiële prestaties van de Groep kunnen beïnvloeden. Financiële risico’s omvatten veranderingen van metaalprijzen, wisselkoersen, bepaalde markt-gedefinieerde commerciële voorwaarden, rentevoeten alsook krediet- en liquiditeitsrisico’s. Het globale risicobeheer van de Groep tracht de negatieve invloed op de financiële resultaten van de Groep tot een minimum te beperken, door deze risico’s in te dekken met financiële indekkings- en verzekeringsinstrumenten.

F3.1 Wisselkoersrisico

Het wisselkoersrisico waaraan Umicore blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele, transactionele en omrekeningsrisico’s.

F3.1.1 Structureel risico

De inkomsten van Umicore zijn gedeeltelijk in USD uitgedrukt, alhoewel vele activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden (voornamelijk in Europa en Azië). Elke wijziging in de USD-wisselkoers versus EUR of andere deviezen die niet aan de USD gekoppeld zijn, heeft daardoor een invloed op de resultaten van de onderneming.

Een groot deel van deze blootstelling aan de wisselkoers vloeit voort uit de in USD uitgedrukte metaalprijzen, gelinkt aan de recyclage en raffinage activiteiten.

Een toenemend aandeel van dit structurele risico vloeit voort uit niet-metaal gerelateerde inkomsten uitgedrukt in USD, zoals aangerekende raffinage- en verwerkingskosten en productpremies. Deze toename is vooral te wijten aan de versnelde groei van de batterijmaterialen activiteiten in Azië.

Naast de blootstelling aan de USD ten opzichte van de EUR is er ook een structurele en stijgende gevoeligheid van zowel de EUR als de USD tegenover enkele andere deviezen zoals de Koreaanse Won (KRW), Chinese Yuan (CNY), Canadese Dollar (CAD), Poolse Zloty (PLN) en Braziliaanse Real (BRL).

Structurele wisselkoersindekking

Het indekkingsbeleid van Umicore laat toe om zich tegen structurele wisselkoersblootstelling op termijn in te dekken, zij het in combinatie met de indekking tegen de structurele metaalprijsblootstelling of geïsoleerd, doorgaans wanneer een wisselkoers of een in EUR uitgedrukte metaalprijs boven het historische gemiddelde ligt en zich op een niveau bevindt waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden.

In verband met het structurele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep past een voorzichtige aanpak toe voor structurele indekking, nooit tot 100 %, en vermijdt hierbij niet-effectiviteit ten gevolge van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling.

Op het einde van 2021, was Umicore in het bezit van enkele structurele wisselkoersindekkingen die gerelateerd zijn aan niet-metaalprijsgerelateerde wisselkoerssensitiviteit voor o.a. de volgende contracten: EUR/USD, USD/KRW, USD/CNY, EUR/CNY, EUR/PLN en USD/CAD.

F3.1.2 Transactioneel risico

Het bedrijf is ook onderhevig aan transactionele risico’s met betrekking tot deviezen, namelijk het risico dat wisselkoersen schommelen tussen het moment waarop de prijs met de klant of leverancier wordt bepaald en het moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Umicore dekt zich systematisch in tegen dergelijke transactionele risico’s, voornamelijk via termijncontracten.

In verband met het transactionele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (balans elementen en engagementen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep dekt het transactionele risico voor zover mogelijk maximaal in, tot 100 %. Elke niet-effectiviteit kan het gevolg zijn van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling, maar deze ineffectiviteit wordt naar verwachting nooit materieel.

F3.1.3 Omrekeningsrisico

Umicore is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in EUR rapporteren. Wanneer dergelijke resultaten geconsolideerd worden in de rekeningen van de Groep, is het omgerekende bedrag blootgesteld aan waardeschommelingen van zulke lokale valuta’s ten opzichte van de EUR. Het betreft voornamelijk USD, BRL, KRW, CNY en ZAR. Hoewel Umicore zich niet systematisch indekt tegen dit soort risico, kunnen indekkingen op ad hoc basis wel afgesloten worden.

F3.2 Metaalprijsrisico

Het metaalprijsrisico van Umicore kan opgedeeld worden in 3 categorieën: structureel risico, transactioneel risico en risico op metaalvoorraden.

Om de indekkingseffectiviteit te bepalen van het structureel en transactioneel risico, hanteert Umicore een vergelijking van de kritische termen tussen het ingedekte element en het indekkingsinstrument op basis van onder meer de hoeveelheid en de vervaldag. De indekkingsratio bedraagt 100% waarbij de oorzaken van niet-effectiviteit kunnen voortkomen uit een verschil in vervaldag tussen het ingedekte element en het indekkingsinstrument of een wijziging in de risicopositie.

F3.2.1 Structureel risico

Umicore is blootgesteld aan structurele metaalprijsrisico’s. Die risico’s vloeien voornamelijk voort uit de metaalprijzen die inwerken op de metaalbonussen die gehaald worden op de voor verwerking geleverde materialen of andere inkomstenelementen die afhangen van de metaalprijzen. Het beleid van Umicore laat toe om dergelijke blootstelling aan metaalprijzen op termijn in te dekken doorgaans wanneer de forward-metaalprijzen uitgedrukt in de functionele wisselkoers van de desbetreffende activiteit boven hun historisch gemiddelde liggen en zich op een niveau bevinden waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. In welke mate het metaalprijsrisico op termijn ingedekt kan worden hangt af van de liquiditeit van de desbetreffende markten en de beschikbaarheid van de nodige indekkingsinstrumenten.

In het segment Recycling, recycleert de Groep voornamelijk platina, palladium, rhodium, goud en zilver en andere basis- en speciale metalen. In dit segment is de gevoeligheid op de korte termijn van inkomsten en operationele resultaten tegenover metaalkoersen in het bijzonder belangrijk. Gezien de variabiliteit in het soort aangevoerde materialen in de loop der jaren, blijft het moeilijk om een specifieke sensitiviteit uit te drukken voor één welbepaald metaal. In het algemeen geldt dat hogere prijzen in een stijging van de inkomsten in het Recycling segment resulteren (en omgekeerd geldt hetzelfde). Umicore bezit ook een metaalprijssensitiviteit in de andere segmenten Catalysis, Energy & Surface Technologies die vooral gelinkt is aan de metaal gerelateerde inkomsten en afhankelijk van de gebruikte metalen in de desbetreffende segmenten. Over het algemeen draagt een hogere metaalprijs bij tot voordelen op korte termijn voor de winstgevendheid van elke activiteit (en omgekeerd geldt hetzelfde). Echter, andere commerciële voorwaarden die grotendeels onafhankelijk zijn van de metaalprijs, zoals productpremies, zijn evenzeer significant en onafhankelijk bepalend voor de opbrengsten en de resultaten. Tot slot kunnen aanhoudend hoge metaalprijzen in sommige gevallen andere risico’s vergroten, zoals het risico op substitutie of het risico op verstoringen van de bevoorradingsketen.

Structurele metaalprijsindekking

Umicore dekt een deel van haar toekomstige blootstelling aan forward metaalkoersen in. Deze indekking is gebaseerd op documentatie die een hoge waarschijnlijkheid aangeeft van kasstromen die afhankelijk zijn van toekomstige metaalprijzen en voortkomen uit commerciële contracten. Umicore heeft een deel van zijn toekomstige blootstelling aan metaalprijzen ingedekt. In de loop van 2021 is Umicore bijkomende forward contracten aangegaan om een substantieel deel van zijn verwachte structurele prijsblootstelling aan bepaalde edele metalen in te dekken voor 2022, 2023 en 2024. Voor 2022, gebaseerd op de huidige respectievelijk verwachte blootstellingen, zijn de volgende indekkingen verzekerd: bijna twee derde voor palladium, meer dan de helft voor goud, iets minder dan de helft voor zilver en bijna een derde voor platinum en rhodium. Voor 2023 zijn de verwachte indekkingsratio's: bijna een derde voor goud, zilver en palladium en een klein deel voor platinum en rhodium. Voor 2024 werd slechts een klein deel van de verwachte blootstelling voor goud, zilver en palladium ingedekt. Tot slot heeft Umicore ook indekkingen voor een deel van zijn verwachte blootstelling aan lood en koper voor 2022 en 2023.

In verband met het structurele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep past een voorzichtige aanpak toe voor structurele indekking, nooit tot 100 %, en vermijdt hierbij niet-effectiviteit ten gevolge van verschillen in vervaldag tussen ingedekt element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling.

F3.2.2 Transactioneel risico

De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico’s op aangekochte en verkochte metalen. De meerderheid van de transacties in metalen gebruiken marktreferenties van derden zoals deze van de London Metal Exchange. Als de onderliggende metaalprijs constant zou blijven, dan zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de grondstoffen terug aan de klant worden doorgerekend als een deel van de verkoopprijs. Gezien de tijd die nodig is voor de conversie van aangekochte grondstoffen tot eindproducten en de verkoop ervan, zal de volatiliteit in de metaalkoers die als referentie dient, verschillen doen ontstaan tussen de aankoopprijs van de metalen en de verkoopprijs. Er is dus een transactioneel risico ingevolge elke prijswijziging tussen het moment waarop grondstoffen worden aangekocht (meer specifiek, wanneer de aankoopprijs wordt gefixeerd) en het moment waarop producten worden verkocht (meer bepaald, wanneer de verkoopprijs wordt gefixeerd).

Het beleid van de Groep bestaat erin om dit transactioneel risico zo veel mogelijk in te dekken, voornamelijk met termijnoperaties.

In verband met het transactionele risico, beoordeelt de Groep de effectiviteit van de indekking door een vergelijking van de kritische termen tussen de ingedekte elementen (balans elementen en engagementen) en de financiële instrumenten op vlak van hoeveelheid en vervaldag. De Groep dekt het transactionele risico voor zover mogelijk maximaal in, tot 100 %. Elke niet-effectiviteit van dergelijke indekkingen kan het gevolg zijn van verschillen in vervaldag tussen ingedekte element en instrument of ten gevolge van veranderingen in de hoeveelheid van blootstelling, maar deze ineffectiviteit wordt naar verwachting nooit materieel .

De versnelde groei van de batterij materiaal activiteiten heeft de afgelopen jaren substantieel gezorgd voor een toenemende blootstelling aan de specifieke betrokken metalen, zoals kobalt en nikkel. Toegenomen volumes, kwetsbaarheid aan de bijhorende prijsschommelingen en in geval van sommige metalen zoals kobalt, het gebrek aan een liquide papier forward markt, leiden tot toegenomen metaal risico’s. Voor kobalt streeft het Umicore transactioneel indekkingsbeleid ernaar zoveel mogelijk de fixatie van de aankoopprijs en de verkoopprijs op elkaar af te stemmen. Deze fysieke ‘back-to-back’ laat toe om de transactionele risico’s voor kobalt in een volatiele markt te beperken.

Het economische beleid van de Groep inzake transactionele metaalindekking schrijft voor dat waarderingsprincipes voor aanpassingen naar reële marktwaarde initieel worden toegepast op alle elementen van de transactionele indekkingspositie, zowel de indekkingsinstrumenten als de ingedekte elementen. Waar mogelijk gebeurt dit volgens de IFRS 9 indekkingsboekhoudregels. Wanneer IFRS 9 indekkingsboekhoudregels niet toegepast of verkregen kunnen worden, neemt Umicore de positieve aanpassingen naar reële marktwaarde terug (zie toelichting F2.21.1 transactionele risico's - reële waarde indekking).

F3.2.3 Risico op metaalvoorraden

De Groep is blootgesteld aan metaalkoersrisico’s op de permanente metaalvoorraden. Het risico heeft te maken met de kans dat metaalkoersen dalen tot onder de boekwaarde van deze voorraden. Umicore dekt zich niet in tegen dit risico.

F3.3 Renterisico

Renterisico’s vloeien voort uit veranderingen in de heersende marktrente, die kunnen leiden tot enerzijds veranderingen in de reële waarde van schuldinstrumenten met een vaste rentevoet en anderzijds in de rentebetalingen van schuldinstrumenten met een variabele rentevoet. Dit risico wordt beheerd door het schuldprofiel van de Groep op regelmatige basis te evalueren en door renteswaps af te sluiten. Eind december 2021 bedroeg de bruto financiële schuld van de Groep 2.155 miljoen, waarvan 1.621 miljoen met een vaste rentevoet. Op het einde van de periode zijn er uitstaande rentevoetswaps voor een totaal van 40 miljoen, met vervaldag eind 2023.

F3.4 Kredietrisico

Kredietrisico en concentratie van kredietrisico

Kredietrisico is het risico op wanbetalingen door eender welke tegenpartij, met betrekking tot de verkoop van goederen of metaalleasingoperaties. Om de kredietblootstelling te beheren, heeft Umicore een kredietbeleid opgesteld met aanvragen voor kredietlimieten, goedkeuringsprocedures, ononderbroken toezicht van de kredietblootstelling en aanmaningsprocedures in het geval van uitstel. Het kredietrisico ten gevolge van verkopen is tot een bepaalde grens ingedekt via kredietverzekeringen, accreditieven of andere gelijkaardige betalingswijzen. Umicore is een aantal kredietverzekeringscontracten aangegaan met verschillende verzekeraars. Eén daarvan is wereldwijd van toepassing en beschermt de verzekerde activiteiten tegen insolventie, politieke en commerciële risico’s met een individualiseerbare vrijstelling van 5% per factuur en voorziet een maximale schadeloosstelling per regio of land. Umicore heeft bepaald dat in een bepaald aantal gevallen waar de kosten van een kredietverzekering niet in verhouding staan tot het te verzekeren risico, geen beroep zal worden gedaan op een dergelijke globale kredietverzekeringsdekking. Voor die ondernemingen die gekenmerkt worden door een aanzienlijke klantenconcentratie of door een specifieke en nauwe relatie met de klanten, kunnen specifieke verzekeringscontracten voor een bepaalde periode worden opgezet. Er dient te worden opgemerkt dat sommige omvangrijke transacties, zoals de verkoop van edele metalen door het segment Recycling, een beperkt kredietrisico hebben aangezien het een gangbare praktijk is om te betalen voor de levering. Umicore kan bepaalde kredietrisico's verder beperken door verdiscontering van schuldvorderingen zonder verhaal of, vooral in China, door verdiscontering van bankwissels zonder verhaal. Met betrekking tot het risico tegenover financiële instellingen zoals banken en brokers, past Umicore ook interne kredietlijnen toe. Er worden specifieke limieten gesteld, per financieel instrument, die de diverse risico’s moeten indekken die verbonden zijn aan het handelen met deze tegenpartijen. In overeenstemming met IFRS 9 worden bijzondere waardeverminderingen voor verwachte kredietverliezen op vorderingen berekend en erkend, hierbij wordt een vereenvoudigde aanpak toegepast.

F3.5 Liquiditeitsrisico

Liquiditeitsrisico heeft betrekking op het vermogen om schulden af te lossen en te herfinancieren (met inbegrip van uitgegeven obligaties) en om activiteiten te financieren. De Groep beheert het liquiditeitsrisico door voldoende financieringsbronnen aan te houden, door te zorgen voor zeer brede diversificatie van die financieringsbronnen (op vlak van instrumenten, kredietverlenende banken en andere instituten en op vlak van geografie), door de looptijdprofielen van financiële activa en passiva zo nauw mogelijk op elkaar af te stemmen en door de looptijden van financieringsbronnen te spreiden. Financieringsbronnen omvatten o.a. operationele kasstromen, vastgelegde en niet-vastgelegde bankfaciliteiten met inbegrip van Chinese banklijnen, metaal leaselijnen, uitgifte van handelspapier en onderhandse schuldplaatsingen op lange termijn. Zie toelichting F20 en F24 voor verdere details.

F3.6 Belastingrisico

De belastinglast opgenomen in de financiële rapportering is gebaseerd op de door de Groep naar best vermogen berekende belastingschuld. De definitieve belastingschuld komt evenwel slechts vast te staan nadat er belastingcontroles hebben plaatsgevonden. Tot op dat moment hangt er een zekere graad van onzekerheid over de uiteindelijke belastingschuld van deze periode. Het Groepsbeleid is er op gericht om belastingaangiftes binnen de wettelijke termijnen in te dienen en om belastingadministraties tegemoet te komen door te verzekeren dat de belastingposities van de Groep getrouw en actueel zijn en dat alle verschillen in interpretatie van de belastingwetgeving en -regelgeving zo snel mogelijk besproken en opgelost worden. Rekening houdend met de omvang en het internationale karakter van de Groepsactiviteiten en zoals het geval is voor andere internationale bedrijven, vormen BTW, andere omzetbelastingen en intra-groepverrekenprijzen een inherent belastingrisico voor de Groep. Wijzigingen in de belastingwetgeving of in de toepassing ervan inzake verrekenprijzen, BTW, buitenlandse dividenden, O&O-belastingkredieten en belastingverminderingen kunnen mogelijkerwijze de werkelijke belastingvoet verhogen en de netto resultaten van de Groep ongunstig beïnvloeden. Op basis van de bovenstaande belastingrisico’s heeft het management een gedetailleerde analyse uitgevoerd van onzekere belastingposities wat heeft geleid tot het erkennen van provisies in lijn met IFRIC 23.

F3.7 Kapitaalrisico

In het beheer van haar middelen zal de Groep de continuïteit van de bedrijfsvoering bewaren, de rentabiliteit voor de aandeelhouders en de belangen van de andere belanghebbenden onderhouden en een optimale kapitaalstructuur hanteren om zo de kapitaalkost te verminderen.

Om de kapitaalstructuur te handhaven of aan te passen, kan de Groep bijvoorbeeld de dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders aanpassen, kapitaal uitkeren aan de aandeelhouders, eigen aandelen inkopen of nieuwe aandelen uitgeven.

De Groep controleert haar kapitaalstructuur door onder meer de ‘hefboomratio’ en de ratio van de netto financiële schuld ten opzichte van de aangepaste bedrijfskasstroom te hanteren. De hefboomratio wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door de som van de netto financiële schuld en het totaal eigen vermogen van de Groep. De netto financiële schuld wordt berekend als de som van de financiële schulden op lange termijn en de financiële schulden op korte termijn, verminderd met de kas en kasequivalenten en leningen toegekend in een niet-operationele context. De cijfers voor de gepresenteerde periodes worden gedetailleerd in de toelichting F24 Financiële schulden.

In normale bedrijfsomstandigheden zal de Groep streven naar een kapitaalstructuur die overeenstemt met een voor investeringen aantrekkelijke kredietwaardigheidsscore (‘investment grade’). De Groep kan overwegen om de hiermee overeenstemmende schuldgraad tijdelijk te overschrijden in het kader van een bijzonder gebeurtenis, zoals een belangrijke acquisitie.

F3.8 Strategische en operationele risico's

Umicore is blootgesteld aan diverse strategische en operationele risico’s, die niet noodzakelijk een financieel karakter hebben, maar die niettemin de financiële prestatie van de Groep kunnen schaden. Het betreft o.a. technologische risico’s, bevoorradingsrisico’s, risico van productsubstitutie bij klanten, risico’s met betrekking tot de bevoorradingszekerheid (zoals voor bepaalde kritische metalen), operationele risico’s verbonden aan kritieke productie-installaties, risico’s verbonden aan de beschikbaarheid van informatiesystemen en cyberveiligheid, risico’s verbonden aan juridische geschillen en procedures, risico's verbonden aan het verhandelen van metalen, risico’s verbonden aan de bijzondere waardevermindering van activa als gevolg van een wijziging in de onderliggende zakelijke context & vooruitzichten van de activa, etc. In sommige gevallen bestaat er een rechtstreeks verband tussen de financiële en operationele risico’s. Zo kan een potentieel continuïteitsrisico voor bepaalde kritieke grondstoffen of metalen ten gevolge van plotse of extreme fysieke bevoorradingsschaarste de financiële risico’s, en in het bijzonder de metaalprijsrisico’s, aanzienlijk vergroten. In het verleden vertoonden bepaalde metalen, zoals bijvoorbeeld rhodium of kobalt, een hoge prijsvolatiliteit door krapte op de bevoorradingsmarkt. We verwijzen naar de pagina’s Managing Risk Effectively over risicobeheer in het hoofdstuk over Corporate Governance voor een beschrijving van deze risico’s en een overzicht van de wijze waarop Umicore deze risico’s benadert.

We verwijzen naar onze toelichting over de gebeurtenissen na balansdatum (F38) voor bijkomend inzicht over de crisis in Oekraïne.

3.9 Covid-19 gerelateerde risico's

De liquiditeitsrisico's die zijn ontstaan in 2020 gerelateerd aan de Covid-19 pandemie zijn gradueel afgenomen in 2021. Bijgevolg, en zonder de brede diversificatie aan toegankelijke financiering van Umicore te belemmeren, werden de Covid-19 specifieke korte termijn financieringen niet verlengd tot na hun oorspronkelijke vervaldatum in 2021. We verwijzen naar toelichting F24 voor meer details. Kredietrisico's werden van nabij opgevolgd en de Groep werd niet geconfronteerd met materiële kredietverliezen.

De gebruikte schattingen en beoordelingen bij de opstelling en de toepassing van de financiële verslagen van de geconsolideerde Groep worden voortdurend geëvalueerd en zijn gebaseerd op ervaringshistorieken en andere elementen. Toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de entiteit en voor zover die onder de gegeven omstandigheden aannemelijk lijken zijn hierin inbegrepen. De geschatte resultaten die hieruit voortvloeien zijn per definitie dan ook maar zelden identiek aan de actuele resultaten.

Hypotheses en inschattingen worden onder andere gemaakt bij:

  • de beoordeling van de noodzaak tot bijzondere waardeverminderingen op vaste activa en een raming hiervan;

  • de waardering van voorzieningen voor personeelsvoordelen;

  • het boeken en berekenen van voorzieningen voor belastings-, milieu-, garantie- en geschilrisico’s alsook voor teruggezonden producten, verlieslatende contracten en herstructureringen;

  • het bepalen van bijzondere waardeverminderingen op voorraden;

  • het beoordelen in welke mate uitgestelde belastingactiva gebruikt zullen worden;

  • de economische levensduur van materiële vaste activa; en immateriële vaste activa met uitsluiting van de goodwill.

Hieronder worden de inschattingen en beoordelingen vermeld die een betekenisvolle kans hebben om tijdens het volgende boekjaar een materiele aanpassing in de waarde van de activa en passiva te veroorzaken.

F4.1 Bijzondere waardeverminderingstest

De Groep toetst de boekwaarde van haar kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardeverminderingen telkens wanneer bepaalde externe of interne gebeurtenissen een mogelijk risico op bijzondere waardeverminderingen voor een dergelijke eenheid suggereren. De Groep toetst jaarlijks de goodwill van zijn kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardeverminderingen. Een bijzondere waardevermindering wordt geboekt wanneer de boekwaarde op een structurele manier de realiseerbare waarde overschrijdt. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde minus verkoopkosten en de bedrijfswaarde, overeenkomstig de waarderingsregel. Deze bedrijfswaarde wordt berekend door verdiscontering van gerelateerde toekomstige vrije kasstromen (DCF-model) om hun contante waarde te berekenen. Deze berekeningen vereisen het gebruik van ramingen en veronderstellingen, zoals discontovoeten, wisselkoersen, grondstofprijzen, toekomstige kapitaalbehoeften en toekomstige bedrijfsresultaten. Interne ramingen van de toekomstige bedrijfsresultaten zijn gebaseerd op een analyse waarbij een combinatie van factoren wordt gemaakt, waaronder: prognoses van de marktgroei, ramingen van het marktaandeel, het concurrentielandschap, de prijszetting en de kostenevolutie. Dergelijke analyse combineert zowel intern gegenereerde ramingen als gegevens uit externe bronnen.

Op 31 december 2021 beliep de waarde van de goodwill voor de geconsolideerde groep 158,6 miljoen (156,0 miljoen in 2020). Zie toelichting F15 Goodwill voor meer details over de jaarlijkse toetsing bijzondere waardevermindering van goodwill.

F4.2 Verplichtingen tot sanering

Provisies worden aangelegd voor de verwachte kost van de toekomstige sanering van de industriële sites en hun omgeving, voor zover een wettelijke of feitelijke verplichting bestaat in overeenstemming met paragraaf 2.15 van de waarderingsregels. Deze provisies bevatten een schatting van de toekomstige kost verbonden aan herwinning, sluiting van vestigingen, de sluiting van stortplaatsen, bewaking, afbraakkosten, decontaminatie, waterzuivering en permanente opslag van historische residuen. De schattingen van deze toekomstige kosten werden verdisconteerd naar hun huidige waarde. De berekening van deze geschatte provisies vereist dat veronderstellingen worden gemaakt over de toepassing van de milieuwetgeving, van de datum waarop vestigingen worden gesloten, van de beschikbare technologie, de studiekosten en specifiek met betrekking tot de Hoboken Green Zone, de aankoopkosten van huizen. Een wijziging in een van de gebruikte veronderstellingen kan een materiële impact hebben op de effectieve waarde van de provisies voor sanering. Op 31 december 2021 was de waarde van de provisies voor sanering 109,8 miljoen (108,2 miljoen in 2020). We verwijzen naar toelichting F29 Voorzieningen leefmilieu voor meer details.

F4.3 Verplichtingen van een 'te bereiken doel'-plan

Activa of passiva, in verband met pensioenplannen met een ‘te bereiken doel’, worden in de balans opgenomen in overeenstemming met paragraaf 2.16 van de waarderingsregels. De huidige waarde van een verplichting in functie van een plan met een ‘te bereiken doel’ is afhankelijk van een aantal factoren die bepaald worden op een actuariële basis. De geconsolideerde groep bepaalt de toepasselijke verdisconteringsvoet die op het einde van ieder jaar moet gebruikt worden. De verplichtingen van de geconsolideerde groep in verband met vergoedingen aan het personeel worden meer uitvoerig behandeld in toelichting F27. Op 31 december 2021 was een provisie als gevolg van verplichtingen aan het personeel opgenomen van 387,2 miljoen (426,4 miljoen in 2020).

F4.4 Recupereerbaarheid van uitgestelde belastingactiva

Uitgestelde belastingactiva voor tijdelijke verschillen, ongebruikte fiscale verliezen en reële waardereserves worden maar opgenomen indien er toekomstige belastbare winsten (gebaseerd op het operationeel plan van de Groep) beschikbaar zullen zijn om deze tijdelijke verschillen en verliezen te recupereren. Het effectieve belastingresultaat in toekomstige periodes kan verschillen van de veronderstelling gemaakt op het ogenblik van de opname van de uitgestelde belastingen.

Andere veronderstellingen en schattingen worden besproken in de respectievelijke toelichtingsnota’s waar deze veronderstellingen en schattingen werden gebruikt voor de waardering van de respectievelijke elementen.

F4.5 Voorzieningen voor overige risico's en kosten

In het kader van de snelle groei van Umicore batterij materialen voor transport toepassingen, groeit de blootstelling van de Groep aan de automobiel industrie. Deze industrie heeft een traditie van waarborgen terugroepakkoorden, verbonden aan mogelijke kwaliteitsredenen van het product (ongeacht of een wettelijke verplichting bestaat). In het kader hiervan zet Umicore in 2021 het gebruik van een in 2018 geïntroduceerd voorzieningsmodel verder.

Bijkomende significante voorzieningen voor overige risico's en kosten zijn gerelateerd aan verlieslatende contracten. Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt opgenomen wanneer de onvermijdelijke kosten om verplichtingen na te komen onder het contract hoger zijn dan de verwachte economische voordelen die daartegenover staan.

Op 31 December 2021 bedroeg het nominaal bedrag van de voorzieningen voor overige risico’s en kosten 89,4 miljoen (€80 ,1 miljoen in 2020).

F4.6 Voorzieningen voor de onzerkerheid over de behandeling van de inkomstenbelasting

Zoals vermeld in toelichting F2.19, maakt Umicore een gedetailleerde inschatting van alle belastingonzekerheden binnen de Groep volgens IFRIC 23. Bij de waardering van de onzekere belastingposities heeft de Groep rekening gehouden met de verjaringstermijn, rekening houdend met de belastingwetgeving en -reglementering die van toepassing is in het overeenstemmende land, wat resulteert in een marge van drie tot acht jaar. De afwikkeling van de door de Groep ingenomen belastingposities kan veel tijd in beslag nemen en in sommige gevallen is de uitkomst moeilijk te voorspellen. De gemaakte inschattingen weerspiegelen de gevallen waarin de Groep betrokken is bij routine belastingcontroles, potentiële belastingrisico's heeft geïdentificeerd in verband met verrekenprijzen of betrokken is bij besprekingen met de belastingautoriteiten. De raming van de belastingschuld en de belastinglasten omvat de overeenkomstige boetes en verwijlintresten. De meeste onzekere belastingposities worden gewaardeerd op basis van de verwachte waarde, die bestaat uit de som van gewogen uitkomsten van een reeks mogelijke waarschijnlijke uitkomsten, maar voor een beperkt aantal onzekere belastingposities wordt ook het meest waarschijnlijke bedrag gehanteerd.

De grote meerderheid van de voorziening voor onzekerheid over de behandeling van inkomstenbelasting is gerelateerd aan verschillende individuele onzekerheden over of de belastingautoriteit een bepaalde methodologie van verrekenprijzen zal aanvaarden of aan verscheidene individuele onzekerheden gerelateerd aan de aftrekbaarheid van een bedrag voor belastingdoeleinden.

De voorziening van de groep voor onzekere fiscale behandelingen was per december 2021 101,1 miljoen (2020: 114,9 miljoen), wat resulteert in een afname van die verplichtingen met 13,8 miljoen. Deze voorziening werd in de geconsolideerde balans geboekt onder Te betalen inkomstenbelasting. De beweging doorheen het jaar komt overeen met de herwaardering en doorrekening van bestaande onzekere belastingposities, de terugname van onzekere belastingposities op basis van ondernomen matigende acties en het verstrijken van de verjaringstermijn en de opname van nieuwe onzekere belastingposities. De afname tijdens het jaar 2021 komt voornamelijk voort uit het afronden van belastingsaudits in Europa, vooral gerelateerd aan verrekenprijzen.

Hierna volgt een lijst van de belangrijkste operationele ondernemingen die in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen zijn:

% deelneming in

% deelneming in

2020

2021

Voortgezette activiteiten

Argentinië

Umicore Argentina S.A.

100,00

100,00

Australië

Umicore Marketing Services Australia Pty Ltd.

100,00

100,00

Oostenrijk

Oegussa GmbH

91,29

100,00

België

Todini (BE 0834.075.185)

100,00

100,00

-

Umicore Financial Services (BE 0428.179.081)

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services Belgium (BE 0402.964.625)

100,00

100,00

-

Umicore Specialty Materials Brugge (BE 0405.150.984)

100,00

100,00

-

Umicore Holding Belgium (BE 0731.571.921)

100,00

100,00

Brazilië

Coimpa Industrial Ltda

100,00

100,00

-

Umicore Brasil Ltda

100,00

100,00

-

Clarex S.A.

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai Brasil Industrial Ltda

60,00

60,00

-

Umicore Catalisadores Ltda.

100,00

100,00

Canada

Umicore Canada Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Autocat Canada Corp.

100,00

100,00

-

Umicore Precious Metals Canada Inc.

100,00

100,00

China

Umicore Marketing Services (Shanghai) Co., Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services (Hong Kong) Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Autocat (China) Co. Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Changxin Surface Technology (Jiangmen) Co., Ltd.

80,00

80,00

-

Jiangmen Umicore Changxin New Materials Co., Ltd.

90,00

90,00

-

Umicore Shokubai (China) Co Ltd

60,00

60,00

-

Umicore Platinum Engineered Materials (Suzhou) Co., Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Catalyst (China) Co., Ltd.

100,00

100,00

Denemarken

Umicore Denmark ApS

100,00

100,00

Finland

Umicore Finland OY

100,00

100,00

Frankrijk

Umicore France S.A.S.

100,00

100,00

-

Umicore IR Glass S.A.S.

100,00

100,00

-

Umicore Autocat France S.A.S.

100,00

100,00

-

Umicore Specialty Powders France S.A.S.

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services France S.A.S.

100,00

100,00

-

Todini France S.A.S.

100,00

100,00

Duitsland

Umicore AG & Co. KG (*)

100,00

100,00

-

Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG (**)

91,21

0,00

-

Agosi AG (**)

100,00

100,00

-

Umicore Galvanotechnik GmbH

91,21

100,00

-

Todini Deutschland GmbH

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai Germany GmbH

60,00

60,00

Italië

Todini and CO. S.P.A.

100,00

100,00

Indië

Umicore Autocat India Pvt LTD

100,00

100,00

-

Umicore India Private Limited

100,00

100,00

-

Todini Metals and Chemicals India Private Limited

70,00

70,00

Japan

Umicore Japan KK

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai Japan Co Ltd

60,00

60,00

Zuid-Korea

Umicore Korea Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services Korea Co., Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Catalysis Korea Co.,Ltd. (previously: Ordeg Co, Ltd,)

100,00

100,00

Liechtenstein

Umicore Thin Film Products AG

100,00

100,00

Luxemburg

Umicore International

100,00

100,00

-

Umicore Autocat Luxembourg

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai

60,00

60,00

Mexico

Todini Atlántica S.A. de C.V.

70,00

70,00

Nederland

Schöne Edelmetaal BV

91,21

100,00

Filippijnen

Umicore Specialty Chemicals Subic Inc.

78,20

78,20

Polen

Umicore Autocat Poland sp. z o.o.

100,00

100,00

-

Todini Europe sp. z o.o.

70,00

70,00

-

Umicore Poland Sp. z o.o.

100,00

100,00

Portugal

Umicore Marketing Services Lusitana Metais Lda

100,00

100,00

Zuid-Afrika

Umicore Marketing Services Africa (Pty) Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Catalyst South Africa (Pty) Ltd.

65,00

65,00

Spanje

Todini Quimica Ibérica, S.L.

100,00

100,00

Zweden

Umicore Autocat Sweden AB

100,00

100,00

Zwitserland

Allgemeine Suisse SA

91,21

100,00

Taiwan

Umicore Thin Film Products Taiwan Co Ltd

100,00

100,00

Thailand

Umicore Precious Metals Thailand Ltd.

91,21

100,00

-

Umicore Autocat (Thailand) Co., Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai (Thailand) Co., Ltd.

60,00

60,00

Verenigd Koninkrijk

Umicore Coating Services Ltd.

100,00

100,00

-

Umicore Marketing Services UK Ltd

100,00

100,00

VS

Umicore USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Autocat USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Precious Metals NJ LLC

100,00

100,00

-

Umicore Precious Metal Chemistry USA LLC

100,00

100,00

-

Umicore Precious Metals USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Optical Materials USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Shokubai USA Inc

60,00

60,00

-

Palm Commodities International

100,00

100,00

-

Umicore Electrical Materials USA Inc.

100,00

100,00

-

Umicore Catalyst USA, LLC

100,00

100,00

(*) Umicore AG & Co. KG, geregistreerd in Hanau, Duitsland, is vrijgesteld van de verplichting om een jaarlijkse geconsolideerde jaarrekening en een management- en groepsmanagementrapport voor te bereiden, auditen en publiceren in overeenstemming met sectie 264b en 291 van de Duitse handelswet.

(**) In 2021 werd Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG gefuseerd met zijn aandeelhouder Umicore International AG na de overname van de resterende 8,8% minderheidsaandelen. Umicore International AG werd vervolgens hernoemd naar Agosi AG.

Met betrekking tot de belangrijkste gangbare deviezen gebruikt door de geconsolideerde entiteiten en participaties van de Groep zijn de gebruikte koersen voor de omzetting naar de munt waarin de Groep haar financieel verslag opstelt (€) de hiernavolgende. Alle dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures hebben als functionele waarderingsmunt de munt van het land waarin zij actief zijn, uitgezonderd voor Element Six Abrasives (Verenigd Koninkrijk) die de Amerikaanse dollar gebruikt.

Slotkoers

Gemiddelde koers

2020

2021

2020

2021

Amerikaanse dollar

USD

1,227

1,133

1,142

1,183

Britse pond

GBP

0,899

0,840

0,890

0,860

Canadese dollar

CAD

1,563

1,439

1,530

1,483

Zwitserse frank

CHF

1,080

1,033

1,071

1,081

Japanse yen

JPY

126,490

130,380

121,846

129,877

Braziliaanse real

BRL

6,377

6,320

5,889

6,381

Zuid-Afrikaanse rand

ZAR

18,022

18,063

18,765

17,477

Chinese yuan

CNY

8,023

7,195

7,875

7,628

Thailandese Baht

THB

36,727

37,653

35,708

37,837

Zuid-Koreaanse won (100)

KRW

13,360

13,464

13,456

13,541

Poolse zloty

PLN

4,560

4,597

4,443

4,565

Informatie per business group 2020

(EUR duizend)

Toelichting

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Corporate & Niet toegewezen

Eliminaties

Totaal voortgezette activiteiten

Totale omzet

5.916.870

2.811.050

13.903.640

25.676

(1.947.120)

20.710.116

Externe omzet

5.783.840

2.750.410

12.150.190

25.676

-

20.710.116

Omzet tussen segmenten

133.030

60.640

1.753.450

-

(1.947.120)

-

Totale inkomsten (zonder metaal)

1.364.210

1.045.040

836.000

-

(6.530)

3.238.720

Externe inkomsten

1.362.640

1.044.940

831.140

-

-

3.238.720

Inkomsten tussen segmenten

1.570

100

4.860

-

(6.530)

-

Bedrijfsresultaat

F9

96.338

(41.118)

310.900

(61.528)

-

304.592

Aangepaste

153.688

70.422

361.815

(57.894)

-

528.030

Aanpassingen

(57.350)

(111.539)

(50.915)

(3.634)

-

(223.438)

Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F9

-

4.874

-

(10.206)

-

(5.332)

Aangepaste

-

4.874

-

3.457

-

8.331

Aanpassingen

-

-

-

(13.663)

-

(13.663)

EBIT

F9

96.338

(36.244)

310.900

(71.734)

-

299.260

Aangepaste

153.688

75.295

361.815

(54.437)

-

536.361

Aanpassingen

(57.350)

(111.539)

(50.915)

(17.297)

-

(237.101)

Afschrijvingen

F9

80.496

110.457

62.949

14.040

-

267.941

Aangepaste

80.496

110.457

62.949

14.040

-

267.941

EBITDA

F9

176.834

74.213

373.849

(57.694)

-

567.201

Aangepaste

234.184

185.752

424.764

(40.397)

-

804.302

Geconsolideerd totaal der activa

3.447.098

3.376.191

1.643.894

1.568.336

(1.694.627)

8.340.892

Segmentactiva

3.447.098

3.337.762

1.643.894

1.466.927

(1.694.627)

8.201.054

Investeringen in geassocieerde ondernemingen

-

38.429

-

101.410

-

139.839

Geconsolideerd totaal der passiva

1.814.687

1.260.177

1.215.316

3.123.485

(1.694.627)

5.719.038

Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar

F31

1.536.950

2.323.770

405.422

175.849

-

4.441.991

Aangewend kapitaal op 30/06

F31

1.560.188

2.189.523

578.205

124.696

-

4.452.611

Aangewend kapitaal op 31/12

F31

1.727.443

2.133.138

446.861

149.138

-

4.456.580

Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester

F31

1.548.569

2.256.646

491.813

150.273

-

4.447.301

Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester

F31

1.643.815

2.161.330

512.533

136.917

-

4.454.596

Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar

F31

1.596.192

2.208.988

502.173

143.595

-

4.450.948

ROCE

F31

9,63%

3,41%

72,05%

-37,91%

0,00%

12,05%

Investeringen

F34

63.798

251.688

71.577

16.105

-

403.169

Totaal O&O

F9

138.742

58.269

10.186

15.766

-

222.964

O&O opgenomen in bedrijfskosten

F9

125.275

43.636

10.186

11.499

-

190.596

O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa

F34

13.468

14.633

-

4.267

-

32.368

Informatie per business group 2021

(EUR duizend)

Toelichting

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Corporate & Niet toegewezen

Eliminaties

Totaal voortgezette activiteiten

Totale omzet

8.154.850

3.533.830

15.609.350

34.849

(3.278.440)

24.054.439

Externe omzet

7.989.680

3.478.360

12.551.550

34.849

-

24.054.439

Omzet tussen segmenten

165.170

55.470

3.057.800

-

(3.278.440)

-

Totale inkomsten (zonder metaal)

1.687.430

1.173.660

1.108.140

-

(5.920)

3.963.310

Externe inkomsten

1.685.690

1.173.420

1.104.200

-

-

3.963.310

Inkomsten tussen segmenten

1.740

240

3.940

-

(5.920)

-

Bedrijfsresultaat

F9

307.811

132.841

528.640

(90.355)

-

878.938

Aangepaste

326.365

131.522

572.927

(79.981)

-

950.833

Aanpassingen

(18.554)

1.319

(44.287)

(10.374)

-

(71.896)

Ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F9

-

7.659

-

9.688

-

17.347

Aangepaste

-

7.659

-

12.884

-

20.543

Aanpassingen

-

-

-

(3.197)

-

(3.197)

EBIT

F9

307.811

140.500

528.640

(80.668)

-

896.284

Aangepaste

326.365

139.181

572.927

(67.097)

-

971.377

Aanpassingen

(18.554)

1.319

(44.287)

(13.571)

-

(75.092)

Afschrijvingen

F9

75.180

122.613

66.921

14.811

-

279.526

Aangepaste

75.229

122.613

66.921

14.811

-

279.576

EBITDA

F9

382.991

263.114

595.562

(65.856)

-

1.175.810

Aangepaste

401.595

261.795

639.848

(52.286)

-

1.250.952

Geconsolideerd totaal der activa

3.356.473

4.364.500

1.426.498

1.825.075

(1.927.305)

9.045.241

Segmentactiva

3.356.473

4.316.864

1.426.498

1.717.571

(1.927.305)

8.890.101

Investeringen in geassocieerde ondernemingen

-

47.636

-

107.504

-

155.140

Geconsolideerd totaal der passiva

1.858.320

2.075.177

973.614

2.898.161

(1.927.305)

5.877.967

Aangewend kapitaal op 31/12 van voorgaand jaar

F31

1.727.443

2.133.138

446.861

149.138

-

4.456.580

Aangewend kapitaal op 30/06

F31

1.846.061

2.191.046

236.829

77.507

-

4.351.443

Aangewend kapitaal op 31/12

F31

1.551.494

2.275.465

460.723

89.213

-

4.376.895

Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste semester

F31

1.786.752

2.162.092

341.845

113.323

-

4.404.011

Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede semester

F31

1.698.778

2.233.255

348.776

83.360

-

4.364.169

Gemiddeld aangewend kapitaal in het jaar

F31

1.742.765

2.197.674

345.310

98.341

-

4.384.090

ROCE

F31

18,73%

6,33%

165,92%

-68,23%

0,00%

22,16%

Investeringen

F34

70.052

218.674

83.097

16.774

-

388.596

Totaal O&O

F9

141.592

63.518

13.164

26.939

-

245.213

O&O opgenomen in bedrijfskosten

F9

132.726

49.903

13.164

21.590

-

217.383

O&O gekapitaliseerd in immateriële vaste activa

F34

8.867

13.614

-

5.349

-

27.830

Informatie per geografisch gebied 2020

(EUR duizend)

Toelichting

Europa

waarvan Belgïe

Azïe-Oceanië

Noord-Amerika

Zuid-Amerika

Afrika

Totaal

Totale omzet

11.115.296

156.181

5.016.465

3.881.278

561.411

135.667

20.710.116

Vaste activa

1.389.895

564.209

1.109.045

112.075

45.590

4.726

2.661.333

Investeringen

F34

274.403

100.914

104.880

8.829

14.750

306

403.169

Bezoldigingen & personeelsvoordelen

573.311

317.820

124.557

72.255

20.139

8.220

798.481

Belastingen op het resultaat

44.445

596

1.776

(6.601)

16.447

3.064

59.131

Informatie per geografisch gebied 2021

(EUR duizend)

Toelichting

Europa

waarvan Belgïe

Azïe-Oceanië

Noord-Amerika

Zuid-Amerika

Afrika

Totaal

Totale omzet

12.676.355

213.003

6.422.284

3.761.205

1.010.605

183.991

24.054.439

Vaste activa

1.487.101

592.688

1.200.470

122.993

51.229

4.283

2.866.076

Investeringen

F34

253.053

102.104

108.851

16.984

9.213

496

388.596

Bezoldigingen & personeelsvoordelen

613.163

329.680

138.417

71.916

21.497

8.147

853.140

Belastingen op het resultaat

88.603

42.066

40.374

17.440

28.557

4.070

179.044

De segmentinformatie wordt voorgesteld volgens de industriële activiteiten waarin de Groep actief is zoals hieronder beschreven.

De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten elementen die direct toewijsbaar zijn alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegewezen.

De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op een transferprijs volgens het ‘arm’s length’-principe. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties worden ‘cost plus’- mechanismen gebruikt. Transacties tussen entiteiten binnen de groep worden mee opgenomen in omzet en opbrengsten (zonder metaalwaarde) van elk segment. Deze hebben vooral te maken met recyclagediensten en -verkopen van geraffineerd metaal aan andere groepssegmenten en zijn van belang om de prestaties van de betrokken segmenten correct in te schatten. Omdat deze transacties niet als externe verrichtingen kunnen beschouwd worden, worden ze op Groepsniveau geëlimineerd, om zodoende een netto positie weer te geven.

Geen van de segmenten van de Groep heeft een externe klant die meer dan 10% van de opbrengsten van de groep vertegenwoordigt.

Umicore heeft bepaald dat segmenten het accurate niveau van detail zijn om de productverkopen op te splitsen aangezien de onderliggende handel, competenties en technologieën maar ook de karakteristieken van toepassingen en producten en de klantenportfolio’s binnen ieder individueel segment zeer gelijkaardig zijn. Bovendien zou het verkrijgen van informatie op een meer opgesplitst niveau leiden tot buitensporige kosten en inspanningen vergeleken met de toevoegde waarde voor de externe lezer van de geconsolideerde jaarrekening.

SEGMENTEN

De Groep is georganiseerd in de volgende segmenten voor rapportering:

CATALYSIS

In 2021 bestaat het segment uit de business units Automotive Catalysts, Precious Metals Chemistry en Fuel Cells & Stationary Catalysts. Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en voor zware dieseltoepassingen zoals vrachtwagens en offroad voertuigen. Het segment biedt ook katalysatoren voor industriële emissiecontrole en produceert verbindingen op basis van edele metalen en katalysatoren voor gebruik in de toepassingen van brandstofcellen, farmaceutica en de fijnchemicaliënindustrie.

ENERGY & SURFACE TECHNOLOGIES

Het segment bestaat uit de business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials, Metal Deposition Solutions en Rechargeable Battery Materials. Het Energy & Surface Technologies segment focust op producten die aanwezig zijn in toepassingen gebruikt bij de productie en opslag van schone energieën in diverse toepassingen voor oppervlaktetechnologieën die eindproducten specifieke eigenschappen en functies verlenen. Alle activiteiten bieden onze klanten een gesloten kringloopservice. Dit segment omvat eveneens de geassocieerde ondernemingen Ganzhou Yi Hao Umicore Industries en Jiangmen Chancsun Umicore Industry.

RECYCLING

Het segment bestaat uit de business units Precious Metals Refining, Jewelry & Industrial Metals en Precious Metals Management. Het Recycling segment verwerkt complexe afvalstromen die edele en andere speciale metalen bevatten. De Recycling activiteiten zijn in staat om ongeveer 20 van deze metalen te herwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industriële residuen tot materialen op het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edele metalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas, elektriciteit en elektronica.

CORPORATE

Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de gecentraliseerde activiteiten in onderzoek en ontwikkeling en in de innovatie activiteiten. Het belang van de Groep in Element Six Abrasives en Ieqsa is hier ook inbegrepen.

In de geografische segmentinformatie worden voor de vaste activa de langetermijninvesteringen, de langetermijnleningen, uitgestelde belastingactiva en de activa voor personeelsvoordelen niet opgenomen, conform IFRS 8. De prestaties van de segmenten wordt geëvalueerd door het hoogste operationele beslissingsorgaan waarbij de evaluatie voornamelijk gebeurt op basis van de aangepaste EBIT/operationeel resultaat. Zoals geïllustreerd in bovenstaande tabel, wordt het verschil tussen het aangepaste operationeel resultaat en het totale operationeel resultaat in de geconsolideerde resultatenrekening verklaard door de aanpassingen waarvoor de definities worden weergegeven in het glossarium.

Geassocieerde ondernemingen zijn toegewezen aan de segmenten waarbij zij vanuit een marktperspectief het nauwst aansluiten.

Er waren geen bedrijfsacquisities tijdens het jaar 2021.

(EUR duizend)

2020

2021

Verkopen

20.565.648

23.901.842

Diensten

144.468

152.597

Omzet

20.710.116

24.054.439

Doorfactureren van kosten aan derden

42.654

61.307

Operationele subsidies

19.865

26.031

Royalty en licentie-inkomsten

6.168

11.264

Inkomsten uit emissierechten

5.207

8.945

Uitkeringen van verzekeringen

21.580

18.406

Diverse interesten en boetes voor laattijdige betalingen

1.167

880

Winst op vervreemding van activa

2.647

1.057

Omrekeningsverschillen op interco eliminaties

(25.567)

(1.361)

Fiscale stimuleringsmaatregelen

4.247

5.294

Belastingkredieten

-

39.779

Overige

2.633

5.318

Overige bedrijfsopbrengsten

80.602

176.919

Bedrijfsopbrengsten uit voortgezette activiteiten

20.790.718

24.231.358

Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen

(18.819.323)

(21.644.346)

Bezoldigingen en personeelsvoordelen

(798.481)

(853.140)

Afschrijvingen op vaste activa

(267.941)

(279.526)

Waardeverinderingen op vaste activa

(87.543)

(48.504)

Voorraden en voorziening voor dubieuze debiteuren

(7.013)

(10.747)

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

(362.497)

(338.777)

Diensten en uitbestede raffinage en productiekosten

(370.526)

(422.798)

Royalties, licenties, consultancy en commissies

(41.606)

(57.820)

Belastingen andere dan winstbelastingen

(19.332)

(22.960)

Voorzieningen (toename/bestedingen en terugnemingen)

(74.128)

(13.477)

Minwaarden bij de realisatie van activa

(996)

(258)

Andere bedrijfskosten

(506.588)

(517.313)

Bedrijfskosten uit voortgezette activiteiten

(20.486.888)

(23.353.576)

Omzet verwijst naar omzet uit contracten aangegaan met klanten zoals in IFRS 15. De verdere opsplitsing wordt uitgewerkt in toelichting F7. Zoals beschreven in de boekhoudprincipes 2.20, zullen de opbrengsten uit contracten met klanten worden erkend op een bepaald moment. De toename van de omzet in 2021 is voornamelijk te wijten aan de stijging van de metaalprijzen en een volume effect.

Diensten omvatten voornamelijk inkomsten uit maaklooncontracten.

Belastingkredieten in 2021 betreffen hoofdzakelijk het ontvangen belastingkrediet in Brazilië dat voort is gekomen uit een historische uitspraak van het Braziliaanse Hooggerechtshof in mei van dit jaar dat betrekking heeft op meerdere jaren.

De toename van gebruikte grondstoffen en vebruiksgoederen is hoofdzakelijk te wijten aan de stijging van de metaalprijzen en een volume effect. Gebruikte grond- en hulpstoffen omvatten hoofdzakelijk de waarde van de aangekochte metalen. Nutsvoorzieningen (water, gas en elektriciteit) vertegenwoordigen 144,2 miljoen in 2021 (99,7 miljoen in 2020) wat betreft de voortgezette activiteiten.

De bijzondere waardeverminderingen op vaste activa zijn afgenomen in vergelijking met 2020. In 2021 zijn deze bijzondere waardeverminderingen voornamelijk gerelateerd aan de beslissing om een ontwikkelingsprogramma in Precious Metals Chemistry dat een link heeft met de halfgeleiderindustrie te stoppen en aan bijzondere waardeverminderingen van intellectueel eigendom gerelateerd aan de sluiting van Automotive Catalysts hun activiteiten voor zware dieselvoertuigen in Frederikssund, Denemarken.

De lijn met voorzieningen bevat de wijzigingen in voorzieningen voor het leefmilieu en in voorzieningen voor andere schulden en kosten waarvan de details worden gegeven in toelichtingen F29 en F30.

O&O-uitgaven

(EUR duizend)

Toelichting

2020

2021

O&O opgenomen in 'andere bedrijfskosten'

190.596

217.383

O&O gekapitaliseerd in immateriële vase activa

F14

32.368

27.830

Totale O&O-uitgaven uit voortgezette activiteiten

222.964

245.213

De totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling van de voortgezette activiteiten bedroegen in 2021 245,2 miljoen in de volledig geconsolideerde filialen (223,0 miljoen in 2020). Het deel van de O&O-uitgaven die rechtstreeks in de operationele kosten werden opgenomen beloopt 217,4 miljoen in 2021 (190,6 miljoen in 2020).

Aanpassingen op het resultaat

2020

2021

(EUR duizend)

Toelichting

Totaal

Aangepast

Aanpassingen

Total

Aangepast

Aanpassingen

Omzet

20.710.116

20.710.116

-

24.054.439

24.054.439

-

Andere bedrijfsopbrengsten

80.602

79.494

1.108

176.919

137.133

39.786

Bedrijfsopbrengsten

20.790.718

20.789.611

1.108

24.231.358

24.191.572

39.786

Gebruikte grond- en hulpstoffen

(18.819.323)

(18.781.872)

(37.451)

(21.644.346)

(21.644.346)

-

Bezoldigingen en personeelsvoordelen

(798.481)

(798.131)

(350)

(853.140)

(852.147)

(993)

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

(362.496)

(274.435)

(88.062)

(338.777)

(298.187)

(40.590)

waarvan afschrijvingen

(267.941)

(267.941)

-

(279.526)

(279.576)

50

Andere bedrijfskosten

(506.587)

(407.485)

(99.102)

(517.313)

(446.256)

(71.057)

Bedrijfskosten

(20.486.887)

(20.261.923)

(224.964)

(23.353.576)

(23.240.935)

(112.641)

Opbrengsten van andere financiële activa

761

342

419

1.156

196

959

Bedrijfsresultaat

304.592

528.030

(223.438)

878.938

950.833

(71.896)

Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

(5.332)

8.331

(13.663)

17.347

20.543

(3.197)

EBIT

299.260

536.361

(237.101)

896.284

971.377

(75.092)

EBITDA

567.201

804.302

(237.101)

1.175.810

1.250.952

(75.142)

Financiële kost

F11

(104.202)

(104.202)

-

(90.292)

(99.586)

9.294

Belastingen op het resultaat

F13

(59.131)

(102.729)

43.598

(179.044)

(196.309)

17.266

Nettoresultaat

135.927

329.430

(193.503)

626.949

675.482

(48.533)

waarvan minderheidsbelangen

5.397

7.023

(1.626)

7.990

7.990

-

waarvan aandeel van de Groep

130.530

322.407

(191.877)

618.959

667.492

(48.533)

Aanpassingen per segment en type in het resultaat

2020

2021

(EUR duizend)

Totaal

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Corporate & niet toegewezen

Totaal

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Corporate & niet toegewezen

Andere bedrijfsopbrengsten

1.108

-

1.108

-

-

39.786

30.312

1.877

7.597

-

Bedrijfsopbrengsten

1.108

-

1.108

-

-

39.786

30.312

1.877

7.597

-

Gebruikte grond- en hulpstoffen

(37.451)

-

(37.451)

-

-

-

-

-

-

-

Bezoldigingen en personeelsvoordelen

(350)

-

(350)

-

-

(993)

(993)

-

-

-

Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen

(88.062)

(36.565)

(51.161)

27

(362)

(40.590)

(40.406)

-

(185)

-

Andere bedrijfskosten

(99.102)

(20.785)

(23.781)

(50.942)

(3.594)

(71.057)

(7.467)

(1.522)

(51.699)

(10.370)

Bedrijfskosten

(224.964)

(57.350)

(112.743)

(50.915)

(3.957)

(112.641)

(48.866)

(1.522)

(51.883)

(10.370)

Opbrengsten van andere financiële activa

419

-

96

-

322

959

-

964

-

(4)

Bedrijfsresultaat

(223.438)

(57.350)

(111.539)

(50.915)

(3.634)

(71.896)

(18.554)

1.319

(44.287)

(10.374)

Nettobijdrage van de ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

(13.663)

-

-

-

(13.663)

(3.197)

-

-

-

(3.197)

EBIT

(237.101)

(57.350)

(111.539)

(50.915)

(17.297)

(75.092)

(18.554)

1.319

(44.287)

(13.571)

Gerelateerd aan herstructureringen

(128.190)

(22.702)

(99.960)

-

(5.528)

(33.879)

(31.281)

41

110

(2.749)

Gerelateerd aan leefmilieu

(55.788)

-

-

(50.915)

(4.873)

(58.251)

-

-

(48.836)

(9.415)

Gerelateerd aan waardeverminderingen van activa

(45.303)

(28.628)

(8.219)

-

(8.456)

(17.857)

(17.585)

-

-

(272)

Overige

(7.820)

(6.020)

(3.360)

-

1.560

34.895

30.312

1.278

4.439

(1.134)

Aanpassingen hadden een negatieve impact van 75 miljoen op de EBIT in 2021 waarvan 39 miljoen werd erkend in de eerste jaarhelft. Milieugerelateerde voorzieningen vertegenwoordigen 58 miljoen van dit totaal waarvan bijkomende voorzieningen voor het maken van een groene zone naast de site in Hoboken het merendeel in beslag neemt. Dit weerspiegelt het succes van het vrijwillige aanbod om huizen in de buurt van de site te kopen. Het maken van de groene zone is een zeer belangrijke bouwsteen van het plan van de site om de impact op zijn buren verder te verminderen. Rekening houdend met het gebruik van de voorziening over de periode, bedraagt de totale provisie voor het creëren van de groene zone per 31 december 2021 €44 miljoen.

Aanpassingen aan de EBIT omvatten ook 34 miljoen aan herstructureringskosten waarvan 23 miljoen werd erkend in de tweede jaarhelft en zijn voornamelijk gerelateerd aan de beslissing om een ontwikkelingsprogramma in Precious Metals Chemistry dat een link heeft met de halfgeleiderindustrie te stoppen.

Kosten voor bijzondere waardeverminderingen nemen 18 miljoen in van de totale aanpassingen aan de EBIT en werden bijna volledig reeds erkend in de eerste jaarhelft en waren voornamelijk gerelateerd aan de sluiting van Automotive Catalysts hun activiteiten voor zware dieselvoertuigen in Frederikssund, Denemarken, en de bijzondere waardevermindering van bepaalde gerelateerde intellectuele eigendom.

Een positieve aanpassing aan de EBIT van 40 miljoen werd erkend gerelateerd aan een belastingskrediet in Brazilië dat voort is gekomen uit een historische uitspraak van het Braziliaanse Hooggerechtshof in mei van dit jaar dat betrekking heeft op meerdere jaren.

Inclusief de positieve aanpassingen op financiële en belastingsitems van respectievelijk 9 miljoen en 17 miljoen, zijn de totale aanpassingen op het nettoresultaat van de Groep over de periode een negatieve impact van 49 miljoen.

(EUR duizend)

2020

2021

Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen

(589.707)

(640.870)

Overige personeelskosten

(50.594)

(28.834)

Tijdelijk personeel

(7.607)

(10.189)

Op aandelen gebaseerde vergoedingen

(10.108)

(14.255)

Bezoldigingen

(658.016)

(694.148)

Werknemersbijdragen

(97.698)

(108.765)

Bijdragen aan 'te bereiken doel' -plannen

(21.438)

(20.581)

Bijdragen tot pensioenplannen met een vaste bijdrage

(10.299)

(16.893)

Vrijwillige bijdragen van de werkgever - andere

(4.381)

(3.064)

Pensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan begunstigden

(3.486)

(3.628)

Voorzieningen voor personeelsvoordelen (- toevoegingen / + bestedingen en terugnemingen)

(3.164)

(6.063)

Pensioenen en andere personeelsvoordelen

(42.768)

(50.229)

Bezoldigingen en aanverwante voordelen, uit voortgezette activiteiten

(798.481)

(853.140)

Gemiddeld personeelsbestand in de integraal geconsolideerde dochterondernemingen

2020

2021

Kaderleden

2.009

2.045

Niet-kaderleden

8.997

8.910

Totaal van voortgezette activiteiten

11.006

10.955

OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN

(EUR duizend)

Notes

2020

2021

Toekenningsdatum

10-02-2020

11-02-2021

Aandelenprijs op toekenningsdatum (België & Andere)

F28

42,05

47,47

Aandelenprijs op toekenningsdatum (Frankrijk)

F28

NA

NA

Aantal toegekende aandelenopties

F28

1.168.375

1.108.500

Waarderingsmodel

Present Economic Value

Veronderstelde volatiliteit (% pa)

25,00

27,50

Risicovrije interestvoet (% pa)

(0,620)

(0,710)

Verhoging dividend (% pa)

10,00

10,00

Vertrekkans voor het verwerven van recht op uitoefening (%pa)

NA

NA

Vertrekkans na het verwerven van recht op uitoefening (% pa)

7,50

5,00

Minimale winstdrempel (% pa)

15,00

15,00

Populatiedeel dat uitoefent bij het overschrijden van de minimale winstdrempel

100,00

100,00

Reële waarde per toegekend instrument op toekenningsdatum (EUR)

6,46

8,56

Totale reële waarde van de toegekende opties

7.548

9.489

52.000 aandelen aan 42,05 EUR

2.187

-

10.000 aandelen aan 37,33 EUR

373

-

10.000 aandelen aan 49,72 EUR

-

497

52.000 aandelen aan 47,08 EUR

-

2.448

48.500 aandelen aan 37,55 EUR

-

1.821

Totaal reële waarde van de toegekende aandelen

2.560

4.767

Op aandelen gebaseerde vergoedingen

10.108

14.255

De Groep heeft gedurende het lopende jaar een kost van 14,3 miljoen op aandelen gebaseerde vergoedingen erkend voor de voortgezette activiteiten.

Het deel van deze onkosten met betrekking tot aandelenoptieplannen is berekend door een externe actuaris, die gebruik maakt van het ‘Present Economic Value’-model dat rekening houdt met alle kenmerkende elementen van het aandelenoptieplan en de volatiliteit van het onderliggende aandeel. De volatiliteit is berekend op basis van de historische volatiliteit van de aandeelhoudersvergoeding gespreid over verschillende gemiddelde periodes en verschillende voorwaarden. Voor de berekening van de waarde van de optie gebaseerd op het “Lattice” model werden wekelijkse stappen geïntroduceerd zodat de nadruk ligt op volatiliteit op weekbasis. De assumptie omtrent volatiliteit werd gelijk gesteld aan 27,5% om te geobserveerde toegenomen volatiliteit te weerspiegelen. Er zijn geen andere marktomstandigheden meegenomen in de basis voor de berekening van de reële marktwaarde.

Het deel vrije aandelen in de kost wordt gewaardeerd aan de marktprijs van de aandelen op de dag van de toekenning. In 2021 werden aandelen voornamelijk aan het topmanagement toegekend, wat resulteerde in een kost van 4,8 miljoen voor de voortgezette activiteiten.

De plannen met vaste bijdrage van de Groep worden in sommige landen zoals de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland rechtstreeks erkend in de geconsolideerde resultatenrekening op de lijn “Bijdragen aan plannen met vaste bijdrage”.

De kortingen die de autoriteiten aan Umicore België toekennen op de bijdragen voor sociale zekerheid, die betrekking hebben op premies voor ploegwerk, overuren en O&O, worden opgenomen in de globale kost van sociale zekerheidsbijdragen onder deze toelichting.

(EUR duizend)

2020

2021

Interestbaten

3.749

12.962

Interestlasten

(61.659)

(64.460)

Actualisatie van voorzieningen

(3.146)

(3.046)

Wisselkoersverliezen en -winsten

(30.445)

(23.480)

Andere financiële baten

295

942

Andere financiële lasten

(12.996)

(13.210)

Totaal uit voortgezette activiteiten

(104.202)

(90.292)

Al de interestbaten en interestlasten werden erkend gebruikmakend van de effectieve intrestvoet methode.

De interestbaten van 2021 bedragen €13,0 miljoen dankzij de impact van 9,3 miljoen gerelateerd aan de interesten op belastingskredieten in Brazilië, resulterend uit een historische uitspraak van het Braziliaanse Hooggerechtshof in mei 2021 dat betrekking heeft op meerdere jaren. Die gerelateerde interesten werden opgenomen in de aanpassingen (zie toelichting F9). The interestlasten bedragen 64,5 miljoen. Die lasten omvatten €10,0 miljoen aan interestlasten (theoretische fictieve interesten) op de schuldencomponent van de converteerbare schuld (5,2 miljoen in 2020) en 1,0 miljoen aan interesten gerelateerd aan leases onder IFRS 16.

De actualisatie van voorzieningen op meer dan één jaar heeft voornamelijk betrekking op personeelsvoordelen en in beperktere mate op de milieuvoorzieningen. De omvang van dit bedrag wordt beïnvloed door de huidige waarde van de verplichtingen. De verdisconteringsvoet, de uitbetaling en de toevoeging van nieuwe verplichtingen op meer dan één jaar beïnvloeden op hun beurt deze huidige waarde. Het merendeel van die actualisatieresultaten in 2021 werden geboekt in Duitsland en in mindere mate in België.

Wisselkoersresultaten, voornamelijk te verklaren door de kost van forward punten in indekkingsinstrumenten, omvatten de gerealiseerde wisselkoersresultaten en de niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op monetaire activa en passiva ten opzichte van de slotkoers van het boekjaar. Ze omvatten ook de reële waardewinsten en -verliezen van overige financiële instrumenten (zie toelichting F33).

Andere financiële kosten betreffen toegestane betalingskortingen, bankkosten en andere financiële bijdragen.

(EUR duizend)

2020

2021

Meerwaarden en minwaarden op de verkoop van financiële participaties

517

946

Ontvangen dividenden

230

210

Interesten van financiële activa

14

-

Totaal uit voortgezette activiteiten

761

1.156

(EUR duizend)

2020

2021

Inkomstenbelasting

Opgenomen in de resultatenrekening

Belastingen op het resultaat

(115.672)

(201.870)

Uitgestelde belastingkost (opbrengst)

56.542

22.826

Totale belastingen uit voortgezette activiteiten

(59.131)

(179.044)

Verband tussen de belastingskost (opbrengst) en het boekhoudkundig resultaat

Bedrijfsresultaat

304.592

878.938

Netto financiële kosten

(104.202)

(90.292)

Resultaat voor belasting van volledige geconsolideerde participaties

200.390

788.646

Gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet (%)

25,48

24,77

Belastingen berekend aan de gewogen gemiddelde theoretische belastingsvoet uit voortgezette activiteiten

(51.055)

(195.312)

Aanpassingen :

Verworpen uitgaven

(4.383)

(7.395)

Vrijgestelde inkomsten

3.457

303

Dividenden van geconsolideerde en geassocieerde ondernemingen

(267)

(66)

Winsten en verliezen belast tegen verlaagd tarief

37

36

Fiscale stimuleringsmaatregelen en belastingvrijstellingen

14.563

26.903

Belastingen berekend op andere basis

(1.657)

563

Aanwending van voordien niet geboekte fiscale verliezen

4.349

4.130

Waardevermindering van fiscale uitgestelde activa (of terugdraaien van een eerdere waardevermindering)

6.050

(6.475)

Verandering in toepasbare aanslagvoet

(31)

(300)

Andere belastingkredieten (met uitzondering van de kredieten m.b.t. onderzoek & ontwikkeling)

958

1.058

Niet imputeerbare buitenlandse voorheffingen

(12.003)

(7.943)

Correcties met betrekking tot voorgaand boekjaar

988

(3.299)

Overige (inclusief IFRIC 23)

(20.135)

8.753

Belastingskost voor het jaar aan het werkelijke belastingstarief

(59.129)

(179.044)

De theoretische gewogen gemiddelde aanslagvoet van de Groep is geëvolueerd van 25,5% in 2020 naar 24,8% in 2021 voor de voortgezette activiteiten. De invloed van de aanpassingen buiten beschouwing gelaten, bedroeg het effectieve aangepaste belastingtarief voor 2021 23,1%. Dit is een daling vergeleken met de 24,2% in 2020.

(EUR duizend)

Geactiveerde ontwikkelingskosten

Concessies, octrooien, licenties, enz.

Software

CO2-emissierechten

Andere immateriële vaste activa

Totaal

Begin van het vorige boekjaar

Brutowaarde

151.880

101.229

149.792

19.213

85.216

507.329

Gecumuleerde afschrijvingen

(98.113)

(46.499)

(122.842)

-

(25.721)

(293.176)

Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar

53.768

54.730

26.949

19.213

59.494

214.154

. Aankoop door bedrijfsacquisities

-

82

40

-

(23)

98

. Toevoegingen

13.784

50

5.404

-

24.821

44.060

. Verkopen

-

(2.336)

(3)

(4.009)

(217)

(6.564)

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(12.708)

(9.334)

(8.267)

-

(4.901)

(35.209)

. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(17.299)

(8.529)

(1.485)

-

-

(27.313)

. Emissierechten

-

-

-

697

-

697

. Omrekeningsverschillen

(450)

(6)

(346)

(3)

(908)

(1.712)

. Andere wijzigingen

1.422

50

4.401

(0)

(3.186)

2.687

Per einde van het vorige boekjaar

38.517

34.707

26.694

15.898

75.081

190.897

Brutowaarde

157.704

98.840

150.989

15.898

103.637

527.068

Gecumuleerde afschrijvingen

(119.187)

(64.134)

(124.295)

-

(28.556)

(336.172)

Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar

38.517

34.707

26.694

15.898

75.081

190.897

. Toevoegingen

8.867

842

1.435

8

25.702

36.854

. Verkopen

(553)

-

(26)

0

(45)

(623)

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(9.424)

(8.890)

(8.119)

-

(4.691)

(31.123)

. Geboekte bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(5.099)

(17.381)

(274)

-

(214)

(22.968)

. Emissierechten

-

-

-

1.979

-

1.979

. Omrekeningsverschillen

(145)

5

329

(1)

533

722

. Andere wijzigingen

3.843

3.507

8.463

0

(10.287)

5.526

Per einde van het boekjaar

36.006

12.790

28.503

17.884

86.079

181.263

Brutowaarde

156.213

104.755

158.921

17.884

116.012

553.785

Gecumuleerde afschrijvingen

(120.207)

(91.965)

(130.418)

-

(29.932)

(372.522)

Nettoboekwaarde uit voortgezette activiteiten

36.006

12.790

28.503

17.884

86.079

181.263

In 2021 bedragen de toevoegingen 36,9 miljoen en bevatten ze voor het grootste deel geactiveerde interne ontwikkelingskosten ten belope van 27,8 miljoen (zie toelichting F9), waarvan 19,0 miljoen opgenomen in 'Andere immateriële vaste activa’ als ‘Immateriële activa onder constructie’. Toevoegingen omvatten tevens de geactiveerde kosten (studies, projectkosten, IT) gerelateerd aan de nieuwe kathodematerialenfabriek in Polen ter waarde van 4,0 miljoen. Bijzondere waardeverminderingen zijn voornamelijk gerelateerd aan bijzondere waardeverminderingen van intellectuele eigendom volgend op de sluiting van Automotive Catalysts hun activiteiten voor zware dieselvoertuigen in Frederikssund, Denemarken. De netto toename van emissierechten komt neer op 1,9 miljoen in 2021 (7,8 miljoen nieuwe rechten en -5,9 miljoen schikking). 'Andere wijzigingen’ bevat vooral de overboekingen tussen immateriële activa in aanbouw (geboekt onder overige immateriële activa) en de andere categorieën van immateriële activa en overboekingen van materiële activa. De ‘andere immateriële vaste activa’ bevatten de immateriële activa in uitvoering ten belope van 69,2 miljoen (voornamelijk geactiveerde ontwikkelingskosten) maar ook de ondernemingsportefeuille en het verkregen klantenbestand ter waarde van 16,3 miljoen. Er zijn geen hypotheken of beperkingen op de eigendom van de immateriële vaste activa dan deze vermeld in toelichting F35.

(EUR duizend)

31/12/2020

31/12/2021

Nettoboekwaarde per einde van het vorige boekjaar

Brutowaarde

169.915

165.627

Gecumuleerde afschrijvingen

(13.210)

(9.637)

Nettoboekwaarde begin van het boekjaar

156.705

155.990

. Aankoop door bedrijfsacquisities

1.499

-

. Omrekeningsverschillen

(2.214)

2.595

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar

155.990

158.585

Brutowaarde

165.627

168.915

Gecumuleerde afschrijvingen

(9.637)

(10.330)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezetten activiteiten

155.990

158.585

Deze tabel bevat enkel de goodwill gerelateerd aan integraal geconsolideerde ondernemingen. De goodwill met betrekking tot ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode wordt besproken in toelichting F17.

De wijziging van de periode is enkel gerelateerd aan omrekeningsverschillen.

De goodwill in ieder van de kasstroomgenererende eenheden, maar samengevat per segment, is als volgt:

(EUR duizend)

Catalysis

Energy & Surface Technologies

Recycling

Totaal

31/12/2020

49.999

87.737

18.254

155.990

31/12/2021

49.988

90.264

18.333

158.585

Jaarlijks evalueert het management of de goodwill aan enige bijzondere waardevermindering is blootgesteld, in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting F2. Dergelijke testen worden uitgevoerd op het niveau van kasstroomgenererende eenheden, hetgeen kan variëren van een hele business unit tot een individuele fabriek maar nooit een heel segment. De recupereerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill werd toegekend, werd bepaald met een berekening van de waarde-in-gebruik gebaseerd op een ‘discounted cash-flow’-model en vertrekkende van de operationele plannen van de Groep die vijf jaar vooruit kijken, gevolgd door een projectie op langetermijn. Voor macro-economische en externe parameters zoals deviezen- en metaalkoersen worden in deze test de marktvoorwaarden gehanteerd die gelden op het moment van het uitvoeren van de test. De prijzen die gebruikt worden zijn normaal gezien de gemiddelden van op internationale beurzen gedurende het laatste kwartaal van het jaar. De testen voor bijzondere waardeverminderingen van goodwill in 2021 wijzen op voldoende marge in de respectievelijke kasstroomgenererende eenheden en bijgevolg werden er geen bijzondere waardeverminderingen van goodwill geboekt. De testen voor bijzondere waardeverminderingen in 2021 hanteren een gemiddelde aanslagvoet van 25,0% (onveranderd tegenover 2020) voor de inkomstenbelasting en een gemiddelde gewogen kapitaalkost na belastingen van 7% (onveranderd tegenover 2020). Er werd een uniforme gemiddelde gewogen kapitaalkost toegepast voor alle kasstroomgenererende eenheden met de veronderstelling dat eenheidspecifieke risicofactoren worden gereflecteerd in de onderliggende verwachte kasstromen. De terminale waarde in het discounted cash-flow model is gebaseerd op een perpetuele groei van gemiddeld 2% (zoals in 2020). Inflatiecijfers werden gebaseerd op aanwijzingen van nationale en internationale instituten zoals de NBB of ECB.

(EUR duizend)

Terreinen en gebouwen

Installaties, machines en uitrusting

Meubilair en rollend materieel

Overige materiële vaste activa

Vaste activa in aanbouw en voorafbetalingen

Totaal

Begin van het vorige boekjaar zonder leasing

Brutowaarde

1.189.490

2.402.378

242.362

15.070

461.369

4.310.669

Gecumuleerde afschrijvingen

(530.148)

(1.553.922)

(166.862)

(13.950)

-

(2.264.881)

Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar zonder leasing

659.343

848.457

75.500

1.120

461.369

2.045.788

. Aankoop door bedrijfsacquisities

3.510

(798)

548

-

876

4.136

. Toevoegingen

20.663

32.588

7.852

364

330.009

391.475

. Verkopen

(10)

(938)

(176)

(20)

(134)

(1.278)

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(43.501)

(148.434)

(19.154)

(194)

-

(211.282)

. Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(15.053)

(44.416)

(654)

(312)

-

(60.435)

. Omrekeningsverschillen

(18.017)

(20.505)

(2.321)

(54)

(16.266)

(57.164)

. Andere wijzigingen

88.832

154.714

20.807

-

(267.820)

(3.466)

Per einde van het vorige boekjaar zonder leasing

695.767

820.668

82.403

903

508.033

2.107.775

Begin van het boekjaar zonder leasing

Brutowaarde

1.242.294

2.478.662

260.590

23.522

508.033

4.513.101

Gecumuleerde afschrijvingen

(546.526)

(1.657.994)

(178.187)

(22.619)

-

(2.405.326)

Nettoboekwaarde begin van het boekjaar zonder leasing

695.767

820.668

82.403

903

508.033

2.107.775

. Toevoegingen

76.361

42.349

14.979

16.148

229.435

379.272

. Verkopen

(446)

(207)

(111)

(312)

(113)

(1.189)

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(47.462)

(159.613)

(20.906)

(331)

-

(228.312)

. Nettowaardeverminderingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(462)

(24.543)

(743)

312

-

(25.436)

. Omrekeningsverschillen

16.705

19.803

600

39

24.674

61.822

. Andere wijzigingen

50.119

183.342

10.746

40

(249.089)

(4.842)

Per einde van het boekjaar zonder leasing

790.583

881.799

86.969

16.799

512.941

2.289.090

Brutowaarde

1.382.096

2.703.328

276.986

39.340

512.940

4.914.690

Gecumuleerde afschrijvingen

(591.513)

(1.821.529)

(190.017)

(22.540)

-

(2.625.599)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten zonder leasing

790.583

881.799

86.970

16.799

512.940

2.289.091

Brutowaarde

47.341

135

18.175

500

-

66.152

Gecumuleerde afschrijvingen

(11.496)

(58)

(5.713)

-

-

(17.268)

Nettoboekwaarde begin van het vorige boekjaar voor leasing

35.845

77

12.462

500

-

48.884

. Toevoegingen

17.901

1.034

8.578

144

-

27.657

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(12.726)

(724)

(6.765)

(142)

-

(20.357)

. Omrekeningsverschillen

(1.133)

(10)

(99)

(0)

-

(1.242)

. Overboekingen

979

(35)

-

-

-

944

Per einde van het vorige boekjaar voor leasing

40.866

342

14.176

502

-

55.886

Leasing aan het begin van het boekjaar

Brutowaarde

67.193

1.055

24.865

637

-

93.750

Gecumuleerde afschrijvingen

(26.327)

(713)

(10.689)

(135)

-

(37.864)

Nettoboekwaarde begin van het boekjaar voor leasing

40.865

342

14.176

502

-

55.886

. Toevoegingen

16.638

1.274

7.662

-

-

25.573

. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen')

(11.907)

(771)

(7.330)

(105)

-

(20.113)

. Omrekeningsverschillen

1.336

2

40

0

-

1.378

. Overboekingen

(681)

-

1

-

-

(680)

Per einde van het boekjaar voor leasing

46.251

847

14.549

397

-

62.043

Brutowaarde

68.958

2.310

28.436

625

-

100.329

Gecumuleerde afschrijvingen

(22.707)

(1.463)

(13.888)

(228)

-

(38.286)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar voor leasing

46.251

847

14.549

397

-

62.044

Materiële vaste activa inclusief leasing

Brutowaarde

1.451.054

2.705.637

305.423

39.965

512.940

5.015.019

Gecumuleerde afschrijvingen

(614.220)

(1.822.992)

(203.904)

(22.769)

-

(2.663.885)

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar uit voorgezette activiteiten inclusief leasing

836.834

882.646

101.519

17.196

512.940

2.351.134

Investeringsuitgaven bedragen 389 miljoen (inclusief toevoegingen op immatriële activa maar zonder gekapitaliseerde O&O kosten zoals in Umicore's defintie van investeringsuitgaven), vergeleken met 403 miljoen vorig jaar. Energy & Surface Technologies was verantwoordelijk voor bijna 60 % van de Groep haar investeringsuitgaven, gedreven door de Europese uitbreidingsinvesteringen van Rechargeable Battery Materials. Dit impliceert een tijdelijke vertraging in de investeringsuitgaven van Energy & Surface Technologies vergeleken met 2020. In Catalysis en Recycling zijn de investeringsuitgaven slechts beperkt gestegen vergeleken met de lage uitgaven van 2020. In Catalysis, heeft Automotive Catalysts verder de focus gelegd op investeringen om de productiecapaciteit te optimaliseren. In Recycling was de toename van de investeringsuitgaven bestemd voor milieu en veiligheidsgerelateerde investeringen in Precious Metals Refining.

Bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa zijn voornamelijk gerelateerd aan de beslissing om een ontwikkelingsprogramma in Precious Metals Chemistry dat een link heeft met de halfgeleiderindustrie te stoppen..

De lijn ‘Andere wijzigingen’ bevat voornamelijk de overboekingen van materiële vaste activa in aanbouw naar de andere categorieën van materiële vaste activa en in mindere mate de overboeking naar immateriële activa. Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendomsrechten op de materiële vaste activa, uitgezonderd diegene vermeld in toelichting F35.

De deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode bestaan uit de volgende dochterondernemingen of joint ventures:

Land

Functionele waarderings-munt

Deelnemings-percentage

Deelnemings-percentage

2020

2021

Voortgezette activiteiten

Geassocieerde ondernemingen

IEQSA

Peru

PEN

40,00

40,00

Ganzhou Yi Hao Umicore Industries

China

CNY

40,00

40,00

Element Six Abrasives

Verenigd Koninkrijk

USD

40,22

40,22

Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co.,LTD

China

CNY

40,00

40,00

De elementen in de niet-gerealiseerde resultaten voor investeringen via de eigen vermogen methode hebben hoofdzakelijk betrekking tot de reserves voor werknemersvoordelen en voor omrekeningsverschillen.

Investeringen in geassocieerde ondernemingen worden weergegeven gebruik makend van de vermogensmutatiemethode en vertegenwoordigen ongeveer 1,7% van het geconsolideerde balanstotaal. Umicore heeft geen individuele materiële investeringen in geassocieerde ondernemingen. Rekening houdend met de doelstellingen van de vereisten uit IFRS 12, is Element Six Abrasives de belangrijkste geassocieerde onderneming in dewelke Umicore 40,22% van de aandelen heeft. Element Six is een synthetische diamant materialengroep, die onderdeel uitmaakt van de ‘De Beers’ groep. De groep werkt wereldwijd met productiefaciliteiten in Ierland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Zuid-Afrika. Element Six Abrasives is op basis van hun aangepaste resultaten een winstgevende groep die positieve kasstromen genereert. De functionele munt van de groep is de USD. Umicore is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur en in het Auditcomité van Element Six Abrasives. Buiten haar aandeel in het kapitaal heeft Umicore geen verdere verplichtingen, garanties of engagementen die voortkomen uit het aandeelhouderschap in deze geassocieerde onderneming. Aanpassingen en materiële voorwaardelijke vorderingen met betrekking tot Element Six Abrasives, voor zover die bestaan, staan apart vermeld in de relevante hoofdstukken van het jaarverslag van Umicore (zie toelichting F36 voor een geval dat nog lopende is en geklasseerd kan worden als een voorwaardelijke verplichting bij Element Six Abrasives en toelichting F9 voor aanpassingen).

(EUR duizend)

Nettoboekwaarde

Goodwill

Totaal

Begin van het boekjaar

94.683

45.156

139.839

. Resultaat van het boekjaar

17.347

-

17.347

. Dividenden

(4.808)

-

(4.808)

. Bewegingen in overige reserves

(3.114)

-

(3.114)

. Omrekeningsverschillen

5.449

427

5.877

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

109.557

45.583

155.140

Het deel van Umicore in de totale balans en resultatenrekening van de geassocieerde ondernemingen en joint-ventures zou het volgende geweest zijn:

(EUR duizend)

31/12/2020

31/12/2021

Activa

214.719

270.781

Schulden

101.894

143.037

Omzet

195.889

261.159

Nettoresultaat

(5.332)

17.347

In de bovenstaande tabel zijn er geen activa of passiva meer gelinkt aan joint-ventures.

(EUR duizend)

Financiële activa aan reële waarde via NGR

Leningen toegekend op lange termijn

Financiële vaste activa

Per begin van het vorige bookjaar

10.897

2.192

. Toename

1.633

753

. Terugneming van bijzondere waardeverminderingen (opgenomen in 'Opbrengsten van andere financiële activa')

2

-

. Omrekeningsverschillen

(45)

(79)

. Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen

(4.193)

-

. Andere wijzigingen

59

386

Per einde van het vorige boekjaar

8.352

3.252

. Toename

5.014

39

. Omrekeningsverschillen

78

36

. Reële waarde opgenomen in het eigen vermogen

(43)

-

. Andere wijzigingen

719

(719)

Per einde van het boekjaar

14.120

2.608

Financiële vlottende activa

Per einde van het vorig boekjaar

-

80

. Toename

-

132

. Omrekeningsverschillen

-

1

. Andere wijzigingen

-

(44)

Per einde van het boekjaar

-

169

In 2021 omvatten de mutaties in niet-geconsolideerde entiteiten onder meer de deelneming in een ontwikkelaar van solid state batterijen van de volgende generatie.

(EUR duizend)

31/12/2020

31/12/2021

Analyse van de voorraden

Basisproducten, brutowaarde

2.706.918

2.874.788

Permanent metaal voorraden (niet ingedekt)

775.213

834.372

Metaal voorraden beschikbaar voor verkoop (ingedekt) (*)

1.477.096

1.364.202

Andere basis produkten voorraden (niet ingedekt)

454.609

676.214

Verbruiksgoederen, brutowaarde

102.163

111.128

Waardeverminderingen

(105.715)

(118.279)

Betaalde voorschotten

7.222

12.059

Bestellingen in uitvoering

7.503

(10.626)

Totaal voorraden

2.718.092

2.869.071

* in uitvoering van indekkingsinstrumenten - zie nota F2.21.1 en F3.2.2

De waarde van de voorraden is toegenomen met 151,0 miljoen vergeleken met december 2020. Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door hogere metaalprijzen die de waarde van de commercieel beschikbare voorraden beïnvloeden. De stijging van de permanente metaalvoorraden is voornamelijk gelinkt aan de batterijmaterialen activiteiten waar het opdrijven van de productiecapaciteiten en de ingebruikname van nieuwe productielijnen grotere hoeveelheden permanente metaalvoorraden vereisen.

De totale bruto boekwaarde van Umicore’s permante metaalvoorraden op 31 december 2021 zou 3.298 miljoen bedragen gerekend aan marktprijzen van 31 december (3.008 miljoen eind december 2020).

In lijn met de boekhoudprincipes die betrekking hebben op de permanente metaalvoorraden (zie toelichting F2.9), werden de permanente metaalvoorraden geacht een onbeperkte levensduur te hebben (dit betekent dat er geen afschrijvingen worden genomen) en zijn ze onderhevig aan Umicore’s jaarlijkse toetsing van eventuele bijzondere waardevermindering van de kasstroomgenererende eenheden die deze voorraden op de balans hebben. Toepassing van de LOCOM-principes op de permanente metaalvoorraden op 31 december 2021 zou aanleiding hebben gegeven tot een non-cash bijzondere waardevermindering van 0,9 miljoen voor de Groep.

De wijziging in voorraden die in de geconsolideerde resultatenrekening is opgenomen onder Grondstoffen en Verbruiksgoederen is een positief bedrag van 76 miljoen (hetgeen de kasbewegingen op de voorraadbalansen weergeeft). De netto waardevermindering van de voorraden in de geconsolideerde resultatenrekening van 2021 bedraagt 10 miljoen.

Er rusten geen noemenswaardige hypotheken of beperkingen op de eigendom van de voorraden.

(EUR duizend)

Toelichting

31/12/2020

31/12/2021

Op meer dan één jaar

Garanties en deposito's

8.370

9.737

Overige vorderingen op meer dan 1 jaar

2.574

10.217

Personeelsvoordelen

820

718

Totaal uit voortgezette activiteiten

11.764

20.672

Op ten hoogste één jaar

Handelsvorderingen (bruto)

1.366.686

1.394.540

Handelsvorderingen (waardeverminderingen)

(22.319)

(18.771)

Overige vorderingen (bruto)

177.008

243.746

Overige vorderingen (waardeverminderingen)

(207)

(207)

Te ontvangen interesten

495

1.439

Reële waarde van te vorderen financiële instrumenten voor kasstroomafdekking

F33

45.091

80.452

Reële waarde vorderingen - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde indekking (IFRS 9 indekkingsboekhouding)

F33

21.511

9.868

Reële waarde vorderingen - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde indekking (economische indekking)

1.931

3.977

Overlopende rekeningen

86.973

116.989

Totaal uit voortgezette activiteiten

1.677.167

1.832.033

Vergeleken met 31 december 2020 zijn de handelsvorderingen substantieel toegenomen, gedreven door hogere verkoopvolumes en hogere metaalprijzen.

Totaal

Niet vervallen

Vervallen tussen

(EUR duizend)

0-30 dagen

30-60 dagen

60-90 dagen

> 90 dagen

Uitstaande balans van beginboekjaar

Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto

1.328.476

1.161.303

137.088

21.569

4.384

4.131

Overige vorderingen (bruto)

177.007

176.020

-

-

223

765

Verwachte verliezen

14.888

9.412

1.291

334

240

3.611

Verwachte Verliespercentage

0,99%

0,70%

0,94%

1,55%

5,20%

73,75%

Uitstaande balans van het boekjaar

Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - bruto

1.357.690

1.222.865

111.435

12.724

6.021

4.645

Overige vorderingen (bruto)

243.746

236.195

2.940

1.186

252

3.173

Verwachte verliezen

16.595

10.006

1.465

270

692

4.162

Verwachte Verliespercentage

1,04%

0,69%

1,28%

1,94%

11,03%

53,24%

KREDIETRISICO - HANDELSVORDERINGEN

(EUR duizend)

Handelsvorderingen (bruto)

Overige vorderingen (bruto)

Totaal

Begin van het vorige boekjaar

(22.983)

(207)

(23.190)

. Waardeverminderingen erkend in resultaat

(3.943)

342

(3.602)

. Terugneming waardevermindering

4.328

-

4.328

. Afboeken waardevermindering met de brutowaarde

48

-

48

. Andere wijzigingen

(408)

(346)

(755)

. Omrekeningsverschillen

639

5

644

Per einde van het vorige boekjaar

(22.320)

(207)

(22.526)

Begin van het boekjaar

(22.320)

(207)

(22.526)

. Waardeverminderingen erkend in resultaat

(1.761)

-

(1.761)

. Terugneming waardevermindering

1.535

-

1.535

. Afboeken waardevermindering met de brutowaarde

4.564

-

4.564

. Andere wijzigingen

129

-

129

. Omrekeningsverschillen

(918)

0

(917)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

(18.771)

(207)

(18.978)

De Groep past de IFRS 9 vereenvoudigde standaard toe om de verwachte kredietverliezen te meten via een methode die gebruik maakt van een verwacht opgelopen verlies tijdens de levensduur van alle handelsvorderingen. Om de verwachte kredietverliezen te meten, worden de handelsvorderingen gegroepeerd gebaseerd op hun gedeeld kredietrisico en het aantal verlopen dagen. De verwachte verliesratio’s zijn gebaseerd op historische betalingsprofielen en het overeenkomstige kredietverlies. De historische kredietverliezen worden aangepast om huidige en voorspelde informatie over macroeconomische factoren mee te nemen die een effect kunnen hebben op de betaalmogelijkheden van de klanten. De Groep heeft macro-economische factoren, waarschijnlijkheid van faillissement en het verlies ingeval van faillissement gedefinieerd als meest relevante factoren en past bijgevolg de historische verliesratio’s aan gebaseerd op de verwachte wijzigingen in deze factoren.

In principe gebruikt Umicore kredietverzekering om het kredietrisico betreffende de handelsvorderingen te beperken. In 2021 waren er twee hoofd kredietverzekeringspolissen met twee verschillende verzekeraars. Eind 2021 waren op Groepsniveau 462 miljoen uitstaande facturen gedekt door een polis waarbij de schadeloosstelling in geval van niet-betaling opliep tot 95% met een maximale limiet per regio of land. De andere polis dekte 262 miljoen handelsfacturen met een wereldwijde jaarlijkse aftrek van 5 miljoen en een jaarlijkse maximale limiet van 100 miljoen in geval van niet-betaling ten belope van 90%. De groep heeft haar kredietrisico tevens beheerd door facturen ‘non-recourse’ te verkopen aan financiële instanties (410 miljoen eind 2021 vergeleken met 301 miljoen eind 2020), gedeeltelijk gedekt door de hierboven vermelde kredietverzekeringspolissen. Onder een van deze faciliteiten bedraagt de boekwaarde van de verkochte vorderingen voor de overdracht 220 miljoen terwijl de totale boekwaarde van de activa die de entiteit nog erkent en de gerelateerde aanhoudende betrokkenheid 17,6 miljoen bedragen per 31 december 2021. Deze laatste bestaatvoornamelijk uit niet-overgedragen kredietrisico en risico op late betalingen voor het relevante portfolio. Overige faciliteiten bedroegen 190 miljoen en werden volledig afgeboekt.

Specifiek in China verlaagt Umicore het kredietrisico door het verdisconteren (en bijgevolg ook afboeken) van bankwissels dat het ‘non-recourse’ ontvangt van zijn klanten (290 miljoen eind 2021 tegenover 245 miljoen eind 2020).

Ten slotte functioneren sommige van onze entiteiten zonder kredietverzekering, maar worden in plaats daarvan interne kredietlimieten ingesteld gebaseerd op financiële informatie en kennis van de activiteiten. Deze kredietlimieten worden onderzocht en goedgekeurd door het management.

(EUR duizend)

31/12/2020

31/12/2021

Belastingactiva en -passiva

Belastingvorderingen van het jaar

39.553

46.762

Uitgestelde belastingactiva

221.938

219.248

Belastingschulden van het jaar

(160.734)

(197.488)

Uitgestelde belastingpassiva

(22.846)

(24.294)

Activa

Schulden

Netto

(EUR duizend)

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Per einde van het vorige boekjaar

168.927

221.938

(11.461)

(22.846)

157.466

199.092

Uitgestelde belastingen geboekt in de resultatenrekening

59.688

18.119

(3.146)

4.707

56.542

22.826

Uitgestelde belastingen geboekt in het eigen vermogen

(12.208)

(23.322)

3.632

(8.156)

(8.576)

(31.478)

Aankoop door bedrijfsacquisities

-

-

(359)

-

(359)

-

Omrekeningsverschillen

(6.199)

5.359

218

(84)

(5.981)

5.275

Overboekingen

11.722

(2.085)

(11.722)

2.085

-

-

Andere wijzigingen

8

(761)

(8)

-

-

(761)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

221.938

219.248

(22.846)

(24.294)

199.092

194.954

Activa

Schulden

Netto

(EUR duizend)

2020

2021

2020

2021

2020

2021

Uitgestelde belastingen voor elk type van tijdelijke verschillen

Immateriële vaste activa

22.144

25.797

(11.043)

(6.392)

11.101

19.405

Goodwill van volledige geconsolideerde participaties

-

-

(514)

(556)

(514)

(556)

Materiële vaste activa

11.506

11.848

(29.644)

(29.662)

(18.138)

(17.814)

Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar

1.371

141

(181)

(470)

1.190

(329)

Voorraden

41.534

77.332

(33.159)

(27.804)

8.375

49.528

Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar

8.212

15.529

(25.600)

(58.640)

(17.388)

(43.111)

Eigen vermogen

-

105

(6.148)

(3.959)

(6.148)

(3.854)

Financiële schulden op lange termijn en overige schulden

11.688

15.743

(18.023)

(24.307)

(6.335)

(8.564)

Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn

89.764

77.506

(8.267)

(7.299)

81.497

70.207

Voorzieningen voor leefmilieu op lange termijn

26.150

29.969

(378)

(205)

25.772

29.764

Voorzieningen voor overige risico’s en kosten op lange termijn

12.968

22.889

(583)

(658)

12.385

22.231

Financiële schulden op korte termijn

40

1.224

(1.080)

(4.858)

(1.040)

(3.634)

Voorzieningen voor leefmilieu op korte termijn

1.969

1.969

-

-

1.969

1.969

Voorzieningen voor overige risico’s en kosten op korte termijn

9.952

4.281

(8)

(8)

9.944

4.273

Handels- en overige schulden

67.076

60.570

(1.309)

(877)

65.767

59.693

Totale uitgestelde belastingen voor tijdelijke verschillen

304.374

344.903

(135.937)

(165.695)

168.437

179.208

Over te dragen verliezen

70.257

80.051

-

-

70.257

80.051

Investeringsaftrek

867

650

-

-

867

650

Overige

3.389

2.236

-

-

3.389

2.236

Niet-geboekte uitgestelde belastingen

(43.858)

(67.191)

-

-

(43.858)

(67.191)

Totaal belastingactiva/-passiva

335.029

360.649

(135.937)

(165.695)

199.092

194.954

Compensatie van activa en passiva binnen dezelfde juridische entiteit

(113.091)

(141.401)

113.091

141.401

Nettobedrag

221.938

219.248

(22.846)

(24.294)

199.092

194.954

2020

2021

2020

2021

(EUR duizend)

Basis

Basis

Belasting

Belasting

Bedrag aan aftrekbare tijdelijke verschillen, fiscale verliezen en belastingkredieten waarvoor geen belastingsactiva werden geboekt

Vervaldatum zonder tijdslimiet

158.635

249.850

43.858

67.191

De bewegingen van de tijdelijke verschillen zijn geboekt in de geconsolideerde resultatenrekening uitgezonderd deze komende van bewegingen die direct geboekt zijn in de geconsolideerde rekening van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten.

De grote bewegingen in uitgestelde belastingen direct geboekt in de geconsolideerde rekening van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten zijn uitgestelde belastingen die het gevolg zijn van tijdelijke verschillen in de lijnen ‘Handels - en overige vorderingen’ (negatieve impact van 8,3 miljoen), ‘Voorzieningen voor personeelsvoordelen op lange termijn’ (negatieve impact van 12,7 miljoen) en ‘Handels- en overige schulden’ (negatieve impact van 10,7 miljoen).

Uitgestelde belastingactiva worden enkel geboekt in de mate dat het gebruik ervan waarschijnlijk is, m.a.w. indien belastbare inkomsten verwacht worden in toekomstige perioden. De Groep gaat uit van een gebruik van uitgestelde belastingactiva over een periode van 5 tot 10 jaar. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de gemaakte schattingen op het moment dat de uitgestelde belastingen werden geboekt.

Niet-geboekte uitgestelde belastingen op de activa voor een bedrag van 67,2 miljoen komen voornamelijk voort uit fiscale verliezen (61,6 miljoen).

In overeenstemming met IAS 12, werden geen uitgestelde belastingpassiva op belastingvrije reserves van de Belgische vennootschappen geboekt, die potentieel 37,5 miljoen zouden kunnen bedragen, gezien het management verwacht dat deze belastingpassiva niet zullen worden gerealiseerd in de nabije toekomst.

Eind december 2021 bevatte de kortetermijnschuld voor inkomstenbelastingen van 197,5 miljoen (2020: 160,7 miljoen) onzekere belasting posities ten belope van 101,1 miljoen (114,9 miljoen in 2020).

(EUR duizend)

31/12/2020

31/12/2021

Kas en kasequivalenten

Beleggingen op korte termijn bij banken

373.904

272.965

Beleggingen op korte termijn (andere)

5

43

Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten

636.397

921.428

Totaal kas en kasequivalenten

1.010.307

1.194.437

Krediet op bankrekeningen

8.678

28.122

Netto kas en -kasequivalenten zoals in de kasstromentabel uit voortgezette activiteiten

1.001.629

1.166.315

Alle kas en kasequivalenten zijn volledig beschikbaar voor de Groep.

Management van het liquiditeitsrisico veronderstelt het aanhouden van voldoende liquide middelen en verhandelbare effecten, het beschikbaar zijn van financiering door een gepast bedrag aan contractueel vastgelegde en niet-vastgelegde kredietlijnen en de mogelijkheid om marktposities te sluiten.

Door het dynamische karakter van de onderliggende transacties, probeert de Groep de flexibiliteit van de financiering door het beschikbaar houden van vastgelegde kredietlijnen te behouden. Een overschot aan liquiditeiten wordt belegd voor zeer korte termijn en dit gespreid over een beperkt aantal kredietwaardige bankrelaties.

Hieronder volgt de detail van het aandeel van de Groep in de valuta omrekeningsverschillen en andere reserves:

(EUR duizend)

Conversierechten opgenomen in het eigen vermogen

Financiële activa aan reële waarde via NGR reserves

Kasstroom-indekkings-reserves - Grondstoffen

Kasstroom-indekkings-reserves - Valuta's

Kasstroom-indekkings-reserves - rentevoeten instrumenten

Latente belastingen rechtstreeks opgenomen via de niet gerealiseerde resultaten

Personeels-voordelen na uitdiensttreding, voortkomende uit veranderingen in actuariële parameters

Reserves voor op aandelen gebaseerde vergoedingen

Omrekenings-verschillen

Totaal

Begin van het vorige boekjaar

-

1.141

(33.865)

5.493

(687)

87.094

(298.028)

37.271

(82.873)

(284.454)

Resultaat rechtstreeks opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten

-

(4.198)

(20.951)

7.972

(84)

(513)

(27.632)

-

-

(45.406)

Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen

50.324

-

-

-

-

-

-

10.108

-

60.432

Resultaat rechtstreeks afgeboekt uit niet-gerealiseerde resultaten

-

-

27.054

2.707

-

(8.057)

-

-

-

21.704

Transfer van/naar overgedragen resultaten

-

-

-

-

-

-

-

(2.737)

-

(2.737)

Andere wijzigingen

-

-

-

-

-

868

(1.775)

-

-

(908)

Omrekeningsverschillen

-

5

74

549

-

(204)

2.403

-

(119.284)

(116.457)

Per einde van het vorige boekjaar

50.324

(3.052)

(27.688)

16.721

(771)

79.187

(325.033)

44.642

(202.157)

(367.826)

Begin van het vorige boekjaar

50.324

(3.052)

(27.688)

16.721

(771)

79.187

(325.033)

44.642

(202.157)

(367.826)

Resultaat rechtstreeks opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten

-

2

69.150

(16.354)

(1.971)

(25.487)

48.082

-

-

73.423

Resultaat rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen

-

-

-

-

-

-

-

14.255

-

14.255

Resultaat rechtstreeks afgeboekt uit niet-gerealiseerde resultaten

-

-

28.949

(14.165)

-

(6.044)

(0)

-

-

8.740

Transfer van/naar overgedragen resultaten

-

-

-

-

-

-

-

(5.904)

-

(5.904)

Perimeterwijzigingen

-

-

-

-

-

912

(3.026)

-

-

(2.114)

Omrekeningsverschillen

-

40

393

150

(143)

(176)

(2.107)

-

84.898

83.055

Per einde van het boekjaar

50.324

(3.009)

70.804

(13.649)

(2.885)

48.392

(282.084)

52.994

(117.259)

(196.370)

De nettowinsten opgenomen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten betreffende kasstroomindekkingen (50,8 miljoen) zijn de veranderingen in reële waarde van nieuwe of bij de opening bestaande kasstroomindekkingsinstrumenten, maar die nog niet vervallen zijn op jaareinde. De nettoverliezen afgeboekt uit de niet-gerealiseerde resultaten (14,8 miljoen) zijn de reële waarde van de kasstroomindekkingsinstrumenten die bestonden bij de opening en die zijn vervallen tijdens het jaar. De totale impact die geleden werd bij het vervallen van kasstroomindekkingscontracten tijdens het jaar bedraagt een verlies van 3,6 miljoen dat opgenomen werd in de resultatenrekening. Dit bedrag bevat de vermelde nettoverliezen die werden afgeboekt uit de niet-gerealiseerde resultaten (14,8 miljoen) en de veranderingen in reële waarde tijdens het jaar op vervallen bestaande kasstroomindekkingscontracten en op nieuw gecontracteerde instrumenten tijdens het jaar (11,2 miljoen).

Nieuwe netto herberekeningen op basis van gewijzigde actuariële assumpties op de ‘te bereiken doel’-plannen na uitdiensttreding werden weergegeven in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten voor 48,1 miljoen (zie toelichting F27 over Voorzieningen voor personeelsvoordelen). De toekenning van het optieplan van 2021 heeft geleid tot een toename van de reserve voor op aandelen gebaseerde vergoedingen van 14,3 miljoen (zie toelichting F10, Bezoldigingen en aanverwante voordelen). 5,9 miljoen werd getransfereerd naar het overgedragen resultaat als gevolg van de uitoefening van aandelenopties en plannen voor gratis aandelen.

De bewegingen van de wisselkoersverschillen zijn voornamelijk gerelateerd aan de versterking van de USD, CNY, HKD en BRL tegenover de EUR. De totale wisselkoersverschillen worden voornamelijk beïnvloed door de volgende munten: BRL, KRW, PLN, CNY, ZAR, CAD, ARS en USD.

(EUR duizend)

Bankleningen op lange termijn

Lease-leningen

Overige langetermijn-leningen

Totaal

Op meer dan één jaar

Begin van het vorige boekjaar

1.101.266

46.262

3.555

1.151.083

. Toename

125.000

27.657

494.360

647.017

. Afname

-

(19.801)

(304)

(20.105)

. Omrekeningsverschillen

(146)

(1.251)

5

(1.392)

. Overboekingen

(21.120)

(4)

(21.124)

.Conversierechten opgenomen in het eigen vermogen

-

(50.324)

(50.324)

Per einde van het vorige boekjaar

1.205.000

52.865

447.289

1.705.154

. Toename

-

25.573

32.109

57.682

. Afname

-

(19.534)

(824)

(20.358)

. Omrekeningsverschillen

-

1.400

(0)

1.400

. Overboekingen

-

2.588

(22.430)

(19.842)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

1.205.000

62.892

456.145

1.724.037

Op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

Per einde van het vorige boekjaar

21.790

-

158

21.948

. Toename/afname

(22.144)

-

1.785

(20.359)

. Omrekeningsverschillen

354

-

(40)

314

. Overboekingen

-

-

18.097

18.097

Per einde van het boekjaar

-

-

20.000

20.000

(EUR duizend)

Bankleningen op korte termijn

Krediet op bank-rekeningen

Kortetermijn-lening: commercial paper

Overige leningen

Totaal

Op ten hoogste een jaar

Per einde van het vorige boekjaar

554.266

8.678

134.282

4

697.230

. Toename/afname

(204.601)

19.093

(126.277)

(1.786)

(313.571)

. Overboekingen

-

-

-

1.745

1.745

. Omrekeningsverschillen

25.055

351

-

38

25.444

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

374.720

28.122

8.005

1

410.847

De netto financiële schuld op 31 december 2021 bedroeg 960,4 miljoen, een daling ten opzichte van 1.414,0 miljoen bij de start van het jaar.

De financiële schuld omvat de VS private schuldplaatsing die werd uitgegeven in 2019 (390 miljoen; reële waarde van 396,4 miljoen) en in 2017 (360 miljoen; reële waarde 377,9 miljoen), de Schuldschein die werd uitgegeven in 2017 (330 miljoen; reële waarde 336,6 miljoen), de Europese Investeringsbank (EIB) lening die werd uitgegeven in 2020 (125 miljoen; reële waarde van 122,0 miljoen) en de converteerbare obligatie die werd uitgegeven in 2020 (500 miljoen; reële waarde van 456,1 miljoen).

Op 31 december 2021 stond een bedrag van 5 miljoen uit op het Franse NEU CP programma en een bedrag van 20 miljoen stond uit op het Franse NEU MTN programma (uit een totaal beschikbaar bedrag van 600 miljoen binnen elk programma).

Een bedrag van 3 miljoen was uitstaand op het Belgian Commercial Paper programma (uit een totaal beschikbaar bedrag van 600 miljoen binnen het programma).

Op 31 december 2021 waren er geen uitstaande voorschotten onder de 500 miljoen met een kredietfaciliteit der Syndicaat van Banken die hernieuwd werden in 2021 met een vervaldag in oktober 2026 alsook geen voorschotten onder de 495 miljoen met een kredietfaciliteit der Syndicaat van Banken die vervallend in april 2025.

De voorgemelde kredietfaciliteiten met een Syndicaat van Banken en de langetermijn schuldplaatsingen verplichten de Groep om te voldoen aan standaard financiële verdragen. Umicore heeft geen verdrag overtreden, niet in 2021 noch in vorige jaren.

De langetermijnleningen bevatten vooral schuldinstrumenten in EUR.

De gemiddelde interestvoet op de gemiddelde brutoschuld bedroeg 2,23% voor het volledige jaar 2021 (1,91% voor het volledige jaar 2020).

De lijn ‘nieuwe leningen en aflossingen’ in de geconsolideerde kasstroomtabel bevat geen bewegingen op bank overdrafts en valuta omrekeningsverschillen, alsook niet de theoretische fictieve interesten op de schuldcomponent van de converteerbare schuld (10,0 miljoen in 2021) die niet contant is.

De netto ‘hefboomratio’ (definitie zie glossarium) op het einde van 2021 van 23,3% (35,0% in 2020) en de verhouding netto financiële schuld/EBITDA van 0,77x (vergeleken met 1,76x eind 2020) positioneren de Groep goed binnen haar vooropgestelde limieten van de kapitaalstructuur.

(EUR duizend)

Interest type

< 1 jaar

1 - 5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Bruto Financiële schulden vorige jaar

Leasing schuld

-

40.478

12.387

52.865

Kredietinstellingen

Vast/Vlottende

584.895

3.190

-

588.085

Commercial Papers

Vlottende

134.282

-

-

134.282

Schuldschein

Vast/Vlottende

-

287.000

43.000

330.000

US Private Placement

Vast

-

-

750.000

750.000

EIB lening

Vast

-

-

125.000

125.000

Convertibel lening

Vast

-

444.100

-

444.100

Totaal

779.177

774.768

930.387

2.424.332

(EUR duizend)

Interest type

< 1 jaar

1 - 5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Bruto Financiële schulden jaar

Leasing schuld

-

45.209

17.683

62.892

Kredietinstellingen

Vast/Vlottende

402.847

-

-

402.847

Commercial Papers

Vlottende

28.000

-

-

28.000

Schuldschein

Vast/Vlottende

-

287.000

43.000

330.000

US Private Placement

Vast

-

50.000

700.000

750.000

EIB lening

Vast

-

125.000

-

125.000

Convertibel lening

Vast

-

456.145

-

456.145

Totaal

430.847

963.354

760.683

2.154.884

(EUR duizend)

EUR

Totaal

Uitsplitsing van de schulden per munteenheid (inclusief die die vervallen binnen het jaar)

Bankleningen

1.205.000

1.205.000

Overige leningen

476.145

476.145

Financiële schulden op lange termijn (inclusief die die vervallen binnen het jaar)

1.681.145

1.681.145

(EUR duizend)

2020

2021

Financiële schulden op meer dan één jaar

1.705.154

1.724.037

Financiële schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

21.948

20.000

Financiële schulden op ten hoogste één jaar

697.230

410.847

Kas en kasequivalenten

(1.010.307)

(1.194.437)

Netto financiële schulden

1.414.024

960.447

Bruto uitstaande schuld

Bankleningen op korte termijn

17,4%

Bankleningen op lange termijn

55,9%

Commercial paper

0,4%

Krediet op bankrekeningen

1,3%

Lease-leningen

2,9%

Converteerbare obligatie

21,2%

Andere bankfaciliteiten

0,9%

(EUR miljoen)

2020

2021

Netto financiële schuld

1.414,0

960,4

Eigen Vermogen

2.621,9

3.167,3

Totaal

4.035,9

4.127,7

Hefboomratio (%)

35,0

23,3

(EUR duizend)

Toelichting

31/12/2020

31/12/2021

Op meer dan één jaar

Overige schulden

5.682

6.540

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen van kapitaalsubsidies

17.823

40.821

Totaal uit voortgezette activiteiten

23.505

47.361

Op ten hoogste één jaar

Handelsschulden

1.896.099

2.196.225

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

32.180

29.851

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

38.317

32.885

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

135.835

168.014

Overige schulden

39.733

67.708

Verschuldigde dividenden

11.618

11.612

Te betalen interesten

9.109

10.326

Reële waarde van verschuldigde financiële instrumenten voor kasstroomindekking

F33

57.957

24.504

Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde indekking (IFRS 9 indekkingsboekhouding)

F33

18.708

31.874

Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde indekking (economische indekking)

19.589

433

Overlopende rekeningen

159.784

234.534

Totaal uit voortgezette activiteiten

2.418.928

2.807.966

Vergeleken met 31 december 2020 zijn de handelsschulden toegenomen, voornamelijk gedreven door hogere aankoop volumes aan hogere metaal prijzen met langere betaaltermijnen. Handelsschulden omvatten bankwissels die door Umicore werden uitgegeven in China. Bankwissels zijn een gebruikelijk betaalmiddel in China en genieten vaak de voorkeur van leveranciers vanwege hun overdraagbaarheid, hun gebruik als financieringswaarborg of hun mogelijkheid om geactualiseerd te worden. Eind 2021 had Umicore 260 miljoen aan bankwissels uitgegeven in China (vergeleken met 280 miljoen eind 2020). Eind 2021 omvatten de handelsschulden gecontracteerde metalen die teruggekocht moesten worden voor een bedrag van 136 miljoen (vergeleken met 230 miljoen eind 2020). De belastingschulden (andere dan inkomstbelastingen) betreffen vooral BTW schulden.

Umicore heeft geen wereldwijd programma voor de bevoorradingsketen. Sommige leveranciers hebben echter overeenkomsten met banken waardoor Umicore geacht wordt te bevestigen dat de facturen van de leveranciers correct zijn en op de vervaldag vereffend zullen worden. Eind 2021 werden dergelijke bevestigingen gegeven voor een totale uitstaande schuld van 242 miljoen.

VAN HET VORIGE BOEKJAAR

Contractuele vervaldag

(EUR duizend)

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Financiële schulden

274.765

90.870

353.542

774.766

930.387

2.424.330

Op ten hoogste één jaar

274.765

90.870

353.542

-

-

719.177

Bankleningen op korte termijn

231.384

55.590

267.293

-

-

554.266

Krediet op bankrekeningen

8.678

-

-

-

-

8.678

Kortetermijnlening: commercial paper

25.000

35.250

74.032

-

-

134.282

Overige leningen

-

4

-

-

-

4

Bankleningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

9.691

-

12.099

-

-

21.790

Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

13

26

119

-

-

158

Op meer dan één jaar

-

-

-

774.766

930.387

1.705.153

Bankleningen op meer dan één jaar

-

-

-

287.000

918.000

1.205.000

Leasing schuld

-

-

-

40.478

12.387

52.865

Overige leningen op meer dan één jaar

-

-

-

447.288

0

447.288

Handels- en overige schulden

1.377.057

362.626

659.330

32.008

11.409

2.442.430

Op ten hoogste één jaar

1.377.057

362.626

659.330

19.912

-

2.418.925

Handelsschulden

1.105.279

246.622

544.198

-

-

1.896.099

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

13.586

18.199

395

-

-

32.180

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

35.188

2.591

539

-

-

38.317

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

38.663

41.765

55.407

-

-

135.835

Overige schulden

28.760

4.627

6.346

-

-

39.733

Verschuldigde dividenden

11.618

-

-

-

-

11.618

Te betalen interesten

6.960

1.653

496

-

-

9.109

Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomafdekking

471

9.324

28.631

19.527

-

57.953

Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde indekking (IFRS 9 indekkingsboekhouding)

9.405

6.075

2.844

385

-

18.708

Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde indekking (economische indekking)

6.715

11.827

1.047

-

-

19.589

Overlopende rekeningen

120.413

19.943

19.428

-

-

159.784

Op meer dan één jaar

-

-

-

12.096

11.409

23.505

Overige schulden

-

-

-

1.182

4.500

5.682

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies

-

-

-

10.914

6.909

17.823

VAN HET BOEKJAAR

Contractuele vervaldag

(EUR thousand)

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

> 5 jaar

Totaal

Financiële schulden

252.209

69.764

108.874

963.354

760.683

2.154.884

Op ten hoogste één jaar

252.209

69.764

108.874

-

-

430.847

Bankleningen op korte termijn

216.083

69.764

88.873

-

-

374.720

Krediet op bankrekeningen

28.122

-

-

-

-

28.122

Kortetermijnlening: commercial paper

8.005

-

-

-

-

8.005

Overige leningen

-

-

1

-

-

1

Overige leningen op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

-

-

20.000

-

-

20.000

Op meer dan één jaar

-

-

-

963.354

760.683

1.724.037

Bankleningen op meer dan één jaar

-

-

-

462.000

743.000

1.205.000

Leasing schuld

-

-

-

45.209

17.683

62.892

Overige leningen op meer dan één jaar

-

-

-

456.145

0

456.145

Handels- en overige schulden

2.089.549

461.143

243.834

48.278

12.522

2.855.327

Op ten hoogste één jaar

2.089.549

461.143

243.834

13.439

-

2.807.966

Handelsschulden

1.760.907

341.635

93.683

-

-

2.196.225

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

16.545

9.155

4.151

-

-

29.851

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

26.481

6.186

218

-

-

32.885

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

50.943

42.202

74.869

-

-

168.014

Overige schulden

26.120

27.639

13.949

-

-

67.708

Verschuldigde dividenden

11.612

-

-

-

-

11.612

Te betalen interesten

6.777

139

3.410

-

-

10.326

Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomafdekking

1.949

1.831

10.942

9.782

-

24.504

Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde indekking (IFRS 9 indekkingsboekhouding)

8.974

12.550

6.693

3.657

-

31.874

Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde indekking (economische indekking)

-

-

433

-

-

433

Overlopende rekeningen

179.242

19.806

35.487

-

-

234.534

Op meer dan één jaar

-

-

-

34.839

12.522

47.361

Overige schulden

-

-

-

1.178

5.362

6.540

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies

-

-

-

33.661

7.161

40.821

De Groep heeft diverse wettelijke en feitelijke verplichtingen aangaande plannen met een ‘te bereiken doel’, voornamelijk met betrekking tot de Belgische en Duitse activiteiten.

(EUR duizend)

Vergoedingen na uitdiensttreding - pensioenen en aanverwante

Vergoedingen na uitdienst-treding - overige

Vergoedingen loopbaan-beëindiging - brugpensioenen en aanverwante

Andere langetermijn-personeels-vergoedingen

Totaal

Per einde van het vorige boekjaar

380.834

2.633

27.087

15.802

426.356

. Toename (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen')

38.091

252

6.635

2.887

47.864

. Terugnemingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen')

659

-

-

(48)

611

. Bestedingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen')

(35.968)

(130)

(5.322)

(1.010)

(42.430)

. Impact interestvoet en actualisering (inbegrepen in 'Financiële kosten')

3.092

7

6

93

3.198

. Omrekeningsverschillen

3

(4)

(129)

(10)

(141)

. Overboekingen

927

-

(689)

(295)

(57)

. Opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten

(48.255)

60

(0)

(0)

(48.196)

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

339.383

2.817

27.588

17.418

387.206

(EUR duizend)

31/12/2020

Bewegingen 2021

31/12/2021

België

95.573

(18.512)

77.061

Duitsland

300.743

(20.316)

280.427

Subtotaal

396.316

(38.828)

357.488

Overige entiteiten

30.040

(322)

29.718

Totaal uit voortgezette activiteiten

426.356

(39.150)

387.206

Bovenstaande tabel geeft de waarden van en de bewegingen weer op de voorzieningen voor personeelsvoordelen van de dochterondernemingen, die onder de integrale consolidatiemethode opgenomen zijn.

De vergoedingen loopbaanbeëindiging bevatten hoofdzakelijk enkele ontslagvergoedingen in Korea en Belgische plannen voor vervroegd pensioen. Andere langetermijnvoordelen omvatten voornamelijk jubileumpremies in België en Duitsland.

De lijnen ‘Toename’, ‘Terugnemingen’ en ‘Bestedingen’ van de voorzieningen voor personeelsvoordelen kunnen in verband worden gebracht met de lijn ‘Voorzieningen voor personeelsvoordelen’ van toelichting F10. Het bedrag opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten vloeit voornamelijk voort uit een stijging van de verdisconteringsvoeten van de pensioenplannen. De samenhang tussen toelichting F23 en het overzicht van geconsolideerde gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten is voorzien in onderstaande tabel.

De plannen met ‘vaste bijdrage’ van de Groep in sommige landen als de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland zijn niet omvat in deze toelichting gezien deze bedragen direct worden opgenomen in de resultatenrekening onder de lijn ‘Bijdragen tot pensioenplannen met vaste bijdrage’ (zie toelichting F10).

De hierna volgende toelichtingen onder IAS 19 werden overgenomen uit de verslagen opgemaakt door externe actuarissen.

Umicore’s ‘te bereiken doel’-pensioenplannen voor de 2 belangrijkste landen zijn als volgt:

BELGIË

Karakteristieken van de ‘te bereiken doel’-plannenUmicore-bedrijven in België hanteren ‘te bereiken doel’-plannen die pensioen- of langetermijnpersoneelsvoordelen geven welke afhankelijk zijn van het salaris en leeftijd of anciënniteit. Deze pensioen- en langetermijnvoordeelplannen vertegenwoordigen verplichtingen verbonden aan het ‘te bereiken doel’-plan van 309,2 miljoen en activa van 232,1 miljoen. Ze voorzien in een forfaitaire of maandelijkse betaling bij pensionering of vervroegde pensionering en voordelen in geval van het bereiken van een aantal jaren dienst of in geval van overlijden of onbekwaamheid voorafgaand aan het pensioen.

De netto voorzieningen voor pensioenen van 77,1 miljoen kunnen onderverdeeld worden in ‘te bereiken doel’-plannen voor na de uitdiensttreding (54,0 miljoen waarvan 167,3 miljoen de verplichtingen en 113,3 miljoen is gerelateerd aan de activa van de plannen), plannen voor vergoedingen bij loopbaanbeëindiging (4,8 miljoen van de verplichting is niet gefinancierd), jubileumpremies (3,5 miljoen, niet-gefinancierd) en plannen met vaste bijdrage voor na de uitdiensttreding en bonus spaarplannen met gegarandeerd rendement en bijgevolg behandeld als ‘te bereiken doel’-plannen (14,8 miljoen waarvan 133,6 miljoen de verplichting is en 118,8 miljoen gerelateerd is aan de activa van de plannen).

Financiering De plannen voor na uitdiensttreding worden extern gefinancierd door ofwel verzekeringsmaatschappijen of onafhankelijke instellingen die pensioenplannen beheren (“IORP”). Voor de IORP worden de noodzakelijke deugdelijk bestuursprocessen inzake risicobeheer toegepast. Eén van de risicomaatregelen is om regelmatig een ‘Continuïteitstest’ uit te voeren waarbij de gevolgen van het strategische investeringsbeleid geanalyseerd worden inzake risico- en rendementprofielen en solvabiliteitsmaatregelen. Een verklaring van investeringsprincipes en de financieringspolitiek worden hieruit afgeleid. Het is de bedoeling om een goed gediversifieerde toewijzing van activa te verkrijgen om zo het risico te beheersen.

Reële waarde van planactiva De reële waarden van aandelen- en schuldinstrumenten worden op basis van de beurskoersen op actieve markten bepaald (Niveau 1 reële waarde classificatie). De plannen houden geen directe positie in van Umicore-aandelen of -obligaties, evenmin bezitten ze eigendommen gebruikt door een entiteit van Umicore. De beleggingen zijn goed gediversifieerd zodat het falen van enige belegging geen materiële invloed zou hebben op het globale niveau van activa.

DUITSLAND

Characteristics of the Defined Benefit plans De personeelsvoordelen na uitdiensttreding zijn voornamelijk niet-gefinancierde pensioenplannen van het type ‘te bereiken doel’, die voordelen verschaffen in geval van pensioen, onbekwaamheid en overlijden. Alle plannen zijn gebaseerd op het uiteindelijke of gemiddelde uiteindelijke salaris, uitgezonderd de uitgestelde compensatieplannen. De voordelen van het uitgesteld compensatieplan zijn gebaseerd op jaarlijks omgezet salaris en zorgt voor een gegarandeerde interestvoet van 3,0% p.a. (6,0% p.a. voor salarisomzettingen voor 2014). De plannen voor na uitdiensttreding vertegenwoordigen verplichtingen aangaande de ‘te bereiken doel’- plannen van 288,2 miljoen en activa van 7,8 miljoen.

De netto provisies voor pensioenen van 280,4 miljoen bevatten voornamelijk de ‘te bereiken doel’-pensioenplannen van Degussa, waaronder het bijdrage plan waar de aanpassingen van de doelen aan inflatie en interestvoet gegarandeerd zijn (207,4 miljoen), de gesloten en open compensatieplannen (57,4 miljoen), een plan voor de jubileumpremies (8,5 miljoen) en andere vergoedingen voor bij loopbaanbeëindiging (7,1 miljoen).

Financiering Zoals hierboven vermeld, zijn de personeelsvoordelen na uitdiensttreding voornamelijk niet-gefinancierde plannen. Een minderheid wordt gefinancierd door gewaarborgde herverzekeringscontracten.

Reële waarde van planactiva Alle planactiva houden verband met gewaarborgde verzekeringscontracten en hebben geen beurskoers.

De belangrijkste risico’s met betrekking tot de ‘te bereiken doel’-plannen zijn:

  • De volatiliteit van de activa: de plankosten worden aan de hand van een verdisconteringsvoet berekend, die refereert naar rendementen van bedrijfsobligaties. Indien de planactiva onder dit rendement presteren, zal dit een tekort creëren.

  • Wijzigingen in het rendement van obligaties: een vermindering in het rendement van bedrijfsobligaties zal de planverplichtingen doen stijgen, hoewel dit gedeeltelijk gecompenseerd zal worden door een stijging van de waarde van de obligaties van het plan.

  • Salarisrisico: het merendeel van de verplichtingen aangaande de ‘te bereiken doel’-plannen worden berekend met referentie aan de toekomstige salarissen van de planleden. Hoger dan verwachte salarisverhogingen van planleden zullen dus leiden tot hogere verplichtingen.

  • Risico van levensduur: alle pensioenplannen, met uitzondering van het uitgestelde compensatieplan vanaf 2014, voorzien lijfrenten die het risico van de levensduur met zich meebrengen, d.w.z. het risico van een verlenging van de betalingsperiode door de verlenging van de levensverwachting. Het bedrijf hanteert cijfers van de levensverwachtingen die afhangen van het geboortejaar om dit risico in de pensioenverplichtingen te omvatten.

  • Risico van uitgaande kasstroom: bij overlijden voor pensionering en door de te verschaffen voordelen bij werkonbekwaamheid is er een risico van uitgaande kasstroom voorafgaand aan de pensionering.

  • Wetgevingsrisico: indien de wet inzake de pensioenvoordelen wijzigt, kan dit leiden tot een wijziging in de verplichtingen.

Er zijn bijkomende risico’s in Duitsland:

  • In Duitsland bestaan er twee pensioenplannen met vaste bijdrage die gefinancierd worden door ‘Pensionskasse Degussa’ (PKD) of het ondersteuningsfonds ‘Unterstützungskasse Degussa’ (RUK). Met betrekking tot de vereiste aanpassingen van de pensioenen betaald door deze plannen, bestaat er een risico dat deze aanpassingen niet volledig gedragen zullen kunnen worden door de PKD of RUK en bijgevolg kunnen resulteren in bijkomende niet-gefinancierde pensioenverplichtingen. Dit deel van de PKD en RUK plannen wordt bijgevolg beschouwd als ‘te bereiken doel’-plan en het risico van de bijkomende verplichting, waarvan verwacht wordt dat het er zal zijn tot eind 2023, werd opgenomen in de verplichtingen voor ‘te bereiken doel’-plannen en wordt jaarlijks herzien (bijkomende verplichting van 4,8 miljoen voor PKD en 0,7 miljoen voor RUK aan het einde van 2021).

  • Het afgesloten uitgesteld compensatieplan voorziet een gegarandeerde interestvoet van 6,0% p.a. Dit doet het risico voor pensioenkosten stijgen bovenop het herleide salaris. Het plan werd op 31 december 2013 afgesloten en door een nieuw plan vervangen zonder aanzienlijk risico in dat opzicht.

Enkele risico’s hebben louter betrekking op België:

  • Onder de Belgische wetgeving die van toepassing is op de 2e pijler van de pensioenplannen (de zogenaamde ‘Wet Vandenbroucke’), moeten alle Belgische plannen met ‘vaste bijdrage’ onder IFRS beschouwd worden als ‘te bereiken doel’-plannen. De wet Vandenbroucke verklaart dat in het kader van plannen met ‘vaste bijdrage’, de werkgever een minimumrendement van 3,75% moet garanderen op de werknemersbijdragen en 3,25% op de werkgeversbijdragen. Echter, kort voor het einde van 2015 werd een Belgische wetswijziging van kracht die een daling van het gegarandeerde minimum van 3,25% voorziet. Het nieuwe minimum hangt af van de Belgische 10 jaars-OLO obligaties, maar wel binnen een bereik van 1,75%-3,25%. Momenteel bedraagt het 1,75% en is het van toepassing voor de jaren na 2015 voor toekomstige bijdragen en ook op de gecumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015 als de financieringsorganisatie geen garanties geeft over het resultaat op de bijdragen tot de pensioenleeftijd. Als de financieringsorganisatie die wel garandeert, zijn de tarieven van 3,25%/3,75% nog steeds van toepassing op de gecumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015. Vanwege dit minimumrendement is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico. Verdere bijdragen kunnen nodig zijn mochten de activa ontoereikend blijken om de minimale voordelen uit te betalen. De Groep heeft plannen die gefinancierd worden door verzekeringscontracten en een plan dat gefinancierd wordt door IORP. De ‘te bereiken doel’ verplichtingen hierboven zijn samengevoegd met de andere ‘te bereiken doel’ plannen. De ‘Project Unit Credit’ (PUC) methodologie is gebruikt. De totale ‘te bereiken doel’ verplichtingen met betrekking tot deze plannen liepen op tot 133,6 miljoen op het einde van december 2021 en activa ten belope van 118,8 miljoen.

(EUR duizend)

2020

2021

Wijziging in de verplichtingen voor personeelsvoordelen

Verplichting bij het begin van het boekjaar

651.685

697.222

Kosten van diensten geleverd in het jaar

34.591

43.641

Interestkosten

6.246

5.904

Bijdragen van de planparticipanten

905

843

Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de demografische veronderstellingen

1.556

(831)

Actuariële verliezen en winsten – wijzigingen in de financiële veronderstellingen

29.185

(37.337)

Actuariële verliezen en winsten – ervaringsaanpassingen

2.942

723

Uitbetaalde voordelen

(26.873)

(30.537)

Betaalde onkosten

(1.819)

(2.479)

Combinaties

157

-

Omrekeningsverschillen

(1.353)

818

Verplichting per einde van het boekjaar

697.222

677.967

(EUR duizend)

2020

2021

Veranderingen in de planactiva

Reële waarde van de planactiva bij begin van het boekjaar

259.952

271.690

Verwacht rendement op de planactiva

2.349

2.069

Actuariële verliezen en winsten

5.398

11.671

Bijdragen van de werkgever

32.473

37.350

Bijdragen van de planparticipanten

905

843

Uitkeringen van het plan/bedrijf

(26.873)

(30.537)

Betaalde onkosten

(1.870)

(2.534)

Nettotransfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen)

(76)

-

Omrekeningsverschillen

(568)

927

Reële waarde van de planactiva per einde van het boekjaar

271.690

291.479

De pensioenplannen in België, Korea, Liechtenstein en Japan zijn geheel of gedeeltelijk gefinancierd met planactiva die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van toegezegde pensioenrechten. Alle andere plannen zijn gedeeltelijk en niet-gefinancierde.

(EUR duizend)

2020

2021

Bedragen opgenomen in de balans

Verplichtingen aangaande toegezegde pensioenrechten

697.222

677.967

Reële waarde van de planactiva van de fondsen

271.690

291.479

Tekort/overschot van gefinancierde plannen

425.532

386.488

Netto passiva/activa

425.532

386.488

Componenten van de pensioenkost

Bedragen geboekt in de resultatenrekening van de periode

Kosten van diensttijd van het jaar

34.591

43.641

Interestkost

6.246

5.904

Interestbaten van planactiva

(2.349)

(2.069)

Herwaarderingen van Andere langetermijnvoordelen

277

(920)

Administratieve kosten en belastingen

51

55

Totale pensioenkost opgenomen in de winst/verlies rekening

38.816

46.611

Bedragen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten

Gecumuleerde actuariële verliezen en winsten bij het begin van het boekjaar

270.082

299.829

Actuariële verliezen en winsten van het boekjaar

28.004

(48.196)

Minderheidsbelangen

37

27

Andere wijzigingen

1.775

-

Omrekeningsverschillen

(69)

4

Perimeterwijzigingen

-

3.026

Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten door geconsolideerde ondernemingen

299.829

254.689

Actuariële verliezen en winsten van geassocieerde ondernemingen en joint ventures

25.202

27.396

Totaal opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten

325.030

282.084

Herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen)

(27.632)

48.082

Omrekeningsverschillen zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen)

2.403

(2.107)

Herwaarderingen gerelateerd aan minderheidsbelangen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat (inclusief omrekeningsverschillen)

32

32

Totaal aan herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat

(25.198)

46.007

Omrekeningsverschillen zoals in toelichting F23 (zonder minderheidsbelangen)

(2.403)

2.107

Omrekeningsverschillen gerelateerd aan minderheidsbelangen

5

(5)

Herwaarderingen gerelateerd aan geassocieerde ondernemingen.

(409)

87

Totaal aan herwaarderingen opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat zoals in toelichting F27

(28.004)

48.196

Herwaarderingen (geboekt in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten)

Effect van wijzigingen in de demografische veronderstellingen

1.433

(805)

Effect van wijzigingen in de financiële veronderstellingen

29.124

(37.103)

Effect van ervaringsaanpassingen

2.677

1.404

Rendement op de planactiva (exclusief interestbaten)

(5.230)

(11.692)

Totaal herwaarderingen in de componenten van niet-gerealiseerde resultaten

28.004

(48.196)

De interestkost, het rendement op de planactiva en de impact door herberekening op plannen andere dan voordeelplannen voor na uitdiensttreding worden geboekt onder de financiële kosten in de resultatenrekening (zie toelichting F11). Alle andere elementen van de jaarlijkse kost worden geboekt onder het bedrijfsresultaat onder de rubriek ‘bezoldigingen en personeelsvoordelen’.

Herberekeningen van het jaar opgenomen in niet-gerealiseerd resultaat hebben hun oorsprong in een verandering van de verdisconteringsvoet op de pensioenplannen en verschillen tussen het verwachte en actuele rendement op de planactiva.

2020

2021

VOORNAAMSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN

Gewogen gemiddelde veronderstellingen ter bepaling van de verplichtingen per einde van het jaar

Actualisatievoet (%)

0,78

1,17

Percentage van salarisverhogingen (%)

2,55

2,62

Percentage van de inflatie (%)

1,75

1,80

Percentage van pensioenverhogingen (%)

1,30

1,27

Gewogen gemiddele assumpties ter bepaling van de nettokost

Actualisatievoet (%)

0,95

0,78

Verwachte toename van salarissen (%)

2,60

2,55

Percentage van de inflatie (%)

1,78

1,75

Percentage van pensioenverhogingen (%)

1,30

1,30

2021

Reële waarde van alle planactiva

Reële waarde van planactiva met beurskoers

Planactiva

Kas en kasequivalenten

22.062

22.062

aandeleninstrumenten

66.269

66.269

Schuldinstrumenten

93.787

93.787

Onroerend goed

6.738

6.738

Activa aangehouden door verzekeringsmaatschappijen

94.290

80.983

Overige

8.333

7.322

Totaal planactiva

291.479

277.161

De veronderstellingen worden aanbevolen door de lokale actuarissen in lijn met IAS 19 herzien. De standaardreferentie voor de Eurozone is de iBOXX AA Index opbrengst en gelijkaardige indexen worden gebruikt voor de andere regio’s. De tabellen voor de levensverwachting zijn specifiek voor elk land.

Andere planactiva zijn grotendeels geïnvesteerd in verzekeringscontracten en banktermijndeposito’s. De veronderstelling inzake de verwachte langetermijnrendementsvoet op de activa is gedocumenteerd voor elk individueel plan zoals aanbevolen door de lokale actuarissen.

2021

Sensitiviteit +0,25%

Sensitiviteit -0,25%

Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op actualisatievoet

Huidige waarde van de verplichting

640.901

687.587

Gewogen gemiddelde periode van toegezegde pensioenrechten

13,33

14,92

Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op inflatiepercentage

Huidige waarde van de verplichting

648.639

622.105

Sensitiviteit van veronderstellingen van tendenspercentage op verhogingspercentage

Huidige waarde van de verplichting

670.622

652.617

(EUR duizend)

2020

2021

AANSLUITING BALANS

Balans verplichtingen (activa) bij het begin van het boekjaar

391.734

425.529

Opgenomen pensioenkosten in W&V van het boekjaar

38.816

46.611

Bedragen rechtstreeks opgenomen in het eigen vermogen van het boekjaar

28.004

(48.196)

Werkgeversbijdragen via fondsen gestort in het boekjaar

(20.633)

(25.572)

Werkgeversbijdragen onmiddellijk gestort in het boekjaar

(11.840)

(11.771)

Bedragen geboekt voor combinaties

233

-

Diverse

-

(3)

Omrekeningsverschillen

(785)

(109)

Balans verplichtingen/activa op het jaareinde

425.529

386.489

Voorziening voor personeelsvoordelen op lange termijn passiva

426.356

387.206

Personeelsvoordelen oplange termijn activa (nota F20)

(820)

(718)

Diverse

(7)

-

Netto personeelsverplichtingen op balans

425.529

386.488

Op 31 december

(EUR duizend)

2017

2018

2019

2020

2021

Huidige waarde van de verplichting

552.021

549.052

651.685

697.222

677.967

Reële waarde planactiva

209.774

216.101

259.952

271.690

291.479

Tekort/overschot van plannen

342.247

332.951

391.733

425.532

386.488

Ervaringsaanpassingen op de fondsbeleggingen

(5.286)

4.410

(17.138)

(5.398)

(11.671)

Ervaringsaanpassingen op de verplichtingen

4.611

5.967

3.032

2.942

723

(EUR duizend)

2021

VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGENDE JAREN

Verwachte bijdragen van de werkgever

36.912

Verwachte totaal pensioenrechtenbetalingen

Jaar 1

30.310

Jaar 2

48.062

Jaar 3

20.078

Jaar 4

31.508

Jaar 5

28.122

De volgende 5 jaren

119.823

Plan

Vervaldatum

UITOEFENING

Uitoefenprijs EUR (de uitoefensprijs kan hoger zijn in bepaalde landen)

Aantal opties dat nog uitgeoefend moet worden

ISOP 2015

09/02/2022

alle werkdagen van Euronext Brussels

17,29

39.000

18,90

2.500

19,50

3.000

44.500

ISOP 2016

04/02/2023

alle werkdagen van Euronext Brussels

16,63

248.750

248.750

ISOP 2017

13/02/2024

alle werkdagen van Euronext Brussels

25,50

413.500

27,04

23.750

437.250

ISOP 2018

08/02/2025

alle werkdagen van Euronext Brussels

40,90

973.125

973.125

ISOP 2019

10/02/2026

alle werkdagen van Euronext Brussels

34,08

1.216.000

36,78

5.000

1.221.000

ISOP 2020

09/02/2027

alle werkdagen van Euronext Brussels

42,05

1.168.375

1.168.375

ISOP 2021

10/02/2028

alle werkdagen van Euronext Brussels

47,08

1.108.500

1.108.500

Total

5.201.500

ISOP verwijst naar ‘Incentive Stock Option Plan’ (wereldwijd plan voor senior kaderleden en hoger).

Aandelenopties, waarvan typisch de rechten werden verworven op de datum van toekenning, worden verwacht om vereffend te worden met bestaande aandelen. Opties die niet uitgeoefend werden voor de vervaldatum, vervallen automatisch.

2020

2021

Aantal opties

Gewogen gemiddelde uitoefenprijs

Aantal opties

Gewogen gemiddelde uitoefenprijs

UITSTAANDE AANDELENOPTIES GEDURENDE HET JAAR

Uitstaande begin van het boekjaar

5.641.250

27,42

5.785.190

32,00

Toegekend tijdens boekjaar

1.168.375

42,05

1.108.500

47,08

Uitgeoefend tijdens het boekjaar

1.024.435

18,25

1.692.190

22,72

Uitstaande einde boekjaar

5.785.190

32,00

5.201.500

38,23

Uitoefenbaar einde boekjaar

5.785.190

32,00

5.201.500

38,23

De nog niet vervallen opties op het einde van het boekjaar, hebben een gemiddelde gewogen looptijd tot januari 2026.

De details betreffende de berekening van de netto boekwaarde van de toegekende opties zijn voorzien onder toelichting F10 betreffende bezoldigingen en aanverwante voordelen.

(EUR duizend)

Voorzieningen voor bodemsanering en landschapsherstel

Overige voorzieningen voor leefmilieu

Totaal

Per einde van het vorige boekjaar

108.238

13.136

121.374

. Toename (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

58.989

14.377

73.367

. Terugnemingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

(471)

(159)

(630)

. Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

(57.081)

(6.519)

(63.600)

. Actualisering (begrepen in 'Netto financiële kosten')

(152)

-

(152)

. Omrekeningsverschillen

256

-

256

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

109.780

20.836

130.615

waarvan : - op meer dan één jaar

106.247

11.146

117.393

waarvan : - op ten hoogste één jaar

3.533

9.689

13.222

Voorzieningen voor wettelijke en feitelijke verplichtingen met betrekking tot leefmilieu zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen evenals historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden gekend op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.

De voorzieningen stegen met 9,2 miljoen, waarbij bijkomende voorzieningen hoger zijn dan de gebruiken en terugnemingen van bestaande voorzieningen.

De nieuwe provisies voor bodem en grondwater remediëring zijn voornamelijk gelinkt aan nieuwe provisies die werden genomen in België voor de sites in Hoboken en Olen. In Hoboken werden bijkomende voorzieningen genomen voor de aanleg van een groene zone rond de fabriek voor 45,6 miljoen. Dit weerspiegelt het succes van het vrijwillig aanbod om naburige huizen te kopen. De aanleg van de groene zone is een belangrijke bouwsteen van het plan om de impact op omwonenden verder te verminderen. Rekening houdend met het gebruik van de voorziening over de periode (51,2 miljoen), bedroeg de provisie voor de aanleg van een groene zone 44,4 miljoen per 31 december 2021.

Begin 2020 heeft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) richtlijnen opgesteld voor de permanente sanering en opslag van historisch radioactief materiaal gerelateerd aan Umicore’s site in Olen, België. Er werden gezamenlijke werkgroepen opgericht, inclusief overheidsagentschappen zoals NIRAS/ONDRAF, OVAM, FANC en Umicore om een plan uit te werken waarin de verschillende stappen worden beschreven die nodig zijn om tot een oplossing voor permanente opslag te komen. In de toekomst zullen de gezamenlijke werkgroepen updates geven van de toekomstig geschatte sanerings- en opslagkosten en specifieke bestaande milieuvoorzieningen. Momenteel wordt verwacht dat het ontwikkelen en implementeren van dit gedetailleerde plan meerdere jaren in beslag zal nemen. In de tussentijd zal Umicore de situatie blijven monitoren om te garanderen dat uit deze overblijfselen geen risico’s voortvloeien, noch voor de werknemers op de site, noch voor de omwonende bevolking.

De beweging in de overige voorzieningen leefmilieu hebben vooral betrekking op aanpassing van CO2 emissierechten in België.

Het management verwacht dat de belangrijkste kasuitgaven met betrekking tot deze projecten voor niet-recurrente elementen zullen gebeuren binnen de tien jaar.

(EUR duizend)

Voorzieningen voor herstructurering en reorganisatie

Voorzieningen voor geschillen

Voorzieningen voor verlieslatende contracten met betrekking tot IFRS 9

Overige voorzieningen

Totaal

Per einde van het vorige boekjaar

40.856

2.686

19.963

57.454

120.958

. Toename (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

8.147

84

-

47.396

55.626

. Terugnemingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

(1.530)

-

(20.267)

(247)

(22.045)

. Bestedingen (begrepen in 'Andere bedrijfskosten')

(10.451)

(228)

-

(18.506)

(29.185)

. Omrekeningsverschillen

912

3

305

765

1.984

. Overboekingen

(2)

(18)

-

6

(14)

. Andere wijzigingen

823

-

-

-

823

Per einde van het boekjaar uit voortgezette activiteiten

38.754

2.527

-

86.869

128.148

waarvan : - op meer dan één jaar

27.226

801

-

70.081

98.108

waarvan : - op ten hoogste één jaar

11.529

1.725

-

16.790

30.044

Voorzieningen voor reorganisaties en herstructureringen en andere risico’s en kosten zijn opgenomen en bepaald met als referentie een schatting van de waarschijnlijkheid van de toekomstige kasuitstromen, alsook historische gegevens gebaseerd op feiten en omstandigheden die gekend zijn op het einde van het boekjaar. De effectieve verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.

Voorzieningen zijn in het totaal met 7,2 miljoen gestegen.

Bijkomende voorzieningen voor reorganisaties en herstructurering werden voornamelijk genomen voor de herstructureringsinitiatieven gelinkt aan de sluiting van de activiteit zware dieselvoertuigen van Automotive Catalysts in Frederikssund (Denemarken) en in Cobalt & Specialty Materials in België. De aanwending van de reorganisatie- en herstructureringsvoorzieningen hebben betrekking op de uitvoering van reeds aangekondigde herstructureringen in Cobalt & Specialty Materials in België en de VS alsook in Catalysis in Denemarken en de VS.

De voorzieningen voor geschillen zijn exclusief de belastingsvoorzieningen gerelateerd aan IFRIC 23 aangezien deze geboekt worden onder de lijn ‘Schulden voor winstbelasting’.

De voorzieningen voor verlieslatende contracten gerelateerd aan IFRS 9 waren verbonden aan de introductie van IFRS 9 voor reële waarde indekking. Deze voorzieningen werden genomen wanneer IFRS 9 indekkingsboekhouding niet toegepast kon worden, voordien compenseerde Umicore volgens IAS 37 principes iedere beduidend positieve aanpassing naar reële marktwaarde onder de voorzieningen voor verlieslatende contracten. In 2021 heeft Umicore beslist om de materiële positieve reële marktwaarde rechtstreeks terug te draaien en af te stappen van de voorzieningen voor verlieslatende contracten logica voor IFRS 9, wat resulteert in een terugname van vorig jaar genomen voorzieningen. Van de voorziening van 20,0 miljoen voor 2020, kon 10,0 miljoen worden teruggenomen in 2021 aangezien hedge accounting werd verkregen, zoals uitgelegd in toelichting 2.21.1.

Additionele andere voorzieningen voor risico’s en kosten omvatten andere voorzieningen voor verlieslatende contracten ten belope van 22,0 miljoen en voorzieningen voor risico’s met betrekking tot garanties en het terugroepen van producten omwille van niet-adequate kwaliteit voor een bedrag van 22,7 miljoen. Deze zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan risico’s in verband met toepassingen voor de eindmarkten in de automobielsector bij Catalysis en Energy & Surface Technologies (voor deze laatste verwijzend naar het specifieke provisioneringsmodel dat in 2018 geïntroduceerd werd). Het gebruik van voorzieningen gerelateerd aan andere verlieslatende contracten bedraagt 15,4 miljoen in 2021.

Er is geen betrouwbare analyse mogelijk met betrekking tot de verwachte timing van de cash uitstromen gelinkt aan het niet-recurrente deel van de provisie voor andere verplichtingen en kosten.

(EUR duizend)

Toelichting

31/12/2020

30/06/2021

31/12/2021

Immateriële vaste activa

F14,F15

346.888

344.025

339.849

Materiële vaste activa

F16

2.163.661

2.236.527

2.351.134

Deelnemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode

F17

139.839

150.052

155.140

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via niet gerealiseerde resultaten

F18

8.352

15.125

14.120

Voorraden

F19

2.718.092

3.081.161

2.869.071

Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar (zonder personeelsvoordelen)

F20

10.945

12.378

19.954

Bijgestelde handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar

1.611.461

2.013.295

1.750.174

Terug te vorderen belastingen

39.553

44.147

46.762

Activa opgenomen in het aangewend kapitaal

7.038.790

7.896.710

7.546.203

Handels- en overige schulden op meer dan één jaar

F25

23.505

32.774

47.360

Bijgestelde handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar

2.360.975

3.149.457

2.783.459

Omrekeningsverschillen

F23

(202.148)

(149.920)

(117.250)

Voorzieningen op meer dan een jaar

F29,F30

182.040

221.178

215.502

Voorzieningen op then hoogste een jaar

F29,F30

60.296

57.857

43.266

Te betalen belastingen

160.734

236.935

197.488

Passiva opgenomen in het aangewend kapitaal

2.585.401

3.548.280

3.169.825

Aangewend kapitaal

4.453.389

4.348.430

4.376.378

Eliminaties

3.191

3.012

517

Aangewend kapitaal zoals gepubliceerd

4.456.580

4.351.443

4.376.895

Gemiddeld aangewend kapitaal, in semester voor afsluitingsdatum

4.454.596

4.364.169

Gemiddeld aangewend kapitaal, in jaar

4.450.948

4.384.090

Aangepaste EBIT

F9

536.361

971.377

ROCE

12,05%

22,16%

De aangepaste kortetermijnhandelsvorderingen opgenomen in ‘Aangewend Kapitaal’ bevatten niet de ‘margin calls’ (1,4 miljoen eind 2021) noch de geboekte winsten op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten (80,5 miljoen in 2021). De aangepaste kortetermijnhandelsschulden opgenomen in ‘Aangewend Kapitaal’ bevatten niet de verliezen op de aanpassing naar reële marktwaarde op de strategische indekkingsinstrumenten (24,5 miljoen eind 2021).

Het gemiddeld aangewend kapitaal voor de halve jaren wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal op het einde van de periode en het aangewend kapitaal van de vorige periode. Het gemiddeld aangewend kapitaal voor het hele jaar wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het gemiddeld aangewend kapitaal van beide halfjaren.

Per eind VAN HET VORIGE BOEKJAAR

Boekwaarde

(EUR duizend)

Niveau

Reële waarde

Bijgehouden voor handel - economische indekking

Reële waarde indekkingsboekhouding

Kasstroomindekkingsboekhouding

Leningen, handels-vorderingen en schulden

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR

ACTIVA

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

8.352

-

-

-

-

8.352

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten - aandelen

1

8.352

-

-

-

-

8.352

Leningen toegekend

3.332

-

-

-

3.332

-

Leningen toegekend

3.332

-

-

-

3.332

-

Handels- en overige vorderingen

1.688.931

1.931

21.511

45.091

1.620.398

-

Op meer dan één jaar

Garanties en deposito's

8.370

-

-

-

8.370

-

Overige vorderingen op meer dan één jaar

2.574

-

-

-

2.574

-

Personeelsvoordelen

820

-

-

-

820

-

Op ten hoogste één jaar

Handelsvorderingen (bruto)

1.366.686

-

-

-

1.366.686

-

Handelsvorderingen (waardeverminderingen)

(22.319)

-

-

-

(22.319)

-

Overige vorderingen (bruto)

177.008

-

-

-

177.008

-

Overige vorderingen (waardeverminderingen)

(207)

-

-

-

(207)

-

Te ontvangen interesten

495

-

-

-

495

-

Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking

2

45.091

-

-

45.091

-

-

Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

2

23.442

1.931

21.511

-

-

-

Overlopende rekeningen

86.973

-

-

-

86.973

-

Kas en kasequivalenten

1.010.306

-

-

-

1.010.306

-

Beleggingen op korte termijn bij banken

373.904

-

-

-

373.904

-

Beleggingen op korte termijn (andere)

5

-

-

-

5

-

Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten

636.397

-

-

-

636.397

-

Totaal financiële instrumenten (activa)

2.710.921

1.931

21.511

45.091

2.634.036

8.352

PASSIVA

Financiële schulden

2.495.431

-

-

-

2.424.331

-

Op meer dan één jaar

Bankleningen

1.276.100

-

-

-

1.205.000

-

Leasing leningen

52.865

-

-

-

52.865

-

Overige leningen

447.289

-

-

-

447.289

-

Op ten hoogste één jaar

Bankleningen

576.056

-

-

-

576.056

-

Krediet op bankrekeningen

8.678

-

-

-

8.678

-

Commercial paper

134.282

-

-

-

134.282

-

Overige leningen

162

-

-

-

162

-

Handels- en overige schulden

2.442.433

19.589

18.708

57.957

2.346.180

-

Op meer dan één jaar

Overige schulden

5.682

-

-

-

5.682

-

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies

17.823

-

-

-

17.823

-

Op ten hoogste één jaar

Handelsschulden

1.896.099

-

-

-

1.896.099

-

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

32.180

-

-

-

32.180

-

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

38.317

-

-

-

38.317

-

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

135.835

-

-

-

135.835

-

Overige schulden

39.733

-

-

-

39.733

-

Verschuldigde dividenden

11.618

-

-

-

11.618

-

Te betalen interesten

9.109

-

-

-

9.109

-

Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking

2

57.957

-

-

57.957

-

-

Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

2

38.296

19.589

18.708

-

-

-

Overlopende rekeningen

159.784

-

-

-

159.784

-

Totaal financiële instrumenten (passiva)

4.937.864

19.589

18.708

57.957

4.770.511

-

Per eind VAN HET BOEKJAAR

Boekwaarde

(EUR duizend)

Niveau

Reële waarde

Bijgehouden voor handel - economische indekking

Reële waarde indekkingsboekhouding

Kasstroomindekkingsboekhouding

Leningen, handels-vorderingen en schulden

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via NGR

ACTIVA

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten

14.120

-

-

-

-

14.120

Financiële activa aan reële waarde verwerkt via gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten - aandelen

1

14.120

-

-

-

-

14.120

Leningen toegekend

2.777

-

-

-

2.777

-

Leningen toegekend

2.777

-

-

-

2.777

-

Handels- en overige vorderingen

1.852.705

3.977

9.868

80.452

1.758.408

-

Op meer dan één jaar

Garanties en deposito's

9.737

-

-

-

9.737

-

Overige vorderingen op meer dan één jaar

10.217

-

-

-

10.217

-

Personeelsvoordelen

718

-

-

-

718

-

Op ten hoogste één jaar

Handelsvorderingen (bruto)

1.394.540

-

-

-

1.394.540

-

Handelsvorderingen (waardeverminderingen)

(18.771)

-

-

-

(18.771)

-

Overige vorderingen (bruto)

243.746

-

-

-

243.746

-

Overige vorderingen (waardeverminderingen)

(207)

-

-

-

(207)

-

Te ontvangen interesten

1.439

-

-

-

1.439

-

Reële waarde vordering financiële instrumenten kasstroomindekking

2

80.452

-

-

80.452

-

-

Reële waarde van vorderingen - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

2

13.845

3.977

9.868

-

-

-

Overlopende rekeningen

116.989

-

-

-

116.989

-

Kas en kasequivalenten

1.194.436

-

-

-

1.194.436

-

Beleggingen op korte termijn bij banken

272.965

-

-

-

272.965

-

Beleggingen op korte termijn (andere)

43

-

-

-

43

-

Financiële instellingen, liquide middelen en andere kasequivalenten

921.428

-

-

-

921.428

-

Totaal financiële instrumenten (activa)

3.064.038

3.977

9.868

80.452

2.955.621

14.120

PASSIVA

Financiële schulden

2.182.852

-

-

-

2.154.884

-

Op meer dan één jaar

Bankleningen

1.232.968

-

-

-

1.205.000

-

Leasing leningen

62.892

-

-

-

62.892

-

Overige leningen

456.145

-

-

-

456.145

-

Op ten hoogste één jaar

Bankleningen

374.720

-

-

-

374.720

-

Krediet op bankrekeningen

28.122

-

-

-

28.122

-

Commercial paper

8.005

-

-

-

8.005

-

Overige leningen

20.001

-

-

-

20.001

-

Handels- en overige schulden

2.855.327

433

31.874

24.504

2.798.516

-

Op meer dan één jaar

Overige schulden

6.540

-

-

-

6.540

-

Kapitaalsubsidies en overlopende rekeningen subsidies

40.821

-

-

-

40.821

-

Op ten hoogste één jaar

Handelsschulden

2.196.225

-

-

-

2.196.225

-

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen in uitvoering

29.851

-

-

-

29.851

-

Belastingen andere dan belastingen op het resultaat

32.885

-

-

-

32.885

-

Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

168.014

-

-

-

168.014

-

Overige schulden

67.708

-

-

-

67.708

-

Verschuldigde dividenden

11.612

-

-

-

11.612

-

Te betalen interesten

10.326

-

-

-

10.326

-

Reële waarde schulden financiële instrumenten kasstroomindekking

2

24.504

-

-

24.504

-

-

Reële waarde van schulden - financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

2

32.307

433

31.874

-

-

-

Overlopende rekeningen

234.534

-

-

-

234.534

-

Totaal financiële instrumenten (passiva)

5.038.179

433

31.874

24.504

4.953.400

-

De leningen en schulden zijn uitgegeven aan een marktrentevoet welke geen grote verschillen met zich meebrengt vergeleken met de effectieve marktrentevoet. Alle categorieën van financiële instrumenten van Umicore worden aan hun reële waarde weergegeven behalve de langlopende bank leningen waarvan de boekwaarde verschilt van de reële marktwaarde (zie toelichting F24). De reële waarde van de financiële instrumenten die verhandeld worden in actieve markten is gebaseerd op de koers in de desbetreffende markt op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de financiële instrumenten die niet vrij verhandeld worden in een actieve markt wordt bepaald door middel van valorisatietechnieken. De meest gebruikte techniek is de geactualiseerde kasstromen analyse waarbij de heersende marktomstandigheden op het einde van het boekjaar gebruikt worden. De reële waarde van rentevoetswaps, in bijzonder, wordt berekend door de huidige waarde te nemen van de geschatte toekomstige kasstromen. De reële waarde van forward wisselkoers-,metaal- en energiecontracten wordt bepaald door de genoteerde wissel-, metaal- en energiekoersen op het einde van het boekjaar te nemen. De reële waarde van de vrij verhandelde financiële vaste activa welke door de groep gehouden worden, is de genoteerde marktwaarde op het einde van het boekjaar. De reële waarde van de financiële passiva wordt geschat door de toekomstige contractuele kasstromen te verdisconteren aan de huidige marktrentevoet. De genomen marktrentevoet is deze rentevoet die beschikbaar is voor de groep voor gelijkaardige financiële instrumenten. Door van de nominale waarde van de handelsvorderingen en -schulden de desbetreffende bijzondere waardevermindering af te trekken, wordt hun reële waarde benaderd.

F32.1 Reële waarde hiërarchie

De Groep heeft de wijzigingen in IFRS 7 betreffende de waardering van financiële instrumenten in de balans aan werkelijke waarde, aangenomen vanaf januari 2009. De wijzigingen hebben tot gevolg dat de aanpassingen naar reële waarde gerapporteerd worden volgens volgende hiërarchie:

  • Niveau 1: Waardering gebaseerd op beurskoersen op actieve markten voor identieke activa of passiva.

  • Niveau 2: Waardering gebaseerd op directe of indirecte waarneembare gegevens andere dan beurskoersen.

  • Niveau 3: Waardering gebaseerd op niet-waarneembare gegevens.

Binnen de Groep zijn de financiële activa aan reële waarde via niet-gerealiseerd resultaat gewaardeerd volgens niveau 1. Alle afgeleide producten voor metaal, energie en wisselkoersen zijn gewaardeerd volgens niveau 2.

Tijdens het jaar waren er geen overdrachten tussen de niveaus van de reële waarde hiërarchie.

F32.2 Sensitiviteit betreffende financiële instrumenten

Umicore is blootgesteld aan fluctuaties van grondstofprijzen, wisselkoersen en rentevoeten. De reële waarden van de financiële instrumenten weerspiegelen het verschil tussen de contractkoersen en de slotkoersen. De sensitiviteit berekeningen worden uitgevoerd door de slotkoersen (zijnde grondstofprijzen, wisselkoersen, elektriciteits- en gasprijzen en rentevoeten) te wijzigen met 10% omhoog en omlaag. De marktwaarden in de gewijzigde scenario's worden dan vergeleken met de oorspronkelijke markt waarden.

F32.2.1 Grondstofprijzen

De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (verkoopcontracten) zou 14,4 miljoen lager/hoger zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou 6,5 miljoen hoger/lager zijn als de energieprijzen met 10% zouden stijgen/ dalen. De reële waarde van de financiële instrumenten met betrekking tot de indekking van de kasstromen (aankoopcontracten) zou 4,7 miljoen hoger/lager zijn als de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

De reële marktwaarde van andere financiële verkoopinstrumenten onder reëlewaardeindekking zou 26,1 miljoen lager/hoger zijn en deze van andere financiële aankoopinstrumenten onder reëlewaardeindekking zou 8,7 miljoen hoger/lager zijn indien de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

De reële marktwaarde van andere financiële verkoopinstrumenten onder economische indekking zou 5,7 miljoen lager/hoger geweest zijn en de reële marktwaarde van andere financiële aankoopinstrumenten zou onder economische indekking 5,9 miljoen hoger/lager geweest zijn indien de metaalprijzen met 10% zouden stijgen/dalen.

F32.2.2 Wisselkoersen

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 28,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 35,1 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 10,6 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou 10,6 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 5,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou 6,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 9,8 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou 5,7 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 6,4 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de BRL en zou 6,4 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de BRL.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 2,5 miljoen lager zijn als de USD 10% apprecieert ten opzichte van de CAD en zou 3,1 miljoen hoger zijn als de USD 10% deprecieert ten opzichte van de CAD.

De reële waarde van de forward wisselkoerscontracten met betrekking tot de indekking van de kasstromen zou 2,6 miljoen lager zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou 3,2 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 40,5 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 49,5 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 9,5 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 11,7 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de USD zou 5,5 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 6,8 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 13,0 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou 15,8 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de CNY zou 33,2 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de CNY en zou 40,6 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de CNY.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 17,3 miljoen hoger zijn als de CNY 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 18,2 miljoen lager zijn als de CNY 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 4,3 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou 5,2 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de PLN zou 12,2 miljoen hoger zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de PLN en zou 14,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de PLN.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 8,1 miljoen hoger zijn als de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de HKD en zou 9,9 miljoen lager zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de HKD.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de HKD zou 8,1 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de EUR en zou 9,9 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de HKD.

De reële waarde van de verkochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 5,5 miljoen hoger zijn indien de KRW 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 5,5 miljoen lager zijn als de KRW 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de gekochte forward wisselkoerscontracten met betrekking tot andere financiële instrumenten zou 4,2 miljoen hoger zijn indien de KRW 10% apprecieert ten opzichte van de USD en zou 4,2 miljoen lager zijn als de KRW 10% deprecieert ten opzichte van de USD.

De reële waarde van de netto-balansonderdelen die zijn blootgesteld aan de KRW zou 9,9 miljoen lager zijn indien de EUR 10% apprecieert ten opzichte van de KRW en zou 12,1 miljoen hoger zijn als de EUR 10% deprecieert ten opzichte van de KRW.

32.2.3 Rentevoet

De reële waarde van langlopende leningen zou 1 miljoen lager zijn geweest als de rentetarieven zouden zijn gestegen met 10% en 1 miljoen hoger indien de rentevoeten zouden zijn gedaald met 10%.

Umicore dekt zijn structureel en transactiegebonden goederen- (metaal en energie), valuta- en renterisico’s in door gebruik te maken van metaalinstrumenten (voornamelijk deze genoteerd op de London Metal Exchange), valuta-instrumenten en renteswaps met erkende makelaars en banken.

F33.1 Financiële instrumenten gerelateerd aan kasstroomindekking

Nominaal of contractueel bedrag

Reële waarde

Reële waarde beweging

(EUR duizend)

31/12/2020

31/12/2021

31/12/2020

31/12/2021

31/12/2021

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht

131.855

156.750

(49.786)

11.241

61.027

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht

(86.877)

(52.394)

22.099

59.564

37.465

Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht

641.320

681.471

12.606

(16.315)

(28.921)

Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht

(79.688)

(57.804)

2.986

4.621

1.635

Forward rentevoet swapscontracten

40.000

396.600

(771)

(3.164)

(2.393)

Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen)

(12.866)

55.947

68.813

Erkend in handels- en overige vorderingen

45.091

80.452

Erkend in handels- en overige schulden

(57.957)

(24.504)

Totaal reële waarde-impact (voor geassocieerde ondernemingen en joint ventures)

1.114

(1.953)

Totaal

(11.752)

53.995

De principes en de documentatie over de ingedekte risico’s alsook de timing gerelateerd aan de kasstroomindekkingsactiviteiten van de Groep zijn vermeld in toelichting F3, Beheer van financiële risico’s.

De reële waarden van de effectieve indekkingsinstrumenten worden in eerste instantie erkend in de reële waardereserves opgenomen onder het eigen vermogen. Nadat de onderliggende of aangegane transacties zich voordoen, worden ze afgeboekt uit het eigen vermogen (zie toelichting F23).

De termijnovereenkomsten voor verkochte goederen werden opgezet voor de indekking van voornamelijk de volgende goederen: goud, zilver, palladium, platina, nikkel, lood en koper. De termijnovereenkomsten voor aangekochte goederen werden opgezet voor de indekking van prijsrisico’s op elektriciteit, gas en stookolie en voor nikkel.

De termijnovereenkomsten voor deviezen werden opgezet voor zowel de indekking van de USD ten opzichte van de EUR, KRW, CNY, BRL en CAD als de EUR ten opzichte van de PLN en CNY. De condities voor alle termijncontracten zijn gangbare marktcondities.

De kasstroomindekking van Umicore is op geen enkele manier ineffectief geweest in 2020, noch in 2021.

De reële waarde van de indekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de koersen van het contract en de slotkoersen bij jaarafsluiting. De totale reële waarde van financiële instrumenten voor kasstroomindekking had een positieve impact op de reële waarde reserves in eigen vermogen aan het einde van 2021. Deze positieve impact is het meest significant voor aangekochte goederen, terwijl forward contracten voor wisselkoersen deze positieve impact deels compenseren. Alle indekkingsinstrumenten hebben een vervaldag binnen de drie jaar.

F33.2 Financiële instrumenten gelinkt aan reële waarde indekking

Nominaal of contractueel bedrag

Reële waarde

Reële waarde beweging

(EUR duizend)

31/12/2020

31/12/2021

31/12/2020

31/12/2021

31/12/2021

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (IFRS 9 - indekkingsboekhouding)

-

259.702

-

(14.858)

(14.858)

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (economische indekking)

303.729

59.432

(19.549)

1.984

21.533

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (IFRS 9 - indekkingsboekhouding)

-

(82.064)

-

4.934

4.934

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (economische indekking)

(33.687)

(58.194)

1.891

1.560

(331)

Termijnovereenkomsten: deviezen verkocht

1.532.188

1.216.640

5.342

(12.232)

(17.575)

Termijnovereenkomsten: deviezen aangekocht

(536.554)

(494.154)

(2.539)

150

2.689

Totaal reële waarde-impact (integraal geconsolideerde dochterondernemingen)

(14.854)

(18.462)

(3.609)

Erkend in handels- en overige vorderingen (IFRS 9 - indekkingsboekhouding)

21.511

9.868

Erkend in handels- en overige vorderingen (economische indekking)

1.931

3.977

Erkend in handels- en overige schulden (IFRS 9 - indekkingsboekhouding)

(18.708)

(31.875)

Erkend in handels- en overige schulden (economische indekking)

(19.589)

(433)

Totaal

(14.854)

(18.462)

De principes en de documentatie over de transactiegebonden indekkingen door de Groep zijn beschreven in toelichting F3, Beheer van financiële risico’s. Onder Umicore’s indekkingsbeleid worden financiële instrumenten voor het indekken van wisselkoersen en grondstoffen gebruikt voor het beschermen van de reële waarden van de onderliggende ingedekte zaken (activa, schulden en vaste verplichtingen) en worden aan reële waarde opgenomen op de balansdatum. Umicore mag indekkingsboekhouding volgens de criteria van IFRS 9 (zie toelichting F2.21.1) toepassen voor het indekken van de reële waarde van haar blootstelling aan wisselkoersen.

Voor de indekking van de reële waarde van haar blootstelling aan grondstoffen mag Umicore geen indekkingsboekhouding volgens de criteria van IFRS 9 toepassen voor sommige metalen. Indekkingsboekhouding principes zijn toegestaan voor koper, lood en nikkel. Bij afwezigheid van indekkingsboekhouding principes worden financiële instrumenten voor indekking van grondstoffen gewaardeerd aan reële waarde alsof ze worden aangehouden ter verhandeling. Echter, dergelijke instrumenten worden gebruikt om bestaande transacties in te dekken, die worden beschouwd als ingedekte zaken onder Umicore’s beleid voor transactioneel indekkingsrisico (voornamelijk voorraden en vaste verplichtingen) en bijgevolg zijn deze instrumenten voor het indekken van grondstoffen, die bijgehouden worden ter verhandeling, niet speculatief van aard.

De reële waarden worden rechtstreeks opgenomen in de resultatenrekening onder ‘Andere bedrijfsopbrengsten’ voor de instrumenten gerelateerd aan grondstoffen en onder ‘Netto financiële kosten’ voor de valuta-gerelateerde instrumenten. De aanpassingen voor de afgedekte posities evenals de afdekkingsinstrumenten worden opgenomen in het volgende hoofdstuk van de financiële toestand verklaringen: "handels- en overige vorderingen" en "handels- en overige schulden".

De reële waarde van de indekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de koersen van het contract en de markt slotkoersen. Rekening houdend met het voornemen van de Groepsregels voor transactionele indekking, is de netto impact op de bedrijfsopbrengsten van de reële waarde van indekkingsinstrumenten en ingedekte elementen neutraal. De erkenning van de bewegingen van de reële waarde van financiële instrumenten in geval van reële waarde indekking heeft een negatieve impact op de bedrijfsinkomsten aan het einde van 2021. Het overgrote deel van de reële waarde van de indekkingsinstrumenten is niet materieel aangezien de marktprijs niet significant afwijkt van de contractprijzen. Enkel voor verkochte goederen is de reële waarde materieel. Deze hebben betrekking op metaal indekkingsinstrumenten waarvan het merendeel een vervaldag heeft binnen het volgende jaar. De verkoopstermijnovereenkomsten dienen voornamelijk om de volgende metalen in te dekken: nikkel, lood en koper. De aankoopstermijncontracten dienen voornamelijk om nikkel, lood en koper in te dekken. De termijncontracten voor deviezen dekken hoofdzakelijk de USD in tegenover EUR, KRW, CNY, BRL en CAD als de EUR tegenover CNY, HKD, KRW, JPY, THB, DKK en PLN.

De termijncontracten volgens de economische logica zijn contracten ter indekking van de volgende grondstoffen: zilver, goud, platina en palladium.

Reële waarde ingedekte elementen en indekkingsinstrumenten in regel met IFRS 9 indekkingsboekhouding

31/12/2020

31/12/2021

(EUR duizend)

Reële waarde van ingedekte elementen

Reële waarde van indekkingsinstrumenten

Reële waarde van ingedekte elementen

Reële waarde van indekkingsinstrumenten

Reële waarde beweging van ingedekte elementen

Reële waarde beweging van indekkingsinstrumenten

Ineffectiviteit

Transactionele metaalindekkingen

14.499

(5.614)

18.905

(12.031)

4.406

(6.417)

(2.011)

De voornaamste bron van ineffectiviteit van de reële-waardeafdekking is het effect van de forward curve op de basismetalen, in het bijzonder het negatieve effect van de backwardation curve op koper en nikkel. Wat de reële-waardeafdekkingen van de wisselkoersrisico's betreft, zijn de afgedekte elementen een afspiegeling van de afdekkingsinstrumenten en zijn ze opgenomen in verschillende rubrieken van de balans. De reële waarde van deze transactionele wisselkoersindekkingen bedroeg een verlies van 12,1 miljoen. De ineffectiviteit van de wisselkoersindekkingen is immaterieel.

Per eind VAN HET VORIGE BOEKJAAR

Contractuele vervaldag - nominaal bedrag

Contractuele vervaldag - reële waarde

(EUR duizend)

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

Totaal

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

Totaal

ACTIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE)

Risico verbonden aan metaalprijzen

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (kasstroomindekking)

-

249

661

743

1.653

-

6

7

(4)

9

Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (kasstroomindekking)

2.719

5.547

35.851

42.760

86.877

1.007

2.081

10.155

8.855

22.099

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (economische indekking van reële waarde)

15.741

14.752

-

-

30.493

1.151

780

-

-

1.931

Risico verbonden aan deviezen

Termijncontracten: deviezen verkocht (kasstroomindekking)

32.269

55.116

260.213

204.150

551.748

1.452

2.436

11.856

4.254

19.997

Termijncontracten: deviezen aankoop (kasstroomindekking)

3.336

6.807

28.824

33.226

72.194

103

210

1.042

1.632

2.986

Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

594.604

522.845

173.820

-

1.291.269

6.530

5.360

5.008

-

16.897

Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

98.242

10.145

1.786

630

110.803

4.478

124

4

8

4.614

PASSIVA INSTRUMENTEN (REËLE WAARDE)

Renterisico

Rentevoetswaps

-

-

-

40.000

40.000

-

-

-

(771)

(771)

Risico verbonden aan metaalprijzen

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (kasstroomindekking)

288

15.247

46.867

67.800

130.202

(13)

(8.268)

(24.383)

(17.131)

(49.795)

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (economische indekking van reële waarde)

44.004

162.083

97.642

-

303.729

(6.675)

(11.827)

(1.047)

-

(19.549)

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (economische indekking van reële waarde)

3.195

-

-

-

3.195

(40)

-

-

-

(40)

Risico verbonden aan deviezen

Termijncontracten: deviezen verkocht (kasstroomindekking)

3.148

8.156

34.112

39.750

85.167

(458)

(927)

(4.381)

(1.626)

(7.391)

Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

92.962

56.711

91.247

-

240.920

(7.111)

(3.228)

(1.216)

-

(11.555)

Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

211.408

144.148

51.452

18.743

425.751

(2.293)

(2.847)

(1.628)

(385)

(7.153)

Per eind VAN HET BOEKJAAR

Contractuele vervaldag - nominaal bedrag

Contractuele vervaldag - reële waarde

(EUR duizend)

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

Totaal

< 1 maand

1 - 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 - 5 jaar

Totaal

Activa instrumenten

Renterisico

(crossvaluta) Rentevoetswaps

-

-

-

121.600

121.600

-

-

-

47

47

Risico verbonden aan metaalprijzen

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (kasstroomindekking)

10.140

33.666

43.231

55.937

142.974

191

(254)

(509)

12.444

11.872

Termijnovereenkomsten: goederen aankoop (kasstroomindekking)

2.475

4.952

32.113

12.854

52.394

1.515

3.006

43.242

11.801

59.564

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

25.929

30.273

25.862

-

82.064

1.445

1.528

1.961

-

4.934

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (economische indekking van reële waarde)

-

43.666

2.592

-

46.258

-

2.224

193

-

2.417

Termijnovereenkomsten: goederen aangekocht (economische indekking van reële waarde)

14.932

40.885

2.377

-

58.194

497

1.041

21

-

1.560

Risico verbonden aan deviezen

Termijncontracten: deviezen verkocht (kasstroomindekking)

32.617

9.338

49.359

23.610

114.924

963

501

2.865

18

4.348

Termijncontracten: deviezen aankoop (kasstroomindekking)

2.475

4.952

34.319

16.058

57.804

337

680

3.287

317

4.621

Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

81.149

40.909

25.430

-

147.488

755

306

256

-

1.318

Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

121.549

78.972

47.854

385

248.759

1.419

394

1.801

1

3.616

Passiva instrumenten

Renterisico

(crossvaluta) Rentevoetswaps

-

-

-

275.000

275.000

-

-

-

(3.211)

(3.211)

Risico verbonden aan metaalprijzen

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (kasstroomindekking)

305

1.870

6.514

5.087

13.776

(55)

(87)

(337)

(152)

(631)

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

65.774

94.180

58.764

40.983

259.702

(2.455)

(3.406)

(5.197)

(3.801)

(14.858)

Termijnovereenkomsten: goederen verkocht (economische indekking van reële waarde)

-

-

13.174

-

13.174

-

-

(433)

-

(433)

Risico verbonden aan deviezen

Termijncontracten: deviezen verkocht (kasstroomindekking)

41.509

44.982

256.654

223.401

566.547

(1.894)

(1.744)

(10.605)

(6.420)

(20.663)

Termijncontracten: deviezen verkocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

486.931

351.714

192.287

38.220

1.069.152

(5.800)

(6.746)

(1.148)

144

(13.550)

Termijncontracten: deviezen aangekocht (reële waarde - IFRS 9 indekkingsboekhouding)

76.362

115.950

53.083

-

245.394

(720)

(2.398)

(348)

-

(3.466)

F34.1 Definities

De kasstromentabel bestaat uit de kasstromen afkomstig van respectievelijk de bedrijfs-, de investeringen de financieringsactiviteiten van de betreffende periode. Voor de opmaak van de bedrijfskasstromen werd de indirecte methode toegepast.

Het nettoresultaat werd aangepast voor:

  • de impact van operaties die geen kasuitgaven inhouden zoals voorzieningen, bijzondere waardeverminderingen, waardering aan marktwaarde, enz., evenals de wijziging in de behoefte aan bedrijfskapitaal;

  • elementen van de opbrengsten en kosten verbonden aan de investerings- en de financieringskasstromen.

(EUR duizend)

2020

2021

Aanpassing voor niet-kastransacties

Afschrijvingen

267.941

279.526

(Terugneming van) Bijzondere waardeverminderingen

87.543

48.504

Waardering aan marktwaarde van de voorraden en engagementen

464

19.764

Koersverschillen op leningen langetermijnleningen

(4.169)

4.878

Voorraden en voorzieningen voor dubieuze debiteuren

7.012

10.747

Afschrijving van kapitaalsubsidies

(199)

(401)

Op aandelen gebaseerde vergoedingen

10.108

14.255

Wijziging in voorzieningen

80.323

22.662

Totaal

449.023

399.936

Aanpassing voor elementen die afzonderlijk vermeld of geklasseerd moeten worden onder de investerings- of financieringskasstromen

Belastingen van de periode

59.131

179.043

Interestkosten (-opbrengsten)

57.910

51.498

(Meerwaarde) Minwaarde op overdracht van vaste activa

(760)

(1.759)

Opbrengsten uit dividenden

(230)

(210)

Totaal

116.051

228.573

Wijzigingen in de behoefte aan bedrijfskapitaal

Voorraden

(255.762)

(150.979)

Handels- en overige vorderingen

(237.694)

(171.084)

Handels- en overige schulden

531.216

449.647

Zoals in de geconsolideerde balans

37.760

127.584

Transacties zonder impact op kasstromen (*)

17.742

35.113

Elders gepubliceerde transacties (**)

(37.822)

(52.810)

Impact van bedrijfsacquisities

(3.136)

-

Omrekeningsverschillen

(118.300)

57.269

Zoals in de geconsolideerde kasstromentabel

(103.756)

167.154

(*) De transacties zonder impact op kasstromen komen in de meeste gevallen van de waardering aan marktwaarde van voorraden en engagementen, van strategische en transactionele hedging resultaten en bijzondere waardeverminderingen van voorraden en dubieuze debiteuren.

(**) De transacties die elders gepubliceerd worden zijn het gevolg van gewijzigde te ontvangen en nog te betalen interesten, dividenden en belastingen.

(EUR duizend)

Netto kas en -kasequivalenten

Leningen (zonder krediet op bankrekeningen)

Netto financiële schulden

Per einde van het vorige boekjaar

1.001.629

2.415.654

1.414.025

Kassstromen van de periode

164.686

(288.892)

(453.578)

Per einde van het boekjaar

1.166.315

2.126.762

960.447

F34.2 Toename van de kasstromen uit bedrijsactiviteiten

De kasstromen uit bedrijfsactiviteiten na belastingen bedroegen 1.259 miljoen. De netto werkkapitaalbehoeften voor voortgezette activiteiten daalde met 167,2 miljoen in 2021 ten opzichte van 2020. Dit is een verdere daling met 137 miljoen ten opzichte van eind juni 2021, dat profiteerde van een aantal tijdelijke cut-off effecten. Het werkkapitaal daalde in alle Business Groups, maar het sterkst in Catalysis door lagere edelmetaalprijzen en lagere volumes in de tweede jaarhelft. Met de huidige metaalprijzen wordt verwacht dat het werkkapitaal in 2022 zal toenemen ten opzichte van eind 2021.

F34.3 Toename van de kasstromen uit investeringsactiviteiten

De netto-kasstromen gebruikt in investeringsactiviteiten voor voorgezette activiteiten steeg met 42,0 miljoen in 2021. De investeringen voor de voortgezette activiteiten bedroegen 388,6 miljoen (tegenover 403,2 miljoen in 2020) als de geactiveerde O&O-kosten uitgesloten zijn, zoals opgenomen in de Umicore-definitie over investeringen (zie Glossarium). Energy & Surface Technologies was goed voor bijna 60 % van de investeringsuitgaven van de Groep, gedreven door de investeringen van Rechargeable Battery Materials in Europa. Dit impliceert een tijdelijke vertraging van de investeringsuitgaven van Energy & Surface Technologies ten opzichte van 2020, maar zal naar verwachting leiden tot een overloopeffect van de investeringsuitgaven in 2022. In Catalysis en Recycling, zijn de investeringsuitgaven slechts licht gestegen ten opzichte van de lage uitgavenniveaus van 2020. In Catalysis bleef Automotive Catalysts zich toespitsen op investeringen rond de optimalisering van de productievoetafdruk en gerichte capaciteitsuitbreidingen. In Recycling was de stijging van de investeringsuitgaven bestemd voor milieu- en veiligheidsgerelateerde investeringen in Precious Metals Refining. De geactiveerde ontwikkelingskosten bedroegen 27,8 miljoen, een lichte daling ten opzichte van 2020.

De verwerving van de resterende 8,8 % minderheidsaandelen in de beursgenoteerde dochteronderneming Allgemeine Gold- und Silberscheideanstalt AG (Duitsland) en de daaropvolgende schrapping van de beursnotering resulteerden in een cash out van 53,9 miljoen in de tweede jaarhelft.

F34.4 Afname van de kasstromen uit financieringsactiviteiten

De kasstroom gebruikt in financieringsactiviteiten is vooral gelinkt aan de aankoop en het gebruik van eigen aandelen om opties uit te oefenen (22,2 miljoen), de betaling van dividenden (186,5 miljoen) en de betaling van interesten (42,4 miljoen) en de terugbetaling van de lease schuld (19,5 miljoen).

(EUR duizend)

2020

2021

Verwerving van materiële vaste activa

391.475

379.572

Verwerving van immateriële vaste activa

44.060

36.854

Verwerving van vaste activa

435.535

416.426

O&O-investeringen

32.368

27.830

Investering uit voortgezette activiteiten

403.168

388.596

Het effect van wisselkoersschommelingen in het kasstroomoverzicht omvat het effect van wisselkoersschommelingen op aangehouden liquide middelen enerzijds en het wisselkoerseffect op de eliminaties van intercompany leningen anderzijds.

(EUR duizend)

2020

2021

Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de Groep

30.999

38.112

Door de Groep gestelde zekerheden voor rekening van derden

6.940

3.112

Ontvangen zekerheden

68.596

81.102

Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de Groep

1.513.704

1.643.975

Verplichtingen tot aankoop en verkoop van vaste activa

288

4.278

Commerciële engagementen voor aangekochte te ontvangen basismaterialen

701.475

910.182

Commerciële engagementen voor verkochte te leveren basismaterialen

1.667.126

1.930.639

Goederen en waarden van derden gehouden door de Groep

4.930.583

5.447.836

Diverse rechten en verbintenissen

288

-

Totaal

8.919.711

10.059.236

F35.1 Door derden gestelde zekerheden voor rekening van de groep

Deze zijn gewaarborgde en niet-gewaarborgde zekerheden gegeven door derden aan de schuldeisers van de Groep ter garantie van de aflossing van de actuele en toekomstige schulden en verplichtingen van de Groep.

F35.2 Door de groep gestelde zekerheden boor rekening van derden

Deze zijn zekerheden of onomkeerbare verbintenissen gegeven door de Groep ten voordele van derden ter garantie van de voldoende aflossing van schulden en bestaande of toekomstige verplichtingen door derden jegens hun schuldeisers.

Er zijn geen engagementen tot leningen aan derde partijen.

F35.3 Ontvangen zekerheden

Dit zijn ontvangen panden en zekerheden die het toereikend voldoen van schulden en bestaande of potentiële engagementen van derden tegenover de onderneming en haar dochterondernemingen garanderen, met uitzondering van kasgaranties en obligaties.

De ontvangen zekerheden hebben betrekking tot crediteurenzekerheden gedekt door financiële instellingen. Deze zekerheden zijn opgemaakt voor het indekken van de goede uitwerking van werken door de crediteuren. Sommige delen van de ontvangen zekerheden hebben ook betrekking tot klantenzekerheden voornamelijk ontvangen van de moedermaatschappij in naam van één van de filialen. Een klein deel van de ontvangen zekerheden heeft betrekking op huurgaranties.

Deze garanties zijn opgenomen aan normale marktvoorwaarden en hun reële waarde is gelijkwaardig aan de netto boekwaarde. Geen enkele van deze zekerheden zijn in onderpand gegeven.

F35.4 Door derden in hun naam gehouden goederen en waarden maar op risico van de groep

Deze vertegenwoordigen goederen en waarden opgenomen in de balans van de Groep voor dewelke de onderneming en haar dochterondernemingen de risico’s dragen en de opbrengst behouden, maar deze goederen en waarden bevinden zich niet in de panden van de onderneming en haar dochterondernemingen. Het betreft vooral geleasede voorraden aan derden, consignatievoorraden of over voorraden onder maakloonovereenkomsten bij derden.

F35.5 Commerciële engagementen

Dit zijn engagementen gemaakt om metalen te leveren aan klanten of aangeleverd te krijgen van leveranciers tegen vastgestelde prijzen.

F35.6 Goederen en waarden van derden gehouden door de groep

Dit zijn goederen en waarden die tijdelijk door de Groep bijgehouden worden, maar die de Groep niet bezit. Het betreft voornamelijk geleasede voorraden, consignatievoorraden of voorraden onder maakloonovereenkomsten met derden. Het houdt ook in mindere mate enkele niet-metaal operationele leases in, die niet onderhevig zijn aan de regels van IFRS 16 omwille van hun lagere waarde of kortere termijn.

De Groep leaset metaal (goud, zilver, platina en palladium) van en aan banken of andere derde partijen voor specifieke, meestal korte periodes. De Groep betaalt of ontvangt hiervoor leasevergoedingen. Op 31 december 2021 was het netto saldo van deze leaseschuld 1.005 miljoen tegenover 846 miljoen op het einde van 2020. Deze stijging is vooral te wijten aan hogere volumes. Zoals uitgelegd in toelichting F2.7, zijn deze metaal leases niet onderhevig aan de regels van IFRS 16.

Zoals eerder aangegeven, heeft de Groep een lopende zaak die kan beschouwd worden als een voorwaardelijke verplichting volgens de definitie van IFRS. Een dochteronderneming van Element Six Abrasives heeft kennis genomen van een lokaal belastingonderzoek ten belope van 24,9 miljoen, een bedrag dat nog verhoogd moet worden met statutaire interesten die op 31 december 2021 werden ingeschat op 14,5 miljoen. Op 8 maart 2022 werd een rechterlijke beslissing genomen in het voordeel van het beroep dat Element Six Abrasives had aangetekend. De lokale belastingsautoriteiten hebben de mogelijkheid om in beroep te gaan binnen 28 dagen na de beslissing. Umicore behoudt haar 40,22% aandeel in Element Six Abrasives en neemt de onderneming op volgens de vermogensmutatiemethode.

De Groep is onderhevig aan een aantal claims en wettelijke verplichtingen die samenhangen met de normale gang van zakendoen. Het management gelooft niet dat zulke claims een materiële negatieve impact zullen hebben op de financiële toestand van Umicore.

(EUR duizend)

2020

2021

Transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen

Bedrijfsopbrengsten

100.444

196.699

Bedrijfskosten

(148.888)

(232.041)

Ontvangen dividenden

(1.796)

(4.808)

(EUR duizend)

2020

2021

Openstaande posten met joint ventures en geassocieerde ondernemingen

Handels- en overige vorderingen op ten hoogste één jaar

32.685

39.774

Handels- en overige schulden op ten hoogste één jaar

38.779

79.573

De transacties met de minderheidsbelangen en joint ventures van de Groep zijn hoofdzakelijk commerciële transacties, verkopen en aankopen van goederen en diensten.

Er zijn geen transacties met entiteiten die eigendom zijn van de kerndirectie.

(EUR duizend)

2020

2021

Raad van toezicht

Bezoldigingen en directe personeelsvoordelen

1.022

1.262

Vast gedeelte

296

296

Variabel gedeelte (op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen)

373

467

Waarden van de toegekende aandelen

350

497

Voordeel in natura bedrijfswagen voorzitter

3

3

Geen enkel variabel vergoedingselement (uitgezonderd de aanwezigheidsvergoeding) is voorzien in het bestuurdersstatuut. Geen enkele lening of waarborg werd door de onderneming aan de leden van de raad van toezicht toegekend.

(EUR duizend)

2020

2021

Directieraad

Vergoedingen en andere voordelen

7.522

18.814

Kortetermijnpersoneelsvoordelen

1.496

11.021

Personeelsvoordelen na uitdiensttreding

1.052

1.044

Andere langetermijnvoordelen

492

2.027

Aandelengebaseerde betalingen

4.483

4.721

De gegevens hierboven bieden een boekhoudkundig zicht op de vergoeding van de raad van toezicht en het directieraad en verschillen van de informatie vervat in het remuneratieverslag onder het Corporate Governance hoofdstuk.

In de hierboven weergegeven tabellen worden de werkgeversbijdragen op het vlak van de sociale zekerheid, indien toepasselijk, weergegeven en opgenomen onder de kortetermijnpersoneelsvoordelen. Deze zijn niet vermeld in het remuneratieverslag.

In verband met de op aandelen gebaseerde incentives vertegenwoordigen de cijfers met betrekking tot de toekenning van aandelen, zoals opgenomen in de op aandelen gebaseerde betalingen, de waarde van de aandelen toegekend in 2021 voor diensten gepresteerd in 2020. Het remuneratieverslag vermeldt de waarde van de aandelen toegekend in 2022 voor diensten gepresteerd in het besproken jaar 2021.

De cijfers met betrekking tot het niet-uitgestelde deel van de variabele vergoedingen gerelateerd aan de individuele prestaties van 2021, die zijn opgenomen in de kortetermijnpersoneelsvoordelen, vertegenwoordigen het niveau van de voorzieningen op balansdatum. Het remuneratieverslag vermeldt de werkelijk betaalde bedragen met betrekking tot het referentiejaar 2021.

De voorzieningen geboekt voor het uitgestelde deel van de variabele cash-vergoeding met als referentiejaar 2021, zijn opgenomen in de andere langetermijnvoordelen. De in 2024 te betalen bedragen zullen afhankelijk zijn van prestaties gemeten over een langere termijn en de juiste bedragen zullen opgenomen worden in het remuneratieverslag van 2023.

De raad van toezicht zal op de algemene aandeelhoudersvergadering van 28 april 2022 een bruto jaarlijks dividend voor het boekjaar 2021 voorstellen van 0,80 per aandeel. Ter vergelijking werd voor het boekjaar 2020 een bruto jaarlijks dividend uitgekeerd van 0,75 per aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van 0,25 per aandeel dat op 24 augustus 2021 werd uitbetaald en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders, zal op 4 mei 2022 een brutobedrag van 0,55 per aandeel worden uitbetaald.

In februari 2022 heeft Umicore een duurzaamheidslening (SLL) ten belope van 500 miljoen ondertekend waarmee voor de eerste keer de financieringskosten van de Groep gekoppeld worden aan duurzaamheidsprestaties en de bestaande gesyndiceerde kredietfaciliteit van 300 miljoen succesvol wordt geherfinancierd.

In februari 2022 ondertekende Umicore twee afzonderlijke langetermijnovereenkomsten voor de aankoop van elektriciteit (PPA's) met ENGIE en Axpo om hernieuwbare elektriciteit te betrekken van offshore en onshore windturbines in België. Deze overeenkomsten zullen meer dan de helft van de elektriciteitsvraag van Umicore's Belgische vestigingen dekken en zal de Groep helpen om zijn doelstelling te bereiken om tegen 2035 koolstofneutraal te zijn.

In februari 2022 kondigde Umicore de ondertekening aan van een overeenkomst met Automotive Cells Company (ACC) voor batterijrecyclagediensten voor de behoeften van de ACC pilootfabriek in Nersac, Frankrijk.

Gerelateerd aan de voorwaardelijke verplichting voor het belastingonderzoek bij Element Six Abrasives en het daaropvolgende beroep, werd op 8 maart 2022 een rechterlijke beslissing genomen in het voordeel van dat beroep. De lokale belastingsautoriteiten hebben de mogelijkheid om in beroep te gaan binnen 28 dagen na de beslissing.

Umicore volgt de crisis in Oekraïne van nabij op en evalueert de resulterende implicaties voor de bedrijfsactiviteiten. Momenteel is het onmogelijk om de directe of indirecte impact van deze crisis op Umicore te beoordelen gegeven de snel evoluerende context en de gerelateerde onzekerheden.

De verkopen van Umicore in 2021 in Rusland of Oekraïne waren verwaarloosbaar op groepsniveau en Umicore heeft geen operationele aanwezigheid in Oekraïne en geen betekenisvolle operationele aanwezigheid in Rusland. Rusland is echter wel een relevant toeleveringsland voor Umicore, net als voor enkele van haar klanten en bepaalde sectoren die het bedient. Meer specifiek is Rusland een belangrijke wereldwijde producent van bepaalde platinagroepmetalen (vooral palladium en in mindere mate rhodium) en nikkel. Umicore heeft een gediversifieerde leveranciersbasis voor deze metalen met toeleveringen uit verschillende landen en wordt daarenboven ook toegeleverd door haar eigen recyclageactiviteiten. Ieder verlengd uitstel van leveringen van deze metalen als gevolg van deze crisis zou vermoedelijk het globale aanbodtekort vergroten en mogelijk toeleveringsketens verstoren in enkele van de markten die Umicore bedient, in het bijzonder de automobielindustrie, wat de vraag voor de goederen en diensten van Umicore in deze markten zou kunnen beïnvloeden. Deze potentiële aanbodkrapte voor metalen zou ernstige volatiliteit kunnen teweegbrengen in de prijzen en handel van metalen, hetgeen de winstgevendheid en de kasstromen van de Groep zou kunnen beïnvloeden.

Tot slot resulteert deze crisis in een sterke toename van de wereldwijde energieprijzen, hetgeen de operationele kosten van de Groep verhoogt en potentieel een structurele impact zal hebben op de wereldwijde economische groei wanneer dit blijft duren.

Umicore veroordeelt all oorlogsdaden en -geweld sterk en het bedrijf en haar werknemers engageren zich voor initiatieven voor humanitaire steun om het menselijk leed te verlichten.

Winst per aandeel

(EUR)

2020

2021

Afgekondigde winst per aandeel - basisberekening

0,54

2,57

Afgekondigde winst per aandeel - na verwateringseffect

0,54

2,56

Aangepaste winst per aandeel - basisrekening

1,34

2,77

De hiernavolgende resultaten worden als teller gebruikt voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:

Cijfers in de teller

(EUR duizend)

Toelichting

2020

2021

Geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep

F9

Uit voortgezette bedrijfsactiviteiten

130.530

618.959

aangepaste geconsolideerd nettoresultaat, aandeel van de Groep

F9

322.407

667.492

De hiernavolgende aandelenaantallen worden gebruikt als noemer voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:

Cijfers in de noemer

2020

2021

Aantal uitgegeven aandelen per 31 december

246.400.000

246.400.000

waarvan aandelen in eigen bezit

5.733.685

5.200.995

waarvan uitstaande aandelen

240.666.315

241.199.005

Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen

240.589.550

240.868.119

Potentiële verwatering door de aandelenoptieplannen

1.183.525

1.112.044

Aangepast gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen

241.773.075

241.980.163

Het totaal aantal uitstaande aandelen is exclusief de eigen aandelen, die aangehouden worden voor bestaande aandelenoptieplannen of beschikbaar zijn voor verkoop. De noemer voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel houdt rekening met een wijziging in de aandelenopties.

In 2021 zijn geen nieuwe aandelen uitgegeven als gevolg van de uitoefening van aandelenoptieplannen met daaraan verbonden inschrijvingsrechten. Tijdens het jaar heeft Umicore 1.692.190 eigen aandelen gebruikt voor de uitoefening van aandelenopties en 110.500 voor de toegekende aandelen. Gedurende 2021 heeft Umicore 1.270.000 eigen aandelen ingekocht. Per 31 december 2021 bezat Umicore 5.200.995 eigen aandelen, wat overeenstemt met 2,11% van de totale uitgegeven aandelen op dat moment.

Er werden geen nieuwe standaarden, amendementen en interpretaties van standaarden gepubliceerd, die voor het eerst verplicht van toepassing waren voor het boekjaar startend op 1 januari 2021 met een substantiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep.

In geval er substantiële ontwikkelingen waren, zouden deze vastgelegd worden in de sectie met boekhoudprincipes.

Wereldwijd wordt een fundamentele hervorming van de belangrijkste rentebenchmarks doorgevoerd, waaronder de vervanging van sommige interbank offered rates (IBOR's) door alternatieve bijna risicovrije tarieven (de zogeheten "IBOR-hervorming"). De wijzigingen in IFRS 9 en IAS 39 Financiële instrumenten: erkenning en waardering voorzien een aantal vrijstellingen, die van toepassing zijn op alle afdekkingsrelaties die rechtstreeks worden beïnvloed door de hervorming van de rentevoetbenchmarks. Een afdekkingsrelatie wordt beïnvloed indien de hervorming aanleiding geeft tot onzekerheid over het tijdstip en/of het bedrag van de op de benchmark gebaseerde kasstromen van de afgedekte positie of het afdekkingsinstrument. Deze wijzigingen hebben geen impact op de geconsolideerde financiële staten van de Umicore Groep aangezien de Groep geen rente-indekkingsrelaties heeft die gebaseerd zijn op LIBOR. In 2021 heeft Umicore een werkgroep opgericht om de IBOR-hervorming en het potentiële effect ervan op de contracten van de Groep op te volgen.

Voor alle andere nieuwe interpretaties en standaarden die nog niet verplicht zijn vanaf 1 januari 2021, heeft het management geen indicaties dat dit een materiële impact zal hebben op de financiële rapportering van de Groep.

De globale audit vergoeding voor de statutaire auditor en zijn filialen bedroeg 2,2 miljoen, inclusief een bedrag van 1,8 miljoen voor de statutaire auditmissies (0,5 miljoen voor de audit van de moedermaatschappij) en 0,4 miljoen voor de niet-statutaire auditdiensten. Deze omvatten auditgerelateerde en andere certifiëringsdiensten (0,2 miljoen) en andere niet-auditgerelateerde diensten (0,2 miljoen).

De jaarrekening van Umicore wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld.

Overeenkomstig het Wetboek van Vennootschappen zullen de jaarrekening van Umicore evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris bij de Nationale Bank van België neergelegd worden.

Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:

UMICORE
Broekstraat 31
B-1000 Brussel
(België)

In zijn verslag heeft de commissaris geen voorbehoud gemaakt betreffende de jaarrekening van Umicore.

De wettelijke reserve van 55,0 miljoen die inbegrepen is in de overgedragen winst is niet beschikbaar voor uitkering.

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

31/12/2021

Beknopte balans per 31 december

1. Activa

Vaste activa

2.885.295

3.172.625

3.296.290

I.

Oprichtingskosten

6.066

14.685

10.288

II.

Immateriële vaste activa

114.726

99.032

99.067

III.

Materiële vaste activa

467.458

452.430

460.546

IV.

Financiële vaste activa

2.297.045

2.606.478

2.726.389

Vlottende activa

1.748.153

2.060.640

2.169.189

V.

Vorderingen op meer dan één jaar

449.366

476.214

584.998

VI.

Voorraden en bestellingen in uitvoering

534.771

617.346

503.271

VII.

Vorderingen op ten hoogste een jaar

519.135

620.119

861.136

VIII.

Geldbeleggingen

184.701

290.395

185.936

IX.

Liquide middelen

2.190

4.565

559

X.

Overlopende rekeningen

57.990

52.001

33.289

Totaal activa

4.633.448

5.233.265

5.465.479

2. Passiva

Eigen vermogen

2.268.310

2.177.834

2.428.079

I.

Kapitaal

550.000

550.000

550.000

II.

Uitgiftepremies

848.130

848.130

848.130

III.

Herwaarderingsmeerwaarden

91

91

91

IV.

Reserves

389.855

414.075

391.090

V.

Overgedragen resultaat

262.604

267.163

352.163

Vbis.

Resultaat van de periode

209.258

86.475

272.454

VI.

Kapitaalsubsidies

8.372

11.900

14.151

Voorzieningen en uitgestelde belastingen

VII.A.

Voorzieningen voor risico's en kosten

123.600

206.053

198.047

Schulden

2.241.539

2.849.378

2.839.353

VIII.

Schulden op meer dan één jaar

1.082.864

1.707.729

1.707.589

IX.

Schulden op ten hoogste één jaar

1.076.244

1.063.641

1.040.392

X.

Overlopende rekeningen

82.431

78.008

91.372

Totaal passiva

4.633.449

5.233.265

5.465.479

(EUR duizend)

31/12/2019

31/12/2020

31/12/2021

Resultatenrekening

I.

Bedrijfsopbrengsten

3.489.297

4.459.290

6.229.378

II.

Bedrijfskosten

(3.494.693)

(4.481.338)

(5.947.989)

III.

Bedrijfsresultaat

(5.396)

(22.048)

281.389

IV.

Financiële opbrengsten

259.275

201.457

213.675

V.

Financiële kosten

(41.210)

(85.500)

(133.578)

VI.

Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening

212.669

93.908

361.486

X.

Belastingen op het resultaat

(3.411)

(7.433)

(51.736)

XI.

Resultaat van het boekjaar

209.258

86.475

309.750

XIII.

Te bestemmen resultaat v/h Boekjaar

209.258

86.475

309.750

(EUR duizend)

2019

2020

2021

Resultaatverwerking

A.

Resultaatverwerking

588.668

558.337

661.913

1.

Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar

209.258

86.475

309.750

2.

Overgedragen winst/verlies (-)

379.410

471.862

352.163

C.

Toevoeging aan het eigen vermogen

(26.598)

(24.220)

22.985

3.

Aan de reserve voor eigen aandelen

(26.598)

(24.220)

22.985

D.

Over te dragen resultaat (1)

471.862

352.163

491.957

2.

Over te dragen winst/verlies (-)

471.862

352.163

491.957

F.

Uit te keren winst (1)

(90.208)

(181.954)

(192.941)

1.

Vergoeding van het kapitaal

gewone aandelen

(90.208)

(180.395)

(192.941)

2.

Winstdeling met het personeel

-

(1.559)

-

(1) Het totaal bedrag van deze twee rubrieken zal worden aangepast om rekening te houden met het aantal eigen aandelen aangehouden door Umicore op de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders van 28 april 2022. Het brutodividend van EUR 0,80 per aandeel blijft ongewijzigd.

(EUR duizend)

Aantal aandelen

Staat van het kapitaal

A.

Maatschappelijk kapitaal

1.

Geplaatst kapitaal

Per einde van het vorig boekjaar

550.000

246.400.000

Per einde van het boekjaar

550.000

246.400.000

2.

Samenstelling van het kapitaal

2.1.

Soorten aandelen

Gewone aandelen

550.000

246.400.000

2.2.

Aandelen op naam of aan toonder

Op naam

43.682.308

Aan toonder

202.717.692

E.

Toegelaten maar niet geplaatst kapitaal

55.000

% kapitaal

Aantal aandelen

Bekendmaking

G.

Aandeelhouderstructuur (1)

Family Trust Desmarais, Albert Frère and Groupe Bruxelles Lambert S.A.

15,98

39.363.737

29/06/2021

BlackRock Investment Management

4,97

12.239.906

17/09/2021

Baillie Gifford & Co and Baillie Gifford Overseas Ltd.

10,01

24.660.116

29/09/2021

Overige aandeelhouders

66,94

164.935.246

31/12/2021

Eigen aandelen in het bezit van Umicore

2,11

5.200.995

31/12/2021

100,00

246.400.000

waarvan free float

100,00

246.400.000

(1) Op 31 december 2021, 5.201.500 opties op aandelen uitstaande. In deze opties zijn er 5.201.500 met recht tot aankoop op bestaande aandelen weerhouden door Umicore.

Hierbij verklaren wij – voor zover ons bekend – dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2021 opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, alsmede een beschrijving geeft van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.

11 Maart 2022,

MATHIAS MIEDREICH
CHIEF EXECUTIVE OFFICER